cd reviews
My Dear Addiction is een Zweedse band die je op hun tweede album trakteert met melodieuze metalcore. 'Kill The Silence', de opvolger van 'New Blood' (2010), zorgt voor tien tracks intens luisterplezier als je van het genre houdt. De meest tracks blijven mooi tussen de lijntjes van het genre kleuren en voegen daar niet echt iets aan toe. “Slecht?”, nee heel zeker niet, maar het blijft toch allemaal zo stereotiep: harde en stevige fragmenten met agressief klinkende vocalen worden afgewisseld met rustiger of kalmere passages waar de stem dan ook op een meer normale manier aangewend wordt. Toch ontdekte ik een track waar het huidige vijftal – Kim Lindstén (vocals), Peter Parkeborn (drums), Johannes Nordigards (bass), Christoffer Holm (gitaar) en Ludvig Blaesild (gitaar) – een aantal nieuwe ideeën in verwerken: de mooi gevonden fragmentjes waarin met de handen wordt geklapt, de perfect georkestreerde samenzang en de toch wel vele wisselingen in tempo en ritme. Dit, en natuurlijk de normale ingrediënten in de metalcore, komen allemaal aan bod in wat voor mij toch wel absoluut de sterkste track van dit album mag genoemd worden: 'Always Around You'. Maar een vogel maakt natuurlijk de lente niet, en een bijzonder goede track op een album zorgt er dus niet voor dat dit album echt de middenmoot overstijgt. Toch wil ik dit kwintet het voordeel van de twijfel geven. Luc Ghyselen (3½)
0 Opmerkingen
Het Italiaanse Chronos Zero werd in 2011 opgestart, eerst nog als een solo-project van Enrico Zavatta (gitaar, keyboards, piano), maar met de toevoeging van eerst bassist Federico Dapporto en het jaar nadien van drummer Davide Gennari werd Chronos Zero toch een band. Dit trio bundelde hun krachten met vocalist Jan Manenti en toetsenist Giuseppe Rinaldi voor een eerste album: 'A Prelude To Emptiness – The Tears Path: Chapter Alpha' (2013), een album dat ik zelf echt wel heel hoog heb ingeschat ook dankzij de soepele gastvocalen van Claudia Saponi. En nu is Chronos Zero er dus met de opvolger. Eerst even meegeven dat de line-up drastisch werd gewijzigd want zowel Giuseppe als Jan zijn er niet meer bij en die werden vervangen door Manuel Guerrieri, die instaat voor de mannelijke scream vocalen, en Margherita Leardini, die de vrouwelijke vocalen voor haar rekening neemt. Ook werden extra gasten aangetrokken voor dit verbluffende conceptalbum: Simone Mularoni (DGM – gitaar, en ook als producer), Matt Marinelli (Borealis – gitaar, zang) en … Jan Manenti (Love.Might.Kill – zang). Het eindresultaat is een epische sage waarin mysterie, duisternis, misleiding en hoop in een mythologisch stuk worden samengebracht. Het album schiet meteen raak met de openingstrack: 'The Compression Of Time', waar, zoals het natuurlijk hoort bij progressieve metal tal van wijzigingen in ritme, tempo, kracht en souplesse om voorrang strijden. We maken ook meteen kennis met de verschillende stemmen die dit verhaal tot een goed einde moeten brengen. Die stemmen strijden ook in de hier op volgende tracks, 'Fracture' en 'Shattered', om je aandacht, terwijl filmische grandeur opgesmukt wordt met de nodige bombast en de toch wel voortreffelijke gitaarsolo's. Margherita mag het daarop alleen klaren in het toch wel schitterende en uiterst gevoelig gebrachte 'On The Tears Path', waarin strijkers en pianoklanken zorgen voor de bijpassende ondersteuning. 'Who Are You' kan je misschien best zien als een instrumentale intro tot het krachtige en agressief 'Who Am I (Overcame By Blackwater Rain)' waar mannelijke vocalen en screams met de volle aandacht gaan lopen tot een mysterieuze en lichtjes Midden-Oosters klinkend break opduikt. Ook nu weer zijn tempo en ritmewisselingen niet te tellen en komt er een mooie gitaarsolo langs. Over 'Ruins Of The Memories Of Fear' en het duistere 'Phalanx Of Madness', al zorgen de korte intermezzo waar de vrouwelijke voor wat lichtvlekjes, gaat het naar wat misschien wel hét paradepaardje is op dit album: het drieluik 'Oblivion' ('Pt 01._The Underworld', 'Pt 02._The Trail Of Maat' en 'Pt. 03_'The Harp'). Het eerste deel opent erg energiek en machtig en die kracht (vocaal gebracht door de mannen) wordt enkel onderbroken door een paar fragmenten kalmte waarin de vrouwelijk vocalen de aandacht opeisen. Een weergaloze gitaarsolo is de kers op de taart. Het tweede deel gaat op dit elan verder en wisselt dus hoopgevende fragmenten af met passages vol brute kracht. Maar vergis je zeker niet in de vocale kracht van Margherita die in het derde deel zowel gesproken tekst als krachtige als hoge zang op zijn best laat weerklinken. Ook het volgende korte instrumentale 'The Fall Of The Balance' mag je als intro beschouwen voor het daaropvolgende 'Near The Nightmare', opnieuw een track waarin de band goochelt met tempo en ritmewisselingen en die ook op gebied van gevoel varieert van hoop van naar verdoemenis en weer terug. Eindigen doet Chronos Zero met het instrumentale 'From Chaos To Chaos' die je toelaat om nu reeds verder te dromen van een vervolg op deze 'Hollowlands – The Tears Path: Chapter One'. Moet ik je er nog bij vertellen dat ik opnieuw zwaar onder de indruk ben van dit werkstuk? Zelf noemt de band Dream Theater, Symphony X, Adagio, Meshuggah en Nevermore als grootste invloeden, maar dit is een werkstuk dat elke fan van progressieve metal op zijn minst moet gehoord hebben en ja, eigenlijk in zijn collectie moet onderbrengen. Luc Ghyselen (4½) Scarlet Records I SC 293-2 I Chronos Zero
Ik zal maar eerlijk bekennen dat Cloudscape een nieuwe naam voor mij voor mij is. Wat opzoekwerk leert me dat de band nochtans reeds actief sinds 2001 en sindsdien al vier albums afleverde zodat deze 'Voice Of Reason' nummer vijf is geworden. En na, voor mij niet erg goed klinkende intro, barst dit vijftal los met een gedreven 'A New Design', een stevig en toch aanstekelijke track waarin de heren je meteen meenemen op hun reis en je onderdompelen in hun eigen sound: een mix van power metal en progressieve metal die me vooral doet denken aan Symphony X. 'Futuristic Phsyco' gaat op de ingeslagen weg verder: catchy maar toch uiterst krachtige vocalen (Mike Andersson, ook keyboards), prachtige gitaarriffs die worden opgesmukt met wervelende en uiterst inventieve gitaarsolo's (Patrik Svärd en Stefan Rosqvist), uiterst krachtige pompende basslijnen (Hakan Nyander) en wervelende drumpatronen (Fredrik Joakimsson, ook extra keyboards). 'Don't Close Your Eyes' doet daar nog een schepje bovenop dankzij opnieuw die fantastische gitaarsolo's, maar ook dankzij een aantal wijzingen in ritme en tempo. Op gebied van aanstekelijkheid (of mag ik zeggen radiovriendelijkheid) doet dit me wat denken aan Asia, maar dan wel een heel stuk zwaarder dat me dus vooral richting Symphony X doet denken. Met 'All For Metal' hebben ze een meezinger van formaat gemaakt die tijdens elk concert van het kwintet uit volle borst zal meegebruld worden. Het titelnummer is dan weer een echte prog metal track geworden waar je de verschillende tempo's en ritmes niet op de vingers van je beiden handen te tellen vallen. Wat echter wel overeind blijft, zijn de krachtige vocalen en het toch wel fabuleuze en inventieve gitaarwerk. Voor 'Thunders Of Extreme' blijven alle reeds eerder aangehaalde ingrediënten van kracht met uitzondering dat hier minder wisselingen in ritme en tempo langskomen. 'Needle In The Eye' opent rustiger maar dit is echt van korte duur, want het tempo wordt de hoogte ingejaagd en opnieuw is er die aanstekelijke maar krachtige zanglijn die ondersteund wordt door mooie stukjes op de keyboards en een mooi terugkerend drumpatroon. Met 'In Silence We Scream' zit dit album er alweer op. Dit keer wordt er geopend met akoestische gitaren en wordt dit kalme en rustiger gedeelte een stuk langer aangehouden dan in de vorige track, maar ook hier zwelt de kracht aan tot een immense powervolle track. Wat me nu nog rest is enkel de repeat-knop op mijn cd-speler. Vanaf deze 'Voice Of Reason' heb ik mezelf verplicht van deze band toch een stuk nauwlettender in het oog te gaan houden. Kunnen deze heren dit ook live waar maken? Luc Ghyselen (4½) Arcanum XII werd geboren in 2012 uit een gezamenlijk idee van bevriende muzikanten om een muzikaal project met een laagje progressieve metal op te richten, desondanks het feit dat ze zich in een buurt bevinden waar dit muziekgenre weinig kans heeft om te overleven. Na korte kennismaking betreden de leden onmiddellijk de oefenruimte van drummer Mattia Piva, om met het componeren van de eigen nummers van start te gaan. Deze zijn aanvankelijk power metal & symfonische prog metal getint, met als grote voorbeelden Rush, Dream Theater, Vanden plas, King Crimson etc… Van start af trachten ze om ruimte te bieden aan elk individueel instrument en ieders eigen inbreng te integreren alsof hun leven er vanaf hangt. Na maanden van "technische testen" werd echter besloten om de zanger te vervangen door een stem die meer geschikt is voor de nummers die ze bij elkaar schreven. Deze taak werd toebedeeld aan Fabio Punchina, één van de krachtigere stemmen in het genre. Met het verstrijken wordt afgestapt van het power metal idee om een meer complexe progressieve aanpak met melodische wendingen in te slaan. Als later ook Mirco Mandruzzato op keyboards toetreed tot de groep geeft deze de ‘final touch’ die ontbrak in de groep. Tot op vandaag de dag is de bezetting stabiel gebleven en verloopt de samenwerking goed. De nummers klinken steeds progressiever en de sound zoals geïntroduceerd met de nieuwe toetsenist, gecombineerd met het grote stembereik van Fabio wordt hun handelsmerk. Deze Italiaanse band speelt progressieve metal met knap vocaal werk, spannende en opbouwende atmosferen… Klasse arrangementen waar vele startende bands enkel van kunnen dromen. Na de “Intro” track die voornamelijk bestaat uit kosmische geluiden en het afstemmen van een radio naar een goed radiostation, wat mijn inziens niet zo origineel meer is, barst het progressieve geweld echter los en wordt je verrast door de intro van “Why” die in de eerste minuut al verscheidene breaks en wisselingen kent. Het is duidelijk dat Vocalist Fabio Punchina een groot stembereik heeft en ook het toetsenwerk op deze plaat een bepalende rol gaan spelen voor het melodische gedeelde van dit album. In dit nummer alsook bij opvolger “Inside Your Head” vloeien de rustigere passages en de beukmomenten vlotjes in elkaar over. De solo momenten van Fabio Ingegneri sluiten nauw aan bij het toetsenwerk van Mirco Mandruzzato en laatstgenoemde weet behoorlijk mooie partijen vanonder zijn zwart/witte toetsen te halen. Er wordt ook behoorlijk gebeukt in “Inside Your Head” maar er is geen moment waarop het dreigt een brei aan geluid te worden. Alles blijft zuiver en onder controle. “Every Day Is The Same Day” begint rustig en kan even als ballade beschouwd worden tot het na bijna 2 minuten welliswaar integer maar krachtig losbarst en toch de nodige afwisseling kent. Ook hier is alles weer mooi in balans en komen de accenten van Mattia Piva mooi tot zijn recht. Neem zeker ook de aandacht voor de wondermooie en sprookjesachtige gitaarsolo in de zesde minuut. Bij “My god” vinden we weerom keyboards die de dominerende rol spelen in de intro, geruggensteund op een beukende maar ritmische baslijn van Franscesco Bellan dat meteen aanzet om mee te knikken op het ritme. Deze song voelt iets donkerder en zwaarder aan maar bezit voldoende melodie om buiten het ‘depressie’ gebied te blijven en kent zelf een luchtig einde. “When A Man” is weer zo’n nummer waar het kunnen van de volledige band aan bod komt en wisselingen troef zijn. Het niveau is van die hoogte dat je zou verwachten dat ze hier hun finale spelen maar de schijf telt nog een nummer op het te goed. Over naar de echte finale dan met “Seven” een nummer dat mede ingekleurd wordt door gast-vocaliste Atena Baurus. Ook deze heeft een aangename stem om naar te luisteren en geeft het geheel echt een meerwaarde. Men zegt wel eens ‘save the best for last’ maar of dat hier opgaat is moeilijk te zeggen want elk nummer heeft zo wel zijn eigen karakter waardoor het moeilijk kiezen wordt wat als favoriet of beste nummer te bestempelen. Veelzijdig is deze “seven” zeker wel met hier en daar een mooie onverwachte wending. Aan het einde van de plaat gekomen dat eveneens een luchtig einde kent kan ik enkel maar denken dat dit album er eentje is om van te snoepen en de vingers bij af te likken! Na 48 Minuten luisterplezier heb ik toch een zekere honger naar meer en dat is alvast een goed teken voor een band die net aan zijn debuut toe is. Arcanum XII is een ware aanrader voor fans van Dream Theater, Vanden Plas, Circus Maximus, Shadow Gallery en aanverwanten. Het is beschikbaar vanaf 30 november bij Underground Symphony Records in luxe digipak editie. Het artwork van de cover werd verzorgd door Jahn Vision Art. Het werd opgenomen, gemixt en gemasterd door Daniele Dalla Dea. Line-up:
Johan Kaethoven (4) Tracks:
Underground Symphony I US CD-151 I Arcanum XII
Vandaag ontving ik een speciale CD van Underground Symphony. Enzo and The Glory Ensemble is het geesteskind van Enzo Donnarumma. Enzo is een Italiaans christelijke zanger, tekstschrijver en gitarist uit Napels. De verschillende genres die hij verkent zijn progressieve metal, symfonische rock, soundtrack, musical, klassieke muziek, etnische- en wereldmuziek alsook new age. Enzo is verder nog zanger bij de Christelijke metalband ‘Members of God’. “In The Name Of The Father“ is het meest ambitieuze christelijk metal project tot op heden en is een collectie van 10 gekende gebeden, hymnes en psalmen die op muziek werden gezet, met als toevoeging een intro en het finale nummer ‘Maybe You’ met een eigen tekst gewijd an solidariteit. Het album telt de medewerking van vele special guests waaronder Marty Friedman, Kobi Farhi (Orphaned Land), Ralph Scheepers (Primal Fear, Gamma Ray), Mark Zonder (Fates Warning, Warlord ), Gary Wehrkamp and Brian Ashland (Shadow Gallery), Tina Gagliotta (Poemisia), Aulyn (Whispers from Heaven) en Nicholas Leptos (Warlord, Arryan Path). Het album is gemixt en gemasterd door Gary Wehrkamp van Shadow Gallery in zijn “New Horizon Studio” en waarschijnlijk het laatste album dat daar opgenomen en gemixt werd aangezien de studio onlangs door een verwoestende brand werd vernield op 28 november van dit jaar. Tijdens mijn chatsessie met Enzo Donnarumma, die me aansprak nadat ik reageerde op een promo bericht rond dit album, vertelde hij me “Het was een tragedie die we samen met hem hebben geleden. Gary is een zeer goed mens, evenals een ernstige muzikant. Hij heeft dit trauma sterk overwonnen en nu werkt aan herstel van al zijn werk.” Dit album verschilt van andere albums doordat de teksten op deze plaat de originele gebeden, hymnen, Bijbelverzen en psalmen bevatten in plaats van eigen bij elkaar geschreven materiaal. Toen k de vriendelijke Italiaan hierover aansprak antwoordde hij dat hij in het verleden zijn eigen teksten schreef en dit ook nu van plan was om te doen maar al snel merkte dat hij het moe was om over zichzelf, zijn gevoelens, gedachten en dromen te schrijven zoals hij zo vaak voordien deed. Hij voelde dat het tijd was om het over een andere boeg te gooien en in plaats van eigen teksten te schrijven ging hij aan het werk met de originele gebeden en Bijbelse teksten omdat ze zoveel meer voor hem betekende dan wat hij in eigen woorden kon neerpennen… De teksten lezen en verwerken brachten hem een wedergeboorte in zijn hart en geest en leidde tot een diepe muzikale stimulatie en inspiratie. ‘Maybe You’ – het laatste nummer - daarentegen is wel van zijn eigen hand en over deze tekst wist Enzo me het volgende te vertellen. “Ik heb besloten om deze weg tot het einde te volgen en slechts één nummer aan mijn eigen gedachten te besteden en deze zijn als volgt: de zekerheid dat er vrede tussen de volkeren mogelijk is, is er alleen als er vrede is in onszelf. Innerlijke vrede is alleen mogelijk door het opgeven van onze openlijke schuld aan het leven en onszelf te openen met een andere mens. Dit is mijn boodschap die ik met ‘Maybe You’ wil overbrengen. Net zoals het album tekstueel geïnspireerd op de Bijbel zijn er ook muzikaal wel kerkelijke invloeden op terug te vinden maar deze worden vertolkt door typische rock instrumenten aangevuld met orkestratie, koren, etnische invloeden en een progressief laagje. Elke ruimdenkende progressief rock- & Metal liefhebber zal dit album weten te waarderen en ook voor diegene die niet gelovig zijn is het even de ballon doorprikken om hiervan te genieten en wie weet vinden ook deze er nog een boodschap in terug. Het album klinkt zeer gevarieerd en gaat van symfonisch over orkestraal tot progressief en met tijden agressief. De productie is uitstekend en als je de schijf enkele aandachtige luistersessies gunt vind je er details op terug die je voordien nog niet opgevallen waren. Waarschijnlijk is dit niet het album dat je dagelijks beluistert zoals andere projecten in dit genre (denk aan Turilli’s Rhapsody, Myrath, Symphony X) maar voor luistersessies tussendoor vormt deze een goede aanvulling. Met Kerst voor de deur misschien ook wel een leuke nieuwkomer. Een echte line-up voor dit project is er niet, Enzo ging van start op zijn eentje voor de drums, bas en gitaarwerk. Verder maakte hij gebruik van goede software plugins voor de orkestratie. Nadien contacteerde hij enkele goede orkestmuzikanten (violist, cellist, hoorns, trompetist) terwijl Enzo zelf de timpani en percussie voor zijn rekening nam en ze namen het geheel op rond de software versie om het een massieve, volle en natuurlijke sound te geven. Toen de gastmuzikanten er bij betrokken werden deed Mark Zonder het drumwerk in zijn eigen nummers en mixte de drums van de andere nummers. Gary (ex. The apostle's creed) vervolledigde ook nog enig drumwerk en wat pianopartijen (Benedictus, Hail Mary), maar het meeste van het werk kwam door Enzo’s eigen noeste arbeid. Zo vertelde Enzo me in het korte interview dat ik met hem had. Mixen en masteren duurde negen maanden!!! Gary was kampioen bij het mixen van dit orkestrale metal geheel zei Enzo in het korte interview dat ik had met hem en voegde er verder nog aan toe: “Ik wil ook de nederigheid van alle gasten benadrukken : ze waren zeer professioneel & gepassioneerd, Ze accepteerden mijn ‘Ja’ en ‘Nee’,waren continu aan het werken aan de nummers totdat het resultaat ons allemaal tevreden stelde. Ze waren blij als kinderen en wilden niet eens een ‘Dank u’ horen. Deze ervaring heeft mij geleerd wat een echte muzikant op de eerste plaats stelt... liefde voor muziek (klinkt logisch maar dat is het niet altijd)” Het concept van de hoes werd voorzien door Jahn Carlini. Dit album verschijnt in een exclusief elegant digipack en is aan te raden voor ruimdenkende fans van o.a. Turilli’s Rhapsody, Myrath and Symphony X. Het album wordt uitgebracht op 24 december 2015. Johan Kaethoven (3½) DETAIL ALBUM Tracks:
Underground Symphony I Promo-CD I Enzo Donnaruma
Het Canadese heavy metal / thrash metal vijftal The Order Of Chaos is met 'Apocalypse Moon' toe aan zijn derde full-album. Dit hard werkende kwintet geeft zeker in het thuisland al een grote aanhang opgebouwd dankzij de vele concerten ze telkens opnieuw maken ter ondersteuning van elk nieuw album. Ook in Europa (en lees dan vooral: “Duitsland”) zijn ze een mooie fan basis aan het opbouwen dankzij hun energiek concerten als upport die er telkens opnieuw voor zorgen dat de hoofdact het beste uit zichzelf moet naar boven halen. Dat danken ze vooral aan de vocale capaciteiten van frontvrouw Amanda Kiernan die zowel cleane zang als rauwe grunts en hoge screams op je loslaat. Meestal ben ik niet zo'n fan als een vrouw vocaal dergelijke capriolen uithaalt, maar Amanda komt hier perfect mee weg. Telkens een track vraagt om die speciale zangcapaciteiten komen die heel natuurlijk klinkend uit haar strot. Als ik haar vocaal bezig hoor, lijkt Amanda me geen katje om zonder handschoenen aan te pakken. Muzikaal klinkt The Order Of Chaos gebald en stevig terend op een uiterst solide basis van drums (Tim Prevost) en bass (Duncan Hickerty) waar beide gitaristen (John Simon Fallon en John Saturley) stevige riffs over heen draperen die ze op tijd en stond onderbreken voor stevige gitaarsolo's die meestal erg melodieus klinken. “Helemaal niets nieuws onder de zon”, hoor ik je hierbij denken en toch zou elke rechtgeaarde heavy of thrash metal fan dit eens moeten beluisteren, al is het maar om echt kennis te maken met The Order Of Chaos, al zou het me dan niet verbazen dat die fanaten dan als een blok vallen voor de vocale uitspattingen van Amanda Kiernan (die me bij momenten doen denken aan wat haar landgenote Alissa White-Gluz presteert bij Arch Enemy) en deze 'Apocalypse Moon' – waar eigenlijk geen zwakke track te bespeuren valt, zonder dat er ook uitschieters te vermelden vallen – zonder blikken of blozen aan hun collectie zullen gaan toevoegen. Dit is, voor mij althans, een uiterst aangename kennismaking geworden met dit Canadese kwintet. Luc Ghyselen (4) Killer metal Records I KMR CD 031 I The Order Of Chaos
Now Or Never werd in 2012 opgestart door vier ervaren musici: gitarist Ricky Marx en bassist Kenn Jackson zijn beiden ex-leden van het befaamde Deense Pretty Maids, de naam van vocalist Jo Amore moet een belletje doen rinkelen bij elke fan van het Franse Nightmare (waar hij ooit begon als drummer) en drummer Ranzo is een veteraan van tal van Zwitserse en Duitse band (o.a. Sultan). Vier ervaren rotten in het vak dus die in 2013 hun titelloze debuutalbum voorstelden op het Mausoleum Records label en daarmee lovende kritieken oogstten. Nu is het kwartet er opnieuw met deze 'II', een melodieus hard rock / heavy metal album met tien tracks. Het zijn melodieuze maar toch krachtige en snel gebrachte tracks. Halfweg wordt er een relatief rustpunt gebracht 'I'll Be Waiting' dat een stevige en uit de kluiten gewassen ballade is geworden. Elke track wordt ook goed en mooi opgebouwd en net daar ligt misschien een minder puntje daar veel van de tracks rustig en kalm van start gaan om tot een zinderend middenstuk te komen en dan naar het einde toe weer wat meer rust inbouwen. Maar goed, voor fans van dit soort van melodieuze hard rock / heavy metal is het natuurlijk genieten geblazen vanaf de eerste tonen van het toch wel krachtige en aanstekelijke 'The Voice Inside' tot de laatste noot van ''Til The End Of Time', een track die heel langzaam tot volle glorie komt omdat hier wel duidelijk gebruik wordt gemaakt van orkestrale ondersteuning die vooral in het eerste deel van de track de boventoon voert en enkel naar de achtergrond wordt geduwd door de melodieuze en mooie gitaarsolo van Ricky. 'II' is meteen een waardige aanvulling voor de catalogus van dit Now Or Never, maar ik vermoed dat de heren toch nog beter kunnen en met veelzijdiger werk op de proppen zullen komen. Luc Ghyselen (3½) Mighty Music I PMZ 168 I Now Or Never
'Divided Multitude' is het zesde album van deze Noorse progmetal band. Ondanks het feit dat ik een grote fan ben van dit genre, was deze band voor mij een nobele onbekende. Nochtans bestaat deze band al twintig jaar maar de leden lasten regelmatig een pauze in en hielden zich bezig met nevenprojecten. Ik was dus erg nieuwsgierig naar deze band hun nieuwe werk. Goh, mijn eerste indrukken zijn zeker niet slecht maar een wauw gevoel heb ik toch niet onmiddellijk: zoals kenmerkend voor het genre is de muziek soms complex, vaak een compilatie van diverse stijlen, met meestal zeer goede zang maar soms kan het te chaotisch en te weinig melodieus zijn. Dat gevoel heb ik een beetje bij Divide Multitude. Ook de zang is variërend: de groep bestaat uit twee, soms drie, zangers en de ene is al beter dan de andere. Met het eerste nummer, 'Immortal' zet de band er al onmiddellijk de beuk in: eerder een metal dan een prog nummer wat op zich zeker niet verkeerd is. 'Closure', 'Only For You' en 'Demise' zijn stevige nummers die hier en daar wat aan het gitaarwerk van Symphony X doen denken. Maar voor mij is het beste nummer het bijna tien minuten durende 'Seal Of Faith': een echt prognummer, rustig en fantastisch opgebouwd, melodieus als de beste Vandenplas. Er mochten meer nummers van dat kaliber opgestaan hebben voor mij, dan was dit een topschijf geweest. Nu blijf ik wat op mijn honger zitten. Bart Verlinde (3½) Fireball I Nightmare Records I Divided Multitude
Het Duitse power metal gezelschap Brainstorm is met 'Scary Creatures' toe aan zijn elfde studio-album en toch schellen niet meteen alle toeters en bellen als je de naam van de band laat vallen, althans hier in België toch niet. Maar misschien dat dit nieuwe album daar wel verandering in brengt, al betwijfel ik dat wel. De band werd in 1989 opgestart door drummer Dieter Bernert en de gitaristen Torsten Ihlenfeld en Milan Loncaric. Maar het was pas toen vocalist Andy B. Franck erbij kwam (1999) dat er echt wel schot in de zaak kwam (vooral dan in het eigen thuisland). Sinds 2007 vervolledigt bassist Antonio Ieva dit kwintet. Tien nummers krijg je hier aangeboden en zoals we reeds gewoon zijn van dit gezelschap klinken die net allen iets donkerder dan we gewoon zijn bij power metal bands in het algemeen. Dat vocalist Andy B. soms een klein beetje klinkt als Rob Halford (Judas Priest) kan misschien wel helpen, maar toch doen de tracks die ik hier hoor me niet echt veel. Ik sta hier niet als een gek rond te springen, ik kan zelfs rustig blijven zitten zonder headbangen. Slecht wil ik het allemaal niet noemen, heel zeker niet, maar als je wekelijks tientallen nieuwe releases onder de ogen krijgt, dan moet je echt wel een keuze gaan maken en dan zal ook dit elfde album van Brainstorm op niet veel draaibeurten moeten rekenen. En nochtans opent dit album krachtig en aanstekelijk met de wat mysterieus aanvoelende intro van het krachtige en vrij aanstekelijke 'The World To See'. Maar meteen daarna neemt het belevings– en luisterplezier al een enorme duik naar beneden met het eerder log en zwaar klinkende 'How Much Can You Take' met zijn zo goed als gesproken (gebrulde) tekst waar dan nog iemand op diezelfde manier een andere tekst op vertelt die me als een echo in de oren klinkt. En uit die diepte kruipt dit vijftal naar mijn gevoel niet echt goed meer. OK, er komen nog vrij leuke tracks (het energieke 'Scars In Your Eyes' is er een van) langs, maar voor mij is het kalf dan reeds een tijdlang verdronken. Maar goed, fans van dit vijftal zullen dit waarschijnlijk heel anders zien en voor hen is er ook nog een leuke extra voorzien als die kiezen voor de “limited edition” met een extra nummer en een dvd van hun show in essen in 2014 waar ze het integraal het vorige album, 'Firesoul', brachten plus een aantal van hun grootste successen. En zo kan deze 'Scary Creatures' misschien toch nog interessant zijn om aan je collectie toe te voegen. Luc Ghyselen (3½) Amber Asylum is toe aan zijn twintigste verjaardag. De band rond Kris Force (zang, viool en synthesizer) maakt er een dubbel verjaardagsfeestje van met een verzamelalbum ('Anthology 1995-2015) en met deze 'Sin Eater' waar het huidige kwartet – naast Kris hoor je hier verder Fern lee Alberts (bass), Sarah Rosalena Brady (viola) en Becky Hawk (drums, zang), aangevuld met als gaste Jackie Perez Gratz (cello) – acht nieuwe nummers brengt die je uiterst moeilijk in een vakje kan stoppen. Of hoe heet je een muzikaal brouwsel waar elementen uit de doom, uit de klassieke muziek, uit de gothic, uit de folk en zelfs avant garde samensmelten tot een geheel. 'Prelude' opent dit achtste album weemoedig maar ook mysterieus en heeft me zelfs een akelig gevoel. Het is een instrumentaal nummer geworden dat naadloos overgaat in 'Perfect Calm', nog zo'n weemoedige en beklijvende track waar bass, viola, viool en cello de hoofdrollen opeisen, naast de sombere zang. Met 'Beast Star' blijven ze op de ingeslagen weg verder borduren: intriest, langzaam en weemoedig. En daar helpen de bassklanken die het begin van 'TOT' inkleuren al niet veel bij. Heel sporadisch gaat het tempo een ietsje de hoogte in, maar dan ook maar een heel klein beetje, om dan terug te vallen op het langzame ritme met beklijvende, mysterieuze zang. Na een toch wel vlotter tempo op het einde van het vorige nummer, is dat er nu weer volledig uitgehaald voor 'Harvester', nog zo'n langzame track waar weemoed, mysterieus en intriest hand in hand verder gaan. Heel even dacht ik dat het er wat vlotter aan toe zou gaan in 'Paean' omdat de drums er wat tempo in brachten, maar nee het was enkel de schijn ophouden al mag je hier wel spreken dat die drums de dragende kracht zijn in deze track. Het gaat er tijdens de intro van 'Executioner' duidelijk mysterieus aan toe maar net dat gegeven zorgt voor een opbeurend gevoel dat wel niet zo lang in stand blijft daar immens lome basstonen al vlug het tempo bepalen. Als dan ook nog een trage, bezwerende, medelijdend wekkende stem erbij komt, dan weet je het wel: nog een immens weemoedige, intrieste en langzame track. Maar hier komt er toch een stuk bovendrijven waar het tempo toch een beetje de hoogte in gaat. Ook voor de laatste track op dit album, het titelnummer, blijft alles weemoedig en langzaam met soms een mysterieuze toets. Dat het tempo of het ritme sporadisch iets de hoogte ingaat mag je verwachten, dat er ook opnieuw akelige geluiden op je afkomen moet je voor lief aannemen. Meteen een heel eigenzinnig werkstuk van Amber Asylum, maar had je dan ook iets anders verwacht met een combinatie van de eerder vermeldde muziekstijlen? Niet echt mijn ding, maar ik kan me wel inbeelden dat er heel wat liefhebbers zijn voor dit soort muziek. Luc Ghyselen (3) |
|