cd reviews
Amber Asylum is toe aan zijn twintigste verjaardag. De band rond Kris Force (zang, viool en synthesizer) maakt er een dubbel verjaardagsfeestje van met een verzamelalbum ('Anthology 1995-2015) en met deze 'Sin Eater' waar het huidige kwartet – naast Kris hoor je hier verder Fern lee Alberts (bass), Sarah Rosalena Brady (viola) en Becky Hawk (drums, zang), aangevuld met als gaste Jackie Perez Gratz (cello) – acht nieuwe nummers brengt die je uiterst moeilijk in een vakje kan stoppen. Of hoe heet je een muzikaal brouwsel waar elementen uit de doom, uit de klassieke muziek, uit de gothic, uit de folk en zelfs avant garde samensmelten tot een geheel. 'Prelude' opent dit achtste album weemoedig maar ook mysterieus en heeft me zelfs een akelig gevoel. Het is een instrumentaal nummer geworden dat naadloos overgaat in 'Perfect Calm', nog zo'n weemoedige en beklijvende track waar bass, viola, viool en cello de hoofdrollen opeisen, naast de sombere zang. Met 'Beast Star' blijven ze op de ingeslagen weg verder borduren: intriest, langzaam en weemoedig. En daar helpen de bassklanken die het begin van 'TOT' inkleuren al niet veel bij. Heel sporadisch gaat het tempo een ietsje de hoogte in, maar dan ook maar een heel klein beetje, om dan terug te vallen op het langzame ritme met beklijvende, mysterieuze zang. Na een toch wel vlotter tempo op het einde van het vorige nummer, is dat er nu weer volledig uitgehaald voor 'Harvester', nog zo'n langzame track waar weemoed, mysterieus en intriest hand in hand verder gaan. Heel even dacht ik dat het er wat vlotter aan toe zou gaan in 'Paean' omdat de drums er wat tempo in brachten, maar nee het was enkel de schijn ophouden al mag je hier wel spreken dat die drums de dragende kracht zijn in deze track. Het gaat er tijdens de intro van 'Executioner' duidelijk mysterieus aan toe maar net dat gegeven zorgt voor een opbeurend gevoel dat wel niet zo lang in stand blijft daar immens lome basstonen al vlug het tempo bepalen. Als dan ook nog een trage, bezwerende, medelijdend wekkende stem erbij komt, dan weet je het wel: nog een immens weemoedige, intrieste en langzame track. Maar hier komt er toch een stuk bovendrijven waar het tempo toch een beetje de hoogte in gaat. Ook voor de laatste track op dit album, het titelnummer, blijft alles weemoedig en langzaam met soms een mysterieuze toets. Dat het tempo of het ritme sporadisch iets de hoogte ingaat mag je verwachten, dat er ook opnieuw akelige geluiden op je afkomen moet je voor lief aannemen. Meteen een heel eigenzinnig werkstuk van Amber Asylum, maar had je dan ook iets anders verwacht met een combinatie van de eerder vermeldde muziekstijlen? Niet echt mijn ding, maar ik kan me wel inbeelden dat er heel wat liefhebbers zijn voor dit soort muziek. Luc Ghyselen (3)
0 Opmerkingen
Je opmerking wordt geplaatst nadat deze is goedgekeurd.
Laat een antwoord achter. |
|