|
The Decemberists
24 februari 2015 Ancienne Belgique Brussel |
De AB is dan toch niet als winnaar uit de bus gekomen bij de jaarlijkse Pollstar Concert Industry Award Winners. Die eer is weggelegd voor de O2 in London. Nochtans mogen we allemaal fier zijn op onze Brusselse zaal waar al 70 jaar legendarische concerten de talloze muziekliefhebbers heeft geëmotioneerd.
Niet zo echter bij de doortocht van The Decemberists vorige dinsdag. Zanger/gitarist Colin Meloy leek er nochtans zin in te hebben, getuige zijn flauwe grapjes over J.C. Vandamme. Alleen een paar verloren gelopen Amerikanen lieten zich van hun gillende zijde horen. Op het podium stond een fles water, een fles wijn en… een beeldje van Manneke Pis (waar was de chocolade?). Belgen zijn geen echte chauvinisten dus die attributen droegen niet echt bij tot enige connectie. Het concert was echter zo goed als uitverkocht en de fans waren paraat voor een serie songs uit het rijkelijke repertoire en de presentatie van hun nieuw album (na 4 jaren!) met de dubbele dubieuze titel ‘What a terrible World-What a beautiful world’. Waren de eerste albums nogal geïnspireerd door Britse folk en Colin’s liefde voor The Kinks, dan is dit laatste album een stap naar hun eigen Amerikaanse roots. The Decemberist openden met het akoestische ‘The singer addresses his audience’, gevolgd door ‘Cavalry Captain’. Americana zoals je ze vooral in Austin hoort. Al snel volgde de acclaimed best song of 2010 ‘Down by the water’, doorregend met mondharmonica en accordeon en’ Calamity Song’, beide van het vorige album ‘The King is Dead’ En toen werd het tijd voor wat seventies vertier. ‘Grace cathedral Hill’ een ballad met orgel, contrabas en slide op lap steel deed het publiek heupwiegen. |
En het “Happy Days”-nummer ‘Philomena’ ging erin als zoete koek. De eerste danspasjes vertrappelden de plastic bekers.
Het meest overtuigende nummer werd ‘The Island’ (album Crane Wife 2006), een mix van americana en prog rock, gevoed door een magistrale orgelpartij van Jenny Conlee en opzwepend gitaarspel van Chris Funk. ‘Carolina Low’, een typische folksong, zelf geschreven (sterk) en intimistisch gezongen door Colin Meloy bracht het publiek wat weemoed (als dat geen traditional wordt over 100 jaar!). The ‘Rake’s Song’ viel op door een batterij extra slagwerk en een distortion bas (fuzz) van de onderbelichte Nate Query. En dat was misschien het grote euvel die avond: het hele concert stond in het teken van “the leader of the band” Colin Meloy. Terwijl er enkele schitterende muzikanten in zijn schaduw moesten blijven en niet over-enthousiast hun ding deden. Perfect samenspel maar geen gemeenschappelijke ziel. Of was het dat Amerikaanse folkrock toch niet zo intelligent is als de Britse? Ondanks het rijke instrumentarium verdwenen de helft van de songs in de soep van de middelmaat. Slechts enkele juweeltjes blijven nu kleven door de crescendo opbouw en een spat van originaliteit. De begeestering sprong er die avond dan ook niet van af. En met 2 bisnummers (eentje ter ere van de verjaardag van zijn 9-jarig zoontje) was de spoel afgedraaid en kon het publiek zichzelf terug opwinden aan de cd-shop. |
A WOODLAND HILLCREST PROMOTION PRODUCTION I KEYS AND CHORDS 2001 - 2024