20 april 2015 • Loodscafé Aarschot
Verloren maandag in het Loodscafé betekent vooreerst roots aan den toog. Van blues over country naar rockabilly het kan hier allemaal mede door toedoen van Jassie en Jokke en natuurlijk met de steun van vele music-minded Oschotteneirs. Vanavond een groepje uit de kelder van Rootstowner Kurt en omdat hij zelf op de hort is neemt de ‘Patron Peter’ van het Bachuss Café te Geel de honneurs maar waar.
In 2014 verscheen bij Keys and Chords reeds de CD recensie van hun album ‘Alive and Well’, een album dat werd opgenomen in de studio’s van Radio Rzeszów op 13 september 2013. De moeilijkheid bestond er destijds in dat verschillende nummers in het Pools werden gezongen en eerlijk toegegeven, ik verstond er geen ‘knijt’ van. Op de affiche werden ‘The Jet’sons’ aangekondigd als een Rockabilly band uit Polen maar echt vertrouwde rockabilly heb ik op het album niet kunnen waarnemen. Op de cover stonden ook geen duidelijke foto’s afgebeeld van de leden van dit trio en uit de namen werd ik ook al niet veel wijzer, dus bleef het gissen tot ik de heren in levende lijve zou ontmoeten. Rustig nippend aan mijn Duvel zag ik de heren binnenkomen en meteen zag ik 2 herkenbare gezichten. Die 2 waren de drummer en zanger-gitarist van ‘The Freeborn Brothers’ en toen begon het bij mij ook te klaren. The Freeborn Brothers waren hier in Aarschot nog te gast tijdens de ‘winterrumble’ en brengen een soort van trash-punk muziek. De benaming zullen Niko en Matt Somethinksy me wel niet kwalijk nemen want eigenlijk weten ze het zelf niet maar is deze sound een soort eigen creatie waarin ze zich goed voelen. In feite noemen ze Matt Plesniak en Niko Soszynski voor zover dit de waarheid is ;-) en hier verkondigen ze met The Jet’sons rootsmuziek dat ze zelf deep, dark en south noemen. |
Bij
de vroege binnenkomers was ook de ‘Flor’ en zijn madam en op de vraag
of hij dit kon smaken verduidelijkte hij me dat hij wel een liefhebber
was van rockabilly en daarbij kon hij natuurlijk mijn glimlach ontleden.
Het café werd zoals naar gewoonte aangenaam gevuld met ditmaal een mix van de gewone concertgangers die De Knoet onder zijn leden mag tellen maar ook de helft met echte roots-rockers. Bij aanvang had ik een klein gesprek met Matt en op de vraag waarom er zoveel Pools opstaat bleef hij me het antwoord schuldig maar beloofde me dat er vanavond maar een tweetal nummers die metamorfose zouden ondergaan. Ze begonnen eraan met nummers als ‘O’Death’ en ‘Slap The Bass’ waarbij dit laatste de rockabilly een beetje kon benaderen. Matt brengt deze nummers met een donkere kant die zich meer toelicht richting ‘gypsy’s’ en deze nummers hebben bijna allemaal iets tragisch in zich. Het derde lid van dit trio is op de ‘white’ double bass Chris Pasieka. Dat buiten de Freeborn Brothers hun nummers ook gekend zijn bij de aanhang werd bij mij duidelijk toen enkele ‘Muddy River’ begonnen mee te zingen en toch moet ik bij de volgende passage van deze ‘brothers’ maar eens dieper beginnen luisteren of ze in die set ook niet dezelfde songs gebruiken. Een lichtpunt (voor mij) was toen Matt zijn gitaar aan de kant legde en samen met zijn ‘partners in crime’ Niko en Chris de evergreen ‘Sixteen Tons’ behoorlijk goed wist te brengen. Deze million seller van Merle Travis, maar groot gemaakt door Ernie Ford, kan zo in dit rootswereldje aan een volgend leven beginnen en wijle weg in “a deep and dark night…” |
A WOODLAND HILLCREST PROMOTION PRODUCTION I KEYS AND CHORDS 2001 - 2024