|
27 OKTOBER 2018 |
In een oude omgebouwde fabriekshal van Sphinx Maastricht, De Muziekgieterij, schitterde zaterdagavond de Nederlandse progrock band Kayak. Overjaars zag alleen founder-member Ton Scherpenzeel eruit, met alle respect weliswaar. De band zag immers het daglicht in 1972, het avondrood doofde enkele keren maar goeie ouwe Ton kreeg vorig jaar weer ‘jong’ bloed in zijn gammele sloep. Ster van de avond werd zanger Bart Schwertmann die in zijn opener ‘Love Of Victim’ klonk als David Byron van Uriah Heep. Onderweg kreeg de song nog een ‘Genesis’-orgeltje en dito vocals mee. Ja, dit zou een regelrechte progrockavond worden zoals Peter Gabriel met Genesis. Aanleiding tot de tournee is het vorig jaar uitgebrachte album Seventeen dat alom werd geprezen en de charts invloog als een jonge hinde van zeventien. Ton en zijn mannen brachten dan ook de beste songs (en dat zijn er veel) uit het album. Absolute topper was ‘La Pelegrina’: compositorisch een rijkelijke song vol pakkende melodieën, tempowisselingen, piano intermezzo en atonale klanken op gitaar, en zelfs een ‘Queen’-achtige harmoniezang naar het einde. Een song die je enkel via het album kan aanschaffen (dus niet digitaal). Het publiek smulde (en ondergetekende lekkerbekte). Tijd om wat oude stuff boven te halen uit de lange carrière van Kayak. ‘Mammoth’ uit ’73, ‘Daphne’ uit ’78, het wondermooie ‘Still My Heart Cries For You’ uit ’76 (hoe heb ik dat indertijd kunnen missen?) En als slot van de eerste set ‘Merlin’ uit ’81 dat uitblonk met een knappe en perfecte harmoniezang. Na de (drank -en rook) pauze werd ‘Seagull’ ingeleid met kirrende meeuwen en mochten Bart Schwertmann en Marcel Singor hun meeuwen op akoestische gitaar begeleiden. Een zachte intro voor een heavy ‘Said No Word’. Tweede kei van de avond werd zeker Marcel Singor die instond voor het melodische en ruimtelijk gitaarwerk. Het recente ‘Cracks’ blonk uit van inventiviteit en energie.
|
En hoe goed Bart ook zong, de afwisseling met de krassende voice van gitarist Marcel werkte perfect. En toen kwam een kentering in het programma. Het moest allemaal wat meer up-tempo en het publiek werd opgezweept met ‘Feathers and Tar’ (ook uit Seventeen) met ludieke piano op de achtergrond. Om dan helemaal uit de bol te gaan met een sublieme versie van ‘Walk Through Fire’ (ook uit Seventeen). Rollende keyboards en glooiende landscapes, marching drums en howling guitar wakkerden het vuur aan. En nadat de band zich solo had voorgesteld (een verplicht nummertje dat men zou moeten verbieden), trok de progrockband de kaart van het ludieke vermaak. Aanstekers in de lucht, wiegende dames op Schotse tonen en wat nederpop geluidjes uit de seventies waar de originaliteit ver zoek was. Het publiek lustte het echter als warme koek (ik als zoute drop). Dus iedereen min één gelukkig. De band droop gelauwerd af om nog even terug te keren voor de obligate encore. En terug op het juiste progspoor met ‘Starlight Dancer’, en de afsluiter ‘To An End’ met een knap piano piece van Ton Scherpenzeel. De stille maar onontbeerlijke toetsenman op de achtergrond. Toch nog een magistraal einde!
|
A WOODLAND HILLCREST PROMOTION PRODUCTION I KEYS AND CHORDS 2001 - 2024