cd reviews
Met 'Devil Seed' is het Zweedse Wolf toe aan zijn zevende album. De band werd in Örebro opgericht in 1995 en telt met vocalist/gitarist Niklas Stalvind nog een origineel lid. De rest van de huidige line-up is dezelfde gebleven als op hun vorige album 'Legions Of Bastards' (2011): gitarist Simon Johansson, bassist Anders Modd en drummer Richard Holmgren. Wolf werd beïnvloed door bands als Saxon, Accept, Iron Maiden, Judas Priest en Mercyful Fate om er maar een aantal te noemen. En ook op hun nieuwste worp blijf je nog steeds de invloed terugvinden van de jaren tachtig heavy metal. Toch klinkt dit album zeker niet gedateerd en dat is misschien wel de verdienste van producer Jens Bogren. Dat het viertal in staat is om degelijke en zelfs knappe heavy metal nummers af te leveren bewijzen ze hier in ieder geval met de elf tracks op dit album. Ik genoot vooral van het vlotte en krachtige 'Shark Attack' dat ook als single wordt uitgebracht, het intense 'Skeleton Woman' met zijn kalm intermezzo, het krachtige en aanstekelijke 'My Demon', het op medium tempo gebrachte 'The Dark Passenger' en het stevige afsluitende 'Killing Floor'. Wie houdt van klassieke, maar toch modern klinkende, heavy metal mag deze 'Devil Seed' van het Zweedse Wolf aan zijn “wanted”-lijstje toevoegen. Luc Ghyselen (4)
0 Opmerkingen
Het Zweedse vijftal The Haunted ontstond in 1996 en zorgde vanaf hun beginperiode voor en mix van melodieuze death metal en thrash metal. Dit legde hen geen windeieren en dit achtste studioalbum, naast een compilatie-album en twee live-albums, bewijst dat het de band nog steeds voor de wind gaat. Nochtans ging het voortbestaan van de band in 2012 aan een zijden draadje want eerst verliet vocalist Peter Dolving de band om wat later gevolgd te worden door zowel gitarist Anders Björler en drummer Per Möller Jensen. Gelukkig vonden de twee resterende leden – gitarist Patrik Jensen en bassist Jonas Björler – vrij snel de geschikte vervangers: drummer Adrian Erlandsson (te horen op het debuutalbum) en vocalist Marco Aro (te horen op het tweede en derde album) zijn terug van weggeweest terwijl gitarist Ola Englund (ex-Six feet Under) nieuw is bij The Haunted. Begin dit jaar zorgde het kwintet al voor een drie nummers tellende epee als voorbode op dit veertien nummers tellende nieuwe album. De loeiharde thrash gaat hier weer hand in hand met stevige melodieuze death metal en zal vooral de fans van het eerste uur terug plezier doen, want dit album straalt weer de honger, maar tevens ook de agressie en de kracht uit van de eerste albums van het vijftal. Dat Marco eerder blaffend en grommend overkomt dan Peter is helemaal niet zo erg, daar deze muziek hier wel om vraagt. Een korte instrumentale intro, '317', gaat meteen naadloos over in 'Cutting Teeth', een genadeloos beukende track die eigenlijk de toon zet voor de rest van het album: stevige, krachtige en immens agressieve metal die aan een sneltreinvaart door de speakers knalt. Eindigen doen de heren met het, naar The Haunted-normen eerder trager gebrachte 'Ghost In The Machine', dat ook een stuk melodieuzer overkomt dan de rest van de tracks op dit album. Tussenin kon je kennis maken met de overige elf tracks die je meenemen op een stevige en krachtige rit vol agressieve thrash/death metal met in 'Trend Killer' een gastbijdrage voor vocalist Chuck Billy (Testament). Liefhebbers van thrash metal (met al dan niet een stevige scheut death metal als extraatje) kunnen dit met de ogen dicht aan hun collectie toevoegen. Luc Ghyselen (4) Welke muziekliefhebber kent nu niet de naam van Ozzy Osbourne? De man maakte in de jaren zeventig naam als zanger bij Black Sabbath om begin jaren tachtig zijn eigen band op te starten: The Blizzard Of Oz. Die bleek na een paar albums succesvoller dan Black Sabbath en zorgde dan ook voor schitterende heavy metal nummers. Het spreekt dan ook voor zich dat een compilatie zich opdrong. En met deze 'Memoirs Of A Madman' krijg je hier zeventien tracks uit het rijkgevulde oeuvre van deze zanger. Uit 'Blizzard Of Oz', het allereerste solo-album van Ozzy en zijn band krijg je het uiterst vlotte en stevige 'Crazy Train' en het iets logger klinkende 'Mr. Cowley', twee nummers die nog steeds tot de live-setlist behoren van onze “madman”. Je maakt meteen ook kennis met gitarist Rhandy Rhoads, een van vele talentvolle gitaristen die bij Ozzy Osbourne langskwamen. Ook uit 'Diary Of A Madman' krijg je twee tracks: 'Flying High Again' (een nummer over druggebruik, iets waar Ozzy zeker kan over meepraten) en het strakke, opzwepende 'Over The Mountain'. Gitarist Jake E. Lee gebruikte de band van Ozzy als opstapje. Hij is de snarenplukker van dienst op het immens populaire en uiterst krachtige 'Bark At The Moon' van het gelijknamige album en het eerder op medium tempo gebrachte 'The Ultimate Sin'. Zakk Wylde (tegenwoordig Black Label Society) is de volgende gitarist in het rijtje talentvolle snarenplukkers. Je hoort hem voor het eerst op het vlotte, stevige en ook wel aanstekelijke 'Miracle Man' uit 'No Rest For The Wicked'. Uit 'No More Tears' krijg je drie tracks. Eerst en vooral het ook al immens populaire titelnummer dat krachtig uit de speakers komt. Het akoestische en zowaar folky klinkende 'Mama, I'm Coming Home' (dat later wel aan kracht en stevigheid wint) en de kalme ballade 'Road To Nowhere' zijn de andere twee nummers uit dit album. Uit 'Ozzmosis' krijg je hier het zwaar klinkende, groovy en toch wel aanstekelijke 'Perry Mason' en de stevige ballade 'I Just want You'. Het stevige 'Gets Me Trough', dat ook wat kalmere fragmenten bevat, werd origineel uitgebracht op 'Down To Earth', waarna piano en orkest worden ingeschakeld voor 'Changes' dat Ozzy hier brengt in een duet met zijn dochter Kelly zodat een gevoelige ballade ontstaat. Het album 'Black Rain' levert het uiterst aanstekelijke en krachtige 'I Don't Wanna Stop' aan, waarna het uiterst vlotte, krachtige en stevige 'Let Me Hear You Scream' (met ditmaal gitarist Gus G.) uit de boxen knalt. Een nummer dat je ten andere terug kan vinden op het album 'Scream'. Eindigen doet deze compilatie met een live versie van wat misschien wel hét ultieme nummer is van Ozzy en/of Black Sabbath: 'Paranoid'. Meteen een knallende afsluiter van deze prima compilatie. Wie echt nog niets van deze artiest in huis heeft – en ik kan me eigenlijk niet voorstellen dat dit nog mogelijk is – haalt hiermee een sublieme collectie én meteen een mooi overzicht van de solocarrière van de man in huis. Liefhebbers die misschien een aantal van deze tracks missen, kunnen hiermee hun collectie aanvullen. Deze 'Memoirs Of A Madman' is verkrijgbaar als cd, 2dvd, 2lp. Aan u de keuze! Luc Ghyselen (4½) Epic/Legacy I 888750 15652 I Warner Music I Ozzy Ozbourne
Het Britse vijftal Amulet – Jamie Elton (vocals), Heathen Steven (guitar), Nippy Blackford (guitar), Bill Dozer (bass) en Dave Sherwood On Drums (drums)- brengen onvervalste klassieke heavy metal. Na het uitbrengen van slechts een demo, 'Cut The Crap' (2011) vond men bij Century Media de tijd rijp om een debuutalbum van dit kwintet uit te brengen. 'The First' laat je kennis maken met dertien tracks die allen schatplichtig zijn aan wat de grote voorbeelden – Judas Priest, Iron Maiden, Motörhead en zelfs Black Sabbath – in de jaren tachtig op ons los lieten. De nummers zijn allen vrij kort gehouden, en zo klinkt heavy metal misschien wel het best, maar toch klinkt het geheel me te retro in de oren. Slecht zal ik dit zeker niet noemen, maar toch kan ik me niet van de indruk ontdoen dat het dit gezelschap aan kracht en een eigen smoel ontbreekt. Ook geen echt goede zet is het feit dat er twee instrumentale tracks op dit album voorkomen die dan nog eens precies na elkaar worden geplaatst zowat halverwege het album. Het breekt dit album in twee stukken. Of Amulet hier echt hoge ogen zal gooien met deze 'The First' betwijfel ik eigenlijk wel. Want, laten we eerlijk wezen, ik hoorde afgelopen maand toch een heel aantal betere releases. Dit neemt evenwel niet weg dat de band dit album vlot kan verkocht krijgen na een daverende live-show. Luc Ghyselen (3) 'Awakening The Forest' is het derde album van het Alunah dat afkomstig is uit de Britse West Midlands. Het viertal – Sophie Day (vocals, guitar), Dave Day (guitar), Dan Burchmore (bass) en Jake Mason (drums) – brengen een mengeling van doom metal, psychedelische rock, klassieke hard rock en elementen uit de blues. Namen van bands als Black Sabbath en Cathedral schieten me spontaan te binnen bij het beluisteren van dit album. De zware, logge en stevige ritmes worden, net als bij deze twee voorbeelden, doorspekt met lichtjes bluesy en vooral psychedelisch aanvoelende invloeden. Die trage, log klinkende “wall of sound” wordt doorbroken en aangevuld met knappe, uitgesponnen gitaarinterventies en vooral door de bezwerende, uiterst rustige en kalme vocalen van Sophie, die zowel krachtig als soulvol overkomen. Slechts zes nummers telt dit album, maar die zijn dan ook behoorlijk lang uitgesponnen zonder ergens maar in herhaling te vallen of te vervelen. Dat het ook muzikaal niet altijd uiterst zwaar en log moet zijn, bewijzen ze met het afsluitende 'The Summerland, waar kalme, rustige en bezwerende akoestische gitaren de intro bepalen, waarna, door toevoeging van bass en drums, het tempo en de kracht een héél klein beetje worden opgetrokken zonder het bezwerende en kalme effect te verliezen, om dan nog later terug over te schakelen op hun “normale” krachtige en logge sound. Het zorgt er meteen voor dat je meteen na de psychedelische fade out de “repeat-knop” van je cd-speler opnieuw indrukt en je nogmaals wordt overgeleverd aan de bezwerende zang en het logge tempo van dit album. Samen met Avatarium, dat met Jennie-Ann Smith ook al een vocaliste in de rangen telt, is deze Alunah voor mij de nieuwe hype in de wereld van de doom metal. Luc Ghyselen (4) Zo nu en dan wordt ik nog steeds meer dan aangenaam verrast door een me onbekende of in ieder geval minder vertrouwde naam in het metal landschap. Zo ook met dit tweede album van het uit de buurt van Moskou afkomstige Tantal, een band die nochtans al sinds 2004 bezig blijkt te zijn en zich eerst profileerde als een melodieuze death/thrash metal band. Intussen slopen er veel invloeden uit de progressieve metal in hun muziek en werd o.a. originele vocaliste Sofia Raykova vervangen door Milana Solovitskaya, die op dit tweede album van het vijftal instaat voor cleane vrouwelijke vocalen. Wie instaat voor de uiterst rauwe en naar death metal neigende mannelijke vocalen is me nog steeds een raadsel. Maar, en dit weet ik pertinent zeker, het contrast die deze beide stemmen hier oplevert is werkelijk meer dan genietbaar. Op dit album krijg je tien nummers voorgeschoteld die ik misschien het best kan omschrijven als een mix van progressieve metal, melodieuze moderne metal en death metal. Deze mix valt meteen met de deur in huis tijdens de drie uiterst sterke en krachtige tracks die dit album openen en zorgt ervoor dat je bijna ademloos zit te luisteren naar de brute gewelddadige en krachtige mannelijke vocalen die zo mooi contrasteren met de eerder mooie, melodieuze cleane vocalen van Milana. De teksten worden gebracht op uiterst krachtige en energieke ritmes en tempo's die steeds melodieus blijven maar wel vol afwisseling steken. Drie tracks springen speciaal er toch uit omdat ze volledig anders klinken dan de overige. Met het akoestische en instrumentale 'In Tales Of Solitude' wordt je een eerste rustpunt gegund zodat je terug op adem kan komen. Ook al akoestisch is 'In The End Pt. 2 (Epitaph)' met enkel de hemelse stem van Milana. – De reguliere versie van dit nummer vind je terug op hun debuutalbum 'The beginning Of The End' (2009) dat werd uitgebracht bij Mazzar Records. En dan is er ook nog de in het Russisch gezongen afsluiter 'V Moih Glazah' dat zoveel zou betekenen als 'In My Eyes'. En al snap ik er geen snars van dit uiterst gedreven en energiek nummer sluit eindelijk aan bij wat ze het best brengen: een schitterende mix van melodieuze modern metal, death metal en progressieve metal. Nog een nummer wil ik speciaal vermelden: 'Expectancy Pt. 2 (Despair)' dat gewoonweg een schitterende melodieuze intro meekreeg om daarna verder te denderen als een bijna pure death metal track, maar uiteindelijk, dankzij o.a. een bass-solo en veranderingen in ritme en tempo dan toch weer neigt naar een progressieve metal track. Of om het nummer in een woord te beschrijven: “schitterend”. Ik geloof niet dat ik jullie nog moet meegeven dat ik echt “gevallen” ben voor dit tweede album van Tantal en dat ik nu ook jullie aanraad om dit werk te beluisteren. Luc Ghyselen (4½) Bakerteam Records I BT 041 CD I Tantal
'Eldritch' is het derde album van de Belgische band Saille die in 2008 werd gevormd door Dries Gaerdelen (keyboards, piano, clean vocals) toen hij muziek (symfonische black metal met epische invloeden) wilde brengen als zijn voorbeelden (Tartaros, Limbonic Art en Keep Of Kalessin). Het uiterst veelbelovende debuutalbum, 'Irreversible Day', verscheen in 2011 op het code666-label. Pers en publiek waren zeer lovend en dit resulteerde in een plaats op de afficeh van Graspop Metal Meeting in 2012. Meteen daarna doken de heren de studio in om aan een opvolger te werken. 'Ritu' verscheen zowat halfweg januari 2013 en bleek nog een grote stap voorwaarts. Intussen zorgde de band voor intense shows zowel in eigen land als in het buitenland. En nu is het vijftal – naast Dries hoor je hier ook Dennie Grondelaers (vocals), Reinier Schenk (guitar & bass), Jonathan Vanderwaal (guitar, clean vocals) en Kevin De Leener (drums) – er terug met dit negen nummers tellende 'Eldritch', een concept album in die zin dat elk nummer kan gelinkt worden aan een stuk uit de horror literatuur. De volledige trip, en die is méér dan de moeite waard, duurt zo'n vijfenvijftig minuten. Een vergelijking met de twee vorige dringt zich hier natuurlijk ook op, en dan valt het op dat er meer ruimte werd geschapen voor het gitaarspel zodat de keyboards ietsjes meer naar de achtergrond werden geplaatst. Dit komt het album duidelijk ten goede, want het is net of dit derde album zowel krachtiger als duisterder en agressiever overkomt dan hun twee vorige albums. Niet dat de piano (of keyboards) volledig aan de kant worden geschoven – je kan bijvoorbeeld uiterst sfeervolle pianofragmenten horen in 'Eater Of Worlds' (gebaseerd op het boek 'It' van Stephen King) of ook nog tijdens de gevoelige intro van 'Cold War' – maar stevige gitaarpartijen (zowel riffs als solowerk) nemen hier toch wel de bovenhand. Elk nummer bevat alle ingrediënten waarvoor Saille staat: uiterst stevige en agressieve black metal delen worden afgewisseld met intense fragmenten waarin symfonische elementen naar het voorplan treden. Misschien is het afsluitende 'Carcosa' de uitzondering op die regel daar het nummer tot over halfweg heel rustig en kalm verder kabbelt op symfonische orkestrale klanken om dan heel bruusk over te gaan en te eindigen in een agressieve black metal track. Het nummer dat de grootste indruk op mij naliet? Waarschijnlijk het uiterst krachtig en stevig openende 'Walpurgis' dat aan een hels tempo verder raast en waarin je naast de machtige stem van Dennie ook gefluisterde stemmen en koorgezang hoort. Of misschien toch maar 'The Great God Pan', waar de brute rauwe black metal stem van Dennie in schril contrast staat met het stukje gesproken tekst die ondersteund wordt door een rustige passage ? Het is echt zeer moeilijk kiezen, en bij iedere luisterbeurt vallen me nieuwe ingrediënten op. Het spreekt voor zich dat Saille met deze 'Eldritch' opnieuw een grote stap voorwaarts heeft gezet en het album zal waarschijnlijk bij vele adepten van black metal heel hoog eindigen in hun eindejaarslijstjes. Nu nog de andere metal liefhebbers overtuigen en met dit album kan dit gerust mogelijk worden! Luc Ghyselen (4½) Dit is het derde album, het eerste voor Scarlet Records, van deze Italiaanse band die in de promo wordt aangekondigd als een melodieuze rockband. Maar wat ik op deze 'Now' hoor, vind ik een pak steviger klinkend dan wat ik normaal verwacht onder de benaming “melodic rock”. Let wel, de elf nummers, twaalf als je kiest voor de digi-pack-versie, bevatten natuurlijk voldoende melodie om aan dit criterium te beantwoorden, maar misschien is het beter om het woordje “rock” te vervangen door “metal”, want dit is echt wel heel stevig wat het viertal hier op je loslaat. Al komen er, zoals het echt wel hoort in het genre, ook een paar ballades langs die dan weer te zeemzoet of te melig zijn voor de heavy metal fan pur sang, maar ook net iets te hard voor de modale muziekliefhebber. Het kwartet – Davide Merletto (vocals), Marco D'Andrea (guitars), Alex Furia (bass) en Stefano Arrigoni (drums) – zorgt immers voor een heel stevige en solide basis waarop de uiterst krachtige vocalen van Davide uitstekend tot hun recht komen. De meestal korte, maar knappe melodieuze gitaarsolo's zorgen voor een extra aandachtspuntje die het geheel nog wat omhoog duwt. Maar of dit echt genoeg is om op te vallen in de immense stroom van rock (of metal) releases die hier dagelijks in de bus vallen, betwijfel ik. Dus is deze 'Now' van Planethard te catalogeren onder de rubriek: “best wel knap en zeker in de toekomst in de gaten te houden”. Luc Ghyselen (3½) Scarlet Records I SC 266-0 I Planethard
Je houdt van de arena rock, sleaze rock, glam rock, hair metal of stevige AOR, of hou je het ook wil gaan noemen? Je kent het wel, het genre dat in de jaren tachtig enorm populair was dankzij bands als Mötley Crüe, Ratt, Poison, Warrant, Dokken, … Wel dan is deze 'Sex First', het debuutalbum van het Italiaanse vijftal Midnight Sin, misschien precies wat je zoekt. Negen aanstekelijke tracks, het “openingsnummer” reken ik hier niet bij wegens het feit dat dit een nietszeggend gesproken stukje onzin is, in het genre worden hier op je losgelaten. Wegens het feit dat ik dit soort rockmuziek nooit echt “top” vond, en het feit dat ik dit al te vaak en waarschijnlijk reeds stukken beter heb gehoord, boeit dit me niet echt. Slecht kan ik dit natuurlijk niet noemen en dit mag gerust langskomen tijdens een of ander radioprogramma (heel graag zelfs), maar van zodra het nummer gepasseerd is, zal ik al niet meer weten wie of wat ik precies gehoord heb. Dit is dus heel leuke muziek om tijdens een feestje waar het gerstenat al rijkelijk gevloeid heeft nog eens extra uit de bol te gaan. Nee, niet echt mijn ding, maar liefhebbers van het genre zullen me heel waarschijnlijk volmondig tegenspreken. Toch wil ik, voor mij althans, één echte uitschieter vermelden: het uiterst stevige, uptempo gebrachte en toch catchy 'Rise & Yell'. Luc Ghyselen (3) Bakerteam Records I BT 039 CD I Midnight Sin
Miava is de nieuwe naam van Maria Isn't A Virgin Anymore, een viertal uit het West-Vlaamse Lichtervelde die garant staat voor een stevige set stoner rock in een stijl die me meteen doet denken aan Karma To Burn. Na twee epees is dit het eerste full-album van het kwartet. De negen nummers die je vind op deze 'Essay On Bentham' worden opgedeeld in vier delen: 'Fear', 'Profit', 'Control' en 'Absorption'. Er wordt nog rustig en zelfs wat aarzelend van start gegaan met 'Intifada', maar al vlug zorgen stevige riffs ervoor dat het tempo de hoogte ingaat. Voeg daarbij de stevige en knappe drumpatronen, het solide basswerk en de knap gearrangeerde gitaarpartijen en je krijgt een dijk van een instrumentaal stoner rock album dat nergens verslapt of gaat vervelen. Dit kwartet – Brecht Vanvyaene (gitaar), Jelle Reynaert (gitaar), Jelle Tommeleyn (drums) en Thijs Vangheluwe (bas) – verdient het om in dezelfde adem genoemd te worden met meer gereputeerde buitenlandse stoner rock bands en 'Essay On Bentham' mag in geen enkele platencollectie ontbreken van een zichzelf respecterende stoner rock fan. Luc Ghyselen (4) Rough Trade I 5411530500611 I Miava
|
|