|
Steeleye Span
20 februari 2015 De Roma Borgerhout (Antwerpen) |
De nostalgie druipt eraf wanneer het volkstheater De Roma in Borgerhout binnenstapt. Maar je wordt altijd ontvangen met de nodige égards. Je voelt je gewenst, deelgenoot en medestander ter instandhouding van een iconische tempel. En Jan De Smet als presentator deed nog even aan crowdfunding. Een perfecte locatie voor het 45-jarige jubileum van een folkrock-groep met een naam die doet denken aan een verdwenen waspoeder: Steeleye Span.
Opgericht in 1969 door Ashley Hutchings (denk aan Morris On), Tim Hart en echtgenoot Maddy Prior. Decennia lang volgde de ene wissel na de andere, zelfs leadzangeres Maddy Prior koos in de jaren ‘80 voor een solo-carrière en een duo met June Tabor (Silly Sisters). Maar nog steeds alive and kicking. Heimwee kwam bovendrijven bij het verschijnen van Maddy Prior, samen met Rick Kemp (ooit bij King Crimson) en een aantal nieuwe gezichten. Opener ‘Blackleg’ was een voltreffer al bleek snel dat de stem van Maddy wat aan jeugdigheid had moeten inboeten. En effen later bekroop mij het gevoel dat de songs nogal gedateerd leken. Steeleye Span was samen met Pentangle en Fairport Convention toch de belangrijkste vertegenwoordigers van de engelse folkrock-scène. In Frankrijk kreeg gelijktijdig de Bretoense folk veel aandacht (Malicorne, Alan Stivell,..), maar kon zich in de jaren negentig niet meer handhaven. Op het Britse eiland is men toch behoudsgezinder en eert men de tradities, waardoor folkmuzikanten toch nog hun brood kunnen verdienen (denk maar aan Robin Williamson of Mike Heron van ISB). In de Roma kwam Steeleye Span pas echt op gang met het voetstampende King Henry, gevolgd door een gejaagd nummer over “Hunting the hare on Yonden hill”. Het tempo werd opgedreven en de traditionele folk moest langzaam wijken voor folkrock, met meer en meer nadruk op rock. Hier en daar een gitaarsolo van de invloedrijke Julian Littman (ook gekend uit Londense West-End musicals). |
De benjamin van de groep, de oogverblindende Jessie May Smart (what’s in a name) trok alle aandacht van het oudere publiek (ja, zo zijn we). Onmisbaar fiddelde ze op akoestische viool en bepaalde in de recentere songs de groepsklank met haar electric violin. Bezwerend opende ze na de verplichte pauze (ter ondersteuning van de restauratiewerken moet er geconsumeerd worden). Dit was Jean-Luc Ponty waardig. En toen kwam het traditionele folknummer Boys of Bedlam dat een moderne make-over kreeg door de inlassing van een rap-refrein. En ook hier weer oorstrelende viool-intermezzo’s van Jessie. Het recente album ‘Wintersmith’ kwam ruim aan bod met o.a. ‘Crowned Ice’ en het zelfs heavy ‘Dark Morris’ als bisnummer. Om te overleven moet je een stukje mee evolueren.
Meestal sluiten ze af met de enige hit ‘All around my hat’, maar dat had het publiek al meegezongen vlak voor de pauze. Iedereen hoopte toen op het a-capella ‘Gaudete’ maar het werd de prachtige samenzang van een iets traditioneler nummer ‘Somewhere on the road’. Om te besluiten toch nog even vermelden dat ondanks zijn excentriek uiterlijk (lange merlijn-baard), drummer Liam Genockey, geen potten brak. Onverbloemde muzikale eer gaat uit naar de allround muzikant Pete Zorn (member van Richard Thompson-band, sedert 2009 bij S. Span) met glansrijke bijdrages op dwarsfluit, saxofoon, lap steel en akoestische gitaar. Wat een bescheiden talent!! Het was een tof samengesteld concert met grandioze muzikanten en een vleugje nostalgie van de band, de locatie én het publiek. |
A WOODLAND HILLCREST PROMOTION PRODUCTION I KEYS AND CHORDS 2001 - 2025