19-20-21 juni 2018 • Festivalweide • Clisson Frankrijk
Een weekend per jaar wordt het kleine Clisson opgeschrikt door zo'n vijfenveertigduizend fans van de steviger muziekgenres: metal (in al zijn subgenres), punkrock, hard rock, … Eigenlijk een “must” voor elke metalfan om er heen te trekken, zelfs al is er dat zelfde weekend in België een festival dat luistert naar de naam Graspop Metal Meeting.
“Waarom ook ik kies voor Hellfest?” Voor de uiterst gemoedelijke en gezellige sfeer, voor de vriendelijkheid van de organisatoren en de talrijke medewerkers, voor de muziek natuurlijk (al was de line-up met Graspop dit jaar niet zo verschillend), maar vooral voor de “aankleding” van dit festival. Van zodra je een voet op het terrein zet, waan je je in een totaal andere wereld. Nog voor je het eigenlijke festivalterrein betreedt, kan je al kennis maken met o.a. de “Hellfire Tavern” waar je zowat alle spelletjes van “Warcraft” kan gaan zitten spelen en de prachtige “Hell City Square” waar prachtige aangeklede gevels standjes huisvesten van o.a. Marshall, Doc Martens, Gibson, een tattoo shop, … Daarna stap je op de “echte” ingang af die werd volledig uitgewerkt als de ingang van een kathedraal. En dan ben je eigenlijk op de festivalweide aangekomen. Zeg je hiertegen nog een ‘weide’? Precies alsof je aankomt in een goed onderhouden park, waar metalen containers, die werden afgewerkt met metal sculpturen, bars en merchandising stands zijn en die 's avonds opgelicht worden dankzij vuren, fakkels en toortsen zodat je je echt in de hel waant. Het prachtig afgewerkte skatepark, de immense kop van een zeerover die de “VIP-Press”-ingang opluistert, de immens schitterende sculpturen die naast en tussen de twee hoofdpodia werden geplaatst en waar je dan op de grote schermen de concerten van ver kan volgen. Gewoonweg een kleine versie, op gebied van aankleding dan toch, van Tomorrowland, maar dan wel op metalgebied. En dan wil ik het nog niet hebben over de schitterende gedecoreerde locatie voor pers en VIP. En omdat dit de tiende editie was van Hellfest werden we op zaterdag nog op een extraatje getrakteerd! Een twintig minuten durend vuurwerkspektakel op muziek van o.a. AC/DC ('Thunderstruck'), Slayer en Queen ('Bohemian Rhapsody'). En ik heb al heel wat vuurwerk gezien, maar dit overtrof werkelijk alles wat ik reeds zag! Dit schitterende spektakel werd enorm geapprecieerd door de immense volksmassa op het terrein. Dit alles werd aangeboden door de organisatie die eerst in een aangrijpende boodschap op de videoschermen alle medewerkers bedankten, maar ook elke toeschouwer die er dit jaar was en elke toeschouwer die er de vorige jaren is geweest. Opnieuw een getuigenis van de grote klasse van deze organisatie die de festivalganger op optimale wijze wil verwennen. Daar ik als enige journalist voor je geliefde “Keys And Chords” er aanwezig was en ik ook voor wat foto's zorgde, is het onmogelijk om een echt “verslag” van de bands weer te geven. Want over de drie dagen gespreid – en dat telkens op zes podia – kwamen er maar liefst honderd achtenvijftig bands aan bod. Het spreekt voor zichzelf dat je dienaar daar een onmogelijk taak aan heeft gehad om alle bands én te fotograferen (soms moet je als fotograaf lang aanschuiven in de wachtende rij vooraleer je de fotopit binnen kon en voor sommigen werden we, als fotograaf van een website, niet toegelaten) én te bespreken. Vandaar dat je hier een impressie kunt vinden van wat ik gedurende deze drie dagen heb gehoord, gezien en meegemaakt. Laat ik beginnen met de bands op “Mainstage 1” en “Mainstage 2”. Het uit Bordeaux afkomstige viertal van Breakdust mocht op “Mainstage 2” het festival openen met hun stevige thrash/death metal, waarna het eveneens Franse Sticky Boys hun op AC/DC geschoeide rock/metal ten beste mocht brengen. Het ook al Franse No Return brengt dan weer een mix van thrash en death metal. Drie bands die gewoon een degelijk set brachten zonder echt indruk op me te maken. En eigenlijk kan ik de set van Vulcain, een trio dat in Frankrijk soms eens de Franse Motörhead wordt genoemd, ook onder die noemer plaatsen, want ze hebben nog heel wat werk aan de winkel om ook maar tot aan de knieën te komen van het Motörhead. Het Britse Sylosis, een melodic thrash/death metal viertal uit het Britse Reading, was een pak meer gedreven en krachtiger en kwam ook professioneler over zodat ik dit al meer smaakte. De eerste band op de hoofdpodia die me wel echt kon boeien waren The Quireboys, die een uiterst knappe en energieke set brachten in een stijl die ik het best kan omschrijven als een mix tussen de bluesy rock van de Rolling Stones en de op Amerikaanse leest geschoeide rock van Aerosmith. Dat vocalist Jonathan Gray, die zich tegenwoordig “Spike” laat noemen, wel wat van de stage maniertjes van zowel Mick Jagger als, en dat vooral, van Steven Tyler mee heeft zal daar wel voor iets tussen zitten. Heel mooi was ook het feit dat hij vroeg om “pints in the air” in plaats van bijvoorbeeld vuisten of de gebruikelijke “horns”. Ook We Are Harlot, de tweede band vocalist Danny Worsnop (Asking Alexandria), brengt rock die invloeden laat horen van Aerosmith maar ook van Van Halen. Toch kon dit me maar matig boeien. Heel wat beter verging het met Armored Saint, het heavy metal gezelschap met vocalist John Bush (een man die ooit weigerde om als vocalist toe te treden bij Metallica), dat zonet een knap nieuw album op de markt heeft met 'Win Hands Down'. Met het titelnummer van dat album opende het vijftal hun energieke set en Josh Bush bewees hier andermaal dat hij over een formidabele strot beschikt. Godsmack liet ik aan me passeren, terwijl ik dat ook beter had gedaan met de set van Billy Idol, want ook de pop/rock die Billy samen met zijn bracht kon me helemaal niet overtuigen. Sodom, het Duitse thrash metal gezelschap dat samen met Kreator, Tankard en Destruction wordt beschouwd als “the big Teutonic Four of thrash metal”, kweet zich dan wel weer goed van zijn taak. Hun strakke set werd dan ook door een groot deel van het publiek uitbundig onthaald. Motörhead, ja ja de band rond Lemmy Kilminster, was er ook en hoeft eigenlijk geen introductie. Na zijn zwakke passage vorig jaar op de Lokerse Feesten, was dit toch een stuk beter, al wordt het nooit meer zoals het vroeger was. Van Alice Cooper hoorde ik niet zoveel, maar wat ik opving – en wat mensen me vertelden van de set – was dat het opnieuw heel mooi visueel was en dat de man toch nog steeds aan de top staat op gebied van wat we shock rock (of horror metal) mogen noemen. Intussen had ik ook al Lamb Of God en Five Finger Death Punch aan me laten voorbij gaan. Het Britse metal instituut Judas Priest zorgt er nog steeds voor dat de overgrote deel van het publiek zich echt amuseert. Nog steeds staat de band achter zijn moto: “Leather & Jeans”, iets wat Rob Halford volledig bewijst met zijn lederen broek en zijn jeansjasje waarop uiteraard een aantal patches van Judas Priest te zien zijn. Songs als 'You Got Another Thing Coming' en 'Living After Midnight' zitten nog steeds in de setlist gebeiteld, terwijl ook de motorfiest nog steeds deel uitmaakt van hun gimmick. Toch heb ik de indruk dat het “heilige vuur” er uit is. Het is net of de band wat op automatische piloot speelt. Of ben ik te verwend en heb ik het vijftal al te veel aan het werk gezien? Ook afsluiter Slipknot liet ik eigenlijk aan me voorbijgaan, al had ik de indruk dat de klank hier een pak beter stond dan bij Judas Priest. In de uiterste tent op het terrein, die de “Valley” werd gedoopt, komen vooral de fans van stoner rock en bluesy hard rock aan hun trekken, genres die ik ook wel best te pruimen vind en daardoor zorgde ik er voor dat ik ook daar wat sets, of toch deeltjes ervan, kon meepikken. Midnight Ghost Train en Samsara Blues Explosion zorgden rond de middag dat de temperatuur in die tent al hoog opliep, maar het Zweedse trio dat zich Truckfighters laat noemen deed daar met verve nog een stevig scheut bovenop met hun energieke set waarin vooral gitarist Dango (Niklas Källgren) in opvalt dankzij zijn gekke sprongen en natuurlijk zijn gitaarspel. Een overvolle enthousiaste tent zag dat het goed was. Ook Orchid en High On Fire zorgden voor energieke sets, Maar Mastodon mag, naar mijn bescheiden mening, met de meeste pluimen gaan lopen: de tent was eigenlijk te klein voor deze act die een werkelijk daverende set bracht. In de twee die broederlijk naast elkaar staan, “Temple” en “Altar” gedoopt, krijg je vooral black en death metal over je heen en ook daar ben ik nu en dan een kijkje gaan nemen. Zo zag ik een uiterst energieke set van Enthroned die het publiek al heel vlug op hun hand had dankzij volgende woorden van frontman Narnagest: “Fuck All Christians, Fuck everybody who tried to stop Hellfest”. Ook de trage en logge doom metal van Shape Of Despair viel in goede aarde, terwijl het uit Letland afkomstige Skyforger dankzij meeslepende hymnes op heel wat waardering uit het publeik kon rekenen. Het Britse Vallenfyre (death metal met invloeden van doom metal) en het origineel uit Israel afkomstige Melechesch (een mix van black en death metal met invloeden van midden oosterse folk) zorgden dat ook hier de temperatuur zeker niet zakte, terwijl het Russische Arkona, met frontvrouw Masha “Scream” Arkhipova in een hoofdrol, daar nog een stevige schep bovenop deed. De tent was meer dan gevold voor die set terwijl een grote groep buiten moest gaan genieten van de energieke set van het Finse Children Of Bodom en van de donkere en dreigende black metal van het Noorse Satyricon. Dag twee opende ik met de prog rock/metal van Haken. Prachtige muziek, maar die komt toch niet volledig tot zijn recht op een festival als Hellfest en dan zeker niet op de mainstage (dat was in ieder geval mijn indruk). Het was al heel warm toen Butcher Babies het podium betraden, maar deze band rond de twee bevallige vocalistes Heidi Shepherd en Carla Harvey aangevuld met hun mannelijke muzikanten, zetten een uiterst energieke set neer. Beide dames lopen van hot naar her, headbangen dat het een lieve lust is, een schreeuwen, krijsen, tieren hun longen uit hun lijf. Dat ze kort voor het einde van hun set ook nog even handjes gaan schudden met het publiek zorgt ervoor dat de temperatuur, zeker bij heel wat mannelijke festivalgangers, nog een aantal graden is gestegen. Het eveneens Amerikaanse Motionless In White moest het met een pak minder fans stellen, maar dat deerde het vijftal niet om een heel intense set weg te geven die door de fans toch erg werd gesmaakt. Heel sterk was dan weer de set van het Noord Ierse The Answer, minder energiek dan Butcher Babies, maar muzikaal duidelijk meer mijn smaak: bluesy hard rock. Vocalist Cormac Neeson benadrukte voor de overvolle weide dat ze inderdaad liever in het zonovergoten Clisson op de planken stonden dan in het natte Ierland te zitten niksen. Toch zat in hun setlist o.a. 'Last Days Of Summer', terwijl die pas op gang komt. Ook heel gesmaakt was het feit dat Cormac een uitstapje tussen het publiek deed om er op zijn hurken te gaan zitten en het publiek uit te nodigen om hetzelfde te gaan doen. Dit leverde een waanzinnig beeld op van een cirkel die een diameter had van zo'n dertig meter waarin iedereen gehurkt zat. De set van The Ghost Brigade trok een een heel pak minder volk en ook ik was zeker niet onder de indruk van melodic death/doom metal van dit Finse zestal. Ook van stergitarist Ace Frehley (ex-Kiss) was ik niet onder de indruk. De hard rocking rock 'n' roll van de Zweedse Backyard Babies die nummers als 'Automatic' bracht kon ik dan wel weer smaken. Ook al om dat hun Gibson gitaren voor een warme klank zorgden. Opvallend was ook het feit dat zanger/gitarist Nicke Borg de woorden “Free Drug” op zijn hals liet tatoeëren. |
Het Australische Airbourne zorgde waarschijnlijk
wel voor de meest opvallende set van de dag. Hun hard rock die echt wel
als twee druppels water lijkt op die van hun landgenoten AC/DC werd
immers enorm gesmaakt door een overvolle weide (er stond hier een pak
meer fans te genieten dan voor afsluiter Slipknot gisteren!). Dat de
klank volledig uitviel bij het derde nummer deerde het viertal amper.
Gitarist/zanger Joel O'Keefe entertainde het publiek dan maar met
biertjes gooien en met het laten brullen van yeah's tot de installatie
terug in orde was. Om meteen daarna op de schouders van een roadie
rondgedragen te worden in de foto pit.
De menigte vooraan ging meer dan uit de bol! Nummers als 'Diamonds In The Rough' en 'Got To Live It Up' zorgden ervoor dat een meer dan wild enthousiaste menigte werkelijk compleet uit de bol ging. Van een vroege headliner gesproken! De rockset van de Amerikaanse dames van L7 viel daarna dan ook danig tegen. Ook voor Slash was de weide meer dan volgelopen en de fans van deze supergitarist en zijn eigenlijk al even sterke vocalist (Myles Kennedy (Alter Bridge)) werd dan ook fel gesmaakt zeker toen Slash de Guns 'n' Roses klassiekers 'Paradise City' en 'Welcome To The Jungle' bracht. De eighties styled punk rock van oudgedienden Killing Joke is niet echt mijn ding, en ook een groot gedeelte van de massa die Slash nog aantrok, ging richting bar, eetstandjes of een andere tent. Net als tijdens hun set op het Eurorock festival in België zorgde ook hier een vuurspuwer voor wat animo wat de heren zelf staan er eigenlijk maar stijfjes bij op het podium. Intussen wacht een grote menigte zittend op de doortocht van het befaamde Texaanse trio ZZ Top, dat eigenlijk wel een ander doelpubliek heeft dan Killing Joke. En die werden zeker niet ontgoocheld. De set van dit trio was een stuk energieker dan twee jaar geleden op Hellfest. Toen had ik de indruk dat ze er beter mee konden ophouden, maar als ze verder gaan zoals ik ze nu bezig zag, dan mogen ze er nog een aantal jaartjes bijdoen. Nummers als 'Under Pressure', 'Gimme All Your Loving', 'Jezus Just Left Chicago', La Grange' en 'Tush' ontbraken niet in hun knappe setlist. Faith No More was de volgende act op de hoofpodia en om heel eerlijk te zijn is dit nooit “my cup of tea” geweest. Ook nu niet want energieke tracks komen er zeker aan bod, maar ook lang uitgesponnen saaiere tracks passeerden de revue. En wat dan te denken van het Duitse Scorpions? Zowat het allereerste concert dat ik meepikte was er een van die band in de Brielpoort in Deinze ergens begin jaren tachtig en toen straalde het vijftal energie uit. Nu vind ik het een uitgebluste band die zijn best wel doet, maar de gedrevenheid die ze vroeger uitstraalden is er niet meer. En als je dan ook nog getrakteerd wordt op hun vier wereldbekende ballades in een set die anderhalf uur duurt, dan vind ik dit erover. Ik wil Scorpions met nummers als 'Steamrock Fever', 'Big City Nights' en het gedreven 'Black Out' – die ook allen in hun setlist opdoken – maar met van die stomende energieke rocksongs in plaats van die ballades die de vaart uit de show halen (iets wat ook een drumsolo doet ten andere). Ook nu weer liet ik de headliner op de “mainstage” aan me voobij gaan: Marilyn Manson. Echt genieten was het ook geblazen bij Onslaught die een uiterst energiek set thrash metal over de hoofden van het publiek uitbraakten in de meer dan goed gevulde “Altar”-tent. In de tent daarnaast, “Temple”, zorgden energieke en opzwepende folk en pagan metal sets van Finntroll en van Ensiferum voor een uit de bol gaand publiek, terwijl het Noorse black metal gezelschap van Mayhem met een uiterst gedreven en stevig set de “Temple” nog eens extra opwarmde voor het Amerikaanse Obituary en het Britse Venom. De “Valley” heb ik die tweede wat gelaten voor wat het waard was, alhoewel ik daar toch nog een energieke set van het Britse Orange Goblin meepikte, die zowat dezelfde was als die ik vorig week zag op “Retie Rockt”. Prachtig toch hoe een beer van een vent, vocalist Ben Ward, de fans genadeloos opzweept om zich volledig over te geven aan de energieke stoner rock /metal die het viertal brengt. Dat ook het Belgische Triggerfinger een overvolle tent zou lokken, terwijl Scorpions toch aan hun set bezig waren, had ik echt niet verwacht. Maar Mario Goosens (drums), Paul Van Bruystegem (bass) en Ruben Block (zang/gitaar) bewezen andermaal waarom ze eigenlijk wel te groot zijn voor Vlaanderen. Wat een prachtige set die een overvolle tent een uur in zijn ban hield. Op de derde en laatste dag van deze editie van Hellfest was het Finse Lost Society de eerste band die ik zag op de “mainstage”. Een echt energieke set van dit viertal en dat terwijl het nog niet eens middag was geworden. Hun gevraagde “wall of death” mondde uit in een circle pit die het stof de hoogte injoeg. Een heel pak minder vond ik persoonlijk de set van het Franse Eths. De band is in Frankrijk vrij populair omdat vocaliste Rachel Aspe deel heeft genomen aan de Franse versie van “The Voice”, maar voor mij hoefde hun mix van groove metal, metalcore en alternatieve metal niet echt. Het Zweedse The Haunted (melodic death metal) zorgde voor veel leven op de weide, zodanig zelfs dat vocalist Marco Aro zich ongelovig afvroeg hoe het mogelijk was dat het publiek reeds zo enthousiast reageerde terwijl het net een uur was geworden. Ook Red Fang zorgde voor een krachtige set, zij het dan dat dit Amerikaanse viertal eerder een mix brengt van stoner rock en heavy metal. Het publiek groeide gestadig aan tijdens hun set. Nog een pak meer fans schoven aan voor de melodic death metal van het Zweedse Dark Tranquility die o.a. krachtige en mooie versies ten beste gaven van 'The Silence In Between' en 'State Of Trust'. Een prachtige set. Het Amerikaanse rap/rock gezelschap Hollywood Undead brengt nummers die gemakkelijk mee te zingen refreintjes bevatten zodat die door een groot deel van de weide rustig kon worden meegebruld zoals bijvoorbeeld 'Everywhere I Go'. Mij liet deze act me wel koud. Een heel stuk beter, krachtiger en energieker was dan weer de set van het Amerikaanse thrash gezelschap Exodus die me wel opnieuw beviel. Een mix van pop, punk en metalcore kregen we daarna opgediend van A Day To Remember en alhoewel dit fel werd gesmaakt door een groot deel van het publiek, zegt ook deze muziek me weinig of niets. Nuclear Assault liet ik volledig links liggen en ook de thrash metal van het Braziliaanse Cavalera Conspiracy kon me eigenlijk maar matig boeien ondanks het feit dat ze o.a. de weinig live gespeelde track 'We Who Are Not As Others' hadden opgenomen in hun setlist. Een aantal minuten voor het einde van hun set viel ook de klank uit bij deze band. Terwijl gisteren de heren van Airbourne dat prachtig opvingen was de reactie hier totaal anders: ik zag drummer Igor Cavalera gewoonweg zijn monitor omver duwen en, ik druk me zacht uit, nogal boos opstappen. Een uiterst strakke, energieke en gedreven set kregen we dan voor de kiezen met het Nederlandse Epica waar vooral zangeres SimoneSimons met de meeste aandacht gaat lopen. Pyrotechnics zorgden voor een extra pigment terwijl op de weide een wall of death werd opgevolgd door een circle pit en mosh pit. Van ambiance gesproken! Limp Bizkit is hélemaal mijn ding niet, maar de band zette hier toch een knappe prestatie neer die door een wild enthousiast publiek uitermate werd gesmaakt. Heel indrukwekkend was toch wel het feit dat vocalist Fred Durst op een bepaald moment zo'n twee minuten gehurkt met zijn hoofd naar het podium zat en zowat de volledige weide hem daarin volgde. Van zodra hij opspring en terug te zingen, sprong ook die volledige weide opnieuw recht. De set werd afgesloten met muziek van The Bee Gees: 'Staying Alive' waarop Fred ook nog enkele danspasjes deed. Krachtig, maar uiterst melodieus was dan weer de set van het Zweedse In Flames die een schitterende set melodieuze death metal over de weide uitbraakten. Ook Korn liet ik voor wat het was om terug in te pikken met Nightwish. Deze Finse band met de Nederlandse vocaliste zorgde iets meer dan uur lang voor een werkelijk schitterend spektakel op de planken dankzij een massa aan pyrotechnics die overal vandaan werden gevuurd. Maar ook de setlist was er een om duimen en vingers bij af te likken. Een kleine greep daaruit: 'Shudder Before The Beautiful', 'Elan' en 'Weak Fantasy' uit het meest recente album 'Endless Before The Beautiful', maar ook het ingetogen 'Amaranth' (uit 'Dark passion Play'), het machtige 'I Want My Tears Back' (uit 'Imaginaerum') en de schitterende afsluiter 'Last Ride Of The Day' (ook al uit 'Imaginaerum'). Meteen een waardige afsluiter van deze tiende editie van Hellfest. Ook nu weer bracht ik, zij het een kort, bezoekje aan de “Valley” om er te genieten van de waarlijk energieke en sublieme set van Weedeater. Dit stoner metal trio staat gewoonweg vlak naast elkaar op het podium met de drummer dus helemaal vooraan in het midden: man wat een bezieling en energieke manier van drummen! Ook nam ik voor het eerst een kijkje in de “Warzone”, de plaats waar vooral hardcore en punk/rock acts het beste van zichzelf hebben gegeven gedurende dit weekend. Code Orange waren de gelukkigen die ik daar zag, maar echt boeien doet de muziek van dit viertal me niet. In de twee aanpalende tenten, “Temple” en “Altar” hoorde ik een gedreven Tribulation die slechts voor een halfvolle tent rond het middaguur nochtans een knappe set afleverde. Ook het Noorse black metal vijftal Khold en het Nederlandse Carach Angren (symphonic black metal) zorgden er voor gedreven sets die goed werden ontvangen. Het Duitse death metal gezelscahp van Morgoth zorgde ook al voor een heel gedreven set, maar ook nu weer vond ik dat de publieke opkomst wat magertjes uitviel, maar er was dan ook veel te beleven op de hoofdpodia. En toch liepde tent dan weer helemaal vol, om niet te zeggen over, voor de fantastische energiek en gedreven set van Alestorm. Deze Schotse folk/power metalband brengt uitsluitend nummers over “beer”, “rhum” of “women” of in een combinatie van die woorden. Het levert erg energieke, opzwepende nummers op waarbij je echt niet kan stilzitten of stilstaan. Iets wat dan ook nu weer niet gebeurde en de security hadde handen vol met de crowdsurfers die in de foto-pit aanbelanden. Nog indrukwekkender was de massa die was komen opdagen voor het Arch Enemy die nu met de Canadese Alissa White-Gluz een nieuwe frontvrouw in de rangen heeft die de moeilijke taak heeft om Angela Gussow te vervangen. Vorig jaar, op Alcatraz te Kortrijk deed ze dit, misschien nog wat onwennig, met verve. Nu zie je dat ze volledig ingeburgerd is en bracht het vijftal een werkelijk adembenemende set. Dat Alissa hier goed werd ontvangen dankt ze misschien ook wel aan het feit dat ze de nummers aankondigde in vlekkeloos Frans en Engels. Drie dagen over en weer lopen tussen de verschillende podia kruipt toch wel in de kleren, maar ook nu weer kan ik terugkijken op een uiterst geslaagde tiende editie van de festival. En als ze volgende jaar opnieuw uitpakken met zo'n knappe affiche – en waarom zou dat het geval niet zijn ? – dan ben ik volgend jaar zeker opnieuw van de partij, al zullen we er nog vroeger moeten bij zijn dan dit jaar, want de eerste drieduizend tickets die voor volgend jaar reeds werden aangeboden waren tegen vrijdag middag al de deur uit. U bent gewaarschuwd! |
A WOODLAND HILLCREST PROMOTION PRODUCTION I KEYS AND CHORDS 2001 - 2025