|
zaterdag 5 juli 2025
De Bijloke, Gent Report: Philip Verhaege Foto's: Philip Verhaege © Met dank aan: Greenhouse Talent en Gent Jazz |
Het is een betoverende dag met aangename temperaturen. Net zoals de vrijdageditie was ook deze zaterdag in een mum van tijd uitverkocht. Het was misschien wel de meest non-jazzy dag met een gevarieerd en interessant programma, en dit met kleppers als Bonnie Raitt en The Waterboys. Al genoten we ook van enige gitaarvirtuositeit van Jonas Meersmans in de Garden Stage én met de ontdekking van de dag, dié jonge bluesgod Toby Lee. Gent Jazz is ook nooit een zuiver genrefestival geweest. Het heeft jazz nooit in dat eenzijdig vakje willen stoppen. De organisatoren begrepen jaren terug al dat je breed moet programmeren om net dat iets breder publiek aan te spreken. Een genre is zo fluïde. Op zaterdag stond blues en rock centraal met Bonnie Raith, die in de muziekwereld wordt geëerd als een blueslegende, de legendarische band The Waterboys, met spilfiguur Mike Scott én The Easywook Killers, een soloproject van Bjorn Erikson dat uitgroeide tot een all-stars band.
In de indoor Main Stage stonden The Easywood Killers, een project van Bjorn Eriksson. Zijn band dan, een ritmesectie vol zwaargewichten. Of wat dacht je van Tomas De Smet op contrabas, Jeroen Stevens (drums, vibrafoon), Roel Poriau (vibrafoon, drums), Sander Smeets (toetsen), Peppie Pepermans (saxofoon) en geluidstechnicus Alain Rylant. Samen produceren ze een smeltkroes van jazz, roots- en die ‘film noir’ sound, dit alles ingekleurd met de nodige muzikale aviditeit. Net of ze brengen een pop-up cinemascope naar een podium. Uitgesponnen considerabele improvisaties die geen stonde gaan vervelen door die vakkundigheid van de band, vaak met die saxofoon in de spotlight, Delcroix’ heavy gitaarriffs en een vibrafoon die voor enige verfrissing zorgt. Zowaar een begeleidt orkest voor al dat moois. Snel naar de Garden Stage voor Antwerpenaar Jonas Meersmans. Hij die september de nieuwe langspeler ‘Monnift II’ zal promoten, de opvolger van het succesvolle ‘Glassman’ uit 2024 op het Belgische jazzlabel WERF Records. Velen onder ons zullen Jonas beter kennen als gitarist bij The Swoon, de band rond Stef Kamil Carlens, het Ellen Schoenaerts Quintet en het Nicolas Mortelmans Quartet. Jonas is een autodidact gitarist die balanceert tussen neoklassieke gelaagde composities en psychedelisch verhalend fingerpicking. Violist Michaël Lamiroy en Gerben Brys op contrabas zorgen hier voor enige alteratie. Op de Main Stage werd Stef Kamil Carlens & The Gates Of Eden aangekondigd. Deze muzikale kameleon doet al jaren zijn eigen ding, en dat siert hem. Met zijn kleurrijk gezelschap The Gates Of Eden eert hij het rijkelijke songbook van Bob Dylan. Twee jaar gelden was er dan ook het live album ‘Play Bob Dylan’. De bandnaam The Gates Of Eden komt trouwens uit Dylans single ‘Bringing It All Back Home’, wat ooit de B-kant was van ‘Like A Rolling Stone’ in 1965. Het groovy ‘Seven Days’, het Caraïbische calypso opgesmukte ‘Shelter From The Storm’ en ‘Could Irons Bound’, Dylans Grammy Award winnende song uit 1997. Stef Kamiek mijmerend over zijn grote idool, muzikaal strak in cadans, met net dat ruig grintje in zijn stemtimbre. Het werd een swingende set van veelal onbekende parels uit ‘His Bobness’ rijkelijke oeuvre. Sam Bettens, de multi-platinum stem achter K’s Choice, stond voor de gelegenheid geprogrammeerd in de Garden Stage. Eind september wacht de langspeler ‘California’. Sam slaat hier alweer een nieuwe weg in met country en Americana getinte nummers. We zijn de sandwich voor Bonnie Raith, grapt Sam er nog even tussendoor. Hij mocht net als Fergus McCreadie op vrijdag dan ook twee set presenteren. Diep persoonlijke songs, als een intiem en nostalgische ode aan zijn vrouw. In Gent neemt Sam ons mee op die muzikale roadtrip. We kregen een voorsmaakje van wat ‘California’ te beiden zal hebben. ‘Coming Home’ was een leuke binnenkomer met een vleugje nostalgie, ‘5000 Miles’ een knappe country ballade. Set twee kreeg zowaar een nog ironischere Nashville sound aangemeten. ‘One More Country’ over een droom om te performen voor heel wat volk, het werd even slowdown met ‘Unlucky’, ‘Wrong About Ever’ was een swampy boogierocker om de sfeer naar beneden te halen met het tristesse ‘Table For Four’. De release ‘California’ wordt een grootse plaat! Bonnie Raitt werd zaterdagavond verwelkomd op de Main Stage door een uitermate dankbaar publiek dat haar met een staande ovatie begroette. Haar stem is met de jaren voller en warmer geworden, en dat gaat perfect samen met haar sfeervolle roots en bluessound. Bonnie Raitt is een van die muzikanten uit de gouden jaren van de Californische blues- en rootsmuziekscene van de jaren 70. Geboren en getogen in Burbank, in een showbizzfamilie, ontdekten de meeste muziekliefhebbers Bonnie via haar connectie met Little Feat én Lowell George. Haar nummer één-positie in de Billboard-hitlijst en Grammy-award bekroonde album ‘Nick Of Time’ in 1989 was toen de ultieme bekroning. |
Tijdens haar stijlvolle set deze vanavond bewees ze opnieuw dat haar gewiekste, diep in de groove slidegitaar techniek meer is dan een muzikaal visitekaartje. Ze bracht een setlist die een ware mix was van originaliteit, enkele van haar grote hits én enkele nummers van haar nieuwste album. Van ‘I Sho Do’ ging het naar ‘Right Down The Line’ en de prachtige arrangementen van ‘Thing Called Love’, die grote hit van John Hiatt. Bonnie voelt een swampy vibe ‘on stage’ en voor ‘Unnecessarily Mercenary’ werd Jon Cleary uitgenodigd, net zoals in ‘You Got the Love’, die hemelse Rufus & Chaka Khan cover.Sippie Wallace’s Delta bluessong ‘Women Be Wise’ was één van die bluesnummers waarmee Bonnie ons diverteerde doorheen haar innerlijke jukebox. ‘Just Like That’ werd haast op fluisterniveau geoffreerd, een verhaal dat voor zichzelf spreekt, net zoals de mid-tempo rocker ‘Livin’ for the Ones’, een nummer voor al onze dierbaren. Raitt etaleert ook haar slidegitaar virtuositeit in songs als ‘Something To talk About’, goosebumps kruipen diep in onze huidporiën, en toen moest ‘Nick Of Time’, waar Bonnie even aan de piano voor gaat zitten én het schitterende ‘Angel From Montgomery’, dat ze opdroeg aan wijlen John Prine nog door de Gentse woofer knallen. Een magische shout-out aan haar muziekidool, voorbeelden van enige eminentie, van enige uitmuntendheid.
Gitarist Duke Levine zorgde voor smaakvolle fills zonder Bonnie ook maar een moment in de weg te zitten. De ritmesectie bestaande uit drummer Ricky Fataar en bassist Hutch Hutchinson, die beiden al tientallen jaren bij Raitt spelen. Uiteraard zou er een bisronde volgen. De emotionele ballade ‘Can’t Make You Love Me’ en B.B. Kings ‘Never Make Your Move Too Soon’ waren passende afsluiters voor een legendarische avond. Op naar de Main Stage voor The Waterboys, de magische band rond de Schotse spilfiguur en singer-songwriter Mike Scott. Hij is het enige origineel overgebleven bandlid. In datzelfde jaar, we schrijven 1983, verscheen de zelf titelende debuutplaat ‘The Waterboys’. Met de release ‘All Souls Hill’ leek de band een nieuwe muzikale weg in te slaan. Een aberratie van de organische rock die we van de band wel gewend zijn, en Scott is ook nooit vies geweest om enige politieke mening. En dat expliceert hij ook vaak in zijn lyrics. En dit met enige muzikale grootheid én poëtische diepgang. Met de zestiende studioplaat ‘Life, Death and Dennis Hopper’, op het befaamde label SUN Records hebben ze alweer een bruisend en eclectische langspeler in de platenrekken. De Ierse sidekick- en fiddler Steve Wickham, die meer dan twintig jaar bandlid was bij The Boys, heeft enkele jaren geleden aangekondigd een stap te terug te zetten. Keyboard virtuoos ‘Brother’ Paul Brown is wel aan boord. Pianist James Hallawell, de uit Belfast afkomstige drummer Eamon Ferris en bassist Aongus Ralston vervolledigen in de ritmesectie. ‘Be My Enemy’ is tegenwoordig haast de instant opener, én dat werd naadloos opgevolgd door het schitterende ‘Medecine Bow’ en ‘Ladbrake’, een song waarin Brother Paul loos gaat met zijn Roland AX-Edge White. En de hits volgen elkaar op met ‘A Girl Called Johnny’, ‘How Long Will I Love You?’ en ‘Glastonbury Song’. ‘The Tourist’ was dan weer een mid-tempo rocker. Shit happend, good thing happend, songs changes, Mike leek zich wel even te verontschuldigen voor het herwerkte ‘This Is The Sea’. Het tempo werd danig opgeschroefd voor het eigenzinnige ‘The Pan Within’, waarin Brother Paul en James Hallawell finaal een ‘quatre mains’ als uitgesponnen outro introduceerden. Scott klauterde nog even achter het klavier voor ‘The Hole Of The Moon’ om ons met ‘Fisherman’s Blues’ als een uitgesponnen dekentje richting uitgang te verwijzen. De 20-jarige bluesgitarist Toby Lee kreeg al drie keer de titel ‘Young Blues Artist of the Year’ uitgereikt door de ‘UK Blues Awards’. Hij krijg ruim een uur als afsluiter in de Garden Stage. Sommigen beweren dat Toby in het verkeerde tijdperk is geboren, maar de veelvuldig bekroonde en autodidactische gitarist staat al sinds zijn tiende op een podium. Hij speelde naast Buddy Guy, Billy Gibbons, Peter Frampton, Slash, Jools Holland en Joe Bonamassa. En stond samen met Ronnie Baker Brooks op een podium op het Deense Blues Heaven Festival. Toby Lee betoverde ons rond middernacht met knappe bluessongs als ‘Search For Happiness’, ‘Get Away Driver’ en ‘House On Fire’, de titeltrack van zijn jongste worp dat hier heel wat weg had van een jamsessie. Het werd even swampy met ‘Into The Light’ en ‘Blame Me’, een song dat grensde aan die Fat Possum-stijl. Het afsluitende ‘Fever’ was een moddervette Texas bluesrocker. Toby Lee, wat een perfoming, wat een band, wat een stem én wat een verbluffende gitarist. |
A WOODLAND HILLCREST PROMOTION PRODUCTION I KEYS AND CHORDS 2001 - 2025