The Van Jets heeft met ‘Welcome To Strange Paradise’ een uitstekende nieuwe plaat uit. De twaalf nummers bulken van de popculturele verwijzingen en fêteren het hedonisme met een sardonisch, haast pervers genoegen. Reden genoeg om de band te interviewen. Gelukkig kreeg Keys & Chords die kans dankzij Karsten Biesemans. Drummer Michaël Verschaeve en gitarist/toetsenist Wolfgang Vanwymeersch stonden ons professioneel en goedgeluimd te woord. Welkom in het vreemde paradijs, met The Van Jets als sater van dienst.
Julian De Backer: “‘Welcome To Strange Paradise” is een strak album geworden. Twaalf nummers, geen franjes ...”
Michaël Verschaeve: “We hadden pas na de opnames door dat het zo’n kort album was. We hebben altijd wel nummers van vijf minuten, en een paar van vier minuten, maar nu bleek alles heel kort. Vree to the point.”
Julian: “Waren er veel overdubs?”
Wolfgang Vanwymeersch: “Het is totaal niet live opgenomen. Het is onze eerste plaat waarbij elk element afzonderlijk ingespeeld is. Michaël heeft zelfs nummers zonder hi-hat ingespeeld, omdat alles bewerkt werd. Maar: het is wel opgevat als een album dat een band kan spelen. Voor de opnames hebben we de plaat live gespeeld gedurende twee avonden in Hasselt.”
Michaël: “Het is ook het bewuste proces van een plaat maken. Je speelt ze live, waarna je denkt “Hm, dat stukje had niet misstaan op het eindresultaat”. Je probeert je publiek te slim af te zijn, en dat hebben we gedaan door de plaat in Hasselt al twee keer te brengen.”
Julian: “Het geheel bevalt me ook. Er lijkt een cohesie in te zitten, geen harde breaks. De nummers lijken van 1 tot 12 in elkaar over te vloeien.”
Michaël: “Dat is ook bewust. In het begin schrijf je veel diverse nummers, maar vroeg of laat begin je af te bakenen en zeg je: “Alles dat extreem is ...” Nee, ‘extreem’ is een verkeerd woord, want dan lijkt het alsof we middle of the road najagen. Maar alles dat teveel buiten het kader valt, doen we niet. Alles moest met elkaar verbonden zijn.”
Julian: “Het moet ook gezegd dat ‘Two Tides Of Ice’ een zéér goede singlekeuze is. Heel vaak kiest een band een nummer dat minder representatief is voor het album, maar dit is een enorm goed nummer.”
Michaël: “Ja, inderdaad! Soms ontdek je een single en dan hoor je de band er bijna bij zeggen: “Maar het is niet representatief voor de plaat, hoor!”. ‘Two Tides Of Ice’ is dat wél.”
Wolfgang: “Staalkaartje.”
Michaël: “Dat is chance, dat is niet bewust. Het was ook een no-brainer. De eerste single kiezen is soms onderhevig aan discussie, maar hier was het zodanig obvious!”
Julian: “Dat vraag ik me als buitenstaander af: hoe begin je aan een singlekeuze?”
Wolfgang: “Nu was het eenvoudig, maar in andere gevallen heeft iedereen een shortlist en worden die lijstjes samengelegd.”
Michaël: “En dan wordt er gelobbyd (lacht).”
Michaël Verschaeve: “We hadden pas na de opnames door dat het zo’n kort album was. We hebben altijd wel nummers van vijf minuten, en een paar van vier minuten, maar nu bleek alles heel kort. Vree to the point.”
Julian: “Waren er veel overdubs?”
Wolfgang Vanwymeersch: “Het is totaal niet live opgenomen. Het is onze eerste plaat waarbij elk element afzonderlijk ingespeeld is. Michaël heeft zelfs nummers zonder hi-hat ingespeeld, omdat alles bewerkt werd. Maar: het is wel opgevat als een album dat een band kan spelen. Voor de opnames hebben we de plaat live gespeeld gedurende twee avonden in Hasselt.”
Michaël: “Het is ook het bewuste proces van een plaat maken. Je speelt ze live, waarna je denkt “Hm, dat stukje had niet misstaan op het eindresultaat”. Je probeert je publiek te slim af te zijn, en dat hebben we gedaan door de plaat in Hasselt al twee keer te brengen.”
Julian: “Het geheel bevalt me ook. Er lijkt een cohesie in te zitten, geen harde breaks. De nummers lijken van 1 tot 12 in elkaar over te vloeien.”
Michaël: “Dat is ook bewust. In het begin schrijf je veel diverse nummers, maar vroeg of laat begin je af te bakenen en zeg je: “Alles dat extreem is ...” Nee, ‘extreem’ is een verkeerd woord, want dan lijkt het alsof we middle of the road najagen. Maar alles dat teveel buiten het kader valt, doen we niet. Alles moest met elkaar verbonden zijn.”
Julian: “Het moet ook gezegd dat ‘Two Tides Of Ice’ een zéér goede singlekeuze is. Heel vaak kiest een band een nummer dat minder representatief is voor het album, maar dit is een enorm goed nummer.”
Michaël: “Ja, inderdaad! Soms ontdek je een single en dan hoor je de band er bijna bij zeggen: “Maar het is niet representatief voor de plaat, hoor!”. ‘Two Tides Of Ice’ is dat wél.”
Wolfgang: “Staalkaartje.”
Michaël: “Dat is chance, dat is niet bewust. Het was ook een no-brainer. De eerste single kiezen is soms onderhevig aan discussie, maar hier was het zodanig obvious!”
Julian: “Dat vraag ik me als buitenstaander af: hoe begin je aan een singlekeuze?”
Wolfgang: “Nu was het eenvoudig, maar in andere gevallen heeft iedereen een shortlist en worden die lijstjes samengelegd.”
Michaël: “En dan wordt er gelobbyd (lacht).”
Julian: “Heeft de auteur van het nummer dan ook meer in de pap te brokken?”
Michaël: “Net niet, want Wolfgang schrijft ook. Maar je moet altijd proberen om het objectief te bekijken. Een single moet het meest instant nummer zijn.” Julian: “‘Welcome To Strange Paradise’ – goede titel – klinkt een beetje als een duistere science-fictionfilm. Het is een zeker idyllisch beeld dat jullie willen doorprikken. Wat verstaan jullie eigenlijk onder een ‘strange’ paradise? Want een paradijs is iets moois, iets goeds.” Wolfgang: “Daarom hebben we voor die titel gekozen. Die paradox tussen de twee woorden. We moesten spelen in Luxemburg, een akoestische sessie in een galerij. Daar hing een neon kunstwerk genaamd ‘Welcome To Strange Paradise’. Johannes (Verschaeve, zanger en gitarist, red.) was er meteen vree zot van. Wij ook, maar hij dacht vooral: “Dit is het!”. De titel gaat al twee jaar mee. Wij dachten aanvankelijk dat het voorlopig was, een werktitel, maar nee ...” Julian: “Waren er nog andere werktitels?” Michaël: “Nee, dit was de eerste keer dat de werktitel ook meteen de titel werd. Als iets te lang meegaat, zijn we het al een beetje beu. Van de eerste vier basisnummers van een plaat, blijven er maximum twee over. Nu was dat evenmin het geval.” Wolfgang: “Nu hadden we meteen dat kader, en dat was een voordeel. ‘Strange Paradise’ roept meteen een aantal onderwerpen op waarover je het tekstueel kunt hebben. Ook het woord ‘strange’ heeft de keuze van instrumenten en klanken bepaald.” Julian: “Je merkt ook dat je de nummers kan ophangen aan dat ‘strange paradise’. Heel fijn. Het nummer ‘Shit To Gold’ is zeer grappig. Kan het zijn dat ik tijdens de bridge, op 2:14, een gekuch hoor?” |
Michaël: “Ja ja ja, dat is zo! Dat is bewust. We hebben nog van die grapjes. Er zit ook een hi-hat in die opeens transformeert naar een elektronische hi-hat. Dat stukje is vree scheef ingespeeld, en komt eigenlijk van een demo van Johannes. Hij was gewoon wat aan het spelen, tok-tok-tok ...”
Wolfgang: “Kinderlijk, bijna.”
Michaël: “We hebben het rechtstreeks uit de demo op de plaat gezet, omdat het ons wel grappig leek. We hebben – veel meer dan op onze vorige platen – alles willen samenbrengen: het live-element, plus ideeën uit de demo’s.”
Wolfgang: “De demo kan een bepaalde charme hebben.”
Michaël: “Bij ‘Shit To Gold’ wisten we dat we bepaalde stukjes uit de demo moesten bewaren.”
Julian: “Het is natuurlijk fijn als je de demo-vibe kan bewaren. Hebben jullie ooit ‘Nebraska’ van Bruce Springsteen beluisterd?”
Wolfgang: “Nog niet echt.”
Julian: “De plaat was op een cassette opgenomen, maar had daardoor behoorlijk wat ruis. Maar Springsteen vond die eerste versies het beste, dus studiotechnici hebben de ruis moeten onderdrukken. Er is niets opnieuw opgenomen. Een take. Maar dat is natuurlijk een risico.”
Michaël: “Ja, inderdaad.”
Julian: “Tijdens ‘Strange Paradise’, de reprise van het nummer ‘Welcome to Strange Paradise’, hoor je op een bepaald moment zelfs zacht gefezel.”
Michaël: “Dat is ook grappig! Tijdens de laatste opnameweek zei ik tegen de producer: “We moeten nog gebabbel hebben”. Want dat intrigeert mensen. Dan willen ze weten wàt er gezegd wordt. “Mja, maar dat kan niet spontaan” pruttelde hij. “Ja, inderdaad, dat gaat geforceerd zijn” gaf ik toe. Een kwartier later heb ik dat weer aangehaald, en heb ik stiekem mijn iPhone genomen en daar gelegd. “Misschien moeten we straks iets opnemen” antwoordde de producer, “misschien vinden we nog iets in de opnames”. Ondertussen hoor je iedereen zijn zegje doen. Op het einde zei ik: “Gasten, ik heb het hier al! Joehoe!”. Dat was wel zalig. Je hoort ook iemand lachen op het moment dat ik zeg: “Ik heb het opgenomen!” ...”
Wolfgang: “Ja, je hoort Leo (Abrahams, producer, red.)! Nu heb je wel de mythe doorprikt.”
Michaël: “Inderdaad, de mythe doorprikt. Maar toch: tof! Leo heeft er dan nog wat zaken opgezet, zodat het geheel onverstaanbaar wordt. Zo genre ...”
Wolfgang: “Kinderlijk, bijna.”
Michaël: “We hebben het rechtstreeks uit de demo op de plaat gezet, omdat het ons wel grappig leek. We hebben – veel meer dan op onze vorige platen – alles willen samenbrengen: het live-element, plus ideeën uit de demo’s.”
Wolfgang: “De demo kan een bepaalde charme hebben.”
Michaël: “Bij ‘Shit To Gold’ wisten we dat we bepaalde stukjes uit de demo moesten bewaren.”
Julian: “Het is natuurlijk fijn als je de demo-vibe kan bewaren. Hebben jullie ooit ‘Nebraska’ van Bruce Springsteen beluisterd?”
Wolfgang: “Nog niet echt.”
Julian: “De plaat was op een cassette opgenomen, maar had daardoor behoorlijk wat ruis. Maar Springsteen vond die eerste versies het beste, dus studiotechnici hebben de ruis moeten onderdrukken. Er is niets opnieuw opgenomen. Een take. Maar dat is natuurlijk een risico.”
Michaël: “Ja, inderdaad.”
Julian: “Tijdens ‘Strange Paradise’, de reprise van het nummer ‘Welcome to Strange Paradise’, hoor je op een bepaald moment zelfs zacht gefezel.”
Michaël: “Dat is ook grappig! Tijdens de laatste opnameweek zei ik tegen de producer: “We moeten nog gebabbel hebben”. Want dat intrigeert mensen. Dan willen ze weten wàt er gezegd wordt. “Mja, maar dat kan niet spontaan” pruttelde hij. “Ja, inderdaad, dat gaat geforceerd zijn” gaf ik toe. Een kwartier later heb ik dat weer aangehaald, en heb ik stiekem mijn iPhone genomen en daar gelegd. “Misschien moeten we straks iets opnemen” antwoordde de producer, “misschien vinden we nog iets in de opnames”. Ondertussen hoor je iedereen zijn zegje doen. Op het einde zei ik: “Gasten, ik heb het hier al! Joehoe!”. Dat was wel zalig. Je hoort ook iemand lachen op het moment dat ik zeg: “Ik heb het opgenomen!” ...”
Wolfgang: “Ja, je hoort Leo (Abrahams, producer, red.)! Nu heb je wel de mythe doorprikt.”
Michaël: “Inderdaad, de mythe doorprikt. Maar toch: tof! Leo heeft er dan nog wat zaken opgezet, zodat het geheel onverstaanbaar wordt. Zo genre ...”
Michaël: “Ja ja ja, dat is zo! Dat is bewust. We hebben nog van die grapjes. Er zit ook een hi-hat in die opeens transformeert naar een elektronische hi-hat. Dat stukje is vree scheef ingespeeld, en komt eigenlijk van een demo van Johannes. Hij was gewoon wat aan het spelen, tok-tok-tok ...”
Wolfgang: “Kinderlijk, bijna.” Michaël: “We hebben het rechtstreeks uit de demo op de plaat gezet, omdat het ons wel grappig leek. We hebben – veel meer dan op onze vorige platen – alles willen samenbrengen: het live-element, plus ideeën uit de demo’s.” Wolfgang: “De demo kan een bepaalde charme hebben.” Michaël: “Bij ‘Shit To Gold’ wisten we dat we bepaalde stukjes uit de demo moesten bewaren.” Julian: “Het is natuurlijk fijn als je de demo-vibe kan bewaren. Hebben jullie ooit ‘Nebraska’ van Bruce Springsteen beluisterd?” |
Julian: “Paul is dead?”
Michaël: “Ik weet nog dat ik vroeger soms ook mensen iets hoorde zeggen op platen. Volgens mij op ‘In A Bar, Under The Sea’ van dEUS ook. Dan hoor je Barman vanalles zeggen, en dat intrigeerde me altijd. Je wilt wel muziek horen, maar als je dan stemmen hoort ...”
Wolfgang: ““Wat is dat hier?””
Michaël: “Ja, “wat is dat hier!?” ...”
Julian: “Het mysterie trekt mensen aan. De vraag die Bill Murray het meest gesteld wordt, is “Wat zeg je in Scarlett Johanssons oor op het einde van ‘Lost In Translation’?” Hij zal de vraag nooit beantwoorden, maar iedere journalist probeert. Even iets anders: enkele weken geleden was jullie optreden in Amsterdam live te volgen via een app genaamd ‘Periscope’. Vinden jullie dat niet enorm vermoeiend dat je je moet bezighouden met al die nieuwe media? Willen jullie je niet gewoon focussen op de muziek?”
Michaël: “JA! (lacht) Dit was nog wel tof om te doen, maar ...”
Wolfgang: “Het is extreem hoeveel verschillende formats je hebt ...”
Michaël: “Ik doe het wel, maar soms vraag ik ook om even in mijn plaats een post op Twitter of Facebook te plaatsen. Het is geschift. Ik dacht dat het alsmaar eenvoudiger zou worden, maar niets is minder waar. Je hebt Instagram, Facebook, Periscope, Snapchat ... het is gedoe, ik geef het toe!”
Julian: “Ik kan me voorstellen dat je gewoon af en toe muziek wilt maken.”
Michaël: “Ja! Maar het is wel belangrijk ...”
Julian: “Merk je dat echt? Volstaat het niet om een goede plaat te maken, en vervolgens opgepikt te worden?”
Wolfgang: “Bwoa ... nee, dat is een mythe. Je moet als een marktkramer je waren verkopen. Dat klinkt vree fout, maar het is wel zo.”
Michaël: “Dat klinkt vree fout! Enfin, het is een goede vraag. Moesten we niets doen ... gewoon een single uitbrengen, en vervolgens een maand zwijgen? Ik weet het niet. Ik heb geen zin om het uit te testen.”
Julian: “Johannes is er vandaag niet, maar misschien kan jij, Michaël, als broer wel de vraag beantwoorden. Twee jaar geleden speelde hij in het OLT Rivierenhof in Deurne voor de ‘Stones Sessie’ van Radio 1 ...”
Michaël: “Juist, daar waren wij niet bij.”
Julian: “Op het podium was het alleen Johannes. Hij speelde toen ‘Sister Morphine’ en ‘Jumpin’ Jack Flash’. Hebben ze hem dat toen gevraagd, of zijn dat gewoon zijn twee favoriete Stones-nummers?”
Michaël: “Goh, dat is een goede vraag. Ik weet het niet. Vorig jaar waren we er wél, met de Bowie tribute.”
Wolfgang: “Toen hebben we zelf de nummers gekozen.”
Michaël: “Ik weet nog dat ik vroeger soms ook mensen iets hoorde zeggen op platen. Volgens mij op ‘In A Bar, Under The Sea’ van dEUS ook. Dan hoor je Barman vanalles zeggen, en dat intrigeerde me altijd. Je wilt wel muziek horen, maar als je dan stemmen hoort ...”
Wolfgang: ““Wat is dat hier?””
Michaël: “Ja, “wat is dat hier!?” ...”
Julian: “Het mysterie trekt mensen aan. De vraag die Bill Murray het meest gesteld wordt, is “Wat zeg je in Scarlett Johanssons oor op het einde van ‘Lost In Translation’?” Hij zal de vraag nooit beantwoorden, maar iedere journalist probeert. Even iets anders: enkele weken geleden was jullie optreden in Amsterdam live te volgen via een app genaamd ‘Periscope’. Vinden jullie dat niet enorm vermoeiend dat je je moet bezighouden met al die nieuwe media? Willen jullie je niet gewoon focussen op de muziek?”
Michaël: “JA! (lacht) Dit was nog wel tof om te doen, maar ...”
Wolfgang: “Het is extreem hoeveel verschillende formats je hebt ...”
Michaël: “Ik doe het wel, maar soms vraag ik ook om even in mijn plaats een post op Twitter of Facebook te plaatsen. Het is geschift. Ik dacht dat het alsmaar eenvoudiger zou worden, maar niets is minder waar. Je hebt Instagram, Facebook, Periscope, Snapchat ... het is gedoe, ik geef het toe!”
Julian: “Ik kan me voorstellen dat je gewoon af en toe muziek wilt maken.”
Michaël: “Ja! Maar het is wel belangrijk ...”
Julian: “Merk je dat echt? Volstaat het niet om een goede plaat te maken, en vervolgens opgepikt te worden?”
Wolfgang: “Bwoa ... nee, dat is een mythe. Je moet als een marktkramer je waren verkopen. Dat klinkt vree fout, maar het is wel zo.”
Michaël: “Dat klinkt vree fout! Enfin, het is een goede vraag. Moesten we niets doen ... gewoon een single uitbrengen, en vervolgens een maand zwijgen? Ik weet het niet. Ik heb geen zin om het uit te testen.”
Julian: “Johannes is er vandaag niet, maar misschien kan jij, Michaël, als broer wel de vraag beantwoorden. Twee jaar geleden speelde hij in het OLT Rivierenhof in Deurne voor de ‘Stones Sessie’ van Radio 1 ...”
Michaël: “Juist, daar waren wij niet bij.”
Julian: “Op het podium was het alleen Johannes. Hij speelde toen ‘Sister Morphine’ en ‘Jumpin’ Jack Flash’. Hebben ze hem dat toen gevraagd, of zijn dat gewoon zijn twee favoriete Stones-nummers?”
Michaël: “Goh, dat is een goede vraag. Ik weet het niet. Vorig jaar waren we er wél, met de Bowie tribute.”
Wolfgang: “Toen hebben we zelf de nummers gekozen.”
Julian: “‘Fame’ en ‘Station To Station’”
Michaël: “We zijn de vraag aan het omdraaien, maar we weten het niet. Ik denk dat Johannes het zelf gekozen zal hebben. Wij hebben ‘Station To Station’ gekozen. Ik weet nog dat Jo (koosnaampje voor zijn broer, red.) dat voorstelde. “Zijde gij zot, zeker?” was onze reactie. Dat zijn bijna drie nummers in een. Om het met een Miss België-boutade te zeggen: “Het was een uitdaging!” ...” Julian: “Jullie hebben ‘Station to Station’ van een lange en ferm bewerkte intro voorzien, en ‘Fame’ hebben jullie een eigenzinnig, vingerknippend begin gegeven.” Michaël: “‘Fame’ hebben we ...” Wolfgang: “In 3/4 gedaan!” Michaël: “Dat nummer hadden we ooit al eens gespeeld. ‘Station To Station’ was redelijk trouw aan het origineel, omdat het nummer zelf ook al redelijk orchestraal is qua lengte. Het was niet beter, maar wel ...” Wolfgang: “Cool.” Michaël: “Het is een lang nummer, zeker voor mij als drummer.” Julian: “Jouw broer zei toen ook: ‘Ajje van Oostende ben’, be’je klootzak. Serge Feys é è klootzak.” Wat heeft hij tegen Serge Feys?” Michaël: “Niks! Niks! Dat is omdat hij van Oostende is, natuurlijk. Als je van Oostende bent, dan ben je een klootzak!” Julian: “Waarom dan?” Michaël: “Als je van Oostende bent, dan heb je een edge. Dat is wel waar.” Julian: “Zijn jullie trouwens allevier van Oostende?” Wolfgang: “Ik niet. Ik ben van Aalter.” Julian: “Dus u bent de enige niet-klootzak in The Van Jets?” |
Michaël: “Eigenlijk wel.”
Wolfgang: “Jeuj.”
Julian: “Een van de beste nummers van het album, ‘Nighttime Daydream’ ...”
Michaël: “Aaah ...”
Wolfgang: “En dat staat niet eens op de plaat!”
Julian: “Helaas! Hoe komt dat?”
Michaël: “Het staat wel op de SoundCloud, zeker?”
Julian: “Journalisten kregen een download, en daarop stond het nummer wél. What happened? Zo’n goed nummer!”
Michaël: “Het was niet af.”
Wolfgang: “Het kon beter. Ik denk dat we het nog eens moeten aanpakken.”
Julian: “Een mooie B-kant.”
Michaël: “Het is het enige nummer dat de studio verliet en door ons op een “meh, het kan beter” werd onthaald.”
Julian: “Echt? Ik heb natuurlijk geen getraind muzikaal oor, maar ik vond het grandioos.”
Wolfgang: “Dat is het, hé. Het nummer begint, en je hebt verwachtingen. Je denkt: “Fuck, dit wordt een klassieker”, en daarna brokkelt het af.”
Julian: “Los daarvan associeerde ik het nummer tekstueel meteen met New York: “The busses doubledecked/city sounds/city lights/this cab will ever show” ...”
Michaël en Wolfgang: “Neenee, het is Londen.”
Julian: “Toch?”
Michaël: “Johannes heeft het geschreven in Londen. Hij was er drie dagen, speciaal om nummers te schrijven. Maar hij kon niet slapen, hij lag wakker, hij keek naar buiten en hij heeft beschreven wat hij zag.”
Julian: “Want daarna, het moment waarop jullie het nummer niet meer goed vinden, wordt het voor mij Los Angeles: “She was a waitress/she was dead meat”. Zoals alle werkloze actrices. Ik vond de tegenstelling ‘nighttime’ versus ‘daydream’ ook perfect passen binnen het ‘strange paradise’-concept.”
Michaël: “Ja ja! Maar vanaf dan gaat het over mensen die hun droom begraven. Of dat dan in Londen of in Los Angeles is, maakt niet uit. Het nummer gaat specifiek over iemand die mijn broer kent, en die naar Londen verhuisd was om de droom na te jagen. Maar dan wordt het toch moeilijk, en dan begint die persoon te dwalen ...”
Julian: “Maak het nummer dan toch eens af. Ik ben heel benieuwd naar een versie die jullie uitstekend vinden. Kennen jullie toevallig de Urban Dictionary?”
Wolfgang: “Mja?”
Julian: “Dat is een online woordenboek voor straattaal. Een van de nummers op jullie nieuwe plaat heet ‘Sludger’. Volgens de Urban Dictionary is een ‘sludger’ ...”
Wolfgang: “Haha, ik heb het ook opgezocht!”
Julian: “Sludger: a kid who hates his little sister, wears a backwards hat, plays baseball, whose neighbour is a senior citizen who hates him, and who watches Ninja Turtles (hence the name, because Ninja Turtles got caught in sludge). (wijst naar Wolfgang) Jij hebt het nummer geschreven. Wat bedoel jij ermee? Wat is voor jou een ‘sludger’?”
Wolfgang: “Goh, een sludger is ook een soort schop waarmee je baggert. Ik heb het gehaald uit een nummer van Mykki Blanco, ‘Sludge Fucker’. Wellicht een homoseksuele referentie. Mja, ik weet het eigenlijk niet.”
Julian: “Euh, haha, oké.”
Michaël: “Dat woord was er, en iedereen vroeg aan Wolf wat het betekende. Hij wist het niet.”
Wolfgang: “Als ik een nummer op de computer maak, moet ik eerst een titel ingeven. Die titel heeft dan meestal niets te maken met het nummer. Normaal gezien verander je nadien de titel, maar nu vond ik hem mysterieus. Het feit dat je het opgezocht hebt, betekent dat het mysterieus is. Soms schrijf ik ook nummers waarvan ik niet weet waarover ze gaan. Nu had ik dat ook. Ik dacht zelf: “Hm, wat wil ik hiermee zeggen?” Ik vroeg het dan aan producer Leo, en vertelde hem dat ik niet wist waarover het nummer ging. “Ah, gemakkelijk”, zei hij, “het gaat gewoon over een megaloser!” ...”
Wolfgang: “Jeuj.”
Julian: “Een van de beste nummers van het album, ‘Nighttime Daydream’ ...”
Michaël: “Aaah ...”
Wolfgang: “En dat staat niet eens op de plaat!”
Julian: “Helaas! Hoe komt dat?”
Michaël: “Het staat wel op de SoundCloud, zeker?”
Julian: “Journalisten kregen een download, en daarop stond het nummer wél. What happened? Zo’n goed nummer!”
Michaël: “Het was niet af.”
Wolfgang: “Het kon beter. Ik denk dat we het nog eens moeten aanpakken.”
Julian: “Een mooie B-kant.”
Michaël: “Het is het enige nummer dat de studio verliet en door ons op een “meh, het kan beter” werd onthaald.”
Julian: “Echt? Ik heb natuurlijk geen getraind muzikaal oor, maar ik vond het grandioos.”
Wolfgang: “Dat is het, hé. Het nummer begint, en je hebt verwachtingen. Je denkt: “Fuck, dit wordt een klassieker”, en daarna brokkelt het af.”
Julian: “Los daarvan associeerde ik het nummer tekstueel meteen met New York: “The busses doubledecked/city sounds/city lights/this cab will ever show” ...”
Michaël en Wolfgang: “Neenee, het is Londen.”
Julian: “Toch?”
Michaël: “Johannes heeft het geschreven in Londen. Hij was er drie dagen, speciaal om nummers te schrijven. Maar hij kon niet slapen, hij lag wakker, hij keek naar buiten en hij heeft beschreven wat hij zag.”
Julian: “Want daarna, het moment waarop jullie het nummer niet meer goed vinden, wordt het voor mij Los Angeles: “She was a waitress/she was dead meat”. Zoals alle werkloze actrices. Ik vond de tegenstelling ‘nighttime’ versus ‘daydream’ ook perfect passen binnen het ‘strange paradise’-concept.”
Michaël: “Ja ja! Maar vanaf dan gaat het over mensen die hun droom begraven. Of dat dan in Londen of in Los Angeles is, maakt niet uit. Het nummer gaat specifiek over iemand die mijn broer kent, en die naar Londen verhuisd was om de droom na te jagen. Maar dan wordt het toch moeilijk, en dan begint die persoon te dwalen ...”
Julian: “Maak het nummer dan toch eens af. Ik ben heel benieuwd naar een versie die jullie uitstekend vinden. Kennen jullie toevallig de Urban Dictionary?”
Wolfgang: “Mja?”
Julian: “Dat is een online woordenboek voor straattaal. Een van de nummers op jullie nieuwe plaat heet ‘Sludger’. Volgens de Urban Dictionary is een ‘sludger’ ...”
Wolfgang: “Haha, ik heb het ook opgezocht!”
Julian: “Sludger: a kid who hates his little sister, wears a backwards hat, plays baseball, whose neighbour is a senior citizen who hates him, and who watches Ninja Turtles (hence the name, because Ninja Turtles got caught in sludge). (wijst naar Wolfgang) Jij hebt het nummer geschreven. Wat bedoel jij ermee? Wat is voor jou een ‘sludger’?”
Wolfgang: “Goh, een sludger is ook een soort schop waarmee je baggert. Ik heb het gehaald uit een nummer van Mykki Blanco, ‘Sludge Fucker’. Wellicht een homoseksuele referentie. Mja, ik weet het eigenlijk niet.”
Julian: “Euh, haha, oké.”
Michaël: “Dat woord was er, en iedereen vroeg aan Wolf wat het betekende. Hij wist het niet.”
Wolfgang: “Als ik een nummer op de computer maak, moet ik eerst een titel ingeven. Die titel heeft dan meestal niets te maken met het nummer. Normaal gezien verander je nadien de titel, maar nu vond ik hem mysterieus. Het feit dat je het opgezocht hebt, betekent dat het mysterieus is. Soms schrijf ik ook nummers waarvan ik niet weet waarover ze gaan. Nu had ik dat ook. Ik dacht zelf: “Hm, wat wil ik hiermee zeggen?” Ik vroeg het dan aan producer Leo, en vertelde hem dat ik niet wist waarover het nummer ging. “Ah, gemakkelijk”, zei hij, “het gaat gewoon over een megaloser!” ...”
Michaël: “That’s easy!”
Julian: “Lijkt me ook wel moeilijk, beginnen met een titel. Sommige artiesten hebben eerst een tekst, en nemen dan een frase als titel.” Michaël: “Ja, dat zorgt voor veel discussies! Het is altijd grappig, omdat het vaak nog werktitels zijn. Dan heeft de titel niets te maken met de tekst ... en toch houden we hem!” Wolfgang: “‘Sludger’ klinkt zoals je het uitspreekt. Het klinkt zoals het nummer.” Julian: “Iets grauw, groezelig ...” Michaël: “Ik dacht eerst dat het over een slacker (een nietsnut, red.) ging.” Julian: “Het nummer ‘The Sound Of Sea’ klinkt fonetisch als ‘The Sound Of C’ ...” Michaël: “Ja, natuurlijk! Is dat bewust? Ja en nee. Jo kwam met die titel op de proppen. Ik zei: “Je weet toch, ‘The Sound Of C’?” en hij zei: “Dat is toch niet erg?” Net zoals bij ‘Sludger’ hebben we wat gediscuteerd, en dan besloten om het gewoon te houden. Even hebben we ‘The Sight Of Sea’ overwogen, maar uiteindelijk vonden we het toch een grappige knipoog. En het nummer gaat ook echt over het geluid van de zee.” Julian: “Waarom worden Nikola Tesla en Serge Gainsbourg bedankt in het boekje?” Michaël: “Dat is sinds de vorige plaat een running joke. We schrijven ook steevast “S. Gainsbourg”. Dan kan het evengoed Simon Gainsbourg zijn! En Nikola Tesla, ja. Zonder Nikola Tesla was er geen elektriciteit!” Julian: “De Edison-fans zullen dat tegenspreken.” Michaël: “Ja ja!” Wolfgang: “Ze hebben samengewerkt hé.” Julian: “Maar daarna hebben ze ruzie gekregen.” |
Wolfgang: “Toen we in Londen waren, heb ik een biografie van Tesla gelezen. Enfin, “gekocht”, want ik heb ze nog altijd niet gelezen.”
Michaël: “Die details maken het leuk voor ons.”
Julian: “Geen idee of jullie soms videogames spelen, maar er is toevallig twee maanden geleden een prestigieus PlayStation 4-spel uitgekomen waarin Nikola Tesla een hoofdrol speelt.”
Michaël: “Serieus?”
Wolfgang: “Is ’t waar?”
Julian: “‘The Order: 1886’, en je hebt Tesla ook nodig om voortgang in het spel te maken.”
Wolfgang: “Welja, onze bedanking is een verwijzing naar het spel. Dan zijn we mee met de kids.”
Michaël: “Maar die dankbetuigingen in platen zijn ook vaak zo cliché. My parents etcetera. Wij smijten er al eens wat geinigheden tussen.”
Julian: “Laatste vraagje: jullie namedroppen ook David Lynch in het titelnummer. “20 inch flat screen/David Lynch movie scene”. Is er een film die jullie in gedachten hadden tijdens het maken van de plaat? Want als er nu een filmmaker is die altijd ‘strange paradises’ evoceert ...”
Michaël: “Ja, het zal wel! Mijn broer is vree fan van ‘Mulholland Drive’.”
Wolfgang: “Die ene scène.”
Michaël: “Ja, die ene scène. ‘Il Silencio’. En dan natuurlijk ‘Twin Peaks’, hoewel ik daar meer fan van ben. Johannes heeft dat pas vorig jaar gezien.”
Julian (beschaamd): “Ik heb dat pas dit jaar gezien.”
Michaël: “Zeer grote inspiratiebron. Ik hoor nu dat ze een derde seizoen gaan maken. Ik ben benieuwd, want het verschil tussen seizoen 1 en 2 is gigantisch. Ik vind het superraar.”
Julian: “Er is een reden. David Lynch was tijdens het tweede seizoen bezig met zijn film ‘Wild At Heart’, en heeft quasi al het werk uitbesteed. Hij was er niet echt met zijn gedachten bij. Heel jammer.”
Michaël: “Heel bizar. En ook: het verhaal wordt aan David Lynch toegeschreven, maar het is meer het werk van Mark Frost.”
Julian: “Klopt. In combinatie met het bizarre visuele genie van David Lynch. Maar helaas: zoals het er nu uitziet, zal het derde seizoen zonder Lynch gemaakt worden.”
Michaël: “Hij wil meer geld. Enfin, hij vindt dat hij te weinig budget krijgt om de serie te maken. Ik vind dat bizar, want ‘Twin Peaks’ lijkt in mijn ogen toch geen megaproductie.”
Julian: “Wel veel acteurs, natuurlijk. Die kosten een aardige duit.”
Wolfgang: “Of dure locaties?”
Michaël: “Wat gaat hij anders doen? Met green screens of CGI beginnen? Ik weet het niet.”
Michaël: “Die details maken het leuk voor ons.”
Julian: “Geen idee of jullie soms videogames spelen, maar er is toevallig twee maanden geleden een prestigieus PlayStation 4-spel uitgekomen waarin Nikola Tesla een hoofdrol speelt.”
Michaël: “Serieus?”
Wolfgang: “Is ’t waar?”
Julian: “‘The Order: 1886’, en je hebt Tesla ook nodig om voortgang in het spel te maken.”
Wolfgang: “Welja, onze bedanking is een verwijzing naar het spel. Dan zijn we mee met de kids.”
Michaël: “Maar die dankbetuigingen in platen zijn ook vaak zo cliché. My parents etcetera. Wij smijten er al eens wat geinigheden tussen.”
Julian: “Laatste vraagje: jullie namedroppen ook David Lynch in het titelnummer. “20 inch flat screen/David Lynch movie scene”. Is er een film die jullie in gedachten hadden tijdens het maken van de plaat? Want als er nu een filmmaker is die altijd ‘strange paradises’ evoceert ...”
Michaël: “Ja, het zal wel! Mijn broer is vree fan van ‘Mulholland Drive’.”
Wolfgang: “Die ene scène.”
Michaël: “Ja, die ene scène. ‘Il Silencio’. En dan natuurlijk ‘Twin Peaks’, hoewel ik daar meer fan van ben. Johannes heeft dat pas vorig jaar gezien.”
Julian (beschaamd): “Ik heb dat pas dit jaar gezien.”
Michaël: “Zeer grote inspiratiebron. Ik hoor nu dat ze een derde seizoen gaan maken. Ik ben benieuwd, want het verschil tussen seizoen 1 en 2 is gigantisch. Ik vind het superraar.”
Julian: “Er is een reden. David Lynch was tijdens het tweede seizoen bezig met zijn film ‘Wild At Heart’, en heeft quasi al het werk uitbesteed. Hij was er niet echt met zijn gedachten bij. Heel jammer.”
Michaël: “Heel bizar. En ook: het verhaal wordt aan David Lynch toegeschreven, maar het is meer het werk van Mark Frost.”
Julian: “Klopt. In combinatie met het bizarre visuele genie van David Lynch. Maar helaas: zoals het er nu uitziet, zal het derde seizoen zonder Lynch gemaakt worden.”
Michaël: “Hij wil meer geld. Enfin, hij vindt dat hij te weinig budget krijgt om de serie te maken. Ik vind dat bizar, want ‘Twin Peaks’ lijkt in mijn ogen toch geen megaproductie.”
Julian: “Wel veel acteurs, natuurlijk. Die kosten een aardige duit.”
Wolfgang: “Of dure locaties?”
Michaël: “Wat gaat hij anders doen? Met green screens of CGI beginnen? Ik weet het niet.”
Julian De Backer ©
Foto's: Sony Music © |
Julian: “Hij wil ook een aandeel van de streaming- en DVD-opbrengsten. Dat was 25 jaar geleden geen punt.”
Wolfgang: “En toen was hij nog een beginner, toen kon hij minder eisen.” Michaël: “Voor mij hoeft het niet, een nieuwe reeks van ‘Twin Peaks’. Alhoewel, ik ben nu aan het kijken naar ‘Better Call Saul’, de spin-off van ‘Breaking Bad’. In het begin vreesde ik ook het ergste, maar ik vind het megagoed! Dat is de eerste spin-off ooit die dat klaarspeelt, denk ik!” Julian: “‘Frasier’ is ook uitstekend.” Michaël: “Dit is zelfs even goed als ‘Breaking Bad’. Maar het is echt anders.” Julian: “Bekijken jullie tijdens het componeren van nieuwe nummers televisieseries als ontspanning?” Michaël: “Ja, in Londen had iedereen wel enkele series bij ...” Wolfgang: “‘Extras’” Michaël: “Of ‘Life’s Too Short’, ook van Ricky Gervais.” Wolfgang: “Johannes haalt zijn inspiratie ook uit films en series. Meer dan ik.” Julian: “Je zou ‘Welcome To Strange Paradise’ ook kunnen verfilmen, als een lange videoclip. Als er meer geld zou zijn.” Wolfgang: “Tijd en geld.” Michaël: “We hebben lang met dat idee gespeeld, maar het is niet te doen.” Wolfgang: “Met de vorige plaat ook. Maar financieel ...” Julian: “Hartelijk bedankt voor jullie tijd. Ik wens jullie enorm veel succes met deze plaat.” |
A WOODLAND HILLCREST PROMOTION PRODUCTION I KEYS AND CHORDS 2001 - 2024