cd reviews
Cavalera Conspiracy is natuurlijk de band rond de Braziliaanse broertjes Max (zang, ritme-gitaar) en Igor (drums) Cavalera. Beiden hadden eerder, in 1984 meer bepaald, de band Sepultura uit de grond gestampt, maar eerst verliet Max (1997) en daarna Igor (2006) deze band. En vanaf 2008 zijn beide broers samen te bewonderen in Cavalera Conspiracy, dat, net als zijn Braziliaanse voorganger, uiterst zware en stevige groovy thrash metal brengt. Niet dat de broertjes nu zo creatief zijn met dit project, ze hebben allebei immers ook nog andere bands waarmee ze toeren en albums opnemen, want deze 'Pandemonium' is pas het derde album onder de naam Cavalera Conspiracy. Op deze 'pandemonium' krijg je twaalf uiterst brutale en agressieve tracks in de maag geramd. De drumpartijen van Igor zijn ongemeen hard, zwaar, stevig en zorgen meestal voor een verschroeiend tempo. De gitaarriffs van Max zijn agressief en uiterst brutaal terwijl hij ook vocaal in zijn gal uitspuwt op een agressieve manier. Ook de overige twee leden van het viertal laten zich niet onbetuigd. Kersverse bassist Nate Newton lijkt me de ideale man om samen met Igor voor die retestrakke en solide basis te zorgen, terwijl de flitsende gitaarsolo's van Marc Rizzo in snelheid niet moeten onderdoen voor de drumpatronen van Igor en in brutaliteit zeker niet de mindere zijn van de vocalen en riffs van Max. Dat je met deze muzikanten en deze gegevens echt waar voor je zuurverdiende euro's krijgt bewijst elk nummer hier opnieuw. Het openingsnummer, 'Babylonian Pandemonium', bezorgt je meteen de eerst rillingen en dat vooral dankzij de zware en van heel diep komende rochelende vocalen van Max. Het tempo ligt meteen uiterst hoog: de drumpatronen vliegen je als kogels rond de oren en worden op perfecte wijze ondersteund door een dreigende bastonen en agressief klinkende gitaarriffs. Maar als je denkt om even naar adem te kunnen happen na deze eerste mokerslag ben je er echt aan voor de moeite want 'Bonzai Kamikaze' is werkelijk van hetzelfde laken een pak. Opnieuw aan zo'n immens tempo wordt je werkelijk murw gebeukt terwijl je ook opnieuw wordt meegesleurd door die agressieve en brutale vocalen zodat er eigenlijk niets meer van je over blijft. 'Scum', 'I, Barbarian' blijven op datzelfde stramien verder borduren. Voor 'Cramunhao' zorgen eigenaardige klanken dat het nummer voor wat afwisseling zorgt. Die moderner klinkende effecten komen ook nog tot uiting in 'Apex Predator' en komen wellicht uit de koker van Igor die nogal veel met dansmuziek bezig is de laatste jaren. Bemerk in dat laatste nummer ook de mooi op de voorgrond komende baslijnen. Maar laat je echt niet misleiden met deze twee tracks, want het tempo blijft gewoon verschroeiend hard en de vocalen verliezen niets aan brutaliteit of agressie. Ik heb het nog niet echt gehad over de werkelijk in elke track opduikende smerige en toch wel fantastisch klinkende gitaarsolo's, maar wat Marc uit zes instrument haalt tijdens 'Insurrection' is eigenlijk meer dan adembenemend. Wat een track, wat een snelheid, wat een solo! In 'Not Losing The Edge', waar het tempo tijdens de intro wat zakt, hoor je kleine accenten uit de oosterse muziek binnensluipen in het gitaargeweld, waarna 'Father Of Hate' gewoonweg de weg verder zet die het viertal reeds had ingeslagen bij de eerste track: snoeihard, supersnel, agressief en brutaal. Daarna volgen nog 'The Crucible', 'Deus Ex Machina' en 'Porra'. Maar ook voor deze drie tracks werd het uitstekende recept waarmee dit album begint niet gewijzigd, al bevat de laatste track wel ritmes die naar Zuid-Amerikaanse muziek neigen, zodat je hier kan spreken van een album dat van het prille begin tot het bittere einde aan een moordend tempo over je heen dendert en waar agressie en brutaliteit hand in hand gaan met een groovy sound waar flitsende gitaarsolo's de kers op de taart zijn. Het is duidelijk dat Cavalera Conspiracy met deze 'Pandemonium' zijn sterkste album tot nu toe heeft afgeleverd. Luc Ghyselen (4½)
0 Opmerkingen
Het, en ik zal me nu erg voorzichtig uitdrukken, uiterst geschifte gezelschap Kontrust uit Oostenrijk is er terug met zijn derde full-album 'Explositive'. De band brengt een erg eigenzinnige mix aan muziekstijlen wordt gemakshalve ondergebracht in het vakje “cross-over”. Hoe je hun muzikale brei het best omschrijft, weet ik uiteindelijk ook niet. Er komen delen metal langs, maar ook evengoed delen popmuziek, of delen elektronica, of delen Oostenrijkse folkloristische muziek, of delen … Alles en nog iets passeert de revue. Dankzij de single 'Bomba' uit 2010 deden ze ook al heel wat stof opwaaien in de lage landen. Vorig jaar nog zag ik de band aan het werk tijdens het MFVF te Wieze waar ik het na een aantal nummers voor bekeken hield: die muzikale mix aan stijlen is wel erg opzwepend te noemen en er gebeurt wel altijd iets op het podium, maar dit had maar weinig te maken met metal of een van de subgenres van metal. Ditzelfde probleem heb ik ook met dit derde album van deze Oostenrijkse band. Ik zal niet beweren dat dit slecht is, maar aan mij is dit echt niet besteed. Maar daar dit eerder “party-muziek” is, moet ik mezelf misschien toch nog eens overtuigen om een concert van dit uitbundig gezelschap bij te wonen. Misschien, en dan wel heel misschien, kunnen ze me dan overtuigen. Luc Ghyselen (2) “Weeral een nieuw album van deze man !!!”: dit was mijn eerste reactie toen ik deze cd onder ogen kreeg. Sommigen noemen Devin Townsend een muzikaal genie, anderen noemen deze ex psychiatrisch patiënt een muzikale chaoot. In elk geval, stilzitten doet hij niet: als tweeënveertig jarige heeft hij met Z² zijn twintigste album op ons losgelaten. Deze Canadees startte zijn carrière bij Strapping Young Lad, richtte dan zijn eigen band op genoemd Devin Townsend en dit ging verder met The Devin Townsend Project. Zijn complexe persoonlijkheid uit zich ook in zijn muziek die varieert van zware metal en trash metal over progressieve rock en blues tot zelfs melodieuze rock. Dit zelfs allemaal op één cd. Door deze mix van stijlen, waar ik nochtans van hou, heb ik steeds een dubbel gevoel bij deze band: hij blaast warm noch koud. Sommige nummers vind ik echt goed, andere nummers vind ik te rommelig en te chaotisch. Deze cd is opgevat als een conceptalbum waarbij de auteur ons een gans space verhaal vertelt: tussen en in diverse nummers wordt gewoon een verhaal verteld. Men kan dit vergelijken met de albums van Ayreon maar waar ik bij Arjan Lucassen, het brein achter Ayreon, altijd een gevoel heb dat alles perfect in elkaar vloeit heb ik bij Devin Townsend (te) vaak het gevoel dat het wat rommelig aan elkaar hangt . Na herhaaldelijk beluisteren kan ik deze cd meer en meer appreciëren, maar echt grote fan ben ik niet – bij geen enkele cd van deze band trouwens: het is mij te chaotisch. Desondanks staan hier echt sterke nummers op: 'Rejoice', 'Fallout', 'Midnight Sun', 'Universal Flame', 'March Of The Poozers', 'Silent Militia', 'Rain City' en 'Before We Die' zullen vele luisteraars kunnen bekoren. Maar slechts acht nummers van de drieëntwintig op deze dubbel cd waar ik echt een goed gevoel bij heb is voor mij te weinig. Toch wil ik niets afdoen van de onmiskenbare muzikale talenten van Devin Townsend en bovendien klinkt de stem van de backing vocaliste (Anneke van Giersbergen) mij zeer aangenaam in de oren. Maar dit ten spijt, zal deze band nooit tot mijn favoriete groepen behoren. Bart Verlinde (3) Toen ik kennis maakte met het vorig album 'The Mountain' van deze jonge band uit Londen (opgericht in 2007) werd ik gewoonweg van de sokken geblazen: ik stond versteld dat zo’n jonge gasten zo’n geweldig album konden maken. 'The Mountain' is één van de beste prog albums uit mijn collectie en in het progwereldje al bijna beschouwd als een “klassieker”. Bleek dat dit al het derde album was van deze proggers: op hun vorige cd’s 'Aquarius' en 'Visions' was al het potentieel van deze band te horen maar hun talent kwam pas helemaal tot zijn recht op 'The Mountain'. 'Restoration' is slechts een EP maar hier gaat Haken gewoonweg op hetzelfde elan verder: slechts 3 nummers maar opnieuw magistrale muziek. Typisch aan hun muziek is de enorme tempowisselingen en stijlbreuken binnen één zelfde nummer. Goeie zang van Ross Jennings, gitaarwerk in mooie symbiose met het toetsenwerk, wat vaak wel sterk aanwezig maar telkenmale op tijd stopt om vervelend te worden en de kers op de taart is het magistrale drumwerk van Raymond Hearne, voor mij één van de betere drummers van zijn generatie. 'Darkest Light' is een nummer dat perfect op hun vorige cd kon staan: ritmewisselingen, veel bombarie, veel keyboards, sterke zang en de drummer klopt er op los: de typische Haken sound. 'Earthlings' is een veel rustiger, meer ingetogen nummer waar de veelzijdigheid van deze band tot uiting komt. En zet je dan schrap voor het bijna twintig minuten durende 'Crystallised': voor mij één van de beste nummers van deze band: een reis doorheen diverse stijlen met een jazzy begin, gevolgd door wat slepende prog, om dan uit te barsten in een explosie van gitaren en keyboards, ondersteund door de ook hier weer geweldige drummer om dan weer wat rustiger te klinken. Voor diegenen die voor de eerste keer kennis maken met Haken kan alles nogal wat overdreven bombastisch overkomen maar na elke luisterbeurt ontdek je nieuwe zaken en wordt je meer en meer fan. Bart Verlinde (4½) Het uit Seatle afkomstige Sanctuary ontstond in 1985, zorgde met 'Refuge Denied' (1987 – met als producer Dave Mustaine (Megadeth)) en 'Into The Mirror Black' (1989) voor twee uitstekend ontvangen albums, maar overleefde net als zoveel andere bands die opkomst van de grunge niet en splitte in 1992. Vocalist Warrel Dane en bassist Jim Sheppard stonden samen met gitarist Jeff Loomis mee aan de wieg van Nevermore, terwijl drummer Dave Budbill en de twee originele gitaristen Lenny Rutledge en Sean Blosl de muziekwereld voor bekeken hielden. Maar in 2010 begon het weer te kriebelen bij Lenny en hij contacteerde Warrel om hem een compleet nieuwe song te laten horen. Het klikte opnieuw en daar er wat barsten kwamen bij Nevermore werd Sanctuary nieuw leven ingeblazen door Lenny Rutledge (gitaar), Warren Dane (zang), Jim Sheppard (bass), Dave Budbill (drums) en nieuwe gitarist Brad Hull. En zo is 'The Year The Sun Died' het eerste nieuwe album in vijfentwintig jaar voor Sanctuary. Een kleine vijftig minuten lang, elf nummers, kan je opnieuw genieten van onvervalste, rechttoe rechtaan, stevige US Metal. De nummers zijn in de eerste plaats krachtig en heavy, maar bevatten ook voldoende melodie om zelfs power metal fanaten te gaan bekoren. Voeg daarbij de stevige en erg krachtig klinkende vocalen van Warren en je begrijpt dat het vijftal hier een knap album heeft afgeleverd, zeker als je weet dat zowat alle nummers werden geschreven door iemand die zo'n vijfentwintig jaar lang zowat niets meer te maken had met muziek (Lenny Rutledge). En dan vergeet ik bijna nog de knappe gitaarsolo's te vermelden die in elke song opduiken. Ik hoop voor dit vijftal dat deze 'The Year The Sun Died' opnieuw de deuren opent op weg naar een succesvolle carrière, al is het muzieklandschap in deze tijd natuurlijk ontzettend verandert en streven er deze dagen wel een pak meer bands dan vroeger naar onsterfelijke roem. En als je kiest voor “limited edition mediabook” kreeg je er met 'Waiting For The Sun', een cover van het bekende Doors-nummer, nog een twaalfde track bij. Luc Ghyselen (4) Het Zweedse Crazy Lixx werd in 2002 opgericht en bracht hun debuutalbum, 'Loud Minority', uit in 2007. Kort daarna verliet stichtend lid en gitarist Vic Zino de band om naar Hardcore Superstar over te stappen. Deze Crazy Lixx versierde dankzij zijn doorzettingsvermogen de kans op een platendeal bij het Italiaanse kwaliteitslabel Frontiers Records en is er met dit titelloze album toe aan zijn derde full-album. Het vijftal brengt een mix van hard rock en glam metal die je ook kon onderbrengen onder de noemer hair metal en dan zijn invloeden van bands als Def Leppard en Mötley Crüe nooit ver weg. Dit is hier niet anders en de lichtjes bombastische muziek van de heren zal dan ook beter aanslaan in de V.S. dan hier op het oude continent. Dat neemt niet weg dat je hier uit de bol kunt gaan met melodieuze, rockende meezingers als het openingsnummer 'Hell Raising Women' of het aanstekelijke 'Ain't No Rest In Rock 'N' Roll' (voor mij de beste track op dit album) om maar die twee te vermelden. Elf nummers vind je op dit vierde album waarvan tien nieuwe gepende tracks en een nummer dat je ook kon vinden op hun niet meer verkrijgbare debuutalbum. Het nummer 'Heroes Are Forever' was ook hun allereerste single en ontbreekt nooit op hun playlist tijdens live concerten. Hou je van deze muziek die vooral eind jaren tachtig enorm populair was dankzij vooral MTV, dan zal dit dus ook spek voor je bek zijn. Luc Ghyselen (3½) Rated X is een nieuwe band die dankzij Serafino Perugino (president van het label Frontiers Records) in het leven werd geroepen rond zanger Joe Lynn Turner (ex-Rainbow, ex-Deep Purple, ex-Yngwie Malmsteen). Drummer Carmine Appice (o.a. ex-Ozzy Osbourne, ex-Vanilla Fudge) was de eerste die toehapte. Ook bassist Tony Franklin (ex-The Firm, ex-Whitesnake, ex-Blue Murder) zag brood in de band en tenslotte hapte ook gitarist Karl Cochran toe. Al hoor je i.p;V; Karl hier ook Nikolo Kotzev op een aantal nummers en zelfs Daniel Palmqvist op een nummer. Wie te horen is op de keyboards werd hier bij deze promo niet vermeld, maar ik vermoed dat dit het werk is van Alessandro Del Vecchio (Hardline, Voodoo Circle, …), die hier ook als producer van dienst is. Je krijgt twaalf nummers klassieke hard rock op dit titelloze debuutalbum voorgeschoteld. De invloeden van bands als Rainbow en misschien nog meer van Deep Purple druipen hier zo van de tracks. Dat betekent dus: uitstekende vocalen, een meer dan degelijke ritmesectie, knappe gitaarsolo's die geregeld in duel mogen gaan met de keyboards (o.a. 'Get back My Crown', 'I Don't Cry No More'). Naast de uptempo tracks, die het grootste deel van dit album uitmaken, is er natuurlijk ook ruimte voor ballades en dan is 'Lhasa' daar eentje van. Maar dan een vrij speciaal want tijdens de break wordt er ruimte gemaakt voor zowel de keyboards, de drum en de gitaar. Verder wil ik ook nog meegeven dat 'Devil In Disguise' niet het bekende nummer is van Elvis Presley, maar wel een nieuwe eigen track. Dus voor elkeen die nog steeds vergroeit is met de klassieke hard rock uit de jaren zeventig is deze Rated X een erg aangename aanvulling voor de collectie. Zelf heb ik de indruk dat deze band weinig of niets aan het genre toevoegt en dat er iets te veel op automatische piloot, op “safe”, wordt gespeeld. Luc Ghyselen (3½) We schrijven 1984: Whitesnake (David Coverdale – Mel Galley – Jon Lord – Micky Moody – Colin Hodgkinson en Cozy Powell) brengen het uiterst succesvolle 'Slide It In' op de markt. Natuurlijk willen de heren dat album promoten en dus trekken ze de baan op om het album te ondersteunen. Toch even meegeven dat bassist Colin Hodgkinson en gitarist Micky Moody hier al vervangen waren door Neil Murray en John Sykes, maar ook deze twee artiesten konden duidelijk hun mannetje staan. Dus krijg je hier nummers die tijdens die tournee werden opgenomen. Het spreekt voor zich dat er vooral nummers uit 'Slide It In' aan bod komen, maar daar stonden voldoende uiterst knappe hard rockende blues tracks op om er een spetterende show van te maken: 'Gambler', 'Guilty Of Love', 'Love Ain't No Stranger' en 'Slow 'n' Easy' kregen hier dus een live uitvoering naast 'Soldier Of Fortune', 'Crying In The Rain', 'Ready an' Willing' en 'Walking In The Shadow Of The Blues'. Daarnaast hoor je hier ook nog een sublieme gitaarsolo van John Sykes. Daarnaast vind je hier ook nog eens drie nummers die op het 'Super Rock 84'-festival werden opgenomen: andere versies dus van 'Love Ain't No Stranger', 'Ready An' Willing' en 'Slow An' Easy'. En de cd sluit af met een “medley” (nou ja de volgende vier nummers – 'Gambler', 'Guilty Of Love', Love Ain't No Stranger' en 'Ready An' Willing' – die gewoonweg na elkaar worden gebracht zoals je toen veelvuldig hoorde tijdens een concert van Whitesnake) waar je Jon Lord nog hoort tijdens zijn allerlaatste concert met Whitesnake in Las Vegas. Daar dit opnames zijn uit 1984 kan je hier nog genieten van de bluesy hard rock die Whitesnake toen bracht en waarmee ze dus succes haalden en niet met hun heavy metal versies die ze tegenwoordig op de festival en concertganger loslaten. Daar dit hier een cd/dvd pakketje is kan je alles ook nog eens goed bekijken ook. En valt je het ook op dat David Coverdale toen nog zijn nummers zong en niet schreeuwt zoals nu? Meteen een heel knap tijdsdocument – en misschien ook wel een ode aan gitarist Mel Galley, drummer Cozy Powell en toetsenist Jon Lord die alle drie helaas veel te vroeg zijn heen gegaan – en een mooie aanvulling voor liefhebbers van bluesy hard rock. Luc Ghyselen (4) Het Britse Orange Goblin is met deze 'Back From The Abyss' toe aan zijn achtste studio-album sinds hun ontstaan in 1995. En het viertal – Ben Ward (vocals), Martyn Millard (bass), Joe Hoare (guitars) en Chris Turner (drums) – brengt op dit album twaalf nummers vettige stoner rock waar ook invloeden van klassieke hard rock en zelfs blues in doorsijpelen. Openen doen ze meteen in vijfde versnelling met 'Sabbath Hex', een krachtig moddervet nummer die meteen de toon zet voor de rest van dit album. Al even krachtig en misschien zelfs nog een versnelling hoger klinkt 'Übermensch'. Daarna volgt het uiterst gedreven 'The Devil's Whip' dat naar mijn gevoel nog dubbel zo lang mocht duren, maar om deze sneltrein bij te houden … Een deeltje in de titel van 'Demon Blues' laat je al meteen weten waar het viertal een deeltje van de mosterd haalde voor deze zware en rauwe bluesrocksong. In 'Heavy Lies The Crown' wordt er erg bluesy geopend om later aan tempo en kracht te winnen en uit te groeien tot een knallende stoner rock track. Met 'Into The Arms Of Morpheus' zijn we aanbeland bij de langste track op dit album. Een intro met enkel bass opent dit sfeervolle nummer, waarna gitaar en drums invallen. Het duurt even voor ook de rauwe en ruwe stem van Ben zijn opwachting maakt. Invloeden uit psychedelische rock zijn, hoe kan het ook anders met zo'n titel, hier duidelijk aanwezig. Ook in het aanstekelijke 'Mythical Knives' gaan ze er weer behoorlijk krachtig tegenaan, waarna het tempo met een stevige ruk de hoogte inschiet voor het vette 'Bloodzilla'. Krachtig, stevig, zwaar en natuurlijk moddervet zijn de kernwoorden die in me opkomen bij het beluisteren van 'The Abbys'. Het melodieuze, korte instrumentale 'Titan' is een rustpuntje waarna er alweer een moddervette, krachtige track langs komt met 'Blood Of Them', waar je elementen uit blues, hard rock, psychedelica en zelfs spacerock ontdekt naast hun eigen, steeds aanwezige, basis van stoner rock. Eindigen doet het viertal met het krachtige instrumentale 'The Shadow Over Innsmouth'. Fans van stoner rock en zeker van de band zelf zullen dit album zeker noteren in hun top vijf van dit jaar. Andere liefhebbers van stevige rock en/of metal doen er goed aan dit album (en deze band) te gaan ontdekken. Luc Ghyselen (4½) Wie “Groot Britannië” en “epische black metal” in een zin gebruikt komt dikwijls uit bij Winterfylleth, een viertal dat sinds 2007 hun muziek op de argeloze luisteraar loslaat. Met deze 'The Divination Of Antquity' zijn de heren aanbeland bij hun vierde full-album. Tussen dit album en de vorige zijn er niet zoveel verschillen te merken. Uiterst snelle stukken black metal worden nu en dan afgewisseld met uiterst melodieuze gitaarstukken die je als sfeerfragmenten kan beschouwen. 'A Careworn Heart' is daar zowat het perfecte voorbeeld: openen met een schitterend stuk akoestische muziek waar je echt stil van wordt, om dan snoeihard uit te pakken met stevige gitaarpartijen die geruggensteund worden door verpletterende baslijnen en donderende drumpatronen. Met daarbij dan ook nog de zware, rauwe vocalen die je een eerder donker en rusteloos gevoel geven. En zo mag je alle negen tracks op dit album beschouwen: uiterst knap uitgewerkte songs die, meestal, ook nog een episch gevoel uitstralen. Meer moeten de fans van de band niet krijgen om dit album naar waarde te schatten, dat dan ook hoog zal eindigen in menig jaarlijstje van een rechtgeaarde black metal fanaat. Luc Ghyselen (4) |
|