CD REVIEW BLOG |
The Dillards vormden destijds de speerpunt van de progressieve bluegrass en vervullen later een niet te onderschatten pioniersrol in de evolutie naar countryrock, samen met groepen als The Byrds en Flying Burrito Brothers die geadopteerde countrygenres bij een breder publiek introduceerden Langspelers als ‘Wheatstraw Suite’ en ‘Copperfields’ vormen de aanloop naar de jaren zeventig. Banjoman Doug Dillard is er al een tijdje uitgestapt om met Gene Clark (Byrds) op een lichtjes fantastische muzikale expeditie te gaan als Dillard & Clark en later het solopad te volgen dat tot einde jaren tachtig reikt. Het in heruitgaven gespecialiseerde platenlabel Beat Goes On verzamelde het vroegste werk van The Dillards met Doug nog in de rangen op een dubbellaar . Bovendien worden de drie werkstukken van commentaar voorzien, met een uitgebreide biografie van John O’Regan gestoffeerd en aangevuld met de originele liner notes van Mitch Jayne, John Stewart en Ralph Rinzler. In 1960 start in Salem, Missouri het verhaal van The Dillards, de broertjes Rodney (gitaar,dobro)en banjospeler Doug Dillard waren voordien actief in de plaatselijke traditionele bluegrass-scène en figureerden in plaatselijke radioshows met combo’s als Hawton Brothers, Lewis Brothers en The Dixie Ramblers. In ’62 besluiten ze samen met bassist en zanger Mitch Jayne en mandolinespeler Dean Webb hun geluk in Los Angeles te zoeken. Het kwartet tekent bij Elektra en verovert een plaatsje in de TV show van Andy Griffith waar The Dillards als hillbilly familie figureert en de Dillard broertjes engageren zich in die periode samen met Jayne in ‘The Folkswingers’, een muzikaal zijproject met Glen Campbell op 12-snarige gitaar en dobropicker Tut Taylor. Het debuut ‘Back Porch Bluegrass’ leunt nog helemaal op de traditie, al dan niet zelf gecomponeerd instrumentaal werk van Doug flitst voorbij. Fraaie duels tussen zijn banjo en de mandoline van Webb met als afsluiter het ‘Dueling Banjo’ een op ‘Feudin Banjo’ gebaseerde instrumental waarbij componist Arthur Smith oorspronkelijk door picker Don Reno geflankeerd wordt. The Dillards maken er destijds furore in het folkcircuit mee na opvoering in de TV show van Andy Griffith en bijna tien jaar later duikt de song op in ’Deliverance’ in de obertussen alom bekende versie van Eric Weisberg en Steve Mandel. Die staaltjes sublieme fingerpicking worden afgewisseld met vocale passages met bassist Mitch Jayne op de voorgrond, uiteraard vooral adaptaties uit de bluegrasserfenis naast een enkele door Rodney en Jayne gecomponerde song zoals ‘Dooley’, een op een negro spiritual gebaseerd verhaal met een farmer uit het Ozark gebergte in de hoofdrol.’ Old Home Place’ verhaalt de verknochtheid van de bewoner van de bergstreken ver van de steden in een authentiek bluegrassjasje. Dat James Stewart, van het legendarische folkcombo The Kingston Trio zich in 1964 niet te beroerd voelt om de opvolger van de gebruikelijke liner notes te voorzien zegt veel over The Dillards. De groep is ondertussen de huiselijke backporch ontgroeid en kan op appreciatie van de destijds florerende folkscène rekenen, zoals blijkt op deze in The Mecca, een club in Los Angeles, opgenomen langspeler. Met traditionals als ‘Black-Eyed Susie’, Old Blue’ en het door Rodney gezongen ‘Pretty Polly’ en uitvoerige bindteksten, doorspekt met een behoorlijke dosis zelfrelativering, wordt de reactie van een nagenoeg uitsluitend met folkliefhebbers gevulde zaal afgetast. Terloops worden enkele nieuwe nummers van de groep geserveerd zoals het door een humoristische voorwoord ingeleide ‘Never See My Home Again’, een verhaal over thuishaven Salem en ‘There Is A Time’ is eveneens niet van nostalgie gespeend. Een fingerpicking demonstratie ontbreekt evenmin en voor de gelegenheid wordt zelfs een vroege song van Dylan, het in ‘62 voor Broadside Magazine opgediept, ’Walkin’ Down The Line’, een uiterst geslaagde poging om folk een bluegrassjasje aan te meten. Bovendien verricht producer Jim Dickson goed werk met een voor die tijd opmerkelijk ruimtelijk klinkende stereoopname van een concert op lucatie. ‘!!!Live!!! Almost!!!’ laat vijftig jaar na datum nog een sterke indruk na. Op de tweede cd vinden we het uit ’65 daterende ‘Pickin’And Fiddlin’. The Dillards keren samen met fiddle virtuoos Byron Berline helemaal terug naar de roots met een uitsluitend met traditionals samengestelde langspeler. Het lijkt eerder op een demonstratie bedoeld als introductie in de wereld van de countryfiddle en vormt een auditieve cursus voor aspirant muzikanten van het genre. Het zou het laatste werkstuk van The Dillards worden met Doug aan boord. De meer radicale breuk met de traditie en bluegrass die Rodney voorstelt gaat te ver voor Doug. De broertjes werken in ‘67 nog samen aan de soundtrack van ‘Bonnie & Clyde’ vooraleer Doug besluit om op te stappen. Zo wordt het eerste hoofdstuk van deze invloedrijke groep afgesloten . Cis Van Looy (4) In the early sixties Dillard brothers Doug and Rodney moved the bluegrass music from the back porch of their home in Salem, Missouri to the folk-scene of L.A. The Dillards were one of the first to bring this music outside the traditional Southern context with the use of amplified electric instruments. On this release you find the first steps from a group who still stood between tradition and innovation. This evolution leads at the end of the sixties to the birth of country-rock with bands like The Byrds and The Flying Burrito Brothers. Beat Goes On l Proper Music Distribution l BGOCD1167 l The Dillards
0 Reacties
Laat een antwoord achter. |
Archives
Februari 2019
|