|
Wat was het weer gezellig druk op de ring rond Brussel. Wie zou denken dat je er op een zaterdagmiddag zo maar vlotjes doorheen komt, heeft het wel even goed mis. Gelukkig bestaat er nog zo iets als een ‘global positioning system’, want het Duvel bluesfestival is dit jaar noodgedwongen van locatie veranderd. Het magische Hof van Coolhem heeft plaats geruimd voor de functionele nieuwe plek JOC en het Wijland aan de Fortbaan in Puurs. Het buitenterras met zijn randanimatie bood soelaas voor iedereen die zichzelf wat rust wilde gunnen. En de Duvel, en dan hebben wij het hier uiteraard over de geestrijke drank, was perfect op temperatuur. Ook de weergoden waren ons goedgezind, op een kleine bui na bij valavond. Wat kan een mens zich nog meer wensen? |
En ‘last but not least’, Gust en zijn voltallige team hadden voor ons alweer een aangename en zeer gevarieerde affiche samengesteld. Eigenlijk zat het organiseren bij Gust Meeus van jongs af aan in het bloed. Samen met zijn vriend Gerd, beiden oud-leden van het jeugdhuis Kabal in Ruisbroek, organiseerden ze een fuif ‘Lust For Life’, genaamd naar een song van Iggy Pop. Hieruit ontstond het eigenlijke idee om het Duvel Blues Festival in het leven te roepen. Dat aan zijn 16de editie toewas.
Met Steven Troch heeft de organisatie misschien wel het grootste Belgische talent uit de Mechelse klei gehaald. Er was dan ook heel wat volk komen opdagen voor deze openingsact. Steven verwierf naam en faam als frontman bij de band Fried Bourbon en had met Little Steve van der Nat (gitaar), Miss Liesbeth Sprangers (bas) en drummer King Berik zijn vaste begeleidingsband meegebracht. Steven Troch is een van de fijnste vintage harpspelers op het Europese grondgebied en voor op opnames van zijn nieuwste release ‘Nice ‘N’ Greasy’ trok hij zelfs naar de vermaarde Greaseland Studios in Californië, waar hij een horde topmuzikanten rond hem wist te verzamelen. Het Chicago blues gedrenkte ‘Extra Extra’ deed ons deze middag wat wegmijmeren naar Little Walter, maar voor de pure blues puristen waren ook nummers als ‘Grease Me Up’ en het funky gekleurde ‘Slow‘, met Little Steve in de spotlights, lekker mee swingende chapiters. Maar ook de instrumentale ‘Alligator Frylator’ en ‘Keep It To Yourself’ van Ricce Miller aka Sonny Boy Williamson zal voor lang in ons geheugen gegrift staan. Op weg naar de akoestische tent dan maar voor de ouwe rot Dave Peabody. Hij is een bekroonde Britse akoestische blues artiest die al heel wat watertjes heeft doorzwommen. Hij bracht meer dan tien jaar geleden de Duitse violiste Regina Mudrich aan boord. Dave komt uit Southall Middlesex, Londen en is sinds de jaren ’60 actief als blues en folk artiest tijdens de hoogdagen van de Britse Bluesboom. Hij verleende inmiddels zijn medewerking aan meer dan zestig albums. Zijn eerste soloalbum ‘Peabody Hotel’ dateert reeds uit 1973, al was hij ook zeer succesvol met Bob Hall. Het duo Peabody & Mudrich kon in Puurs onze aandacht vasthouden met akoestische songs als ‘Muddy Waters’, origineel van Leroy Carr en dat geen hommage was aan de legendarische bluesman, het nummer ‘Dark Side Of Town’ en het folky ‘Right Now Blues’. Van de song ‘Summertime’, origineel van Georges Gershwin uit 1935, kregen we zelfs een heerlijk country effectuering. Van een leuk interludium gesproken! De New Yorker Jerry Donahue was voor mij de meest onbekende naam op de affiche. Maar onbekend is daarom niet onbemind. Maar al even snel valt onze spreekwoordelijke eurocent. Ja, Jerry was ooit bandlid bij de Britse band Fotheringay en Fairport Convention en het gitaarrock trio The Hellecasters. Jerry werd als kleine jonge het meest geïnfluenceerd door Gerry McGee, die later bij The Ventures het mooie weer zou maken. Als jonge gast verhuisde Jerry naar Engeland waar hij al snel deel zou uitmaken van de Britse folkrock scene. Jerry is ook een meester in het string buigen en dat kenmerkte hem ook op Duvel Blues. Jerry vond voor zijn concert backing bij The Guitar Collection met onder meer Chris Peeters (vocals, gitaar) en bassist Bert Embrechts beiden van De Laatste Showband. Als extra gitarist ontdekten we niemand minder dan Marty Townsend van het vroegere Blue Blot. Met songs als ‘Rocking The Dog’, ‘I’m Troubled’ en ‘The Claw’ kregen wij vanavond een schoolvoorbeeld van zijn adembenemende en perfectionistische techniek. Maar het werd pas gaaf toen Miss Dany Caen de band vervoegde. Met haar pakkende en innemende stem was het vooral van het nummer ‘Something To Talk About’ waar we met zijn allen ‘goose bumps’ van kregen. Eigenlijk mochten Bert Deivert & The Copperhead Run ons verblijden op het kleine podium. Het was trouwens op ons aanraden dat Gust het aandurfde om Bert te programmeren. Deivert is een Amerikaanse bluesartiest uit Boston, Massachusetts die zijn grote liefde vond in Zweden. Hij is er dan maar blijven plakken, zoals men in de volksmond wel eens durft te zeggen. Maar helaas. Bert belde ons woensdagavond reeds vanuit het ziekenhuis, met het slechte nieuws dat hij voor de vierde keer een bloedklonter in zijn been had. Medisch gezien dus onverantwoord om op een vliegtuig te stappen richting Brussel. Vind op zo’n korte tijd maar eens waardig vervanger! En dat deed de organisatie met brio! Of wat dacht je van Johnny Rawls? De Blues Music Award winnende zanger/gitarist Johnny Rawls werd geboren in Columbia, Mississippi in 1951. Hij werd geobsedeerd door de blues toen zijn grootvader op een kerstochtend aan het tokkelen was op zijn gitaar. Tijdens zijn middelbare studies begon Johnny professioneel te performen. Al vrij snel zat hij in het spoor van ZZ Hill, Little Johnny Taylor, Joe Tex en The Sweet Inspirations. In het midden van de jaren ‘70 ging hij als band director werken voor OV Wright. Na OV’s dood in 1980 leidde Johnny voor een 5-tal jaar de band van Little Johnny Taylor. In 1985 begon hij dan succesvol te toeren als soloartiest. In 2013 registreerde hij samen met dat andere icoon, ‘the late great Otis Clay, het fantastische album ’Remembering O.V.’, een ontroerend eerbetoon aan zijn overleden vriend en mentor OV Wright. In 2014 zag dan het album ‘Soul Brothers’ het levenslicht, met jawel Otis Clay. Nu heeft Johnny dus het album ‘Tiger In A Cage’ te promoten. |
Er vloeiden dus logisch gezien heel wat nummers uit dat album. In de backing herkende we vrijwel meteen Matt Silva (gitaar), de Texaan Bob Trenchard (bas) en drummer Thomas Moram. De legendarische soulblues artiest kreeg al snel de zaal op zijn hand. Nummers als ‘I Can Do It All By Myself’, de moddervetter bluessong ‘I Feel So Good’ en het verrassende ‘Beast Of Burden’ sloegen dan ook in als een bom. Iedereen verbluft en verbaasd. En bij zijn bisnummer ‘Turn Your Love Light’ vroeg Rawls een 15-tal vrouwelijke schoonheden voor zijn podium! Johnny Rawls… het absolute hoogtepunt van Duvel Blues!
Recht uit Los Angeles kwamen The Delgado Brothers. Begin dit jaar kaapten ze tijdens het 32ste Internationale Blues Challenge in Memphis de prijzen voor ‘Best Band’ en ‘Best Guitarist’ weg. The Delgado Brothers werden opgericht in 1987 en bestaat uit de broers Bob (bas), Steve (vocals en drums) en zanger/gitarist Joey Delgado en toetsenist David “B” Kelley. Deze laatste bleef thuis wat verweest achter en werd vervangen door het Oostenrijkse toetsenwonder Raphael Wressnig. Hun ‘signature sound’ is een smetkroes van blues, latino muziek, roots rock en Americana getinte muziek. En dat konden de ruim opgekomen bluesfans hier blijkbaar ook wel smaken. Het opwindende ‘Something About My Baby’ met zijn Latin muzikale omlijsting deed ons bijwijlen wat terugdenken aan Carlos Santana. Maar ook songs als ‘If I Don’t Get Home’, het adembenemende ‘L.A. Ellie’ en de opwindende blues song ‘No Regrets’ waren meer dan stellige chapiters. Het was trouwens een primeur voor Duvel Blues want het was het eerste optreden in Europa en dan maar meteen in België! De tweede set van David Peabody & Regina Mudrich lieten we wat noodgedwongen aan ons voorbij. Na het inwendige te hebben voorzien van wat soulfood en het nodige gerstenat te hebben verorberd was het tijd voor een nieuw boeiend hoofdstuk met de Grammy Award winnende Alvin Youngblood-Hart. Hij is een van de grootste kleppers op de affiche en in tegenstelling tot zijn naam doet vermoeden is Alvin een beer van een vent, met het hart op de juiste plek. Al wat strings heeft is hem niet vreemd. Sinds zijn prille jeugd werd hij beïnvloed door country blues. Toch laat Alvin zich muzikaal niet in een één hoekje drummen. Gedurende de late jaren ’60 en ’70 was hij zelfs de fakkeldrager van de heavy gitaarrock. Nu heeft hij met zijn gestileerde stem vooral songs als ‘Big Mama’s’ uit zijn debuutalbum op Okeh Records uit 1996 en het aanwakkerende ‘Motivational Speaker’ ons met enige verstomming geslagen. Het belangrijkste element in zijn muziek is de pure kracht die hij uitstraalt. Hij heeft alle muzikale elementen en stijlen van de blues onder de knie en is niet te verlegen om hier zelfs een fiks pak ska muziek in te verweven. Op voor de laatste keer naar de tent want Larry Garner & Michael Van Merwijk zijn gezworen bloedbroeders. In het verleden vormde Larry reeds een duo met Norman Beaker en gaat hij binnenkort alweer op tournee met Neal Black. Nu heeft hij dus met Michael Van Merwijk een nieuwe soulmate op de kop kunnen tikken. En de interactie tussen het duo loopt perfect evenredig. Larry Garner uit Baton Rouge en de uit Rheda-Wiedenbrück, Duitsland afkomstige Michael Van Merwijk ontmoetten elkaar voor het eerst zo’n achttien jaar geleden. Twee jaar geleden doken ze de Claus Grabke Studio in Duitsland in en registreerden het fantastische album ‘Upclose And Personal’. Heel wat songs vloeiden dus uit voornoemde album. Het duo Garner/Van Merwijk creëerden in Duvel Blues een intieme sfeer met hun akoestische bluessound. De klank van hun individuele warme stemmen deden de rest. Het zwoele ‘The Bear’, het verzuchtende ‘Will Love Find Me Again’ of het emotionele ‘Easy My Pain’ waren regelrechte voltreffers. En als ook Gene Taylor het duo komt vervoegen op zijn piano slaan de gensters werkelijk in het rond. Heerlijk! Sean Carney & Shaun Booker zijn de volgende en finale smaakmakers. Carney is voor ons allang geen onbekende meer. Shaun Booker komt net als Carney uit Columbus, Ohio en de Carney’s lekkere gitaarsolo’s vloeien recht in Shaun’s soulvol stemgeluid. Shaun’s ongrijpbare charme werkt aanstekelijk. Het talrijk opgekomen publiek eert de diva en ze beantwoordt met knappe soulsongs als ‘Blues Plate Special’ uit hun gezamenlijke cd. Al was het ook volop genieten van de nummers ‘Zero Hero’ en ‘Sunset Key West’ die naast het soulgevoel ook doorspekt werden met de nodige blues arrangementen. Het duo vond backing bij de Franse ritme sectie van drummer Pascal Delmas en Fred ‘Letroit Tours’ Jouglas op bas. Onze bewondering steeg ver boven het gemiddelde uit als we Shaun ook zien genieten van een Duvel! Weer een uitstekend gorganiseerde editie en Gust en zijn team mogen weer een kleurrijke pluim op hun spreekwoordelijke hoed zetten. Duvel Blues… See you next year! Met dank aan Gust - Duvel Blues |
A WOODLAND HILLCREST PROMOTION PRODUCTION I KEYS AND CHORDS 2001 - 2024