10 maart 2016 * Muziekodroom, Hasselt
|
James ‘Super Chikan’ Johnson is een graag geziene gast in onze contreien. Daarom was de bluesclub van de Muziekodroom in Hasselt ook goed gevuld. Gelukkig werkte de airco doeltreffend, want het zou een lange en hete avond worden. |
Daar liggen deze zanger en gitarist zijn muzikale roots. Hij speelt rhythm ‘n’ blues, diep geworteld in de muziektradities van de streek, de Mississippi delta. James is geen perfectionist en het mag allemaal een beetje rauw en losjes klinken, met een scherp randje. Zijn gitaarspel is gevarieerd, soms wat slordig of rommelig, maar ook vaak verrassend of zelfs een beetje spannend. En ik denk dat juist daar zijn kracht en sterkte ligt. Hij is in de eerste plaats een entertainer, maar zeker ook een verdienstelijke zanger. Het publiek had het duidelijk naar zijn zin, dat zag je aan de vele bewegende lichamen, klappende handen en tappende voeten.
De eerste set duurt dan ook bijna anderhalf uur. Dat is dus zeker waar voor je geld, al had het gemakkelijk twintig minuten korter kunnen en mogen zijn. Super Chikan trekt zijn songs vaak iets te lang, tot zeven a acht minuten of zelfs langer, met in elke nummer drie a vier gitaarsolo’s. De eerste set bevatte elf nummers, dat is een gemiddelde van iets meer dan acht minuten per song. En dat is voor sommige bluesjes toch net iets teveel van het goede. Super Chikan Johnson wordt begeleid door een Nederlandse begeleidingsband Fat Harry & tthe Fuzzy Licks, met daarin de verdienstelijke gitarist ‘Fat Harry’ Dorth, bassist Jan Markus en drummer Ed Nijenhuis. Deze mannen slaagden erin James adequaat te begeleiden, wat zeker niet zo evident is als je niet de vaste band bent en met een soms verrassende Super Chikan. Al heeft deze band er wel meer ervaring mee. De set begint met het gebruikelijke Hideaway van Freddie King. Maar natuurlijk speelt hij dat op zijn eigen vlammende manier. Tussen de nummers door roept hij steeds “Somebody shoot that thang” of kraait hij als een haan of tokt hij als een kip, zowel op gitaar als door de microfoon, en die imitaties zijn niet eens zo slecht. Hoeveel keer dat hij tussen de songs door zijn kreet heeft geslaakt heb ik niet kunnen bijhouden, maar het zal rond de vijftien keer op de avond zijn geweest. Ja, een Super Chikan show, het is een scharrelkip-ervaring en af en toe durft hij zelfs naar ‘vrije uitloop’ te gaan, wanneer hij zijn zelfgemaakte Diddley Bow ter hand neemt en een paar fantastische slideriffs of –solo’s geeft. Johnson maakt al zijn gitaren zelf van afval en andere werktuigen, zoals bijvoorbeeld een toolbox voor een schroef-boormachine, die hij jammer genoeg deze keer niet bij zich had. Hij had wel twee andere mooi gekleurde en blinkende gitaren bij en een blitse Diddley Bow. |
Van ‘Crosscut Saw’ maakt hij een oppeppend stukje discoblues. Drummer Ed probeert alles onder controle te houden en slaagt daar wonderwel in, ondanks de onstuimige Johnson. Ook ‘Sittin’ by the river’ dat wat wegheeft van Allan Toussaints ‘Ya ya’ valt positief op. Maar één van de mooiste songs van de avond is de soulvolle rhythm & blues ‘Ain’t nobody like my baby’. Ook krijgen we nog een uptempo en ietwat rockende versie van Jimmy Reeds ‘Baby, what you want me to do’.
Enkele gitaarduellen tussen Super Chikan en gitarist Fat Harry plezieren het aanwezige publiek en het enthousiasme stijgt in de zaal en op het podium, alsmede de warmte. Al zullen daar de hilarische stapjes die Johnson maakt tijdens zijn solo’s en uitspraken als “Somebody shoot that thang” en “In need a drink of rooster juice” daar ook wel toe bijgedragen hebben. Na een half uurtje pauze staan ze er alweer, maar goed ook, want het is al elf uur en op een donderdag, waar heel veel mensen de volgende dag moeten gaan werken is dat niet altijd gewenst. Maar daar trekt Super Chikan zich niet veel van aan en zet Muddy Waters ‘Rock me baby’ in. Met zijn eigen ‘original’ ‘Sippi seekin’ saw’ demonstreert hij nog even hoe je een diddley bow bespeelt. Ook mondharmonica speelt onze superkip, want dat bewijst hij met Slim Harpos ‘Scratch my back’, waarin, hij ook ‘the chicken schratch’ op gitaar laat horen! Lekker nummer is dat toch! De enige slowblues is ‘Stormy Monday’, dat hij vreemd genoeg korter houdt dan alle andere songs. Misschien houdt Super Chikan niet zo van trage songs, want de rest van de set is allemaal uptempo rhythm ‘n’ blues. Jammer genoeg staat in dit nummer plots de basdrum veel te luid, wat erg storend klinkt. Voor de rest was het geluid vrij hard, maar wel duidelijk, op enkele té luide uitschieters na. Ook Jimmy Reeds ‘Oh Baby’ klinkt authentiek en sterk. Een oude vriend van Johnson komt meezingen en samen brengen ze ‘Sweet home Chicago’ en een geïmproviseerd nummer dat volgens de tekst ‘I love the blues’ moet heten. Een heerlijk ruige versie van ‘Hound dog’ zorgt voor de finale. We zien en horen het laatste duel tussen Harry en James. Het is intussen vijf voor twaalf, en tijd om huiswaarts te keren. Super Chikan speelde in totaal bijna 2,5 uur en het was goed, maar ook meer dan genoeg! Het was alweer een gezellige avond in de Muziekodroom. Met dank aan Move2blues. |
A WOODLAND HILLCREST PROMOTION PRODUCTION I KEYS AND CHORDS 2001 - 2024