“Klein, vrolijk, soms grappig, aanstekelijk en authentiek" |
09 MAART 2017 |
Vertical Divider
Het was sinds het Belgium Rhythm And Blues Festival in 1995 geleden dat ik Armstrong live aan het werk zag. Samen met Robert Cray behoorde hij toen tot de nieuwe lichting jonge(re) bluestalenten. Maar het noodlot sloeg anderhalf jaar later toe. Tijdens een inbraak bij hem thuis werd hij zwaar toegetakeld met een mes. Zijn linkerarm en schouder waren als gitarist te gevoelloos geworden. Maar James gaf de moed niet op. Maanden, jaren duurde de revalidatie. Hij leerde anders spelen en soleren. Door slide te spelen leerde hij dat hij meer kracht in zijn linkerhand kreeg. Nu tovert hij de ene slidesolo na de andere uit zijn vingers. Respect! Vorige maand ging het maandelijkse concert van Move2Blues niet door omdat de bus van de RJ Mischo Band ergens in pan was gevallen. Dit gebeurde in de namiddag ook met het vervoersmiddel van de James Armstrong Band, maar gelukkig gebeurde dat in Genk. Dus het geplande optreden kon gewoon doorgaan. Om stipt negen uur start de Frans/Italiaanse band van Armstrong met een tweetal jazz standards. Een gezapig en contrastrijk begin van de avond. Na de twee instrumentaaltjes, waarin de heren Emanuele Rivara (drums), Eric Lebeau (bas) en pianist/orgelist en bandleader Henry Carpaneto al laten zien en horen dat ze klasse muzikanten zijn, komt James Armstrong al spelend de zaal binnengewandeld. De, volgende maand, 60-jarige zanger/gitarist start zijn set met een Chicagoblues ‘I’m Tore Down’, onder andere bekend van Freddie King. Iets ruiger, rauwer en wat zwaarder klinkt de Texas shuffle ‘Got It Goin’ On’, waarin James een sterke slidesolo speelt. Nog meer eigen werk presenteert James met het rollende en funky shuffelende ‘Bank Of Love’ dat opgepikt werd door de filmindustrie in 1993 en opgenomen werd in de soundtrack van de film ‘Hear No Evil’ (met Martin Sheen). In de obligate slowblues ‘That’s What Love Will Do’, laat James zijn gitaar spreken (huilen) als een vrouw. Hele conversaties ontstaan er, maar het klinkt allemaal even goed en het publiek laat zich inpakken door deze kleine, vrolijke en vaak zelfs grappige man. Met ‘Six Bar City’, een swampy boogie met een prachtige slidegitaarsolo en een tribute aan zijn oude, overleden vriend, John Lee Hooker ‘Boom Boom’, pakt hij het ditmaal opvallend jonge publiek in. Tijdens ‘Honey Hush’ (in de Albert Collins-versie) besluit James in het publiek te gaan soleren. Hij krijgt een hele meute vrouwen zover om hem te volgen. Hij loopt de deur uit en soleert in het MOD-café. Na nog een spoedcursus gitaar gegeven te hebben aan een jongedame springt hij terug het podium op en sluit de eerste set af met een solo die een kruising is tussen Albert Collins, Freddie en Albert King. Groots! |
Vertical Divider
Om precies 22u30 start de band het instrumentale ‘The Hucklebuck’, wederom een vrij onverwachte jazzy keuze. Dit is het eerste optreden van een vijf weken durende tour doorheen de helft van Europa. “Ik heb deze kerels pas een vijftiental uren geleden leren kennen. We hebben nog nooit samen op een podium gestaan en hebben zeker en vast niet veel tijd gehad om te repeteren. Graag een applaus voor deze gasten, want ze zijn goed, echt goed”, verkondigt Armstrong gemeend. En het publiek kan dat alleen maar beamen met een spetterend applaus. In set twee ligt de nadruk spontaan op iets meer dynamiek en schitterende solo’s. Zo geven Herny en James prachtige solos’ in ‘From time to time’, een ruige stuwende shuffle. “We hadden één koning in de VS, en die verloren we een tijd geleden. Die koning was BB King.”, zegt Armstrong en hij speelt een eigenzinnige versie van ‘Why I Sing The Blues’ als eerbetoon aan de grootmeester. “Op 28 april 1997, twintig jaar geleden werd ik zwaar gewond tijdens een inbraak in mijn huis. Ik dacht dat ik nooit meer gitaar zou kunnen spelen, maar ik heb niet opgegeven en nu sta ik hier. Don’t ever give up, we all have an angel”, zegt James, “daarom schreef ik dit nummer ‘Guitar Angels’”. Met zijn jaren 1970 soulsound, wat Hendrix en wat Steve Winwood invloeden, is dit het hoogtepunt van de avond. Prachtig! Al even prachtig is de soulsong die dan volgt, een cover van John Mayers ‘Waiting On The World To Change’, een song die wel iets wegheeft van Curtis Mayfield. En het feestje is nog niet afgelopen, want daarna krijgen we Little Milton’s ‘The Blues is Alright’. James zingt “Hey, Hey” en het publiek antwoord met “The Blues Is Alright”. Tot halverwege het zaaltje staan de mensen te swingen en te dansen. Hoe gaat hij dit nog overtreffen? Met Muddy Waters’ ‘Mojo Working’ natuurlijk! Maar dan met een gezapige swampy en licht funky versie. De aanwezigen vermaken zich uitstekend. Ik denk niet dat er nog iemand stil staat. Voor een derde en laatste keer, tijdens de grandioze Chicagoblues en Albert King-achtige afsluiter ‘Saturday Night Women’ springt James al solerend in het publiek. Er vormt zich weer een menselijke trein die hem opnieuw volgt door het café en terug het oververhitte zaaltje in.. Bissen doen de heren met het haast vanzelfsprekende ‘Sweet Home Chicago’. Het is kwart voor twaalf. Het was alweer een zeer geslaagde avond van Move2Blues. Volgende maand op 13 april ontvangen Danny Guilliams en co meestergitarist Jr. Watson. Iets dat je zeker niet mag missen… |
A WOODLAND HILLCREST PROMOTION PRODUCTION I KEYS AND CHORDS 2001 - 2024