cd reviews
De Duitse power metal Unisonic ontstond in 2009 en kreeg, terecht bijna, de naam “supergroep”op zich gekleefd. Vocalist Michael Kiske had zijn sporen immers reeds verdiend bij Helloween om nadien solo verder te gaan, bassist Dennis ward en drummer Kosta Zafiriou kenden het klappen van de zweep dankzij o.a. Pink Cream 69, gitarist Mandy Meyer was te horen bij o.a. Gotthard en in 2011 zorgde de komst van gitarist Kai Hansen (ex-Helloween en tegenwoordig Gamma ray) voor nog een extra boost. In 2012 werd de ep Ignition en het eerste titelloze album op de markt gebracht. Dit zorgde zoals verwacht voor de nodige aandacht en die was echt verdiend. Na een tournee gingen de heren elk terug hun weg met andere projecten. Tot dit jaar dus. Want zo'n twee maanden terug mochten we al genieten van de ep 'For The Kingdom' (met twee nieuwe nummers en vier nummers die in 2012”live” werden opgenomen tijdens het “Masters Of rock Festival” in Tsjechië. En nu is het vijftal er terug met een nieuw full-album dat de titel 'Light Of Dawn' meekreeg en dertien nummers telt als ik het instrumentale openingsnummer meetel. 'Venite 2.0' werd geschreven door Günter Werno (Vanden Plas) en bevat eigenlijk stukjes die je later op het album hoort in de verschillende nummers. Met 'Your Time Has Come' gaat het album echt van start: een knap en stevig power metal nummer met werkelijk uitstekende vocalen van Michael Kiske (maar had je eigenlijk iets anders verwacht ?), een uitmuntende krachtige groove en venijnig gitaarwerk. 'Exeptional', dat ook als single wordt uitgebracht, zorgt voor een logisch vervolg maar beschikt ook nog over een heel aanstekelijk refrein. Het stevige en krachtige 'For The Kingdom' kenden we reeds van de gelijknamige ep. Nog iets steviger en eigenlijk een beetje dreigend is 'Not Gonna Take Anymore' dat eerder aan een medium tempo wordt afgehaspeld. 'Night Of The Long Knives' opent rustig en langzaam, maar ontplooit zich tot een werkelijk uitstekend power metal nummer met opnieuw sublieme vocalen van Michael en fantastisch gitaarspel van de tandem Meyer-Hansen. Het vlotte 'Find Shelter' is een uiterst powervolle melodieuze hard rock track die op de voet gevolgd wordt door de knappe en stevige ballade 'Blood'. 'When The deed Is Done' opent langzaam en rustig en kabbelt rustig verder en is, naar mijn smaak, het minst geslaagde nummer op dit album. Gelukkig volgt dan het krachtige 'Throne Of Dawn' waar het sublieme gitaarspel meteen in de kijker wordt geplaatst: een nummer dat elke fan van power metal gewoonweg in zijn collectie zou moeten hebben. Het stevige 'Manhunter' neigt opnieuw eerder naar melodieuze hard rock, terwijl met 'You And I' een tweede ballade opduikt. Deze is een stuk gevoeliger dan 'Blood', zonder echter melig te worden. Eindigen doet het kwintet in stijl: 'Judgement Day' is een nummer dat ik het best kan omschrijven als het eerste volwaardige nummer op dit album: knap, stevig en krachtige power metal met veel ruimte van de gitaren en de sublieme vocalen van Michael. 'Light Of Dawn' is een meer dan waardige opvolger geworden van 'Unisonic' en verdient duidelijk zijn plaatsje in elke collectie van een zichzelf respecterende power metal fan. Luc Ghyselen (4)
0 Opmerkingen
Het Britse Judas Priest situeren, zou ik eigenlijk niet meer moeten doen, maar je weet nooit wie dit leest. De band werd in 1970 opgericht door samensmelting van twee lokale bandjes: Freight (met o.a. bassist Ian Hill en gitarist K.K. Downing) en ...Judas Priest (met o.a. vocalist Al Atkins). Toen Al de band verliet (1974) kwam Rob Halford in beeld, samen met drummer John Hinch. En nog wat later werd ook Glenn Tipton aan de line-up toegevoegd. De eerste albums deden al een beetje stof opwaaien maar het was vooral het live album 'Unleashed In The East' die de band echt op de kaart zette. Dat samen met hun typische “twin lead guitars” en hun aparte podiumkledij van “S&M leather and studs”. In 1980 werd het album 'British Steel' uitgebracht en dat album zorgde dankzij nummers als 'United', 'Breaking The Law' en 'Living After Midnight' voor heel wat radiosucces en de echte grote doorbraak. Intussen had de band al een aantal drummers versleten en was Dave Holland nu de man achter de ezelsvellen. Vanaf dan werd elk album een succes en zorgde de band met een uitgekiende podiumstrategie (waarin o.a. vocalist Rob Halford met een Harley Davidson motor het podium op kwam) voor uitverkochte concerten. Maar op het einde van de 'Painkiller'-toernee verliet Rob Halford de band (1991). Hij werd vervangen door Tim “The Ripper” Owens waarmee Judas Priest twee albums opnam: 'Jugulator' (1997) en 'Demolition' (2001). In 2003 keerde Rob Halford terug als vocalist en dat zorgde voor opnieuw nog extra publiciteit voor het Britse vijftal. 'Angel Of Retribution' (2005) was het eerste album waarop Rob Halford opnieuw te horen is. Daarna volgde in 2008 het controversiële conceptalbum 'Nostradamus'. Vanaf januari 2011 begonnen de geruchten aan te zwellen dat er ene nieuw studio-album op komst zou zijn. Groot was dan ook de verrassing toen in mei 2011 bekend werd dat gitarist van het eerste uur K.K. Downing de band verliet. Maar gelukkig is er nu dus 'Redeemer Of Souls' met Ian Hill (bass), Glenn Tipton en nieuwkomer Richie Faulkner, drummer Scott Travis en vocalist Rob Halford. Met dit zeventiende studioalbum, als ik de tel juist heb bijgehouden, keert Judas Priest terug naar wat we van hen kunnen verwachten: snedige heavy metal met die typische “twin lead guitar” en de speciale karakteristieke vocalen van Rob Halford. Niet dat alle dertien nummers op dit nieuwste album topniveau halen, maar er zitten genoeg sterke tracks en uitstekende momenten in om te spreken van een stevig en knap typisch Judas Priest-album. Een stevige onweersbui opent het krachtige 'Dragonaut' en het album. Meteen komt het zo herkenbare “Judas Priest” geluid tot leven. Het titelnummer is waarschijnlijk nog iets krachtiger maar is ook catchy genoeg om kans te maken op de radio. 'Halls Of Valhalla' is een nieuwe klassieker in spé: het nummer opent met zo'n karakteristieke hoge gil van Halford en uiterst snedig gitaarwerk van de tandem Tipton/Faulkner. Verder hoor je een uiterst gemakkelijk mee te zingen refrein langskomen op een stevige basis van drums en bass. 'Sword Of Damocles' is een medium-tempo meezinger geworden, een beetje atypisch voor Judas Priest. 'March Of The Damned' klinkt misschien zelfs nog iets trager zonder dat het vijftal je hier een doom metal track tussen de kiezen duwt. Een snerpende gitaarsolo eist hier de hoofdrol op. Het tempo gaat weer wat in de hoogte voor 'Down In Flames', al kan het nummer me niet echt bekoren wegens niet echt snedig genoeg en de iets voor de hand liggende meezingbare strofen. De vocalen van Halford ziijn waarlijk krachtig en schitterend te noemen in 'Hell & Back', een nummer met een akoestische intro. Ook 'Cold Blooded' hoeft niet echt voor mij: het nummer wordt me iets te braaf en te weinig snedig gebracht, ondanks en opflakkering halfweg. Gelukkig volgt met 'Metalizer' opnieuw een echte snedige Judas Priest-track: de krachtige vocalen, met ook opnieuw die hoge gil, worden ondersteund door snedige riffs, denderende drumpatronen en stevige basslijnen. De heren gaan de bluesy toer op met 'Crossfire', terwijl het dreigend klinkende 'Secrets Of The Dead' (met klokkengeluid) opnieuw aan een eerder medium tempo wordt afgehaspeld. Voor 'Battle Cry' worden alle registers nog eens open getrokken zodat er hier opnieuw een echt typische Judas Priest-track te voorschijn komt met opnieuw mooie vocalen van Halford. 'Beginning Of The End', het nummer dat dit album afsluit, is een ingetogen ballade geworden. Dus niet echt het “topalbum” waar toch wel vele fans zaten op te wachten, maar wel opnieuw een goed album van een van de vaandeldragers van de NWOBHM. Luc Ghyselen (4) Het Duitse Fair Warning werd in 1991 opgericht door bassist Ule W. Ritgen en vocalist Tommy Heart. Met toevoeging van gitarist Helge Engelke en drummer C.C. Behrens was de line-up compleet. Het titelloze debuut zorgde ervoor dat de band op de kaart van de melodieuze hard rock werd geplaatst. Drie jaar later, in 1995, verscheen dan 'Rainmaker', een album dat de band vrij groot maakte in Japan. Daarna volgden 'Go!' (1997), het live-album 'Live And More' (1998) en 'Four' (2000), waarna de band op non-actief werd gezet. Maar in 2006 keerde de band terug met 'Brother's Keeper' en 'Aura' (2009) waarmee het viertal bewees nog niets van zijn troeven te hebben verloren: melodieuze hard rock met sterke vocals en knap gitaarspel. Tot hier de geschiedenisles. Het label 'Steamhammer' brengt nu een box uit met vijf cd's waarop je telkens een van de vijf laatst genoemde albums op terug vindt. Vijfenzestig nummers in totaal, teveel dus om te gaan overlopen. Ook favoriete tracks zal ik hier niet gaan vernoemen, daar iedereen hier wel eens andere songs zou kunnen gaan vernoemen. Maar voor fans van de band die een, of meerdere, albums misten in die periode, is dit een kans uit de duizend om nu ook die ontbrekende exemplaren aan hun collectie toe te voegen. Liefhebbers van melodieuze hard rock kunnen met deze box meteen vijf sterke albums van deze Duitse band aan hun collectie toevoegen, die meteen ook perfect aantonen dat deze band zowel voor als na hun “rustperiode” sterke radiovriendelijke hard rock (of moet ik dit stadium rock of AOR gaan noemen) kan maken die vele muziekliefhebbers zou moeten bekoren. Helaas wordt dit soort van muziek veel te weinig gedraaid op onze eigen nationale radiostations. Luc Ghyselen (4) Steamhammer I SPV I Fair Warning
Het Zweedse Deceptic is een een compleet nieuwe naam in het metal muziek landschap. In 2011 besloten gitarist Tony Gullquist, drummer Dennis Svensson en vocalist William Gustafsson een band te starten. Na wat zoekwerk vonden ze een tweede gitarist en een bassist en kort daarna werd een titelloze demo op de markt gebracht. Deze zorgde ervoor dat de band plots op een pak meer herkenning kon gaan rekenen, maar het betekende helaas ook dat het trio opnieuw op zoek moest naar twee nieuwe leden. Maar ook dat draaide eigenlijk niet zo goed uit, want de twee nieuwkomers bleken ook al geen blijvers te zijn zodat het drietal maar besloot om alseen eerste full-album op te nemen en dan terug op zoek te gaan naar waardige bandleden. Intussen is dat debuut, 'The Artifact', een feit geworden en is de band met de toevoeging van gitarist Martin Carlenfors en bassist Otto Halling weer op volle sterkte. 'The Artifact' bevat tien tracks die ergens een mix vormen van melodische metal en hard rock. De release-info vermeld verder invloeden van o.a. In Flames, Soilwork, Meshuggah, Periphery en Tesseract en misschien kan je van deze bands inderdaad wel invloeden terugvinden. Enig nadeel als je zo'n namen rondstrooit is dat de verwachtingen misschien ook meteen hoog gespannen kunnen liggen. En, helaas, voor Deceptic halen de heren niet het niveau van eerder genoemde invloeden. Niet dat dit een slecht album is geworden, maar na een aantal luistersessies besluipt me steeds opnieuw het gevoel dat ik de nummers maar moeilijk uit elkaar kan houden. Dus vermoed ik dat een echte doorbraak toch nog even op zich zal laten wachten. Luc Ghyselen (3) Dead End Exit Records I DEERCD 009 I Deceptic
Met 'Sunset On The Golden Age' is Alestorm aan zijn vierde album toegekomen. De band werd in 2004 in het Schotse Perth opgericht door Christopher Bowes (vocals, keyboards). De band ging eerst door het leven als Battleheart maar toen ze een platencontract konden teken bij Napalm Records werd de naam gewijzigd tot Alestorm. Ze brengen folky powermetal met teksten die tal van elementen uit het piratenleven belichten, vooral dan drankpartijen. Zodoende omschrijven ze hun muziek zelf als “Pirate Metal”. Op dit vierde album krijg je tien aanstekelijke tracks voorgeschoteld waarbij je heel moeilijk kan stil staan laat staan stil blijven zitten. Dat er weinig diepgang in de teksten schuilt, moet je er bij nemen – niet elk album moet ons immers veel doen bijleren. Het album komt meteen “to the point” met het aanstekelijke en vlotte 'Walk The Plank' dat opent met trompetgeschal die wel uit een keyboard afkomstig zullen zijn. 'Drink', 'Magnetic North', 'Mead From Hell', 'Surf Squid Warfare', 'Quest For Ships', 'Wooden Leg!' en 'Hangover' schoppen allen, net als het openingsnummer, wild en onstuimig om zich heen. Gelukkig zit er met '1741 (The Battle Of Cartagena)' een nummer tussen dat je misschien wel eens op het internet laat surfen om te weten wat toen precies gebeurde. Het nummer is ook een stuk langer, en meteen epischer van karakter dan de andere tracks. Al blijft het aanstekelijke wel behouden. En ook het afsluitende titelnummer, dat meer dan elf minuten duurt, is eigenlijk een beetje een buitenbeentje daar het tempo een beetje wordt gedrukt zodat de track wat dreigender overkomt. Dat Christopher niet echt een topvocalist is, wisten we reeds eerder van de vorige albums, maar dankzij de aanstekelijkheid van de nummers kan het nog net door de beugel en niets houd je immers tegen om gewoon mee te brullen met de nummers. Of dit genoeg is om dit album aan je collectie toe te voegen, moet ieder voor zichzelf gaan uitmaken. Persoonlijk vind ik wel dat zo nu en dan een stevige scheut pure ambiance wel degelijk moet kunnen, zonder dat dit een echt topalbum is geworden. Luc Ghyselen (3½) Napalm Records I NPR 546 I Alestorm
|
|