cd reviews
Met een muzikale carrière die 5 decennia omvat is de Canadese progressieve rockband Saga één van de meest succesvolle. De groep werd destijds opgericht in Oakville, Ontario door bassist en keyboardspeler Jim Crichton, en zanger en multi-instrumentalist Michael Sadler. Crichton rekruteerde Steve Negus (drums) en Peter Rochon (keyboards), evenals zijn broer, Ian Crichton (gitaar), en de eerste line-up uit 1977 kon eraan beginnen. Zes maanden na hun eerste live show trokken ze de studio in, en hun debuut kwam er in juni 1978. Sindsdien zijn ze de wereld rondgereisd en hebben ze meer dan 8 miljoen platen verkocht. Er bestaan al meerdere ‘best of’ compilaties van deze band. Deze nieuwe “best of” compilatie op 2 cd’s omvat dus hun ganse carrière, en bevat 21 songs uit hun 21 studioalbums. Sindsdien zijn groepsleden gekomen en gegaan, maar de basis van de groep is gebleven. ‘You’re not Alone’ en ‘On The Loose’ zijn twee van hun grootste hits, en staan hier uiteraard op. Maar aan de andere kant staan er nummers, die sommigen de moeite vinden, niet op. Dat maakt dat fans deze compilatie met gemengde gevoelens ontvangen. Het lijkt me toch een complete staalkaart van hun repertoire te zijn. Patrick Van de Wiele (4)
0 Opmerkingen
Van het uit Los Angeles, Californië afkomstige hardcore vijftal Terror mochten we zo'n twee jaar geleden het toch wel machtige 'Live By The Code' ontvangen. Nu komt het kwintet op de proppen met hun zevende album: 'The 25th Hour'. Maar terwijl ik toch wel intens genoot van de loeiharde punk/hardcore tracks op 'Live By The Code' is dit hier enigszins anders. OK, furieus, brutaal en loeihard klinken de veertien gebalde songs nog steeds, maar terwijl ik op het vorige album meteen achterover werd gemept door een aantal van de tracks is dit hier helemaal niet het geval. Ik wil heel zeker niet beweren dat de heren een zwak album hebben afgeleverd, maar het is toch, naar mijn gevoel althans, stukken minder dan hun voorganger. Geen van de tracks heeft me een uppercut en soms denk ik dat de heren enkel een intro in elkaar hebben geflanst voor een nummer. Maar dat is dus niet zo, Terror staat wel degelijk voor korte gebalde tracks, maar die blaffen dit keer enkel en bijten geen enkele keer je strot over. Al moet ik er wel aan toevoegen dat het album elke keer toch een ietsje beter klinkt bij elke nieuwe beluistering (al had ik hier toch stukken meer van verwacht). Luc Ghyselen (3½) 'The Final Cull' is het tweede album van One Machine, een band opgericht door gitarist/songwriter Steve Smyth (ex van o.a. Testament, Nevermore, Vicious Rumours). Hier gaat hij in zee met Jamie Hunt (gitaar), Michi Sanna (drums) en de nieuwkomers Stefano Selvatico (bass) en Chris Hawkins (vocals). Het eindresultaat zijn negen moderne klinkende metaltracks waar elementen uit power metal, thrash metal, progressieve metal worden samengesmolten tot een geheel. Het vorig jaar verschenen debuutalbum van het vijftal, 'The Distortion Of Lies And The Overdriven Truth' vond ik helemaal niet slecht, zonder dat er echt wereldschokkende dingen te horen waren en ik noteerde in ieder geval dat ik de band in het oog zou houden. Wel ik denk dat de heren met dit nieuwste werkstukje een klein stapje hoger kunnen mikken. De mix van de verschillende aangehaalde genres klinkt net iets beter, net iets harder. Zeker het titelnummer mag duidelijk gehoord worden: na een rustige symfonische intro, wordt je opgeschrikt door bulderende drumpatronen, diepe basslijnen, stevige gitaarriffs en uiterst krachtig klinkende vocalen. Maar ook een uiterst breekbaar intermezzo komt hier langs, terwijl een schitterende gitaarsolo het plaatje compleet komt. En het zijn vooral de soms vingervlugge gitaarsolo's en de tal van tempo en ritmewisselingen die in zowat elke track voorkomen die ervoor zorgen dat je aandacht niet gaat verslappen. Dit is duidelijk een stap voorwaarts voor dit vijftal en ik hoop dan ook dat tal van metalfans deze 'The Final Cull' zullen oppikken. Al kan ik ook wel begrijpen dat niet elke metalfan dit zal pruimen, door de toch vrij grote diversiteit aan subgenres die hier aan elkaar worden gekoppeld. Luc Ghyselen (4) Het Oostenrijkse Loud At Least! vijftal – vocalist Gernot Schilcher, gitaristen Robert Einwallner en Andreas Döringer, bassist Gernot Reisner en drummer Markus Pointner – zijn met 'Dirty' aan hun tweede album toe, maar voor mij is dit de eerste kennismaking met dit kwintet, daar ik het debuutalbum, 'Painful Exploration' (2009), helemaal niet ken. Zelf schuiven ze vroege Whitesnake, vroege Scorpions, Gotthard en zelfs Ozzy Osbourne naar voor als invloeden. Ik zou daar eerder vroege Def Leppard, Poisson, Dokken en zelfs Mötley Crüe durven plaatsen. Laat het me dus houden op een mix van traditionele melodic hard rock en glam rock. Dit resulteert hier in dertien aangename, melodieuze rockende tracks die soms wel heel aanstekelijk zijn (het energiek titelnummer 'Dirty', het gedreven 'Ride On me', het uiterst vlotte 'Hell To Fuck' om het maar bij die drie te houden), maar andere klinken dan weer juist heel krachtig en heavy (het machtige 'The Island I Know' is daar een perfect voorbeeld van). Maar of dit wel genoeg is om echt op te vallen in de stroom van releases die hier iedere week op de deurmat vallen,betwijfel ik wel een beetje. Alhoewel: als je het genre een warm hart toedraagt, en zo zijn er nog wel veel hard rock/ glam rock (metal) liefhebbers, dan is dit album beslist de moeite waard. Zweer je echter bij extreme metal, dan zal dit niets voor jou zijn. Luc Ghyselen (4) Met 'King Of Kings', het zesde studio-album van symphonic metal band rond frontvrouw Liv Kristine, is het indrukwekkendste album uit hun oeuvre tot nu toe. De elf tracks vertellen het verhaal over Harald I, de man die als eerste Noorwegen tot een land maakte, aan de hand van de sagen en mythes die de ronde doen over de man. Naast het vijftal die de vaste band Leaves' Eyes – Liv Kristine (vocals), Alexander Krull (vocals, grunts), Thorsten Bauer (gitaar, bass), Pete Streit (gitaar) en Joris Nijenhuis (drums) – uitmaakt, hoor je hier verder ook gastbijdrages van o.a. “The London Voices” (een koor dat o.a. ook aan filmproducties als Star Wars en Lord Of The Rings meewerkte), het White Russian Symphony Orchestra (onder leiding van Victor Smolski (ex gitarist van Rage), Simone Simons (Epica) die je samen met Liv Kristine gidst doorheen 'Edge Of Steel' – een track over een slagveld waarop Harald als overwinnaar naar voren trad – en Lindy-Fay Hella (Wardruna) die ook al voor extra vocalen zorgt tijdens 'Blazing Waters', het eindgevecht waar Harald I ook al als overwinnaar uitkwam en waardoor hij zich dan tot “Koning van Noorwegen” liet kronen. Naast die prachtige symfonische klanken die ervoor zorgen dat deze tracks een immense filmische grandeur krijgen vol bombast, tragiek, sfeer en kracht hoor je ook elementen uit de Keltische folkmuziek, die zo ook voor mooie contrasten zorgt. Een bepaalde track eruit kiezen zou afbreuk doen aan het schitterende geheel dat 'King Of Kings' vormt: de tracks vormen immers samen een album dat je in zijn geheel moet gaan beluisteren. Een machtig grandioos episch verhaal dat zich voor je ogen ontrolt dankzij de machtige symfonische arrangementen, de schitterende bijdragen van de etnische instrumenten, de kracht van de band en natuurlijk de sublieme stemmenpracht die hier aan meewerkte. Ik vraag me echt af of we dit jaar nog een sterker album in dit deelgenre zullen te horen krijgen! Luc Ghyselen (5) Het Braziliaanse trio – de broers Alex (bass, vocals), Max (drums) en Moyses (gitaar) Kolesne – mogen dit jaar vijfentwintig kaarsjes uitblazen als death metal band Krisiun. Op hun nieuwste werkstuk, 'Forged In Fury', mag je kennis maken met tien nieuwe tracks die brutaal (muzikaal maar zeker ook vocaal door de rauwe uitgespuwde zanglijnen) en toch ook wel heel melodieus (dankzij de vingervlugge gitaarsolo's) klinken. Toch verwelkomen we op dit tiende album van de heren ook een paar kleine nuances die ervoor zorgen dat de death metal van het drietal fris en uiterst hedendaags klinkt. Ik bedoel hiermee dat er soms fragmenten langskomen die net iets minder bulderend en krachtig zijn en zodoende zorgen voor mooie accenten die voor afwisseling zorgen. Een heel mooi voorbeeld hiervan is het gedreven 'Soulless Impaler' waarin de band heel wat tempo en ritme wisselingen in verwerkt. Maar denk nu ook niet dat de heren erg veel afwijken van hun standaard stramien. Nee hoor, het overgrote deel van de hier te horen muziek blijft uiterst krachtige, brutale death metal met erg rauwe en ruwe vocalen, overdonderende drumpatronen, beukende basslijnen, smerig klinkende gitaarriffs en machtige gitaarsolo's die dan weer soms heel melodieus klinken. Fans van het genre en zeker van de band zelf kunnen blindelings toeslaan. Luc Ghyselen (4) Ex-Imagika lead gitarist Steven Rice is de drijvende kracht achter dit in oktober 2010 opgerichte Kill Ritual. We zijn intussen bijna vijf jaar verder en enkel Steven is er nu nog bij van de originele line-up. Na het debuutalbum, 'The Serpentine Ritual (2012), was er ook nog 'The Eyes Of Medusa' (2014), dat ik helaas nog niet te horen kreeg. Op dit nieuwste album laat hij zich omringen met vocalist David Reed Watson, drummer Koryun Bobikyan en bassist HQ Storm maar andermaal wordt er hier een mix gebracht van melodieuze heavy metal en thrash metal. Terwijl medeproducer Andy LaRocque (King Diamond), die ook instond voor het mixen en masteren van het album, al overtuigd is, moeten jullie, muziekliefhebbers, nu nog overtuigd raken. Het album opent krachtig en vrij snedig met drie uptempo tracks ('Just A Cut', 'Rise' en 'The Enemy Inside'). Daarna wordt de vaart en heel zeker het tempo wat uit de schijf gehaald met de heel rustige intro voor 'The Key', een nummer dat na zo'n twee minuten toch op tempo komt. Daarna keren de heren terug naar hun veilige modus met krachtige en vrij snedige tracks die je inderdaad als trash metal kan bestempelen maar waar toch ook steeds zeer melodieus gitaargeweld in verwerkt wordt. Ook afsluiter blijkt wat af te wijken van hun veilige modus daar het viertal tal van tempo en ritmewisselingen gebruikt om 'Camera's Eyes' tot een goed einde te brengen. Meteen, samen met het eerder genoemde 'The Key', de betere track op dit album. Niet slecht allemaal, maar waarschijnlijk toch veel te weinig om echt op te vallen in de stroom van nieuwe releases. Luc Ghyselen (3½) Jonne staat voor een band rond Jonne Järvelä, de charismatische frontman van het populaire folk-metal gezelschap Korpiklaani die hier natuurlijk als vocalist te horen is, maar ook op gitaar, mandoline, kantele en hurdy-gurdy staat Jonne duidelijk zijn mannetje. Verder laat hij zich omringen door vocalisten Natalie Koskinen, Eero Haula, Ante Aikio en Yovan Nagwetch. Die laatste zorgt ook voor percussie en kan je ook nog als fluitist horen. Verder in de line-up treffen we ook nog Tero Hyväluoma (viool), Toni Pertulla (accordeon), Santeri Kallio (keyboards), Juho Kauppinen (gitaar), Samuli Mikkonen (percussie) en Santeri Kettu (staande bass) aan. Dit elfkoppig gezelscahp neemt je mee op ene eigenaardige reis naar de sjamanistische folkmuziek. Naast acht tracks met onuitspreekbare titels, voor mij althans of wat dacht je van 'Viuluni Laulua Soutaa', 'Ken Söi Lapsen Lattialta' of 'Tule Hiidestä Hevonen', krijg je hier ook, als afsluiter, hun versie van Simon & Garfunkel's 'The Boxer'. Met dat nummer een weet je eigenlijk meteen welk doelpubliek Jonne hiermee nastreeft. Dit neemt helemaal niet weg dat liefhebbers van rustige folk (-metal) dat ook heel zeker zullen kunnen smaken. Ikzelf vindt dit hemelse muziek die misschien nog het best bij een zomers kampvuur of 's winters bij de open haard (en een goed glas rode wijn) tot zijn recht komt. Luc Ghyselen (4) Wie kent gitaarvirtuoos Gus G. nu nog niet? De man maakt furore met power metal band Firewind, speelt de pannen van het dak in de band van Ozzy Osbourne en heeft dan ook nog de tijd om onder eigen naam albums uit te gaan brengen waarvan het vorig jaar uitgebrachte 'I'm The Fire' zijn eerste was. En nu gaat Gus gewoon verder waar hij gebleven was, want 'Brand New Revolution' bevat twaalf uitmuntende tracks melodieuze power metal waar vele bands enkel maar kunnen van dromen om op hun eigen albums te zetten. Gus laat zich hier begeleiden door bassist Marty O'Brien (o.a. Lita Ford) en drummer Johan Nunez (Firewind), terwijl hij ook het vocale gedeelte uit handen heeft. Het album opent meteen met een binnenkomer van formaat daar 'The Quest' een vingervlugge instrumentale track is geworden die evenwel rustig eindigt met akoestische klanken. Meteen daarna krijg je het krachtige titelnummer voorgeschoteld dat wel een uiterst aanstekelijk refrein meekrijgt. Jacob Bunton (Adler, Lynam) is de man achter de microfoon hier. In het vlotte en uiterst knappe 'Burn' en het stevig rockende 'We Are One' blijft Jacob achter de microfoon post vatten, maar het is vooral het prachtig uitgewerkte gitaarspel die de tracks naar een hoger niveau tillen. Heel anders gaat het er aan toe in 'What Lies below', een nummer dat ook invloeden uit de elektronica laat horen en waar de theatrale zang van Elize Ryd (Amaranthe) mooi op de voorgrond mag staan opnieuw een schitterende gitaarsolo. 'Behind Those Eyes' (opnieuw met Jacob Bunton als vocalist) is een stevige ballade geworden met opnieuw een prachtig knallend gitaarwerk waarna het uiterst melodieuze 'Gone To Stay' op je wordt losgelaten. Let op ik bedoel hier dat melodieus gewoonweg prachtig samengaat met krachtig en heavy. Jeff Scott Soto (o.a. Talisman, ex-Journey) is de man die het vocaal goed in banen leidt. Op 'One More Try' neemt Jacob opnieuw de vocals voor zijn rekening en die klinken toch erg richting Ozzy zodat het nummer evengoed op een album van Ozzy kan prijken. De vocale bijdrages van Mats Levén (Candlemass, ex Yngwie Malmsteen, ex-Therion) hadden we nog niet gehoord, maar zijn krachtige, ietwat rauwe stem siert het stevige 'Come Hell Or High Water', het energiek openende 'If It Ends Today' en het machtige, lichtjes episch aanvoelende 'The Demon Inside' (een nummer dat ik perfect vind voor de helaas veel te vroeg overleden Ronnie James Dio). Tussendoor zorgden de meer melodieus klinkende vocalen van Jeff Scott Soto voor wat afwisseling in het krachtige en mooie 'Generation G'. Maar hoe goed al deze vocalisten ook zijn, het is vooral het toch wel lichtjes indrukwekkende gitaarwerk van Gus G. dat hier met de meeste aandacht gaat lopen. Fans van sterke gitaristen kunnen niet om dit tweede album van Gus G. heen! Luc Ghyselen (4½) Enabler is het geesteskindje van frontman, songwriter en gitarist Jeff Lohrber waarmee hij sinds 2010 de baan op trekt. Naast het continu toeren is hij ook een meer dan bezige bij gebied van songschrijven want deze 'Fail To Feel Love' is zo meer liefst reeds het vierde full-album van de man terwijl hij ook al een pak ep's op zijn palmares onder de naam van Enabler heeft opzitten. Je mag je hier opnieuw verwachten aan een brutale mix van hardcore, punk, thrash en death metal. Ditmaal kiest hij voor dertien agressieve en brutaal klinkende vrij korte tracks die hij ditmaal ook in zijn dooie eentje heeft opgenomen en ingezongen – op zijn vorige album ('La Fin Absolue Du Monde'), dat begin dit jaar verscheen op Century Media, hoorde je nog Amanda Daniels (bass) en Ryan Stiegerwald (drums). Een echt grote fan van het genre ben ik niet, maar ik vind dit best wel te pruimen en door het feit dat de nummers zo kort zijn en ook wel heel krachtig overkomen, kan ik niet anders dan besluiten dat ik dit wel smaak (je krijgt immers de tijd niet om je te ergeren aan dit of dat ietsje). Terwijl die korte nummers er ook wel voor zorgen dat het eigenlijk ook wel aanstekelijk blijft en ik de repeat-knop van mijn cd-speler al een paar maal opnieuw heb ingedrukt als dit schijfje naar zijn einde loopt. Luc Ghyselen (4) |
|