CD & vinyl REVIEW BLOG |
Op 25/3/1975 werd Barbara geboren in Beirut (Libanon) en al na 6 weken geadopteerd door de Nederlandse familie Straathof. Al gauw zat muziek in haar bloed, van kinderkoren, via fluitles, tot pianospelen met moeder en het schrijven van eigen songs. Op haar 16de ging een nieuwe wereld voor haar open, toen ze een gitaar cadeau kreeg, en artiesten zoals Lenny Kravitz, Simon & Garfunkel, John Denver, Tracy Chapman ontdekte. In 1996 begon haar muzikale carrière als zangeres in de band Happy Hour. Vier jaar later stapte ze in een baan als productieleider voor vertalingen van films en series, en nog eens 4 jaar later ging ze bij de televisie werken. Dat maakte dat ze in 2005 het bij Happy Hour voor bekeken hield. Het zou duren tot 2012 vooraleer ze zich inschreef voor ‘The Voice of Holland’, en ze kwam terecht in het team van Marco Borsato. Ze geraakte tot in de halve finale van het 3de seizoen. Kort daarna gaf ze haar baan op en sindsdien fulltime zangeres. In december van vorig jaar kwam haar debuutsingle ‘Dream’ uit, en op 26/7 was de opvolger daarvan ‘Cappuccino Memories’ een feit. Beide songs staan op haar debuutalbum, waarvoor ze samenwerkte met Chris Elliott, de arrangeur van Adele en wijlen Amy Winehouse, en met de strijkers van het Metropole orkest. Dit is wat Elliott over haar te zeggen had: “People often say, "music moves me". When I heard one of her songs for the first time, something physical happened, her music literally made my molecules move... And when she sang towards the bridge, that was magic to me!” De titel van het album staat symbolisch voor de passie en de liefde die Barbara in haar muziek gestopt heeft. Barbara schreef zelf 6 nieuwe songs, zoals de opener en tweede single ‘Cappuccino Memories’, die over de liefde gaat. Het is een vlotte popsong, net zoals de overige songs trouwens. Je zou kunnen stellen dat hier en daar wat jazzelementen aanwezig zijn. ‘What Love Can Do’ is een up-temponummer, terwijl ‘Warp Your Troubles’ opgewekt voorbij komt “without a care in the world”. Daarentegen komt ‘Spread a Little Happiness’ uit de musical ‘Mr. Cinders’ van Vivian Ellis uit 1929, maar u kent het wellicht in de coverversie van Sting. Ballades zijn uiteraard ook aanwezig zoals ‘Falling in Love’ en ‘Welcome To My World’. Wat een contrast met het dansbaar nummer ‘Stronger’, dat wellicht een aankomende single wordt. Barbara covert een song van Prince, Wendy & Lisa nl. ‘Sometimes It Snows in April’. En de eerste single ‘Dream’ sluit af. Het lijdt geen twijfel dat Barbara talent heeft, wat ze bewijst op dit sterk debuut. Wat haar enkel nog rest is doorbreken met een sterke single… Patrick Van de Wiele (4) Challenge Records International I CR3386 I Barbara
0 Opmerkingen
Het is in de mode om een album met uitsluitend duetten op te nemen, denk maar aan Barbra Streisand, Tony Bennett & Lady Gaga, nu Smokey Robinson, en geloof me vrij er zullen er nog volgen. Smokey was indertijd samen met zijn Miracles één van de eerste acts die door het gloednieuwe Motown label ingelijfd werden (1959 al). Hij schreef en produceerde ook voor andere acts heel wat songs, en nam tussen 1961 en 1988 de post van vice-voorzitter van het label waar. Bob Dylan noemde hem “America’s greatest living poet”, en ik zag hem jaren geleden live aan het werk in Antwerpen. Hij heeft dus een album met uitsluitend duetten afgeleverd, waarop hij met bekende artiesten zijn bekendste songs brengt. Randy Jackson produceerde de cd, die een viering van Smokey’s carrière moet inhouden. Opener ‘The Tracks of My Tears’ laat Elton John aanvangen, maar diens stem is hier vrijwel onherkenbaar. Smokey valt daarna in. Daarna levert Steven Tyler een bluesrock cover van ‘You Really Got a Hold on Me’ af, en Smokey volgt in, waarna Miguel, Aloe Blacc & JC Chasez samen met Smokey ‘My Girl’ brengen. Maar het nummer mankeert de swing die het origineel bezat, het is te traag. Jessie J praat even vooraleer ze samen met Smokey ‘Cruisin’’ zingt, waarna John Legend samen met Smokey ‘Quiet Storm’ afleveren. CeeLo Green komt daarna aan de beurt om met Smokey ‘The Way You Do (The Things You Do)’ te zingen, gevolgd door één van de betere duetten hier, dat van Mary J. Blige & Smokey op ‘Being With You’. James Taylor is de volgende om met Smokey ‘Ain’t That Peculiar’ te brengen, maar het wordt meer een countrysong en dat valt tegen. ‘The Tears of a Clown’ is één van Smokey’s handelsmerken en Sheryl Crow valt in, met een leuk resultaat als gevolg. R&B ster Ledisi is daarna aan de beurt om met Smokey ‘Ooh Baby Baby’ af te leveren, en dit is ook weer een hoogtepunt. De afsluiter ‘Get Ready’ is een complete misser, want Gary Barlow maakt er samen met Smokey een modern dansnummer van, en dat wringt me. En ik ben heus niet de enige die er zo over denkt, want ik las her en der ook negatieve kritieken. De originele nummers zitten zo in je geheugen gebrand, dat deze covers (buiten enkele dan) de mist in gaan. Spijtig, Smokey, ik had echt beter verwacht! Patrick Van de Wiele (3½) Verve Records/The Verve Music Group I 0602537501496 I Universal Music Belgium I Smokey Robinson
Rococo is een progressieve rockband uit Londen, die werd opgericht in 1970. Ze openden ooit voor Ten Years After in het Rainbow Theatre en toerden met bands als Thin Lizzy en Ian Dury & The Blockheads. Rococo kwam op tussen 1970 en de split in 1981 op de proppen met goed ontvangen schijven op Deram Records zoals ‘The Living Rock’ en ‘Hoodlum Fun’. In 2007 kwamen ze opnieuw bij elkaar en sinds die tijd gaf het onvolprezen Angel Air Records drie cd’s van Rococo uit, met name ‘Run From The Wild Fire’ en ‘The Firestorm And Other Love Songs’. De jongste telg van Rococo is ‘Losing Ground’ en de opnamen gebeurden met de volgende line-up: Ian Raines (lead vocals), Roy Shipston (keyboards), Tym Scopes (gitaar), James Fox (bas) en Clive Edwards (drums). En laten we wel wezen: ‘Losing Ground’ is verre van slecht. De plaat heeft over de ganse lijn een vrij hoog Steely dan gehalte. Vooral bij ‘Manhattan Horns’ en ‘Blue Movie Star’ zou je zweren dat Donald Fagen en Walter Becker daar ergens in de studio aan het prutsen waren. ‘City Life’ klinkt mij een ietsje te schreeuwerig, maar John Lennon’s ‘Cold Turkey’ slaagt dan weer wel in de test, net zoals de rest van ‘Losing Ground’. Ivan Van Belleghem (3½) Rococo’s ‘Losing Ground’ record is a Steely Dan sound-a-like, but that is not a bad thing to say. Angel Air Records I SJPCD437 I Proper Records Distribution Id!ots is een Belgische viertal dat rock brengt, met hier en daar een stevige scheut punk of zelfs blues in gemixt. Op hun titelloze debuutalbum brengt het kwartet elf nummers die knap rockend te noemen zijn. Alle nummers werden door het viertal zelf geschreven wat al meteen voor een meerwaarde zorgt. Maar hoe goed de nummers ook klinken, het is vooral 'live' dat de heren voor een echte meerwaarde zorgen. Vooral zanger Luc Dufourmont moet bij menig rockliefhebber wel een belletje doen rinkelen door hij ook actief was in projecten als Ugly Papas of Two Russian Cowboys om maar die twee te vernoemen. Ditmaal zijn zijn partners in crime Dick Descamps (bass), Wouter Spaens (guitars) en Tom Denolf (drums). De elf tracks op dit album vervelen nooit en verdienen het eigenlijk allemaal om toch minstens een maal op radio te worden gedraaid. Uitschieters voor mij: het stevige 'Mosquito' dat een rauw punkrandje heeft, het van een akoestische intro voorziene 'Hangman', het stevige 'Killing' met zijn eigenaardige geluidjes, het gedreven en groovy klinkende '60 Miles', het stevig van leer trekkende en toch bluesy overkomende 'Mad Man Blues'. Meteen een uiterst aangenaam album dat zeker niet misstaat in het oeuvre van Luc Dufourmont. Luc Ghyselen (3½) Waste My Records I WMR 007 I Id!ots
Singer-songwriter en multi-instrumentalist D. Edward uit Oakland groeide op in een gezin waar hij heel wat soulmuziek hoorde. Hij maakte deel uit van de groep Know Jazz uit de Acid Jazz scène in San Francisco, en is momenteel de percussionist bij de her opgestarte funkband ConFunkShun. Daarnaast maakte hij deel uit van tal van andere groepen, maar nu is zijn soloproject uitgekomen. Daarvoor schreef hij 10 songs zelf, en werkte aan de elfde mee. Hij brengt “old school soul”, wat ik het liefste hoor, en vangt aan met de mid-tempo track ‘Waiting’. ‘Show Me’ componeerde hij samen met singer-songwriter Jenna Lavoie, die de ukelele bespeelt. Het is mooie ballade geworden, waarbij hun stemmen mekaar aanvullen. Na de intro is ‘Hold On’ één van de mooiste tracks op het album, weerom een mid-tempo nummer. Op ‘Mesmerized’ komt wat lichte jazz aan bod, mede door het mooie saxarrangement. ‘Don’t Say’ komt relaxed over, alsook ‘Pretty Eyes’. ‘Mighty Love’ heeft een mooi blazerarrangement, waarna de titeltrack een ontspannen “feel good” song is. D. Edward heeft hiermee een mooi album afgeleverd, en ik ben blij dat ik hem hierbij leer kennen. Een aanrader voor soft soulfans. Patrick Van de Wiele (4) A nice album, highly recommended for fans of soft soul. 10th & Clay Records I 10C62-DE001 I D. Edward
Clifford Curry is een echte soul survivor. Hij werd geboren in Knoxville, Tennessee en begon zijn muzikale carrière op de Austin High school. Curry was lid van diverse bands waaronder The Echoes, The Five Pennies, Hollyhocks en The Bubba Suggs Band. Als Sweet Clifford had hij in 1963 enkele knappe opnamen voor het label Excello Records. In 1967 had Curry een hit in de Amerikaanse R&B Chart met ’She Shot a Hole In My Soul’, geproducet door Buzz Cason. Nu valt zijn single ‘Christmas Ain’t No Time for the Blues’ op onze deurmat. Van een vroeg en verrassend kerstgeschenk gesproken. De single dateert eigenlijk uit 2011, maar ziet nu opnieuw het daglicht. Clifford blijkt nog steeds uitstekend bij stem te zijn. De bluessound wordt sterk aangewakkerd door een uitermate opwindende bluesharp, loepzuivere gitaarriffs en ingetogen pianoarrangementen. De single ‘Christmas Ain’t No Time for the Blues’ kan alvast toegevoegd worden aan het rijtje met blues kerstsongs. Santa got the blues ! The single 'Christmas Ain’t not No Time for the Blues' can already be added to the list with blues Christmas songs. Santa got the blues! Jac Ace I JacAce21 I Blues Christmas Music I Clifford Curry
In juni van vorig jaar kreeg singer-songwriter Christina Holmes uit New Jersey de kans om haar debuut op te nemen met de overbekende producer Narada Michael Walden, die enkele van haar demo’s gehoord had. Walden kent u waarschijnlijk als producer van o.a. Whitney Houston, Mariah Carey en Aretha Franklin, maar werkte ook al samen met o.a. Sting, Carlos Santana en Lenny Kravitz. Christina hapte dan ook onmiddellijk toe en vloog naar Californië. Terwijl zij op haar gitaar speelde, en Narada de drums hanteerde, jamden ze enkele uren weg. Ze begonnen de zomer van vorig jaar en begin dit jaar 21 nummers op te nemen, en Christina kreeg er een platencontract aangeboden. Ze zong immers al sinds haar kindertijd, speelde op haar 8ste gitaar, en schreef twee jaar later haar eerste songs. Op de universiteit van Rhode Island, waar ze studeerde, kwam ze voor het eerst met haar talent naar buiten. Na enkele jaren overal gespeeld te hebben, werd het tijd voor iets groter, en dat werd de “Amateur Night at the Apollo”. Ze mocht onmiddellijk er optreden en zei: “It was an absolute honour to be able to play on that stage, and I couldn’t believe it when I received a standing ovation.” De rest is geschiedenis. Op haar 16 tracks bewijst ze dat ze frisse pop kan brengen, en haar songs komen vlot over. Haar liedjes brengen een goed gevoel over en ze zei: “Music is healing in so many ways and I want to bring positivity to the world through my music. I have seen firsthand, while working with Musicians on Call, how powerful music can be for a person’s life. People spend too much time focusing on the negative and the hatred in life, and I want to be able to shed some light in the world. My music is not only how I express how I feel, but it’s also been my way of being able to bring out the best of the people who listen.” Indien je een frisse aanpak van popmuziek wil horen, schaf je dan deze cd aan. Patrick Van de Wiele (4) Christina Holmes brings a fresh voice to pop Music. Tarpan Records I TAR0005 I Glass Onyon PR I Christina Holmes
Chris O’Leary is de voormalige frontman van Levon Helm’s Barnburners. The Chris O’Leary band werd opgericht in 2007 rond een hechte groep rasartiesten. Op zijn derde album ‘Live At Blues Now’ krijgt vocalist en harpvirtuoos O’Leary alvast backing van Chris Vitarello (gitaar), Andy Stahl (tenor saxofoon), Chris DiFransesco (barton saxofoon), Matt Raymond (bas) en drummer Jay Devlin. Als ‘special guest’ is niemand minder dan Alex Schultz present. Het album werd geregistreerd op 21 maart 2014 ter gelegenheid van een concertreeks in Basel, Zwitserland. Heel wat songs komen uit zijn twee succesvolle studioalbums, al vloeide de zeldzame cover ‘Wish You Would’ uit Billy Boy Arnold’s pen. Chris’ sound is dan ook diep geworteld in de oude bluestraditie, al is hij niet bang om een versnelling hoger te schakelen. Chris zingt een deel door zijn harp mic, en dat zorgt bijwijlen voor opwindende arrangementen. De drumbeats van het openingsnummer ‘Give It’ slaan je meteen met enige verstomming. Net zoals de ritmische jumpblues van ‘Trouble’. Schultz gitaarriffs drijven op de sterke ritmiek terwijl O’Leary’s harp snijdt door merg en been. En deze is nooit aflatend. De funky ritmes van ‘Walk To Walk’ brengen ons in extase, net zoals de zinderende gitaren in ‘Louisiana Woman’. Chris vindt het blijkbaar heerlijk om te grasduinen in de moerassige en voodoo rijke bluesgrond van Louisiana. De eenzame harptunes begeesteren het mysterieuze ‘Water’s Risin’, dat in coschrijverschap met Levon ooit werd geschreven. De Chuck Berry riffs duelleren in hoge mate met de rock-’n- roll schikkingen Als ook het nummer ‘Tchoupitoulas’ je niet in beweging krijgt, dan scheelt er echt wel iets met je attitude. Dit is Mardi Gras op zijn best en ‘When The Saint Go Marching In’ weerklinkt weelderig en opwindend. Chris O’Leary is een vakman die zijn vaardigheden blijft aanscherpen en hij laat ook voldoende ruimte voor zijn backingband om volluit te soleren. ‘Live At Blues Now !’ is een van de beste live registratie van die decennia. Philip Verhaege (5) Chris O'Leary is a professional who continues to hone his skills. He also leaves plenty of space for his backing band . 'Live At Blues Now !' is one of the best live recording of those decades.. VizzTone Label Group I Fidellis Records I VTFR003 I Redeye Distribution I The Chris O’Leary Band
Het is mij een raadsel hoe de Charlie Saibel cd’s hun weg naar België vinden. We ontvingen hier weliswaar het uitstekende ‘Hurdy Hurdy Band’, maar toch blijft er een zweem van geheimzinnigheid over Charlie Saibel hangen. Ik had eerlijk gezegd ook nooit eerder van Charlie gehoord, maar na het beluisteren van ‘Blackberries’ (subtitel: Rhythm & Blues by Charlie Saibel) voelde ik toch enig enthousiasme in mij opborrelen. ‘Blackberies’ werd opgenomen in Olympia, Washington, blijkbaar zijn uitvalsbasis, in juli 1997 asjeblief. Waar zijn die opnamen dan wel blijven hangen? ‘Blackberries’ is in ieder geval een leuke schijf met een heerlijk ouderwets klinkende drums van ‘Lyall Smith’. Op het einde van sommige tracks roffelt Lyall nog een beetje door en dat schept een gezellige sfeer. De stem van Charlie Saibel houdt een beetje het midden tussen Georgie Fame en Luke Walter Jr. Op ‘Cajun Rhythm’ brengt Charlie Saibel op passende wijze hulde een Crescent City en zijn muzikanten. Randy Linder speelt een fraai stukje slide gitaar op ‘Heavy Rain’ en Charlie Saibel zelf ondersteunt zijn lijzige zang met bijpassende keyboards op ‘Out Of Control’, zoals aangegeven op het plaatje en het inlegblaadje, of ‘That’s When You Know’ zoals vermeld op de achterkant van de plaat. Het gaat hem hier wel degelijk over één en dezelfde song. Dit euvel mag de pret echter niet bederven want Charlie Saibel heeft ook nog het onweerstaanbaar swingende ‘Ramblin’ On’, met John Beach op sax, in de aanbieding. Op de titeltrack ‘Blackberries’ maakt Charlie Saibel ons met zijn pianospel diets dat hij niet zou misstaan in New Orleans. Wanneer er ergens tussen Olympia, Washington en België nog enkele schijfjes van Charlie Saibel zouden blijven hangen zou ik zeggen…Laat maar komen! ‘Blackberries’ (Rhythm & Blues by Charlie Saibel) has been the best kept secret for the last seventeen years. Ivan Van Belleghem (5) Eigen Beheer I Promo CD I Charlie Saibel
De afgelopen tijd kwam de zangeres in het nieuws met ‘Janis Planet’ een ode aan de flamboyante blueszangeres Janis Joplin. Voor haar nieuwe langspeler reisde BJ af naar haar geboortestaat Alabama. Daar ging ze op zoek naar haar roots de gospel en southernrock van het diepe zuiden en verzamelde onder de bijzonder toepasselijke titel ‘ Swamp Cabaret’ tien songs die gedeeltelijk op locatie in de VS met plaatselijke muzikanten en in haar tweede thuishaven België tot stand kwamen. Er prijkt een enkele cover op ‘Swamp Cabaret’ het van Bo Roberts en Len McCumbe geleende ‘Rockabilly Legend’, een (uiteraard) rockende ode aan de pioniers. De muzikale trip start met ‘Mobile Bay’ een eenzame harmonicaklanken leiden het verhaal in en Scott haalt jeugdherinneringen op, orgel en achtergrondkoortje creëren een gospelfeel. In een funky orgel en fijne gitaarloopjes trippelend ‘If You Don’t Want Me’ toont BJ haar intrinsieke klasse als zangeres maar ook als componiste met een nummer waarvoor de grote souldiva’s wellicht hun neus niet ophalen. ‘Past Life’ een tedere ballade vol weemoed en spijt gaat ‘Southern Pearl’ vooraf, de lokroep van de Mississippi in een sierlijke sirenezang verwerkt, het charmant overslaand timbre herinnert enigszins aan de verrichtingen van Maria Muldaur. Een fiddle drijft het koortsig aanzwellende ‘Worry aan in het bluesy ‘Working After Midnight’ gaat het tempo even opwaarts met jankend gitaarwerk en snedige vocale uithalen. het eerder vermelde ‘Rockabilly Legend’ verzeilen we van een broeierige afgeladen juke joint bij een vrouw die in ‘Fall Up That Hill’ haar troosteloze eenzaamheid ergens in een bar in de vroege oortjes uitschreeuwt. Een fraaie akoestische afsluiter van een gepassioneerd, persoonlijk werkstuk van een getalenteerde dame die uw aandacht verdient. Cis Van Looy (3½) Team For Action I T4A1426 l PIAS l Beverly Jo Scott
Alhoewel Ben Poole eerder wordt omschreven als een geweldige bluesrocker, houdt hij het hier in de Londense Royal Albert Hall bij moderne en ingetogen songs. De live sessie werd opgenomen door de BBC op 31 oktober 2013 en uitgezonden op ’The Paul Jones Show’ op de vooravond van Allerheiligen vorig jaar. Na een korte intro doet Poole zijn intrede met het lekker funky bekkende ‘Let’s Go Upstairs’. Ik kan mij hier dan ook levendig inbeelden dat heel wat vrouwelijke fans hier maar al te graag zouden willen op ingaan. Of dat lukt is nog mar de vraag. Ben laat meteen ook horen uit het juiste hout is zijn gesneden, en strooit gretig met uitermate knappe gitaarriffs. In Londen stonden Craig Bacon (drums), Mat Beable (bas), Sam Mason (Keys en backing vocals) en achtergrond zangeres Amy Eftekhari mee op het podium. Na deze titeltrack, uit zijn eerste full-lenght album, gaat het naar de ballade ‘Love Nobody No More’. Al vinden wij dit toch wel een straffe woordspelling voor een jonge kerel als Ben. De gitaarriffs in (I Know) ‘I’m Losing You’ worden zorgvuldig ingevuld door de andere instrumentaties. In de Otis Redding klassieker ‘Mr. Pitful’ wordt het pas echt duidelijk over welk ongelooflijk stemgeluid Poole wel beschikt. En dat doet hij nog eens vetjes over in ‘It Doesn’t Have To Be That Way’, een nummer van Freddie King trouwens. Na het trage ‘Leave It On’ en het piano ingekleurde bluesy ‘Have You Ever Loved A Woman’ hebben we nog extraatje met de bonus studiotrack ‘Starting All Over Again’. Zowaar een voorproefje voor zijn nieuwe album. De carrière van Ben Poole zit overduidelijk in de lift en zijn dynamische gitaar vibrato zijn onberispelijk en loepzuiver. Van een aanstormend talent gesproken. Ivan Van Belleghem (5) The career of Ben Poole is obviously on the rise. His dynamic guitar vibrato is impeccable and flawless. What a talent ! Manhaton Records I Hatman 2035 I Ben Poole
Als bandleider en componist heeft Pierre Lacocque nooit getwijfeld aan zijn eigen muzikale visie. Hij richtte de band op in 1991 in het Cafe Lura in Chicago en zijn mantra was meteen duidelijk. De band heeft nog steeds dat bluesy ensemble geluid al varieerde de bezetting uiteraard na al die vruchtbare jaren. De sounds klinkt onvoorwaardelijk traditioneel en is nog steeds doordrenkt met stevige Chicago blues. Het album is 16 tracks rijk en opent op schitterende wijze met het Elmore James beïnvloede ‘Sweet Poison’. Inetta Visor stem is onbreekbaar, net zoals Giles Corey’s gitaarriffs. Pierre Lacocque hotsmoking harptunes zijn een verlengde van Neal O’Hara pianotonen, Brian Quinn baslijnen en Kenny Smith drumslagen. De songs ‘Alley Cat Boogie’ is een vette boogiewoogie track op de drijvende piano van O’Hara en drummer Andrew Thomas. Visor timbre wordt hier verder ondersteund door Mae Koen, Diane Madison en Nanette Frank op backing vocals. Het nummer ‘Come To Mama’ heeft een overduidelijk New Orleans invloed, vooral de percussie van Ruben Alvarez zorgen samen met Lacocques harpfraseringen en Sax Gordon saxtunes voor spannende muzikale hoogtepunten. Tijd voor een pakkende ballade en ‘I Don’t Know’. Lacocque’ harpstijl is onberispelijk, terwijl Corey het gezellig houdt met zijn gitaarriffs. In ‘Yeah Now Baby’ wordt een versnelling hoger geschakeld. Michael Dotson mag de vocale partijen voor zijn rekening nemen, terwijl Andrew Thomas met zijn drumsticks het strakke ritme aangeeft. Met het funky ‘Birthday Song’ keert de band onverwijld terug naar New Orleans. De percussie is samen met de blazerssectie en Carl Weatersby gitaarsolo’s de drijvende kracht voor het nummer. De track ’Nowhere To Go’ heeft dan weer die warme en aangrijpende Chicago blues arrangementen. De titeltrack is een swingend geheel waar O’Hara met zijn keyboard hoogtij viert. In de swingende shufle ‘Swingy Dingy Baby’ mag Dotson nog eens zijn stem verheffen. Lacocque dweept met zijn harp net zoals in het Delta begeesterde ‘Too Sad To Wipe My Tears’. Visor’s stem leent zich ook uitstekend voor deze bluesstijl. De opvallende percussie van Ruben Alvares is opnieuw een duidende factor voor de swingende Latin groove van ‘Recession Blues’. Maar Dotson staat opnieuw achter de microfoon in het zwoele ‘Evaporated Blues’. De Hank Williams klassieker ‘Your Cheating Heart’ krijgt een instrumentale bewerking met Pierre Lacocque in de hoofdrol. Zijn splijtende harptunes worden sterk ingewilligd door de knappe blazerarrangementen. En Sax Gordon is nog niet van het toneel verdwenen want zijn saxofoon schittert ook in de funky grooves van ‘A Part Of Something Special’. Kenny Smith kan ons dan weer overtuigd met zijn stem in de slowblues ‘What Cha Say?’. Als afsluiter komt de Chicago boogie ritmiek nog eens bovendrijven. Pierre Lacocque en Giles Corey nemen om beurt de solo’s voor hun rekening. ‘Warning Shot’ is opnieuw een meesterwerk van de Chicago gebaseerde band MississipPi Heat. Philip Verhaege (5) 'Warning Shot' is another masterpiece from the Chicago-based band Mississippi Heat. Delmark Records I Delmark 839 I Frank Roszak Radio Promotions I Mississippi Heat
Een eerste blik op het kleurige hoesje van de cd tussen een nieuwe lading van Hemifran het promotiekanaal van Peter Holmstedt deed al een belletje rinkelen vooraleer ik de titel van de uitvoerder gelezen had. Het betreft hier Achilles Wheel waarvan ‘Thirtheen Hours’, een registratie van dertien songs die in hetzelfde tijdsbestek ingeblikt werden in het Nevada Theater. Ook nu vonden de opnamesessies plaats in thuishaven Californië en weerom levert Paul Kahm, die samen met Johnny ‘Mojo’ Flores de gitaartandem vormt, het merendeel van de composities aan en is er geen gebrek aan variatie . Ijl snarenwerk, waarbij gebruik van het wah-wah pedaaltje geenszins geschuwd wordt lardeert de opener ‘The Truth Is What You Know’, inderdaad een understatement waar je niet omheen kan. In het latingetinte ‘From The Fire’ is de dubbele drumkit mooi meegenomen en met het zwoele timbre van een glashelder gitaartje verzeil je voor je het weet in het vaarwater van Santana, Achilles Wheel pakt het beduidend relaxter aan. De wat luie stijl is overigens typerend, ook niet onaangenaam zijn de krinkelende afro gitaartjes in ‘Nobody Drinks If The Bottle Is Dry’, weerom een onmiskenbare evidentie. Maar evenals ‘ Let’s Stay Together’ dat (helaas)niets te maken heeft met de gelijknamige Al Green slijper) klinkt het allemaal net iets te braafjes. In enkele nummers van de hand van Flores zoals’ Heal My Soul’ en ‘Everybody Gets The Blues Sometime’ gaat het inderdaad richting blues uit maar iets te voorzichting. Wel veelbelovend klinkt de titelsong een instrumentale gitaarjam, ongetwijfeld geïnspireerd door The Allman Brothers, maar dat sleept, inclusief een geheel overbodige drumsolo, met ruim zeven veel te lang aan om te boeien. In tegenstelling tot de bekoorlijke, meerstemmige countrygetinte afsluiter ‘Hallelujah One More Time’. In zijn geheel beschouwd niet onverdienstelijk maar Achilles Wheel is wellicht bij voorkeur op een podium te consumeren. Cis Van Looy (3) Slowman is het alter ego waarachter Svänte Törngren zich manifesteert sinds hij bijna dertig jaar geleden uit het keurslijf van de muziekindustrie stapte om zijn eigen weg te gaan. De nieuwe technologie maakt het ondertussen voor muzikanten gemakkelijker om hun persoonlijke aspiraties concreet te maken en daar profiteert deze Zweedse gitarist en singersongwriter ten volle van. Slowman, vooral bekend van hard rockend bluesy werk, is ondertussen aan zijn derde langspeler toe en ‘Happy Boy’ is alvast een verrassend en smaakvol voorproefje. “I’m still searchin” zingt Slowman in ‘Happy Boy’. De elektrische piano van Matts Lundström en treurige cello van Ana Dager creëren de juiste sfeer voor deze eenvoudige, melodieuze ballade met hartverscheurend gitaarwerk. Benieuwd of de rest van de binnenkort te verschijnen langspeler even sterk is als de vooruit geschoven titelsong. Cis Van Looy (3½) Het moet eind jaren tachtig op het podium van het Belgium Rhythm ‘n Blues Festival in Peer geweest zijn .We keken uit naar Little Charlie & The Nightcats maar het waren bovenal de destijds nog onbekende Paladins die tussen Rory Block en Dana Gillespie in voor de revelatie van de dag zorgden. Het trio uit San Diego serveerde een dampende set rudimentaire rockabilly in een uiterst dynamische, overrompelde set waarbij naast frontman Dave Gonzalez de flamboyante Thomas Yearsley zich niet onbetuigd liet met acrobatieën op zijn grote baskast. Nadien keerden The Paladins nog talloze keren terug naar Europa waarbij ondertussen een trouwe aanhang werd opgebouwd. In 2004 werd de band even op non-actief gezet, Gonzalez engageerde zich in boeiende zijprojecten zoals The Hacienda Brothers, een voortreffelijk countrysoul combo waarin hij de betreurde Chris Gaffney flankeerde, recenter was er een tournee met de evenmin te versmaden Stone River Boys, een reunie bleef al de tijd in de lucht hangen. Drie jaar geleden was het zover en speelden The Paladins een eerste concert sinds zes jaar. Afgelopen zomer figureerden ze voor de derde keer op het Peerse podium, het werd een ware triomftocht. In afwachting van nieuw werk is er nu een overzicht dat teruggaat tot de beginjaren. Zo wordt er sterk afgetrapt met ‘Double Datin’, een rudimentaire rockabillytune die in 1982 op een verzamelaar prijkte die het puik van de plaatselijke scéne uit LA herbergde met naast meer obscuur gebleven namen muziekjes van James Intveld, Red Devils, Dave Alvin en Los Lobos. Figuren waarmee Gonzalez wel eens mee samenwerkte. Van het door Steve Berlin en T-Bird Kim Wilson geproduceerde, titelloze debuut treffen we naast het van Clarence Gatemouth Brown geleende ‘Daddy Yar’, ‘Honky Tonk All Night’ en ‘Hold On’, typische Gonzalez tracks. ‘Follow You Heart’ een vlijmscherpe blues met ritmische snarenescapades en de titelsong ‘Let’s Buzz’, Johnny Juke Logans adaptatie van ‘The Walk’, stammen uit de Alligatorperiode, waarbij Scott Campbell de drumsticks aan Brian Fahey doorgaf, terwijl in de jaren negentig Jeff Donavan achter de drumkit opduikt. Helaas niets terug te vinden uit ‘Years Since Yesterday, de voortreffelijke voorganger die eveneens bij het blueslabel uit Chicago onderdak vond, dat wordt wellicht iets voor een tweede volume. ‘Look What You Doin’, jumpende jazzabilly, is de eerste van enkele door Yearsley gezongen nummer. Na ’15 Days’ volgen er nog enkele tracks waarin de bassist op het vocale voorplan komt zoals het atypische Beatlenesk ‘Ticket Home’, het met door Hendrix en SRV geïnspireerde wah-wah gitaarepos ‘Elvis Sister’ en de rudimentaire billy van ‘Irene’. Uit ‘El Matador’, tot dusver laatste studiowerkstuk van The Paladins, krijgen we een genereuze graai met ‘Looking For A Girl Like You’ en het twangende ‘Don’t Come Calling’, we blijven vooral onder de indruk van strakke instrumentale stuff zoals ‘Soulfarm’, onmiskenbaar gemodelleerd op de escapades van Steve Cropper ten tijde van Booker T. & The MG’s. Overigens gaat het met ‘Should Of Been Dreamin’ en ‘Wicked’, de twee nieuwe kantjes van de vinylsingle, geheel analoog tot stand gekomen in 2013 en gedomineerd door fijn orgelspel een identieke soulrichting uit. Alleen al die twee recente tracks verantwoorden de aanschaf van deze 18 tracks tellende verzamellaar. Cis Van Looy (4) Lux Records l LUX03 l Sonic RendezVous l Klanderman Promotion I The Paladins
Deze troubadour die het levenslicht in Bismarck in Noordelijk Dakota ziet, leerde het vak bij The Rogues een countryfolkcombo dat hij met enkele jeugdvrienden vormt. In 1991 verruilt hij het studentenbestaan voor een leven on the road, al liftend en op goederenwagons zwerft hij door het land met zijn gitaar en harmonica als reisgezel. Een inspirerende periode voor zijn latere oeuvre. In Eugene, Oregon speelt hij enkele jaren met de ondertussen herenigde Rogues. In de tweede helft van de jaren negentig verhuist hij naar Austin waar hij als als visser, bordenwasser, kok, bomenplanter en brouwer aan de kost komt. Keaveny probeert het een tijdje in zijn thuisland Europa als busker. In de herfst van 2009 brengt hij zijn vierde langspeler ‘Music Man’ uit en hij verhuist naar Terlingua. In dat plaatsje in het Westen van Texas vormt hij met zijn vrouw Anna Oakley een violiste, samen met Pablu Mundo richt ‘Rocky Top Alien Breeding Experiment’op een trio gespecialiseerd in traditionele Ierse muziek en andere oldtime stuff. In de Frogville Studio in Santa Fe komt het nieuwe werkstuk ‘Out Of Time ‘tot stand. Het gitaarspel van Keaveny wordt geflankeerd door voortreffelijke fingerpicking van Shand Walton terwijl producer en bassist Bill Palmer voor ritmische ondersteuning zorgt in de opener ‘Eugene To Yuma,’ evenals ‘From The Black’ sprankelende folkstuff. Het hese stemtimbre van Keaveny herinnert enigszins aan John Prine en terwijl het parlando van ‘Anything Without You’ en vooral in de intro van ‘Ridin Boots’ dat met de accordeon van David Barclay Gomez en fiddlewerk van vrouwtje Anna naar een cajunstomper evolueert. Melodieuze akoestische fingerpicking en accordeon en fiddle creëren in ‘Out Of Sight’ een onvervalste Westernsfeer die eveneens opduikt in de galopperende titelsong ‘Out Of Time’ met een verzengende elektrische solo van Keaveny en trompetjes op de achtergrond. Na een countrynesk en bluesy intermezzo verzeilen we in het San Antonio van de betreurde Doug Sahm met het op authentieke Tex Mex leest geschoeide ‘Parking Meter’. Ter afsluiting breidt Keaveny er nog en extra rondje aan met enkele saloonstampers die in het hilarische en tegelijk treurige ‘The Yipee- I- Ay Song’ uitmonden. Typische Texaanse melange maar wel van de betere soort. Cis van Looy (4) Eigen Beheer l JK05 l G Promo PR l Jim Keaveny
J.J. Barrie is het pseudoniem van Barry Authors, een Canadees, die geboren werd in Oshawa, Ontario, zo’n 60 kilometer ten oosten van Toronto. Samen met Howard Swinson toerde hij jarenlang rond om de mensen aan het lachen te brengen. Maar in het begin van de jaren 70 begon Barry aan een tweede carrière, als manager voor o.a. Norman Wisdom, Roger Cook en de groep Blue Mink. Ook richtte hij zijn eigen label, Power Exchange op. Enkele jaren later begon hij zelf songs te schrijven, en omdat er studiotijd over was, zong hij de song zelf in. Meteen was er vraag naar en de artiestennaam J.J. Barrie was geboren. Hij is uiteraard best gekend voor zijn nummer 1 song ‘No Charge’ uit 1976, en dat bleek een track te zijn van de countryzanger Harlan Howard uit 1974. Die song gaat over het moederschap en goodwill voor profijt te stellen. ‘No Charge’ spendeerde 11 weken in de charts, en geraakte tot nummer 1. J.J. Barrie schreef zo’n 6 albums bij elkaar, maar daar liet hij het niet bij, want hij begon weer aan een andere carrière, namelijk die van scenarist in de filmbusiness, en dat in de UK. Tegenwoordig woont hij terug in Canada. De heruitgave van dit album bevat tracks die door hemzelf gekozen werden.
Patrick Van de Wiele (3½) Vergis u niet, dit is geen project van Bpost. Deze Belgische band bestaat uit Koen De Graeve (zang, gitaar, ukelele), Jonas Van den Bossche (zang,gitaar, synthesizer), Stoffel Verlackt (zang, gitaar, percussie), Antoon Offeciers (zang, keyboards, axsynth), Chris Cleiren (zang, bas), Bert Huysentruyt (zang, drums), Sam Vloemans (trompet), Benjamin Boutreur (sax), Stefan Blancke (trombone), Ariane Van Vliet (zang), Charlotte Vandermeersch (zang) en Marlies De Munck (zang). Koen De Graeve kent u allicht als acteur in diverse films en tv-reeksen. Na een lange voorbereiding is eindelijk het debuut van zijn band uitgebracht, met allemaal originele tracks. De single ‘Popmuziek’ was al vanaf einde mei verkrijgbaar. ‘We doen het langzaam’ is een funky opener, maar ‘Ontario Baby’ is rustiger. Daarna volgt ‘Er is alleen dit’ met een refrein dat je gemakkelijk meezingt. Dan is ‘Popmuziek’ aan de beurt, op een dansbare beat. “Jij bent een lekker wijf, jij hebt een lijf, ik weet met mezelf geen blijf” is de zin die blijft hangen uit ‘Origineel’, een zwoel nummer. ‘Bukkie’ vind ik eerder zwak, maar ‘Twijfel met de besten mee’, de tweede single, is een vlot nummer. Daarna kabbelt ‘Wandel aan je zij’ rustig voorbij, gevolgd door de eerder eentonige dreun van ‘Valt er iets te zien’. ‘Jij was bij mij’ is een droevig nummer, maar ‘Slome Willy’ is ondanks de titel, tot up-tempo. Afsluiter ‘Oh Pijn’ valt me tegen. Een origineel debuut, dat is het wel, maar ik had liever meer sterke nummers gehad. Patrick Van de Wiele (4) PIAS Records Belgium I 5414939759321 I De Post
Danielle Woodrow liet even Hollywood achter om zich te bezinnen. In tegensteling tot haar uiterst succesvolle carrière in de film en TV- industrie van LA vond ze de evolutie van haar persoonlijke leven alles behalve bevredigend en het spook van de burn out lag gevaarlijk dicht op de loer. Tijdens een afspraakje met een muzikant tokkelt ze wat op zijn rondslingerde gitaar. Tot haar grote verrassing had ze het nog niet verleerd, nog dezelfde avond knutselt ze onder aanmoediging van haar datepartner de openingsakkoorden van ‘Pour One More’ ineen. Danielle besluit meteen er even tussenuit te muizen om orde op zaken te stellen in haar leven. De trip begint in Washington en leidt van Engeland via Israel naar Peru, tussendoor reist Woodrow langs de highways van Californië. Hoewel het niet de bedoeling is om een volledige langspeler op te nemen, komen tijdens die periode de overige songs van ‘Turning’ tot stand. Een niet onaanzienlijk deel van het songwerk, zoals de gedreven opener ‘Can’t Keep Leaving You’ en de titelsong ‘Turning’,nam Woodrow op in het studioschuurtje van een lokale muzikant in Washington, andere songs werden op verschillende locaties opgenomen. Er was een sessie in de living van Mike Simpson ( The Dust Brothers ) die resulteerde in ‘Locked’, ‘Wanna Go Back’ en het prachtige folkgetinte verhaal ‘Tommie & George’. In tegensteling tot de overige tracks die enkel op de ritmische picking van haar akoestische gitaar leunen, horen we in het aangrijpende ‘The Grip’ een sombere donkere cello. Die werd er achteraf aan toegevoegd door Jeffrey White. Op ‘Leap Of Faith’, een diep persoonlijk en schrijnend relaas dat op een speelgoedgitaartje ergens in het Amazonegebied werd gecomponeerd, voegde Zac Rae bijkomend akoestisch snarenwerk toe. Ook het overige werk komt recht uit het hart en met de pure, stripped down benadering komen Woodrows ontboezemingen nog beter uit de verf, luister maar eens naar ‘Broken Blue’, wellicht een hopeloze smeekbede maar wel met een fraai nummerals resultaat. De afsluiter ‘In Ruins’ onthult dat Danielle Woodrow, die ondertussen naar de jachtige TV-wereld terugkeerde, nog niet helemaal klaar is met haar persoonlijke beslommeringen. Hopelijk vormt de muziek niet alleen een artistieke uitlaatklep muziek maar ook een helende uitweg. Cis Van Looy (4) MNT Music l KG Music Press l Danielle Woodrow
Vanuit New York City komt we het epeetje van een debutant aanwaien. Het hoesje van de digipack toont een foto van een langharige jongeman met gitaarkoffer. Ben Rabb behoort tot de nieuwe generatie van singer songwriters die folkmuziek als basis gebruiken en met het verwerken van pop- en rockelementen een meer catchy resultaat verkrijgen ‘On The Fence’ is meteen een mooi voorbeeld, een autobiografisch verhaal dat terugvoert naar zijn jeugdjaren wordt naast de heldere fingerpicking van Rabbs akoestische gitaar ondersteund door strakke ritmische percussie. ‘New York’ over het leven in de altijd wakkere stad waarin hij vanuit het landelijke Middenwesten beland is, toetsen en cello creëren een vollere ietwat nerveuze sound. ‘Here Right No’ wordt Rabbs unieke warme frasering werk en gevoelige frasering door fraai elektrische snarenwerk geflankeerd. Het akoestische ‘Bill’ sluit nauw aan bij het folkgetint troubadourswerk van James Taylor, die samen met Joni Mitchell en Otis Redding bij het favoriete en inspirerende luistervoer van Rabb horen. “Take My Hand” smeekt de zanger in de mistroostige, gelijknamige afsluiter. Een smeekbede waaraan we moeilijk kunnen weerstaan. Het wordt na dit geïnspireerde voorproefje uitkijken naar de eerste volwaardige langspeler van Ben Rabb. Cis Van Looy (3½) Eigen Beheer l Michael J Media l CD Baby I Ben Rabb
De Slowaakse jazzgitarist Andreas Varady is slechts 17 jaar oud, want hij werd geboren op 24/7/1997 in een Hongaarse zigeunerfamilie. Op zijn 4de leerde zijn vader hem al gitaar spelen. In 2007 verhuisde de familie naar Ierland, waar Andreas in contract trad met drummer & producer David Lyttle. Die nam hem op in zijn band, en in 2010 produceerde hij zijn debuut ‘Questions’. Via YouTube werd hij opgemerkt door anderen, zelf door Quincy Jones. Op zijn 13de stond Andreas al op de planken van Ronnie Scott’s Jazzclub in Londen en speelde hij op diverse festivals. In 2012 werd hij uitgenodigd op het Montreux Jazz Festival, waar hij deel uitmaakte van Quincy Jones’ Global Gumbo, en die liet hem het jaar daarop tekenen bij zijn management. In oktober van vorig jaar tekende hij bij Verve Records, en nu is het eerste album voor dit label van dit wonderkind uitgebracht, in een productie van David Paich, Jay Oliver en Dirty Loops, onder het alziend oog van Quincy Jones. Andreas werd beïnvloed door het gitaarspel van Django Reinhardt, Wes Montgomery en George Benson. Hij brengt 12 tracks, waarvan er 9 covers zijn. Zo kan je luisteren naar een eigentijdse jazzversie van Steely Dan’s ‘Do It Again’, weliswaar in de stijl van Wes Montgomery, gevolgd door een up-tempo jazzy versie van The Beatles’ ‘Come Together’. Michael Jackson’s ‘Human Nature’ is trouw aan het origineel en mooi. Daarna volgt Justin Bieber’s ‘Baby’, met de Zweedse popband Dirty Loops, wat me tegenvalt. Mijn “all-time “favoriet nummer, ‘Secret Garden’ van Quincy Jones, covert hij samen met trompettist Roy Hargrove en zanger Kevin Ross, en ik ben best tevreden met het resultaat. Zijn originele up-tempo track ‘A Day in New York’ volgt, waarna ‘Don’t Stop the Music’ gezongen wordt Nikki Yanofsky. Django Rheinhardt’s ‘Nuages’ en verderop ‘Swing 42’ komen ook aan de beurt en Andreas levert goed werk af. Een vreemde keuze lijkt ‘California Dreamin’’ te zijn van The Mamas & the Papas, gevolgd door ‘Let the Good Times Roll’, een oud nummer van Louis Jordan, dat Quincy al vroeger bewerkte, en hier gezongen wordt door Gregory Porter. Swing ten top! ‘After Seven in Beijing’ is weer een origineel nummer, aan de zachte kant. Het staat vast dat Andreas talent heeft, alhoewel ik een vergelijking met George Benson wat vergezocht vindt. Hoe dan ook, op een leeftijd waar anderen naar de hitparade luisteren, gaat Andreas bewust zijn eigen weg, en ik denk dat we nog meer van hem zullen horen. Patrick Van de Wiele (4) Verve Records/The Verve Music Group I 0602537858682 I Universal Music Belgium I Andreas Varady
‘Open Mic At The Knick’ is niet zomaar de eerste de beste open mic. event. Het is eerder een eerbetoon aan alle grote bluesartiesten die ooit hebben gespeeld in het Knickerbocker Cafe in Westerly, Rhode Island. In samenwerking met Bob Christina werd een aardige line-up samengesteld. De sessie opent met de swingende jumpblues ‘You Upset Me Baby’. De warme gitaarriffs van Ricky King Russel leiden zo naar de vocale zangpartijen van Sugar Ray Norcia. Al Copley beroerd intens zijn toetsen, en die worden geruggensteund door de blazerssectie van Doc Chanonhouse (trompet), Bobby ‘Breeze’ Holfelden (trombone), Rich Lataille (tenor en altsax) en Dennis Cook met zijn bariton saxofoon. De volgend stomende song is ‘Turn On Your Love Right’ met vocalist Mike Milligan op het podium. The Blues Brothers zijn nooit ver weg in deze opwindende arrangementen. Zanger Willy Laws legt meteen ook zijn overtuigingskracht in het nummer ‘Mother-In-Law Blues’. Russel tovert alweer enkele knappe gitaarriffs uit zijn snaren, terwijl de blazerssectie een moderne touch aan het geheel toevoegt. Milligan is terug in het swingende ‘Love Disease’. Naast enkele knappe gitaarsolo’s staat Lataille saxtunes in de spotlights. Johnny Nicholas neemt de leiding over in het klassieke ‘Jelly Jelly’. Al Copley is alweer een bepalende factor met zijn rustige pianoloopjes. Lowell Fulson’s ‘Reconsider Baby’ wordt naast de warme stem van Johnny Nicholas verder ingekleurd door Russell ingetogen gitaarsolo’s. In de boogiewoogie track ‘It’s Later Than You Think’ gaat Copley helemaal loos, terwijl Norcia zijn stembanden nog eens mag opwarmen. Ook Curtis Salgado mocht in deze open mic. niet ontbreken. Curtis heeft de eer om zijn stem te lenen aan ‘Ain’t That Lovin’ You’. De blazerssectie opent alle perspectieven en staat constant in de spotlights. In de song ‘Five Long Years’ staan Copley en Russell’s gitaarriffs zij aan zij. Will Laws voorziet het nummer dan weer van zijn zanderig stemgeluid. In ‘Somebody’s Got To Go’ laat Russell merken waarom hij op het podium prijkt met zijn gitaar. Lataille speelt rijkelijk saxtunes terwijl J.P. Sheerar de song voorziet van zijn stemtimbre. In ‘I’m Tore Down’ komt onze vriend Brian Templeton ons vocaal nog eens overtuigen. Al was dat niet echt meer nodig, Brian’s vocale bewijskracht, destijds met zijn band The Radio Kings, staat nog steeds fris in ons geheugen geprint. Johnny Nicholas neemt nog eens het roer in handen in de ballade ‘Aloung About Midnight’. Mike O’Connell voorziet Don Nix’s classic ‘Going Down’ van enige hartstocht. Russell gaat helemaal overstag met enkele uitstekende gitaarsolo’s, Bob Worthington drijft zijn baslijnen tot het uiterste en pianist DaveMaxwell is de ideale begeleider. Het album ‘Open Mic At The Nick’ is een album die in ieder rechtgeaarde bluesliefhebber zijn collectie niet mag ontbreken. Philip Verhaege (5) The album 'Open Mic At The Nick' is an album that should not be missing in your collection. De Britse soul singer-songwriter Myles Sanko bracht in 2013 zijn debuut EP ‘Born in Black & White’ uit. Deze EP werd door critici en fans goed onthaald, en Myles had de 7 originele tracks erop zelf geschreven. Men vergeleek hem met Bill Withers, Otis Redding, Al Green en James Brown, die hij allen tot zijn grote voorbeelden aanhaalde. Ondertussen toerde hij het voorbije jaar al in binnen- en buitenland, en nu is de opvolger uitgebracht, die via “crowdfunding” tot stand kwam. “I want my music to be a place to feel alive,” zei hij. Hierop presenteert hij ons 10 originele composities, plus een instrumentale versie van één track. Myles schreef ze samen met zijn partner Thierry Los. De titeltrack en opener dompelt je meteen onder in een up-tempo Motown sfeer, compleet met blazers, zoals het er 50 jaar geleden aan toe ging. Dan volgt de mid-tempo track ‘Light in My Hand’, ontspannen en zonder zorgen. ‘Shooting Star’ is weer een dansbaar nummer, iets ruwere soul. Daarentegen is ‘My Inspiration’ een mid-tempo nummer, weerom leuk en ontspannen. ‘So Much Indeed’ is een mooie ballade, gevolgd door het instrumentale ‘Lonely Dreamers’. ‘To My Surprise’ is niet mis, maar ‘Save My Soul’ is jazzy soul, en mijn tip als single. Swingen doet ‘Take A Look At Me Now’ zeker, waarna de ballade ‘Where We Need To Be’ aan John Legend doet denken. Afsluiter wordt de instrumentale versie van ‘To My Surprise’. Van deze man gaan we zeker nog meer horen, en het is echte soul. Patrick Van de Wiele (4) A nice album with a vintage soul feeling. Légère Recordings I Promo CD I Myles Sanko
Het album ‘Heart ‘O’ Chicago is inmiddels Mandevilles zesde cd en de tweede opeenvolgende release, na het goed ontvangen album ‘Clarksdale’, op haar eigen label Blue Kitty Music. Het was trouwens op aanraden van wijlen Willie ‘Big Eyes’ Smith dat het label het leven werd ingeroepen. Liz grossiert inmiddels ook in menige Blues Awards. Haar eerste vier albums waren op het label Earwig Music van Michael Frank. Liz werd gebeten door de blues toen ze in 1979 verhuisde van Wisconsin naar Chicago. Daar werkte ze ondermeer met Willie Kent en Maurice John Vaughan. In 1983 richtte ze haar eigen band op en waren Koko Taylor en Luther Allison onverbiddelijk haar grootste voorbeelden. Dit nieuwe album is een hommage aan de stad waar ze haar hart heeft aan verpand. Liz krijgt fenomenale backing van Minoru Maruyama (gitaar), Darryl Wright (bas), Jeremiah Thomas (drums), Joan Gand (piano), Wade Baker (trompet), Eric Campbell (trombone) en Oz Landesberg op saxofoon. Uiteraard heeft ze ook enkele ‘special guest’ uitgenodigd en dat zijn voor de gelegenheid niemand minder dan Eddie Shaw (sax), Billy Branch (harp), Charlie Love (vocals) en Dizzy Bolinski op bluesharp. Dit project kwam tot stand toen Shirley Johnson haar vroeg om negen songs neer te pennen voor een nieuw album. Shirley vertelde heel wat anekdotes en Liz begon ijverig te schrijven. Shirley vroeg ook om deze tracks in te spelen op een demo, zodat haar eigen band deze kon inoefenen. Liz had de smaak te pakken en in een korte tijdspanne had ze niet minder dan 19 songs bij elkaar. Elf songs belanden nu op het album ‘Heart ‘O’ Chicago. Het album opent alvast in stijl met de swingende gitaarriffs van ‘Cloud Of Love’. De heavy baslijnen van ‘long time friend’ Darryl Wright in ‘These Blues’ en de loepzuivere gitaargrove zorgen zelfs voor een jazzy ondertoon. Het duet met Charlie Love in het swingende ‘Don’t Doubt My Love’ wordt nog eens fijntjes overgedaan in ‘Smart Women Foolish Choices’. Tijd om Billy Branch in de spotlight te zetten in ‘So Called Best Friend’ en in de swingende Chicago ritmes van ‘Party At The End Of Time’. En doet dit album alleszins. Het is inderdaad partytime. De overheerlijke ballade ‘Quit Me On A Voice Mail’ wordt de hemel ingeblazen door Eddie Shaws saxofoonarrangementen. Joan Gand smukt meerdere songs op met haar pianotunes, al staat ze samen met Minoru gitaarriffs wel centraal in de schijnwerpers op het ‘Silver Lining’ (Shirley’s Blues).In de moderne sound van ‘Why Would A Woman Sing The Blues’ geeft Liz een uiteenzetting op deze simplistische vraagstelling. Het afsluitende (Life Is Like A) ‘Wave’ heeft de traditionele Chiacago sound aangemeten. Dizzy Bolinski geeft het ritme een mokerslag en Liz begeesterd het nummer met uitermate opwindende gitaarriffs. Liz Mandeville is er alweer in geslaagd een prima album te registreren. Philip Verhaege (5) This CD is the kind of music Chicagoans have made since Liz have been paying attention to the Chicago Bluessound. Liz Mandeville has already succesful to register an excellent album ! Blue Kitty Music I BKM 002 I Frank Roszak Radio Promotion I Liz Mandeville
De uit Austin, Texas afkomstige singer-songwriter/gitarist Gary Clark Jr. rijpte langzaam onder de vleugels van de legendarische bluesclub Antones en Jimmy Vaughan. Vorig jaar maakte Gary nog moeiteloos brandhout van de Brussels AB en spreidde hij zijn gitaarriffs uit over de weide van Werchter. Pas 30-jaar geworden en nu al een van de meest geprezen bluesartiesten van zijn generatie. Gary heeft dan ook meer charisma in zijn botten dan een hele ploeg kakkers bij elkaar die enkele nutteloze gitaarriffs trachten te plegen in zo weinig mogelijk tijdspanne. Samen met gitarist Eric Zapata, Johnny Bradley (bas) en drummer Johnny Radelat bundelt hij moeiteloos zijn dynamische krachten in deze 15 songs die live werden geregistreerd tijdens zijn tour 2013/2014. Het is haast traditioneel maar Muddy Waters ‘Catfish Blues’ opent ook hier de gelederen, gevolgd door een knappe uitvoering van ‘Next Door Neighbor Blues’. De interactie is navenant en de onmiskenbare Chuck Berry riffs kenden een voortzetting in het knallende ‘Travis County’. High speed rock-’n-roll dus en Gary vond het tijd om wat stoom af te blazen met de specifieke ritmes van ‘When My Train Pulls In’. In het uptempo ‘Don’t Owe You A Thing’ speelt Gary, naast het strakke drumwerk, onverbiddelijk slidegitaar. Tijd voor het emotionele ‘Three O’ Clock Blues’ ooit bij elkaar gepend door B.B. King. Het soulgevoelige ‘Things Are Changin’ en het Delta geïnspireerde ‘Numb’ mochten het eerste deel, en dus ook cd 1, op een waardige manier afsluiten. The show must go on en in ‘Ain’t Missing Round’ neemt Zapata de eerste solo voor zijn rekening, Clark neemt gezwind over en het nummer barst uit in ware extase. Als Clark ook nog even zijn Epiphone omschouderd bezorgt de Albert Collins classic ‘If Money Was Trouble’ ons nog eens ‘goosebumps’. Tijd om Jimi Hendrix op een gepaste wijze te eren met ‘Third Stone From The Sun/If You Love Me Like You Say’. Gary zette dan ook nog feilloos zijn falset stem onder het hemelse ‘Please Come Home’. Uiteraard mocht ook de titeltrack van zijn ijzersterk debuutalbum ‘Blak and Blu’ op de setlist niet ontbreken. Een minzame Clark vervoegde de show met het onmetelijke ‘Bright Lights’. Na enkele uitgesponnen gitaarsolo’s serveerde Clark als afsluiter het intieme ‘When The Sun Goes Down‘ (In The Evening). De knappe coverbewerking van Leroy Carr is opgesmukt met akoestische gitaararrangementen en ingetogen bluesharp. Gary Clark Jr. heeft het in zich om een groot bluesperformer te worden. En dat bewijst hij op deze liveregistratie. Wie hem nog nooit live aan het werk zag kan zich troosten met deze dubbele live cd. Philip Verhaege (5) Track Listing: Disc 1 1. Catfish Blues 2. Next Door Neighbor Blues 3. Travis County 4. When My Train Pulls In 5. Don’t Owe You A Thing 6. Three O’ Clock Blues 7. Things Are Changing 8. Numb Disc 2: 1. Ain’t Messin’ Round 2. If Trouble Was Money 3. Third Stone From The Sun / If You Love Me Like You Say 4. Please Come Home 5. Blak and Blu 6. Bright Lights 7. When The Sun Comes Down. Warner Brothers Records I 9362-49335-4 I Warner Music I Gary Clark Jr.
|
Archives
December 2024
|