Booker T. Jones • 21 januari 2015 • Het Depot Leuven
‘The Heart Of Rock and Soul’ is de titel van het wonderlijk werkje, ooit geschreven door rockjournalist Dave Marsh, waarin hij een opsomming maakt van wat hij zelf noemt, ‘The 1001 greatest singles ever made’. Elk van de vermelde singles worden daarin van een prachtig verhaal voorzien. Allemaal, behalve één, ‘Green Onions’ van Booker T. and The MG’s. Marsh heeft aan één zin voldoende om te omschrijven wat hij van ‘Green Onions’ vindt. Met ‘What happens when the best backup band in the universe decides it’s time to get noticed’ weet hij de genialiteit van zowel ‘Green Onions’ als Booker T. and The MG’s perfect te vatten. En net zo simpel als die zin is ook de muziek van Booker T. and The MG’s. Let wel, simpel niet in de betekenis van gemakkelijk maar wel in de betekenis van ongecompliceerd. Dit alles werd nog eens uitvoerig bewezen afgelopen woensdag in een fors gevulde Het Depot in Leuven.
Booker T. liet zich daar begeleiden door een stel uitmuntende muzikanten die, hoewel geen van hen ons de originele MG’s (Steve Cropper, Donald ‘Duck’ Dunn en de fantastische Al Jackson Jr.) kon doen vergeten, toch de nodige indruk maakten. Op de opener ‘Pigmy’ bijvoorbeeld, een song die volgens Booker T. uiterst zelden op de setlist prijkt. Meteen wisten we waar we ons aan konden verwachten. In een warme Hammond B-3 ondergedompelde instrumentals die geplukt werden uit het complete oeuvre van de MG’s. Klassiekers zoals ‘Hang ‘Em High’ (ooit geschreven voor de soundtrack van de gelijknamige western en voorzien van een lange gitaarsolo), ‘Born Under a Bad Sign’ (geschreven door Booker T. en William Bell, door Albert King de legende ingespeeld en door het wansmakelijke Cream ooit vakkundig naar de verdoemenis geholpen), ‘Melting Pot’ (ondanks een ietwat vervelende jazzy gitaarsolo en ondanks de verwoede pogingen van de drummer om in de sporen te treden van drumwonder Al Jackson Jr., toch het hoogtepunt van de avond, ‘Funk with a capital F’ zou ik het durven noemen), ‘Green Onions’ (een song die, meer dan 50 jaar na zijn verschijnen, nog altijd even sprankelend klinkt als in 1962, toen Booker T. pas 17 was), ‘Hip Hug-Her’ (was groots, zondermeer) en ‘Soul Limbo’ (een song waarbij iedereen zich meteen in de Caraïben waande, was niet moeilijk overigens in de ondertussen bloedhete zaal).
Tot zover het eerste luik van het concert. Het tweede luik bestond uit songs, covers allemaal, waarin Booker T. zijn orgel links liet liggen en zowaar de gitaar ter hand nam. Op ‘Hey Joe’ bijvoorbeeld (waarin hij ons tijdens de intro vertelde over hoe hij Jimi Hendrix leerde kennen toen die nog deel uitmaakte van The Isley Brothers en later opnieuw ontmoette toen ze beiden de affiche deelden op het legendarische Monterey-festival), of op het verrassende ‘Purple Rain’ (van de kleine purperen natuurlijk), of op ‘Love The One You’re With’ (de hit van Stephen Stills waarop Booker T. destijds meespeelde), of op ‘Take Me To The River’ (van Al Green en geschreven door Al Jackson Jr.), of op de authentieke bluesklassieker ‘Mannish Boy’ (een schitterende, stampende versie overigens) of op de onverwachtte afsluiter ‘I’ve Been Loving You Too Long’ (Booker T. is geen Otis Redding maar wie wel eigenlijk?). Net daarvoor hadden we nog mogen genieten van het tweede hoogtepunt van de avond, het ronduit magistrale ‘Time Is Tight’ (niet de single-versie maar wel de ultralange versie zoals die op hun klassieke lp ‘Melting Pot’ prijkt).
Conclusie: Ben ik blij dat ik de leider van ‘the best backup band in the universe’ in levende lijve heb mogen meemaken.
Report: Gust Van De Wouwer – Photo’s: Freddy Vandervelpen ©
‘The Heart Of Rock and Soul’ is de titel van het wonderlijk werkje, ooit geschreven door rockjournalist Dave Marsh, waarin hij een opsomming maakt van wat hij zelf noemt, ‘The 1001 greatest singles ever made’. Elk van de vermelde singles worden daarin van een prachtig verhaal voorzien. Allemaal, behalve één, ‘Green Onions’ van Booker T. and The MG’s. Marsh heeft aan één zin voldoende om te omschrijven wat hij van ‘Green Onions’ vindt. Met ‘What happens when the best backup band in the universe decides it’s time to get noticed’ weet hij de genialiteit van zowel ‘Green Onions’ als Booker T. and The MG’s perfect te vatten. En net zo simpel als die zin is ook de muziek van Booker T. and The MG’s. Let wel, simpel niet in de betekenis van gemakkelijk maar wel in de betekenis van ongecompliceerd. Dit alles werd nog eens uitvoerig bewezen afgelopen woensdag in een fors gevulde Het Depot in Leuven.
Booker T. liet zich daar begeleiden door een stel uitmuntende muzikanten die, hoewel geen van hen ons de originele MG’s (Steve Cropper, Donald ‘Duck’ Dunn en de fantastische Al Jackson Jr.) kon doen vergeten, toch de nodige indruk maakten. Op de opener ‘Pigmy’ bijvoorbeeld, een song die volgens Booker T. uiterst zelden op de setlist prijkt. Meteen wisten we waar we ons aan konden verwachten. In een warme Hammond B-3 ondergedompelde instrumentals die geplukt werden uit het complete oeuvre van de MG’s. Klassiekers zoals ‘Hang ‘Em High’ (ooit geschreven voor de soundtrack van de gelijknamige western en voorzien van een lange gitaarsolo), ‘Born Under a Bad Sign’ (geschreven door Booker T. en William Bell, door Albert King de legende ingespeeld en door het wansmakelijke Cream ooit vakkundig naar de verdoemenis geholpen), ‘Melting Pot’ (ondanks een ietwat vervelende jazzy gitaarsolo en ondanks de verwoede pogingen van de drummer om in de sporen te treden van drumwonder Al Jackson Jr., toch het hoogtepunt van de avond, ‘Funk with a capital F’ zou ik het durven noemen), ‘Green Onions’ (een song die, meer dan 50 jaar na zijn verschijnen, nog altijd even sprankelend klinkt als in 1962, toen Booker T. pas 17 was), ‘Hip Hug-Her’ (was groots, zondermeer) en ‘Soul Limbo’ (een song waarbij iedereen zich meteen in de Caraïben waande, was niet moeilijk overigens in de ondertussen bloedhete zaal).
Tot zover het eerste luik van het concert. Het tweede luik bestond uit songs, covers allemaal, waarin Booker T. zijn orgel links liet liggen en zowaar de gitaar ter hand nam. Op ‘Hey Joe’ bijvoorbeeld (waarin hij ons tijdens de intro vertelde over hoe hij Jimi Hendrix leerde kennen toen die nog deel uitmaakte van The Isley Brothers en later opnieuw ontmoette toen ze beiden de affiche deelden op het legendarische Monterey-festival), of op het verrassende ‘Purple Rain’ (van de kleine purperen natuurlijk), of op ‘Love The One You’re With’ (de hit van Stephen Stills waarop Booker T. destijds meespeelde), of op ‘Take Me To The River’ (van Al Green en geschreven door Al Jackson Jr.), of op de authentieke bluesklassieker ‘Mannish Boy’ (een schitterende, stampende versie overigens) of op de onverwachtte afsluiter ‘I’ve Been Loving You Too Long’ (Booker T. is geen Otis Redding maar wie wel eigenlijk?). Net daarvoor hadden we nog mogen genieten van het tweede hoogtepunt van de avond, het ronduit magistrale ‘Time Is Tight’ (niet de single-versie maar wel de ultralange versie zoals die op hun klassieke lp ‘Melting Pot’ prijkt).
Conclusie: Ben ik blij dat ik de leider van ‘the best backup band in the universe’ in levende lijve heb mogen meemaken.
Report: Gust Van De Wouwer – Photo’s: Freddy Vandervelpen ©
A WOODLAND HILLCREST PROMOTION PRODUCTION I KEYS AND CHORDS 2001 - 2025