day 2 • 2 mei 2015 • ospel nederland
Zaterdag
Grote tent De weergoden waren Ospel blijkbaar goed gezind, want toen wij tegen het middaguur de parking verlieten, hield een stralende zon ons andermaal gezelschap. Lightnin’ Guy, nu Lightnin’ Guy Verlinde is inmiddels een vaste waarde geworden in het bluescircuit. Of het nu met de Mighty Gators of solo met zijn eerbetoon aan Hound Dog Taylor betreft, een optreden van Guy Verlinde is synoniem voor een feestje bouwen. Met zijn snedige mondharmonicaklanken, vinnig gitaarspel, charisma en zijn entertainertalent lukt dit keer op keer. Op zijn onlangs verschenen ‘Better Days Ahead’ durfde Guy al eens buiten de blueslijntjes te kleuren en ook dat deed hij met kennis van zaken. Blues is nog steeds de ondertoon maar een genre als Southern Rock komt ook om het hoekje loeren. ‘Learnin’ How To Love You’, ‘Better Days Ahead’, ‘The One’ en het bij het publiek nazinderende ‘Release Yourself From Fear’ waren maar enkele hoogtepunten in Verlindes denderende set. Het van een knappe slide voorziene en aan de kameraadschap bij het bluespubliek opgedragen ‘Call On Me’ was de kers op de taart. Eerste hoogtepunt! Veel rust werd ons niet gegund, want ook de uit Ontaria afkomstige Jon Knight & Soulstack kwamen ons aangenaam verrassen. Als blanken zo een set boordevol Memphis soul en gospel neerzetten, is niet iedereen gegeven. Gesteund door knappe Hammond en degelijk gitaarwerk konden Knight en zijn kompanen zich ook vocaal uitleven. Knappe meerstemmige gospel of emotionele soul hebben voor deze gasten geen geheimen. Feestjes van de heren blijken steevast in de keuken te eindigen, zodat een song als ‘Hanging In The Kitchen’ het logische gevolg is. Om hun woorden kracht bij te zetten, werden kookketels als percussie gebruikt en het gospelachtige ‘Jesus Gonna Make My Dyin’ Bed’ was vocaal erg sterk! Dat supergroepen niet enkel tot het popdomein behoren kwamen we te weten via The Boom Band. Opgericht door gitarist Matt Taylor van o.a. Snowy White Blues Project en drummer Steve Rushton van Imelda May en Jeff Beck, laten deze heren zich graag bijstaan door kleppers als Jon Amor en Mark Butcher. Gitarist Marcus Bonifanti moest verstek geven voor Moulin Blues, maar dat werd ruim gecompenseerd door Ian Siegal, wiens bijdrage aan The Boom Band zeker niet de laatste zou zijn op dit festival. Met vier gitaristen op een rij, maakte deze band wel een enorme indruk. Stuk voor stuk zijn dit fenomenale snarenplukkers maar vaak bekroop ons toch het gevoel dat het een tikkeltje teveel was en dat het gezegde ‘less is more’ nog steeds niets aan waarheid heeft ingeboet. Niet dat dit slecht was, integendeel, maar als vier gitaristen het laken naar zich proberen toe te trekken, duikt het bombastische spook al vlug op. Ondanks dit euveltje was het toch genieten van een mede door Siegal gedragen knappe ‘When You Come Home’. De uit Florida komende Selwyn Birchwood mocht de nieuwe generatie bluesjongens vertegenwoordigen. Birchwood die Buddy Guy vernoemt als één van zijn belangrijkste invloeden, is duidelijk een meester op de zes snaren. Liefhebbers van in de hoogste afdelingen gespeelde solo’s waren bij Birchwood duidelijk aan het goede adres. Zijn muziek is grotendeels een huwelijk tussen hedendaagse bluesrock en funk, aangevuld met een klassieke bluessong en boogie. Alleen jammer dat de sax niet altijd goed tot zijn recht kwam. Wij genoten vooral van het funky ‘Just Can’t Stop’. En stoppen zal Selwyn zeker niet doen, want wie hem gemist heeft, zal hem ongetwijfeld nog zien opduiken op de zomerfestivals. Uit een klassieker vaatje tapten de uit Los Angeles opererende The 44’s met Kid Ramos. Ramos is zeker geen onbekende bij de bluesliefhebbers maar een ernstige ziekte was er de oorzaak van dat deze fenomenale gitarist een tijdje uit de spots verdween. Maar nu stond Kid er terug en al spoedig bleek dat hij het gitaarspelen helemaal nog niet verleerde. Samen met The 44’s deed hij de hoogdagen van The Fabulous Thunderbirds en The Red Devils herleven. Stomende rhythm & blues, blues en rockabilly kregen het publiek al vlug aan het dansen. Gitaarcreatieve instrumentale nummers stonden zij aan zij met een instrumentaal harmonicanummer als ‘Jake’s Juke’ en een klassieker als ‘Easy Baby’. Verrassend was ook dat de Franse Nico Duportal hen vervoegde, waarna het tijd was voor een opzwepende boogie. The 44’s kregen in korte tijd en enorme bekendheid en dat is zeker terecht. Op Moulin Blues bewezen zij dat ‘old school music’ zeker nog gesmaakt wordt. |
Samen met Selwyn Birchwood behoort ook de uit Mississippi komende Mr. Sipp tot de jongste generatie bluesartiesten. Als zesjarige begon hij gitaar te spelen en in 2014 won hij de International Blues Challenge. Sipps muziek kan het best omschreven worden als hedendaags elektrische blues met zorgvuldig toegediende funk. Maar ook hedendaagse boogies of meer klassieke blues sierden de setlist. Castro Coleman, zoals Sipps echte naam is, praat als het ware via zijn gitaar en dat doet hij erg gedreven. Zeker iemand om in de gaten te houden! Terug naar de oorsprong ging het met Kent Burnside ft. JJ Holiday & Jimmie Wood. Kent is de kleinzoon van de legendarische R.L. Burnside en treedt in diens muzikale voetsporen. Net als R.L. brengt Kent energieke oerblues, waaraan hij een persoonlijke touch geeft door er een hedendaags rocktintje aan toe te voegen. Zijn gitaarspel loopt niet over van techniek, maar wel van de voor zijn muziek noodzakelijke eerlijkheid. Gitarist JJ Holiday en harper Jimmie Wood, beiden van The Imperial Crowns en David Gray Kimbrough zorgden voor de ondersteuning. Dat Holiday een goede gitarist is staat buiten kijf, maar de in een afschuwelijk rood pak gestoken en druk gesticulerende Jimmie Wood zorgde dan wel voor het visuele aspect. Wanneer The 44’s dan nog eens opdoken voor een jam was het hek van de dam. Met Matt Andersen & The Mellotones viel het doek over de 30ste editie van Moulin Blues. De muziek van de imposante Matt Andersen valt moeilijk in een hokje stoppen. Met tienen, waaronder 4 blazers stonden ze op het podium en vanaf de eerste noten werd duidelijk dat met deze jongens niet te lachten valt. Geen pure blues, maar wel schitterende muziek, die blues, soul, folk en southern rock versmelt tot hemelse klanken. ‘I Lost My Way’, ‘My Last Day’ en Ben E. Kings ‘Stand By Me’ waren maar enkele van de vele pareltjes waarmee Andersen ons de nacht in stuurde. Zaterdag Moulin Blues Café Het siert de organisatie dat de kwaliteit van de bands in het Moulin Blues Café niet moet onderdoen voor die op het groot podium. Zo zorgde het duo Hat Fitz & Cara Robinson voor een brok erg originele muziek. Dit Australische koppel, waarbij Hat de gitaren hanteert en Cara achter het drumstel zit, kon onmiddellijk rekenen op een enthousiast publiek. Met muziek die samengesteld is uit de meest uiteenlopende werelden, gaande van de Mississippi Delta tot Australië of de uit Ierland stammende dansmuziek, wisten zij zelfs de meest kritische muziekliefhebber te overtuigen. Tussen het optreden op het grote podium van The Boom Band en Selwyn Birchwood mochten de New Yorkse Daddy Long Legs van jetje geven. Deze jongens houden duidelijk niet van rust, want loeihard, met wilde mondharmonica joegen zij hun bluespunk door het café tot groot jolijt van de toeschouwers. Meester gitarist Dusty Ciggaar heeft via The Rhythm Chiefs, Sugaree en zijn samenwerking met Siegal reeds bewezen dat hij tot de beste gitaristen behoort die hier op deze aardkloot rondlopen. Samen met zijn broer Darryll op drums en Ronald Tilgenkamp op staande bas, heeft Dusty met Dry Riverbed Trio andermaal een schot in de roos. Buck Owens, Freddie King en Willie Nelson waren maar enkele namen van wie Dusty en zijn maten de songs onder handen namen. Tijdens hun tweede set vervoegden Siegal en Ramos het trio, wat uitmondde in een door Siegal intens gebracht ‘How Many More Years’. T-99 mocht het tweedaagse feestje in het Moulin Blues Café afsluiten. Mischa den Haring heeft steeds eigenzinnige en uiterst genietbare muziek gemaakt. Ter ondersteuning van zijn ‘Best Of’ cd konden wij nogmaals live genieten van het oeuvre dat deze zanger, gitarist, componist, producer op zijn palmares heeft staan. Moulin Blues Ospel 2015 was weer mooi. Met een erg gevarieerd aanbod aan muziek, nieuwe ontdekkingen en het met plezier terugzien van artiesten, mag de organisatie uiterst tevreden zijn. |
A WOODLAND HILLCREST PROMOTION PRODUCTION I KEYS AND CHORDS 2001 - 2024