Duke Robillard: Roll With Me

DETAIL ALBUM

Tracks:

1. Blue Coat Man
2. Just Kiss Me
3. Are You Going My Way
4. I Know You Love Me
5. Boogie Uproar
6. Look What You Done
7. My Plea
8. You Got Money
9. Boogiewoogie Country Girl
10. Give Me Back My Money
11. Don’t You Want To Roll With Me

 
 
Website Artiest
Duke Robillard

​Blueslegende Michael John 'Duke' Robillard werd geboren op 4 oktober 1948 in Woonsocket, Rhode Island. Hij werd meermaals genomineerd voor een WC Handy Award en won diverse Awards als ‘Blues Guitarist Of The Year’ tijdens de Blues Music Awards. Duke vormde zijn eerste band op de universiteit en werd al vrij vroeg gefascineerd door blues, swing en jazz. In 1967 richtte hij de befaamde band Roomfull of Blues op. Na 12-jaar trouwe dienst verliet hij de formatie en speelde met Robert Gordon, de onbetwistbare Rockabilly King. Robillard registreerde ook twee albums met de Legendary Blues Band. In 1990 verving hij samen met Kid Bangham, Jimmy Vaughan bij The Fabulous Thunderbirds. Naast heel wat eigen en differente projecten is Duke ook te horen op albums van Jimmy Witherspoon, Jay McShann, Billy Boy Arnold, Ruth Brown, Johnny Adams, John Hammond, Pinetop Perkins, Ronnie Earl en vele anderen. Hij werkte ook mee aan het album ‘Time Out Of Mind’ van Bob Dylan. Robillard is ook een uitstekend producer en heeft zijn eigen 24-sporen homestudio. Hij is dus een bezige bij met talloze creatieve projecten, en heeft er na al die jaren een vrij uniek attitude aan over gehouden. Op de langspeler ‘Roll With Me’ brengt Robillard een vlammend eerbetoon aan de onsterfelijke Texaasne blueslegende Clarence “Gatemouth’ Brown met diens songs ‘You Got Money’ en de instrumentale ‘Boogie Uproar’. Hij eert de legendarische Big Joe Turner met de piano geaccordeerde cover ‘Boogie Woogie Country Girl’ én New Orleans’ Fats Domino op het rumba-rockende ‘Are You Going My Way’. Er is ook die Chicago bluesklassieker uit het respectievelijke rijkelijke songbook van Muddy Waters met ‘Look What You Done’, met harpvirtuoos Sugar Ray Norcia én ‘Built For Comfort’, gecrediteerd aan Willie Dixon. Duke’s zang sluit nauw aan op die innemende kracht van zijn messcherpe gitaarriffs. Speciale gast Chris Cote neemt de microfoon over voor ‘Look What You’ve Don’ en ‘You Got Money’. Het elegant ‘Give Me Back My Money’ is een zeldzame ballade. Voor al deze songs had Juke, naast enkele speciale gasten, met pianist Matt McCabe, bassist Marty Ballou en drummer Mark Teixeira de ideale ritmesectie ingehuurd. Albumopener ‘Blue Coat Man’, origineel van Eddie Boyd, is een swingend chapiter met de hoornsectie met saxofonisten Doug James en Rich Lataille én die opwindende pianoarrangementen in een hoofdrol. Het originele ‘Just Kiss Me Baby’ is een croonersong die enkel Duke Robillard kan interpreteren.
 
Philip Verhaege

Finally, after two decades and dozens of recordings, we got to the place where it was time for my final Stony Plain record.  All this time, I knew we had to get back to the album we had started back in 2005. I knew those tracks were really strong, but until I listened to them again, I didn’t realize just how strong they really were.” On  Roll With Me, Robillard pays blazing tribute to Texas immortal Clarence “Gatemouth” Brown on “You Got Money” and the instrumental “Boogie Uproar;” legendary blues shouter Big Joe Turner on a piano-driven “Boogie Woogie Country Girl” and New Orleans kingpin Fats Domino on the rumba-rocking “Are You Going My Way.” There’s also a trio of Chicago blues classics from the respective songbooks of Muddy Waters, Howlin’ Wolf and Eddie Boyd. Duke’s vocals connect with the same power as his razor-sharp guitar (Chris Cote takes over at the mic for “Look What You’ve Done” and “You Got Money”). Duke invited some heavy hitters to back him up. Pianist Matt McCabe is on all but two tracks (those feature Bruce Bears), while bassist Marty Ballou and drummer Mark Teixeira keep the rhythm section cooking. Doug James and Rich Lataille are among the muscular saxophonists; Sugar Ray Norcia guests on harp for “Look What You’ve Done.” Duke cools the tempo down to lights-out level for an elegant “Give Me Back My Money,” but the title track sums the mood up: this album hurtles forward like a hard-charging midnight express.