9 april 2016 • The Spirit of 66, Verviers
|
Wie naar Verviers was afgezakt voor de Mungo Jerry jukebox en een duik in de jaren zeventig op automatische piloot, is niet aan zijn trekken gekomen. “Ik gebruik geen setlist”, vertrouwde Ray Dorset me na afloop toe, “ik speel wat in me opkomt.” Lachje van de bassist: “Ray is echt een speciale, we weten nooit op voorhand wat het wordt en dat houdt het spannend.” |
Na de starter ‘Let’s Roll’, die gewoon bedoeld is om het publiek meteen aan het zingen en handjezwaaien te krijgen, schudt hij de klassieker ‘Rock Me Baby’ uit zijn mouw en wat later de slowblues ‘Everybody Wants to Know Why I Play the Blues’. De ene tempowissel volgt de andere op en het is duidelijk dat Dorset de blues – en de funk! - uitvindt waar hij bij staat. Ik heb al straffere blues gehoord, maar die van Dorset mag er best wezen. Hij maakte niet voor niets een plaat met Peter Green en dat geluid zindert door. Overigens, is het Dorset niet om de afwerking te doen maar om het feestje. En dit is dus een feestje.
Dorset is nooit gestopt met platen maken én liedjes schrijven, zodat we vanavond op enkele totaal nieuwe nummers worden getrakteerd. Twee daarvan verwijzen ondubbelzinnig naar de sfeer en de maatschappelijke context van zijn wereldwijde hit ‘In The Summertime’: ‘Touch The Sky’ en ‘I’ll Be A Hippie Till I Die’, zijn twee odes aan liefde, vrede en vrijheid zoals dat toen werd opgevat. Je hoort de bekende Dorset-dreun van skiffle en rockabilly op de achtergrond. Er moesten uiteindelijk toch een paar hits van komen en die klonken nog altijd even heerlijk: ‘Lady Rose’, ‘Hello Nadine’ en ‘Alright, Alright’ lopen netjes in elkaar over en terug. Het optreden verloopt zonder één pauze en eindigt in eerste instantie met, natuurlijk, ‘In The Summertime’. De geïmproviseerde versie met samenzang loopt over in ‘Touch In The Sky’ en ‘I’ll Be A Hippie Till I Die’, zodat we niet naast zijn boodschap kunnen kijken. Na veel “au revoirs” en “merci’s”, moet de groep terugkomen en de bis begint met de oude hit ‘Somebody Stole My Wife’, waarna er nog een blues van af kan en nog meer improvisatie. Dorset ziet er voor zijn 70 jaar goed uit (bakkebaarden en zwarte krullen incluis), speelt twee uur ononderbroken en heeft zich omringd met een band die totaal tot zijn dienst staat. Het is ook een echte showman die meteen het publiek in zijn zak steekt en optredens tot feestjes ombouwt. En: zou iemand nog kazoo spelen de dag vandaag? |
English Summary
Those who came for the Mungo Jerry jukebox and a copy & paste nostalgia trip to the seventies, may have been disappointed. “I don’t do set-lists, I play what I feel I want to play”, Ray Dorset told us after the show. Well, that night Ray Dorset felt like playing the blues and introducing some new songs of his brand-new cd ‘Rewind’. The band switched from rolling blues (the classic ‘Rock Me, Baby’) to slow blues, to boogie, to funk, to his very own brand of skiffle-based rockabilly pop and back – changing tempo, keys and rhythms along the way. Clearly improvising, Dorset eventually performed three hits in one (‘Lady Rose’, ‘Hello Nadine’ and ‘Alright, Alright’), only to take us by surprise and perform the new compositions ‘Touch The Sky’ and ‘I’ll Be A Hippie Till I Die’. These two odes to love, peace and freedom would re-appear at the end of the set. That’s roughly how the party rolled on for some two hours without a single break. If you wonder about the blues factor here, do remember this guy recorded an album with one Peter Green... Ray Dorset is still in good form – having turned 70 recently. His voice and playing are intact (as are his black curls and side-whiskers!), he has a professional band to back him and he’s still got the spirit. Line-up:
Met dank aan Francis Giron The Spirit of ‘66 |
A WOODLAND HILLCREST PROMOTION PRODUCTION I KEYS AND CHORDS 2001 - 2025