|
12, 13 en 14 augustus 2017 |
Alcatraz Hard Rock & Metal Festival blaast dit jaar tien kaarsjes uit en dat blijkt meteen een goede gelegenheid geweest te zijn om het concept bij te spijkeren: twee volwaardige podia (buitenpodium ‘The Prison’ en tent ‘The Swamp’) en twee volwaardige dagen live muziekplezier, met een derde (vrij)dag die vooraf bedoeld is als opwarmer, maar mede dankzij een aantal uitstekende bands eigenlijk op bijna hetzelfde niveau als zaterdag en zondag komt te staan.
Alcatraz telt dit jaar een recordaantal bezoekers: 25.000. Ondanks wat tegenwerking vanuit bepaalde politieke kringen, staat politiek metalboegbeeld Vincent Van Quickenborne ook nu weer achter het festival, dat mede dankzij die Kortrijkse steun weer wat kan groeien en ook beslist om zo’n 2.300 inwoners gratis binnen te laten. Het is een mooie geste die niet uniek is, maar wel doeltreffend blijkt te zijn, vooral op een dag waarop toch enkele bands optreden die een mainstreampubliek kunnen bereiken. DAG 1: VRIJDAG, 11 AUGUSTUS Dyscordia Omwille van wat onduidelijkheid over of er dit jaar een backstage ruimte voor de pers is of niet, komen we lichtjes te laat aan en missen we de fantastische Belgische progressieve metalband Dyscordia. Spijtig, want achteraf horen we dat de heren alweer een puike prestatie hebben geleverd, inclusief technisch getover en ijzersterke vocalen. Evil Invaders Die andere vaderlandse trots, Evil Invaders, missen we niet. De eerste EP dateert nu toch al van 4 jaar geleden, maar ook twee albums later laten de muzikanten er geen twijfel over bestaan: dit is speed- en thrashmetal zoals we die ook voorgeschoteld kregen tijdens de jaren tachtig, inclusief cleane vocalen die geregeld opeens de hoogte ingaan, behoorlijk melodieus gitaarspel en vingervlugge solo’s. Hoogtepunt is nog steeds het geweldige Maideneske ‘Stairway to Insanity’, maar ook songs als ‘Raising Hell’ en ‘Victim of Sacrifice’ zouden niet misstaan in de catalogi van bands als Agent Steel of Metallica ten tijde van ‘Kill ‘em All’. Minstens even knap is dat deze jongens ook echte podiumbeesten zijn, die hun muzikale vaardigheden combineren met heel wat uitstraling en een furieuze uitvoering. Knap. Pretty Maids Nog maar een jaar geleden stond zanger Ronnie Atkins nog op het Alcatraz podium als een van de vocalisten die Avantasia ondersteunen, anno 2017 mag de man nog eens zijn kunnen demonstreren als frontman van het Deense Pretty Maids. Na 15 albums wordt het natuurlijk moeilijk om de fans altijd met een bevredigd gevoel naar huis te sturen, maar beginnen met ‘Mother of Lies’ en dan het nog vrij verse ‘Kingmaker’ van vorig jaar in de wei sturen, is zeker geen slechte keuze. Hoewel de meezingbare heavy metal is zeker niet het zwaarste is wat we vandaag te horen krijgen, hebben ook de meeste liefhebbers van het zwaardere werk door dat er hier een ervaren band aan het werk is. Jammer genoeg laat het geluid het verschillende keren afweten en vindt Ronnie het nodig om daar ook meerdere malen commentaar op te geven. Spijtig dat er achteraf meer gepraat zal worden over de flarden van ‘Another One Bites the Dust’ (Queen), ‘Seven Nation Army’ (The White Stripes) en ‘Another Brick in the Wall Part 2’ (Pink Floyd) die de band gebruikt om de sonische gaten op te vullen, want wie kan eindigen met het trio ‘I.N.V.U.’, het erg aanstekelijke ‘Little Drops of Heaven’ en ‘Future World’ heeft beter verdient. Hell Niet elke band moet stoppen omdat zijn frontman zelfmoord pleegt nadat blijkt dat het debuutalbum niet kan opgenomen worden vanwege het faillissement van het platenlabel. Gelukkig wist topproducer Andy Sneap de overige bandleden van Hell meer dan 20 jaar na die gebeurtenissen te overtuigen om terug bij elkaar te komen, mét hem als tweede gitarist en uiteindelijk ook mét Shakespeare-adept David Bower, de broer van bandlid Kev, waarvan je hier en daar nog wat tv-beelden als acteur kunt vinden. Ondertussen weten we al langer dat Hell een van meest interessante bands is die uit het New Wave of British Heavy Metal-gebeuren zijn gekomen: harder, maar ook progressiever dan de meeste NWOBHM uit de jaren tachtig, met teksten die vaak meer op poëzie lijken dan wat sommige bekende dichters uit hun collectieve pennen weten te toveren en met karakteristieke zang die op geen enkele andere uit het genre lijkt. Er wordt afgetrapt met ‘Age of Nefarious’ (inclusief korte, snelle intro), waarna songs als ‘Let Battle Commence’, ‘Something Wicked This Way Comes’ en uitschieter ‘Plague and Fyre’ ons terugbrengen naar middeleeuwse geloofsovertuigingen en gebeurtenissen. De band kan daarbij niet alleen rekenen op de stevige uitstraling van de muzikanten, maar ook van de theatrale vertolkingen en verkleedpartijen van David Bower, die achtereenvolgens aantreedt als een soort Christusfiguur met doornkroon, een martelaar die aan zelfkastijding doet, een priester met pestkledij, een gevallen enkel en een duivel met lange bokkenpoten (waar natuurlijk stelten in verstopt zitten). Zowel muzikaal als uitvoerend een van de drie beste festival optredens dit jaar. Krokus Met ‘Big Rocks’ heeft Krokus dit jaar nog eens aan album uitgebracht, maar dat bestond enkel uit coveralbums, waardoor ‘Dirty Dynamite’ uit 2013 het laatste eigen wapenfeit blijft. We vergeven het de Zwitsers, want deze hardrockers zijn inmiddels al zo’n 42 jaar bezig en dat laat zanger Marc Storace (die zelf de eerste vier jaar miste) ons ook weten. Toch een beetje raar dat de heren er vandaag drie coversongs doorjagen, al worden ‘American Woman’, ‘Rockin’ in the Free World’ en ‘Quinn the Eskimo’ mooi geïntegreerd met de 6 eigen nummers. Desondanks krijgen we de indruk dat ‘Hellraiser’ en ‘Fire’ wat trager worden gespeeld dan gewoonlijk. Dan toch de leeftijd, jongens? Denner/Shermann De meeste kenners zijn het erover eens: zonder Mercyful Fate ook geen Metallica, al was het maar omdat drummer Lars Ulrich zo betoverd was door de Denen dat hij het er indertijd zelfs voor over had om op hun repetitievloer te blijven slapen. Ook zonder King Diamond is het technische gitaarspel van Michael Denner en Hank Shermann nog uit duizenden herkenbaar en heel wat van de songs die ze op het vorig jaar verschenen debuutalbum (en de daarvoor uitgebrachte EP) hebben geperst, lijken structureel erg sterk op wat we kennen van hun vorige band – al heeft ook meesterzanger Sean Peck (van Cage) daar iets mee te maken. Soms klinkt de man wat als Ozzy Osbourne, op andere momenten als Rob Halford, maar vooral bij het vertolken van oude Mercyful Fate nummers weet hij King Diamond aardig te benaderen, al moet hij duidelijk meer moeite doen om de falsetto’s uit zijn strot te knijpen dan de King zelf. Het is dan ook vanaf opener ‘War Witch’ duidelijk dat Denner/Shermann meer dan bestaansrecht heeft – en dat oudjes als ‘Black Funeral’, ‘’Curse of the Pharaohs’, ‘Into the Coven, ‘A Corpse Without Soul’ en het onvermijdelijke ‘Evil’ naast nieuwere ‘solosongs’ als ‘The Wolf Feeds at Night’ en ‘Satan’s Tomb’ kunnen staan. Nu hier en daar nog wat meer hooks of meezingbaarheid toevoegen en we zijn voor jaren vertrokken. Ghost Lap. Kunnen openen met een aanstekelijke meezinger als ‘Square Hammer’ is niet elke band op Alcatraz meegegeven, maar de ‘demonische antipaus’ Papa Emiritus III en zijn vijf identiek geklede, achter maskers verstopte muzikanten weten het wel te doen. Zoals zo vaak, weet zanger Tobias Forge, die achter het personage van Papa Emiritus III schuilgaat, niet al te veel indruk te maken met zijn stem, al is dat voor het knappe, gemakkelijk in het gehoor liggende ‘From the Pinnacle to the Pit’ en de meeste andere nummers niet nodig. Hier en daar dreigt de met poprock gekruiste doommetal (‘Con Clavi Con Dio’ en ‘Per Aspera ad Inferi’) de vaart uit het optreden te nemen, maar dan wordt er uitgepakt met het korte ‘Devil Church’, het met een Grammy bekroonde ‘Cirice’ en het geweldige ‘Year Zero’, waarop Forge laat horen dat hij bijwijlen meer in zijn mars heeft dan zijn toch niet al te krachtige stem meestal doet vermoeden. Dat doet hij overigens ook op ‘He Is’. Met ‘Absolution’, het luidkeels meegezongen ‘Mummy Dust’, ballade ‘Ghuleh/Zombie Queen’ en ‘Ghuleh/Zombie Queen’ krijgen we nog een aantal waardige afsluiters. Overigens hebben we de indruk dat Tobias zich bevrijd voelt nu zij identiteit bekend is, want eenmaal hij zonder zijn pauselijk gewaad verschijnt en de rol aanneemt van een spookachtige versie van Dorian Grey, krijgt het optreden meer dynamiek. Hij mag het van ons altijd doen. Dirkschneider De kleine schreeuwlelijk Udo Dirkschneider werd een levende legende met Accept, dat zijn roots terug kan traceren naar 1968 (!) en dankzij songs als ‘London Leatherboys’, ‘Princess of the Dawn’, ‘Princess of the Dawn’, ‘Restless and Wild’, ‘Metal Heart’ en ‘Fast as a Shark’ niet alleen de Duitse heavy metalwereld boetseerde, maar ook de rest van de wereld wist te veroveren. Udo deed het daarna een tijdlang onder zijn eigen naam, kwam soms terug samen met zijn oude bandleden, zag Accept voor een nieuwe zanger kiezen en probeert het nu onder de noemer ‘Dirkschneider’. Even denken we dat Udo staat te playbacken, maar dat lijkt uiteindelijk – gelukkig – niet waar te zijn, want zoiets zou een absolute smet vormen op ’s mans carrière. De (jongere) begeleidingsband weet de klassiekers met de nodige stijl af te werken – het zijn niet de moeilijkste metalnummers ooit geschreven, maar ook de solo’s worden uitstekend uitgevoerd en die zijn niet altijd even simpel. Dirkschneider zelf brult ze als vanouds vol. Of we zijn rasperige stem echt zo graag horen, weten we nog steeds niet echt, maar wanneer afsluiter ‘Balls to the Wall’ wordt ingezet, zingen ook wij luidkeels mee. DAG 2: ZATERDAG; 12 AUGUSTUS Rage We komen te laat aan om de eerste helft van Rage te kunnen meepikken, maar wat we nog zien, stelt ons gerust: ook met Marcos in plaats van met gitaarvirtuoos Victor Smolski klinkt Rage nog lekker spannend. Meer nog: Marcos bespeelt het publiek veel beter dan Smolski dat ooit heeft gedaan en maakt onder andere grapjes in (slecht) Nederlands. Toch ontbreekt er iets in het nieuwe materiaal: dat tikkeltje eigenheid, ontleend aan neoklassieke metal, dat Rage onder zijn vorige gitarist annex componist had, is grotendeels verdwenen. Minder progressief, meer pure powermetal: we zijn niet zeker of we dat een geslaagde zet vinden van frontman/bassist Peavy, die vandaag overigens ietsje minder stevig staat te zingen dan we de laatste tijd gewoon waren van hem. Met klassiekers als meezinger ‘Don’t Fear the Winter’ en het nog altijd sublieme ‘From the Cradle to the Grave’ op zak, doe je ons echter altijd plezier, terwijl ‘Higher than the Sky’ nog altijd voor een van de beste meezingmomenten uit de metalgeschiedenis staat. King Hiss Met songs als het logge ‘Mastosaurus’, ‘Homeland’ en ‘Killer Hand’ heeft de stoner/sludge van King Hiss een aantal logge rocksongs met metalinvloeden op de setlist staan die gerust naast het betere werk van de andere bands binnen het genre die dit jaar op Alcatraz optreden mogen staan. Ook live blijft alles goed overeind, al is een half uur van dit soort muziek wel voldoende voor ons. Niet alle songs blijven immers even goed overeind. Bovendien komen sommige bandleden een tikkeltje arrogant over, wat ook wel een beetje afdoet aan het geheel. Sweet Savage Als we eerlijk zijn, was het voor ons een kleine verrassing dat Sweet Savage dit jaar op Alcatraz geprogrammeerd stond. De band maakte in zijn volledige carrière immers maar drie volwaardige studioalbums en het is al zes jaar geleden dat de Ierse rockers op de proppen kwamen met hun laatste werk ‘Regeneration’. Het noopt bassist/zanger Ray Heller niet tot valse bescheidenheid, want de man vertelt maar al te graag hoe zijn band complimentjes kreeg van Kirk Hammett en wat een straffe song ‘Killing Time’ (dat door Metallica werd gecovered) is. Niet dat de man antipathiek overkomt, maar de New Wave of British Heavy Metal van Sweet Savage klinkt toch een klein beetje gedateerd en ’s mans beperkte, lichtjes ruwe strot stuwt hem ook niet bepaald naar voren als beste zanger aller tijden. Het grootste probleem is dat de songs niet stevig genoeg klinken, al kan dat ook aan de mix liggen, want nummers als ‘Eye of the Storm’ zijn zeker niet slecht. Jammer, dus, dat alleen het ook al door Metallica vertolkte ‘Whiskey in the Jar’ vandaag de enige van de (slechts) zeven nummers is die een echt enthousiaste publieksreactie losmaken. Dat Vivian Campbell (ex-Dio, ex-Def Leppard) aan de kant blijft staan en niet mee het podium opkruipt, is een gemiste kans, maar echt erg is het nu ook weer niet: het is toch al zo’n vierentwintig jaar geleden dat hij nog in Sweet Savage zat en dan hoeven we niet meteen van hem verwachten dat hij een deuntje komt mee tokkelen. Monkey3 Tijdens het interview na het optreden van Monkey3 blijkt dat de muzikanten behoorlijk verbolgen zijn over het feit dat de beamer defect was, waardoor er niets te zien was op het grote scherm achter hen. Dat is natuurlijk jammer, want een instrumentale show als die van hen kan zeker wat ondersteuning gebruiken. Niet dat we niet hebben genoten: de songs deze Zwitsers zitten wel degelijk knap in elkaar, met heel wat toegankelijke passages, die tussendoor afgewisseld worden met de nodige creatieve intermezzo’s. Wie zonder zanger optreedt, heeft doorgaans een grotere uitdaging voor de boeg dan een band waar wel vocalen bij horen, maar Monkey3 blijft de menigte zonder al te veel moeite boeien met hun psychedelische stonermetal en dan ben je binnen dit genre toch een van de groten. Death Angel Dat niet alle oude muziek gedateerd moet klinken, wordt bewezen door Death Angel: de twee nummers waarmee de halve familie begint, ‘The Ultra-Violence’ en ‘Evil Priest’, werden dertig jaar geleden voor het eerst op schijf geperst, maar klinken live tegenwoordig beter dan als je hen hoort met de ietwat ruige productie van 1987. Drummer Andy Galeon was indertijd nog maar veertien jaar oud en zijn vervanger, Will Carroll, heeft een stukje meer ervaring achter de rug, maar de man blijft nog steeds behoorlijk trouw aan Galeons drumpatronen. De Bay Area thrashmetal van het gezelschap was al meerdere keren op het podium van Alcatraz te luisteren, maar omdat de jongens er alweer gedreven tegenaan gaan en omdat drie van de tien nummers op de setlist van het vorig jaar verschenen ‘The Evil Divide’ zijn gepikt, vormt dat geen enkel probleem. Leuk, toch, om te zien hoe overtuigend zanger Mark Osegueda de band blijft aandrijven, en met krakers als ‘Thrown to the Wolves’, klassieker ‘Kill as One’, het meezingbare ‘Lost’ en afsluiter ‘The Moth’ op de cv, kan Death Angel nog eens dertig jaar verder. Dat lijkt overigens ook het enthousiaste publiek te vinden, want dat gaat helemaal mee op in de muziek. High on Fire Eender welke metalband die een album in zijn discografie vernoemt naar een fictief godslasterlijk boek (‘De Vermis Mysteriis’, dat voor het eerst opduikt in het kortverhaal ‘The Shambler from the Stars’ van Robert Bloch) dat door horrorgrootmeester H.P. Lovecraft in zijn ‘Cthulhu Mythos’ werd opgenomen, verdient krediet. Een band die beslist om een (korte) setlist op te bouwen met nummers die bijna allemaal uit verschillende albums zijn ontleend, ook. Stoner metalband High on Fire doet het op Alcatraz evenwel niet met onverdeeld succes: het geluid staat niet helemaal goed afgesteld en het optreden dreigt na zes songs een beetje saai te worden, maar dan wordt er net op tijd afgesloten. Even later op de dag zal gitarist/vocalist echter een herkansing krijgen met zijn andere band. Last in Line Tussen de slome sludge van vandaag door, is het een echte verademing om Last in Line een reeks dynamische, gevarieerde nummers te horen spelen. Tot het overlijden van bassist Jimmy Bain had de band maar liefst drie ex-muzikanten van Dio in huis, maar gitarist Vivian Campbell en drummer Vinnie Appice blijven ook in de vernieuwde bezetting indruk maken. Campbell straalt namelijk altijd gedrevenheid uit, terwijl Appice een van de meest betrouwbare slagwerkers binnen de heavy metal gemeenschap blijft. Er wordt vandaag vooral rijkelijk uit het verleden met de betreurde Ronnie James Dio geput, waarbij de ene na de andere rasechte klassieker wordt afgevuurd (‘Stand Up and Shout’, ‘Staight Through the Heart’, ‘Holy Diver’, het voor de hand liggende ‘The Last in Line’, ‘Rainbow in the Dark’ en afsluiter ‘We Rock’), maar gelukkig is er ook ruimte voor eigen werk. Met het swingende ‘Devil in Me’, ‘Martyr’ en het aan Jimmy Bain toegewijde ‘Starmaker’ bewijzen de heren dat hun eigen materiaal nauwelijks moet onderdoen voor de meeste nummers van Dio zelf. Dat ook Andrew Freeman een behoorlijk begenadigde zanger is en dat de heren met zichtbaar genoegen en in onderlinge vriendschap staan te musiceren, draagt mee bij tot het plezier, waardoor Last in Line binnen dit genre enkel grootheden als Axel Rudi Pell moet laten voorgaan. Brant Bjork Brant Bjork, in een nog niet eens zo ver verleden drummer van Kyuss, doet het tegenwoordig op zang en gitaar onder eigen naam. De man tekent voor een aantal van de meer memorabele riffs die we vandaag binnen het stonergenre te horen krijgen, maar is ook vrij statisch. Hoewel ‘Controllers Destroyed’ en ‘Buddha Time’ bij het betere desert rock repertoire horen, is het daardoor toch een verademing wanneer de excentrieke Sean Wheeler mee op het podium stapt voor ‘Dave’s War’ en ‘Biker N°2’. Niet dat Wheeler een streling voor het oog is, maar de man blijf wel voortdurend in beweging, krioelt rond als een slang en trekt tussendoor enkele kledingstukken uit voor ‘Desert Punk’ zonder hem het vijfde en laatste live nummer wordt dat ook op album ‘Europe’16’ te horen was. Iced Earth Met voorsprong de beste band van de dag: Iced Earth. Onder leiding van een alweer immens strak spelende Jon Schaffer en met nieuwe leadgitarist Jake Dreyer in de gelederen verovert de Amerikaanse power metalband met thrash invloeden moeiteloos de festivalweide. We blijven erbij dat Matthew Barlow veruit de beste vocalist is die de band ooit heeft gekend, maar ondertussen is zanger Stu Block er toch ook alweer zes jaar bij en met nieuwe krakers als ‘Great Heathen Army’ en het verpulverende ‘Seven Headed Whore’ op de setlist kan je moeilijk klagen. Natuurlijk hebben we als rollenspelers ook een zwak voor ‘Cthulhu’ en blijft ‘Dystopia’ een van de beste singles die Iced Earth ooit heeft opgenomen, maar verder krijgen we nummers voorgeschoteld die het Block tijdperk vooraf gaan. Het zwaartepunt daarbij ligt op conceptalbum ‘The Dark Saga’ (‘Vengeance Is Mine’, ‘I Died for You’, ‘Dark Saga’, ‘The Hunter’) en op het inmiddels klassieke ‘Something Wicked This Way Comes’ (‘Burning Times’, ‘My Own Savior’, ‘Watching Over Me’). Van de vele andere albums wordt alleen ‘Pure Evil’ gespeeld. Jammer dat het machtige ‘Clear the Way (December 13th, 1862)’ van het nieuwe ‘Incorruptible’ niet voorbij mag komen, maar de nummerkeuze zorgt wel voor een memorabel, erg dynamisch en gevarieerd optreden. Weinig andere bands slagen erin om heavy passages zo perfect naast meer ingetogen muziek te plaatsen en de nadruk op melodieuze songs is wat ons betreft erg welkom. Een geweldig optreden! |
Obituary
Grappig, maar we schrijven deze bespreking terwijl we in de thuisbasis van Obituary verblijven: in Saint Petersburg, Clearwater en Dunedin, op nauwelijks 45 minuten rijden van Seffner. Wie hier vlakbij de Everglades opzoekt en een alligatortour doet, begrijpt meteen waar de death metalband al drieëndertig jaar de mosterd haalt: broeierige hitte, hevige – maar korte – regenbuien, drassige moerassen en véél gefrituurde zeebaars. Muzikaal vertaalt zich dat in vette, zompige riffs, bijwijlen loom drumwerk, pompend baswerk en de rochelende grunts van frontman John Tardy. Zelf hebben we nooit de aantrekkingskracht van ’s mans ‘zang’ begrepen, maar songs als ‘Internal Bleedin’ en ‘Turned Inside Out’ blijken het wel goed te doen bij de toeschouwers – waaronder de headbangende burgemeester Vincent Van Quickenborne. Het zwaartepunt ligt met respectievelijk 4, 3 en opnieuw 3 nummers van de 13 op ‘Slowly We Rot’, ‘Cause of Death’ en ‘Obituary’ en dat wordt duidelijk geapprecieerd, ook al lijken beide Tardy’s het vandaag een beetje op de automatische piloot te doen. Testament Net als onder andere Iced Earth dat al heeft gedaan, begint Testament met een nieuwe song: het memorabele ‘Brotherhood of the Snake’, waarmee niet alleen bewezen wordt dat de Bay Area thrash metal van Testament nog steeds relevant is, maar ook dat de band op zijn best is wanneer de hoekige riffs en het donderende drumwerk begeleid worden met meezingbare zanglijnen van Chuck Billy. Overigens is het laatste album met vier songs veruit het best vertegenwoordigd; buiten twee songs van ‘First Strike Still Deadly’ komt er een nummer uit zes verschillende albums aan bod. Daarbij valt nog meer op hoe goed het recente werk naast thrash metalklassiekers als ‘Into the Pit’, ‘Low’ en ‘Practice What You Preach’ overeind blijft. Jammer genoeg zit het geluid niet helemaal goed en wordt er iets rommeliger gemusiceerd dan gewoonlijk. Met een topgitarist als Alex Skolnick en een ritmesectie met beesten Steve Di Giorgio en Gene Hoglan zou dat niet mogen gebeuren, maar toch zet Testament ook zonder het karakteristieke strakke spel een goed optreden neer. Sleep Over Sleep kunnen we behoorlijk kort zijn: 1. Matt Pike speelt vandaag zowel in Sleep als in High on Fire. 2. De doommetal annex stonermuziek van de band is behoorlijk… tjah… slaapverwekkend. Ook deze keer weet Matt Pike, die al eerder op de dag aantrad, niet helemaal te overtuigen, ook al neemt zijn kompaan, bassist Al Cisneros, de zang voor zijn rekening bij Sleep. Niet slecht om een kwartiertje naar te luisteren, maar daarna begint het monotone karakter van de muziek toch een beetje te storen. Zoveel logge bands op een dag programmeren is misschien toch niet zo’n goed idee. Venom Er is geen ontkennen aan: Venom is erg belangrijk geweest voor de metal muziekgeschiedenis. Niet alleen omdat een heel subgenre zichzelf heeft genoemd naar de song ‘Black Metal’, maar ook omwille van de energie en de snelheid waarmee de band wist uit te pakken toen in 1981 eersteling ‘Welcome to Hell’ werd uitgebracht. Zelf heeft de band nooit black metal gespeeld; de songs van Venom hebben altijd eerder thuisgehoord in het straatje waarin ook thrash metal is geboren. Ook nu bassist/zanger Cronos het zonder zijn vroegere kompanen, Mantas, Abaddon en Demolition Man (die momenteel samen onder de naam ‘Venom Inc.’ op tournee zijn) doet, ligt de nadruk op simpele riffs, donderende baslijnen en snerpende zang. Gitarist Stuart ‘La Rage’ Dixon en drummer Danny ‘Dante’ Needham zijn betere muzikanten dan de oorspronkelijke bezetting van de band en dat loont, al weet vooral de tweede helft van de set, met songs als ‘Welcome to Hell’, ‘Countess Bathory’, ‘Black Metal’ en ‘Witching Hour’, de nodige publieksreacties los te weken. Niet een fantastisch, maar wel een beter dan verwacht optreden. Abbath Dat Abbath lang deel uitmaakte van Immortal – toch een van de bekendste black metalbands aller tijden – heeft ervoor gezorgd dat de man ook als solo artiest kan rekenen op menigten enthousiaste fans. Natuurlijk weten die dat er heel wat nummers van Abbath’s vroeger ensemble in de setlist zullen opgenomen zijn, maar ook met eigen songs als ‘To War!’, ‘Winterbane’, ‘Ashes of the Damned’ en ‘Count the Dead’ weet de zanger, die al vuurspuwend het podium opkomt, de meeste aanwezigen te overtuigen. Zelf zijn we nooit erg onder de indruk geweest, maar dat geldt zeker niet voor de toeschouwers om ons heen. Overigens zorgen onder andere ‘One by One’ en ‘Solarfall’ voor de nodige snellere nummers in een set vol songs die vooral aan een gemiddeld tempo worden gespeeld, wat de dynamiek van het optreden zeker ten goede komt. Saxon Saxon sluit vandaag zijn Europese tournee af alvorens volgende maand naar de Verenigde Staten te trekken en dat betekent dat de doorgewinterde muzikanten zich niet moeten inhouden. De Britten waren erbij toen heavy metal voor het eerst opkwam en als je ziet hoe de inmiddels 66-jarige frontman Biff Byford nog staat te headbangen, doet de Britse zanger je geloven dat ze er nog een decennium of twee mee kunnen doorgaan. Zoals algemeen geweten, hebben de jaren nauwelijks invloed gehad op Biffs stem en dat komt meteen goed van pas bij het energieke ‘Battering Ram’. Wij zien Saxon altijd graag live spelen, maar ons probleem met de band is altijd geweest dat er te veel klassiekers en te weinig recente songs worden gespeeld. Hoewel dat natuurlijk grotendeels met de fans zelf te maken heeft, doet Byford zelden moeite om het publiek ervan te overtuigen wat minder oudjes te verwachten. Buiten de al vernoemde titelsong van het recentste album uit 2015, zijn het snelle ‘Let Me Feel Your Power’ (uit 2007) en het gevarieerde ‘Sacrifice’ (uit 2013) de enige nummers die na de eeuwwisseling op het publiek werden losgelaten. Jammer, want het werk dat tijdens dit millennium werd opgenomen, hoeft doorgaans niet onder te doen voor de klassiekers. Er wordt natuurlijk wél rijkelijk geput uit verschillende albums uit het verleden: ‘Dogs of War’, ‘747 (Strangers in the Night’, ‘Princess of the Night’ en ‘Crusader’ (dat als een van de drie toegiften wordt gespeeld) blijven fantastische metalsongs, terwijl ook de andere keuzes op de zeventien nummers rijke setlist stuk voor stuk goeie nummers zijn… alleen kunnen we die keuzes inmiddels al dromen en blijft het dus spijtig dat we Saxon niet vaker nieuwere borelingen mogen zien vertolken. Overigens nog een speciale vermelding voor basmonster Nibbs Carter, die als enige nog energieker overkomt dan zijn zanger. Wolves in the Throne Room Wolves in the Throne Room speelt overwegend trage, atmosferische black metal met door blastbeats gedragen versnellingen en hier en daar ondersteund door etherische vrouwenzang, maar vaker gedragen door een koekiemonster-stem die maar weinig indruk maakt. Het zorgt allemaal voor interessante achtergrondmuziek en de band is in de Swamp-tent zeker op zijn plaats, maar de weinig energierijke uitvoering en de grotendeels logge songs, vol sfeervolle intermezzo’s, zorgen ervoor dat de meeste mensen het festivalterrein lang voordat de band klaar is verlaten. DAG 3: ZONDAG; 13 AUGUSTUS Door een onverwachte file onderweg en omdat we eerst nog een interview moeten afnemen, missen we de eerste bands van de ochtend. Vooral omdat het interview wat uitloopt, kunnen we pas het festivalterrein op wanneer Life of Agony al half in zijn set zit. Toch horen we dat de energieke oudjes van NWOBHM-band Raven, de ‘oldschool death metal’ van Carnation, de klassiekers van oudgedienden U.F.O., de crossover van het beweeglijke Dr. Living Dead, de minstens 20 jaar oude thrashmetal van Sacred Reich en de vrolijk gebrachte (!) deathmetal van het Nederlandse Asphyx het goed hebben gedaan bij het publiek. Life of Agony Toen we hen voor het eerst zagen, kwam de frontman van Life of Agony, Keith Caputo, nog over als een onzekere man met een geweldige stem, een minder geweldige zangtechniek en een te grote voorliefde voor marihuana, zodat de man wel eens zo stoned als een garnaal op het podium stond te wauwelen. Een moeilijke persoonlijke reis en een geslachtsoperatie later staat Mina Caputo met veel meer energie en zelfzekerheid op het podium dan ooit tevoren. Dat ze ook een boodschap probeert te verkondigen, is fantastisch, maar dat ze het nodig vindt om tussen de nummers door wel érg veel te praten, moet door haar medebandleden worden opgelost door telkens een nieuwe song in te zetten. Mina komt dan ook een beetje beneveld over en zingt alweer niet altijd even zuiver, maar heeft nog steeds een erg mooie stemkleur die veel goedmaakt. De nadruk ligt vandaag op het alweer veertien jaar geleden verschenen conceptalbum ‘River Runs Red’, terwijl er van het nieuwere werk enkel ‘World Gone Mad’ wordt gespeeld. Ook ‘Love to Let You Down’, het nog steeds enorm meezingbare ‘Weeds’ en het ijzersterke ‘Lost at 22’ komen nog voorbij. Life of Agony is altijd bestempeld als een hardcore band, maar Caputo’s emotionele vocalen en het melodieuze, door Kirk Hammett geïnspireerde gitaarspel van de sympathieke Joey Z zorgen voor een unieke mix, die tegelijkertijd toegankelijk en toch behoorlijk heavy klinkt. Met klassiekers als het moddervette ‘This Time’ en het gelaagde ‘Underground’ op zak, kunnen de heren nog zo lang voort als Mina niet ondergaat aan haar drug- en/of drankgebruik. Enslaved Enslaved staat niet echt bekend om zijn korte nummers en dus kunnen de heren er op Alcatraz maar vijf songs doorjagen. Er wordt voornamelijk gekozen voor het nieuwere werk, met het gevarieerde ‘Death in the Eyes of Dawn’, gevolgd door ‘Ground’, het hardere ‘Ethica Odini’ en het uitstekende ‘One Thousand Years of Rain’. Het is pas vanaf die laatste song dat de geluidsmix wat beter is, want tot dan staat het geluid écht niet goed afgesteld, waardoor de nu eens psychedelische, dan eens extreme metal niet goed tot zijn recht komt. Dat er wordt afgesloten met een beenharde song die we zelf maar matig kunnen appreciëren – het bij de fans wél populaire ‘Heimdallr’ – is een extra valse noot op een optreden dat toch met een aantal problemen heeft te kampen. Trivium Waarom Trivium ooit een soort ‘nieuwe Metallica’ werd genoemd, hebben we nooit begrepen. Zowel Matt Heafy als Corey Beaulieu zijn uitstekende en erg strakke gitaristen, maar hun moderne thrash metal heeft toch minder zanglijnen die zo snel in het hoofd blijven plakken als negentig procent van de songs die Metallica tot en met het ‘Black Album’ heeft uitgebracht. Het is echter weer genieten van de riffs en solo’s die nummers als ‘Rain’ zo speciaal maken. Wij houden het meest van de liedjes waarin er spaarzaam wordt gegrunt en die meer steunen op de cleane vocalen, zoals het erg meezingbare ‘Watch the World Burn’, maar helaas lijkt Heafy vandaag ietsje minder goed bij stem te zijn en klinkt hij niet zo zuiver, zonder helemaal door de mand te vallen. Voor hitsong ‘In Waves’ vragen de jongens nog even aan het publiek om te gaan zitten en dan allemaal samen recht te veren… Leuk als het lukt, maar de timing van het publiek laat vandaag wat te wensen over, waardoor het er behoorlijk knuddig uitziet. Goed optreden van een heel degelijke band. I Am Morbid I Am Morbid is genoemd naar de gelijknamige song van Morbid Angel en daar is natuurlijk een reden voor: de band telt met zanger/bassist David Vincent en drummer Tim Yeung twee ex-leden van die legendarische death metalact in de gelederen en speelt buiten die ene (geweldige) reeds vernoemde song enkel nummers van de eerste vier albums. Dat Morbid Angel zelf omwille van paspoortproblemen heeft afgezegd, lijkt niemand na een paar nummers nog te kunnen schelen. Doro Alle respect voor onze metalen blondine, maar Doro lijdt toch aan hetzelfde syndroom dat Saxon al zo lang plaagt. De metalen dame begon haar solocarrière in 1989 met het overigens uitstekende ‘Force Majeure’, waarna nog elf studio albums en een hele rits live opnames volgden. Live krijgen we echter welgeteld… twee songs uit haar hele repertoire van 1989 tot 2012 (haar voorlopige laatste wapenfeit uit de studio): ‘Raise Your Fist in the Air’ en het overigens erg goede ‘Revenge’, die allebei te vinden zijn op het vijf jaar geleden verschenen ‘Raise Your Fist’. Goed, Doro zou zowat alle fans teleur stellen als ze meezinger bij uitstek ‘All We Are’ niet in haar setlist zou opnemen en ook ‘I Rule the Ruins’ en ‘Burning the Witches’ zijn moeilijk weg te denken, maar dat acht van de twaalf songs uit haar Warlock-tijd moeten komen, vinden we toch wat spijtig en bovendien weten we niet waarom de overblijvende twee songs (het weliswaar memorabele ‘We Are the Metalheads’ en ‘Breaking the Law’) dan ook nog eens covers moeten zijn. Feit is wel dat Doro zich ook deze keer erg goed van haar taak kwijt, al is het na een tijdje erg vermoeiend als je voor de zoveelste keer wordt aangemaand om boven het hoofd mee te klappen en hebben we Doro al eens krachtiger horen zingen. De Duitse zal altijd wel met een grappig accent blijven praten, maar terwijl ze staat te zingen, lijkt dat niemand iets te deren en dat heeft ook te maken met de muzikanten in Doro’s band, die haar nu toch al vele jaren mogen begeleiden. De meeste songs zitten niet erg moeilijk in elkaar, maar krijgen dankzij een aantal knappe solo’s en het vakmanschap van de artiesten toch een extra dimensie. Het resultaat is een goed optreden, maar dan zonder enige verrassing. Moonspell Tijdens ons interview met Moonspell vertellen de jongens enthousiast over het binnenkort te verschijnen album ‘1755’, een conceptalbum waarop de band het verhaal doet van de aardbeving die in dat jaar Portugal trof. De muzikanten hebben deze keer alles in het Portugees gezongen en hebben zich laten ondersteunen door een orkest – waardoor we meer dan ooit uitkijken naar de release – maar eerst moeten ze de Swamp (de tent) van Alcatraz nog platspelen… en dat lijkt met het toch al eenentwintig jaar oude ‘Opium’ als opener meteen goed te lukken. Frontman Fernando Ribeiro is vandaag uitstekend bij stem, wat vooral naar voren komt bij ’s mans mooie, lage, cleane zang en leidt de toeschouwers doorheen het volledige ‘Irreligious’-album. Alleen ‘Subversion’ wordt door tijdgebrek weggelaten. Na het nog altijd eclectisch klinkende ‘Herr Spiegelmann’ is het tijd voor de enige twee songs die niet in het teken staan van de verlengde verjaardag van het tweede album: de klassiekers ‘Vampiria’ – waarvoor Fernando zich een zwarte mantel aanmeet – en het geweldige ‘Alma Mater’, die allebei ook al twee decennia oud zijn. Moonspell bewijst een optreden lang dat ze met hun hybride van gothic metal en andere metalstijlen nog steeds als geen enkele andere band klinken en dat is toch een van de mooiste complimenten die je een metalensemble kunt geven, denken we zo. Er wordt vanzelfsprekend afgesloten met ‘Full Moon Madness’ en we kunnen nu al reikhalzend uitkijken naar de volgende passage van de band, die binnenkort mogen terugkeren met een traditionelere setlist. Overigens: wij willen graag weten waar Fernando die handschoenen met laserlichten liet maken. Die waren immers super cool! Amon Amarth Zeker weten: geen énkele andere band demonstreerde zo goed hoe metal en een grootse show hand in hand kunnen gaan als de Zweedse Vikingen van Amon Amarth: een reuzengrote helm waar het drumstel in vervat zit (alleen Sabaton doet het even goed), zuilen die veranderen in vlammenzeeën, live re-enactment met strijdende krijgers op het podium, rookgordijnen, vuurwerk… de melodieuze death metal heeft zowat alle elementen meegekregen die een optreden naar een hoger niveau kunnen tillen. Overigens hebben we altijd moeite gehad om Amon Amarth death metal te noemen: de vocalen klinken toch vaak toegankelijker dan we gewoon zijn van het genre en dat vele anderen het daar mee eens zijn, wordt duidelijk als we zien hoeveel metalheads met weinig bijpassende T-shirts zichtbaar staan te genieten van songs als ‘Loke Falls’ en het nog vrij recente ‘First Kill’. Openen met de sublieme riff van ‘The Pursuit of Vikings’ is natuurlijk ook nooit een slecht idee, maar ook daarna hebben de Scandinaviërs geen moeite om het publiek bij de les te houden. De hoogtepunten zijn legio: de memorabele intro van ‘The Way of the Vikings’, het refrein van ‘Deceiver of the Gods’, de staccato riffs en de brug van ‘Tattered Banners and Bloody Flags’, de stuwende ritmesectie van ‘Death in Fire’, de power metal invloeden van het meezingbare ‘Father of the Wolf’, de heavy metal gitaarlijnen in het luidkeels meegezongen ‘Raise Your Horns’, enzovoort. Een memorabel optreden. Alweer. Paradise Lost Het is enorm kut, maar de Britse gothic metalhelden van Paradise Lost hebben ondanks hun status als headliner in de tent te kampen met een erg hol, blikken geluid. Aan de muziek zelf zal het alvast niet liggen: opener ‘No Hope in Sight’ illustreert mooi hoe de jongens ook met hun materiaal uit 2015 een stevige brug slaan naar het verleden. Nieuwere songs als het pas verschenen ‘Blood and Chaos’ sluiten naadloos aan bij klassiekers als het met enorm gemakkelijk in het gehoor liggende vrouwenstem voorziene ‘The Enemy’ en het sublieme ‘Enchantment’. Dat er op geen enkel nummer meer wordt meegezongen dan op de twee songs die de meest controversiële periode uit het bestaan van Paradise Lost inluidden (‘One Second’ en ‘Say Just Words’), is volkomen terecht. Gaandeweg begint Nick Holmes iets minder krachtig te klinken, maar onze mening is dan al lang gevormd: met een beter geluid zou dit optreden zeker in onze top vijf van Alcatraz kunnen vermeld worden, zelfs zonder ‘Hallowed Land’, dat deze avond niet wordt gespeeld. Korn Nee, we zijn nooit fans van nu-metal geweest… en dus ook niet van Jonathan Davis en zijn Korn. Nochtans zijn ook wij niet immuun voor de ‘groovende’ drums, de vette baslijnen, de dynamiek en de soms toch behoorlijk meezingbare zanglijnen van de band uit Bakersfield. Dat de drie songs die vandaag uit het vorig jaar verschenen ‘The Serenity of Suffering’ worden gespeeld – ‘Rotting in Vain’, ‘Insane’ en ‘Black Is the Soul’ – zomaar eventjes tot de beste nummers van het optreden behoren, doet bovendien het beste vermoeden voor de toekomst. De band is goed op dreef, de lichtshow is af en de vaart wordt erin gehouden met een uitgekiende setlist waar werkelijk niets op is aan te merken. Tja, dan moeten zelfs wij toegeven dat Korn dit jaar een waardige afsluiter van Alcatraz Fest was. |
A WOODLAND HILLCREST PROMOTION PRODUCTION I KEYS AND CHORDS 2001 - 2025