an interview with...
The Hendrix of the Harmonica
Het Engelse harmonicawonder Will Wilde pakte voor het eerst een harmonica op op de leeftijd van 16. Gespeend door de sound van Muddy Waters, Sonny Boy Williamson en Buddy Guy werd zijn jeugd doordrenkt door Chicago blues. |
Will, Je komt uit het kleine stadje Hullavington. Ik veronderstel dat er geen echte bluesscène was. Hoe was het eigenlijk om op te groeien in zo’n dorp?
Het was inderdaad een klein dorp. Met slechts een winkel, een café en het plaatselijke postkantoor. Er was niet heel veel te doen. In entertainde mezelf door wat te musiceren. Toevallig groeide Jamie Cullum ook op in ons dorp. Maar hij is 10 jaar ouder. Ik heb hem dus helaas nooit ontmoet. Je groeide op met je zus Dani aan je zijde. Hoe belangrijk was zij voor je jeugd… En dan bedoel ik dan in de eerste plaat persoonlijk en uiteraard ook muzikaal? Ja, we haalden inderdaad heel wat kattenkwaad uit. We vechten ook wel eens, zoals de meeste broer en zussen wel eens doen. Maar we hebben het eigenlijk altijd goed met elkaar kunnen vinden. Mijn zus is altijd heel belangrijk voor mij geweest. We speelden ook altijd samen in dezelfde bands. Ik begon als kind met gitaarlessen, terwijl Dani vooral drumlessen volgde. Het was pas toen ik haar aanleerde wat ik wist van het gitaarspel, dat wij van instrument wisselden. Tot mijn 17de speelde ik dus eerst drums, tot ik de overstap maakte naar de mondharmonica. Ik speelde reeds enkele jaren harp in Dani’s band toen ze een contract ondertekende bij Ruf Records. Samen registreerden wij drie albums, nl. ‘Heal My Blues’, ‘Shine’ en ‘Juice Me Up’. Veel tieners hebben een voorliefde voor de gitaar. Maar toch verkoos jij de mondharmonica… Waarom, Will? Toen ik ongeveer zeven jaar jong was, speelde mijn vader het album ‘Help Me’ van Sonny Boy Williamson. Ik besefte het toen niet echt, maar op dat moment werd ik officieel verliefd op het instrument. Er was iets met die harpsound. Het voelde zo vertrouwelijk aan. Maar ik was pas 16-jaar toen ik voor het eerst een harp oppakte en wat probeerde te jammen. |
Ik vond een goedkope Guinness harmonica op een tafel tijdens een house party, en ik stal gewoon dat ding. Ik ben eigenlijk een autodidact.
Ik speelde mee op nummers van Sonny Boy en Muddy Waters. Ik speelde uren aan een stuk… tot bloedens toe! Ik leerde mezelf de grondbeginselen van het zingen. Al had ik uiteindelijk toch enkele vocale coaches nodig die mij hielpen om mijn stem te langdurig handhaven. Ik hoorde net op de radio dat nu ook David Bowie is overleden. Had hij een invloed op je carrière? Net zoals Long John Hunter en Otis Clay… Ja, het is heel triest. Ze waren allen grote kunstenaars. Ik luisterde net nog naar Otis Clay’s album ‘Trying to Live My Life’. Otis was een ongelooflijke zanger! Bowie was dan weer uniek in zijn soort. Ik heb heel veel respect voor zijn werk, maar eigenlijk heeft David Bowie mij nooit muzikaal beïnvloed. Will, je werd ook een paar keer genomineerd als ‘Best Harp Player’ voor de British Blues Awards. Hoe belangrijk zijn deze nominaties voor je carrière en welke sound en muziekfilosofie kenmerkt Will Wilde’ sound? Het is altijd een eer om genomineerd te worden voor een award. Het is een erkenning voor je muzikaal werk. Maar of ze een carrière kunnen maken of afbreken? Maar alles helpt. Mijn sound kan je het best omschrijven als Chicago blues dat wordt gespeeld met een Britse Rock attitude. Je hebt ook opnamen geregistreerd met Mike Vernon. Wat kan je ons zoal vertellen over deze geweldige tijd? Ik werkte met Mike samen in 2010 op mijn zus haar album ‘Shine’. Het was een grote eer om met hem te mogen samenwerken. Hij heeft ooit een van favoriete Britse bluesplaten geproduceerd. En hij werkte met veel van mijn helden waaronder Peter Green en Danny Kirwan. Hij is een geweldige producer. Ik heb het gevoel dat hij het beste uit een artiest kan halen. |
In 2007 promootte je het debuutalbum ‘Nothing But Trouble’. Wat betekent de titel eigenlijk? Was je op dat moment zelf in problemen?
Ik denk dat het album eerder een EP was dan een full lenght album. Het had slechts acht tracks en was nog geen 30 minuten lang. Ik was pas 18 jaar oud en was volop in ontwikkeling als artiest. En toch was het een belangrijke mijlpaal in mijn carrière. Net als veel tieners was ik gefrustreerd en boos in deze periode. Niets leek te gaan zoals ik dit zelf wilde. En daar handelt dus ook de titeltrack over. Will, moest je de kans krijgen om het album opnieuw te registreren, wat zou je veranderen? Ik zou zeker de vocale partijen overdoen, want ik zing nu veel beter. En ik zou mijn drummer ook vragen om een andere roffeltrom te gebruiken. “I’ve never liked the snare drum sound on that record!” In 2010 was er het album ‘Unleashed’… Wat kan je ons vertellen over het opnameproces, de backingband, de nummers en de interactie met je bandleden? Het album ‘Unleashed’ was mijn eerste echte studiorelease. Ik had een fantastische line-up rond mij verzameld in de studio waaronder Jamie Little op drums, Roger Inniss op bas, Pete Wingfield op toetsen en gitarist Stuart Dixon. Het is mijn meest experimentele album tot op heden. Het demonstreert al mijn invloeden, waaronder rock, funk, soul, gospel en blues. Zelfs rap is er in terug te vinden. Ik ben nog steeds enorm trots op dat album. Drie jaar later was er dan het fantastische album ‘Raw Blues’. Hoe anders is dit album dan zijn voorganger ‘Unleashed’? |
Zoals de titel al doet vermoeden is het album ‘Raw Blues’ een hommage aan de Chicago blues die mij inspireerde om te musiceren. In de backing had ik Richard Newman op drums (Rory Gallagher, Steve Marriott), Stuart Dixon op gitaar (Gene Washington, Marcus Malone) en Victoria Smith op basgitaar (Girls With Guitars, The Ramonas). Het album heeft een gezonde knauw, het is veel intenser dan zijn voorganger. Ik heb ook het gevoel dat ik heel wat vooruitgang boekte de afgelopen drie jaar. Ik toerde heel wat, en rijpte als kunstenaar. Het album ‘Raw Blues’ klinkt dus heel wat traditioneler dan zijn voorganger. Het was ook de sound die ik beoogde. Ik denk dat we in dat opzicht een vergelijkbare sound produceerden als de Red Devils.
Will, ik denk hier dan wel in de eerste plaats aan een nummer zoals ‘Get Me Some’… Ja, dat is het hardste nummer op het album. Het werd bij elkaar gepend door mijn vriend Earl Thomas uit San Diego. Zijn versie is eigenlijk ontstript. Hij gebruikt enkel een akoestische gitaar en vocals. Ik hield meteen van zijn tekst en de vocale melodie. En het had meteen een sterke visie voor zo’n een zwaar bluesnummer. Ik denk dat we in de toekomst nog meer deze richting zullen uitgaan. Zeker nu gitarist Danny Giles aan boord is. Met zijn snarengeweld brengt hij heel wat meer rocktunes in mijn sound. Voor mijn eigen songs haal ik de inspiraties uit mijn persoonlijke ervaringen. Al mijn nummers hebben dus een speciale betekenis voor mijzelf. Ik geef je meteen een klein voorbeeld. Het nummer ‘Thirty Eight’ gaat over het leeftijdsverschil in een relatie die ik had met een vrouw die 15 jaar ouder was dan ikzelf. Ik denk ook aan songs als ‘Paranoia’ en ‘Citalopram Blues’. Ik weet wat citalopram is, maar het is en blijven sterke verhalen voor een jonge kerel. Niet? Wel, ik schreef het nummer ‘Paranoia’ over een persoonlijke vriend die elke dag zoveel wiet rookte dat hij paranoïde werd, en zijn huis verliet. ‘Citalopram Blues’ is dan weer een lied over depressies. Het medicament citalopram is een antidepressivum dat ik een paar geleden kreeg voorgeschreven. Toen ik dit voor het eerst innam hielp het mij wel degelijk. |
Maar na een tijdje had ik alleen nog het gevoel dat ik alleen op deze wereld stond. En dat is dan weer waar het nummer ‘Numb’ over gaat.
Net zoals de track ‘Your Days Are Numbered’. Een nummer over een mislukte en gebroken relatie. Eigenlijk schreef ik het nummer over mij vriendin haar gewelddadige ex-man. Ze waren nog steeds samen toen wij elkaar voor het eerst ontmoetten. De uitdrukking “your days are numbered” betekent evenveel als “I’m going to fucking kill you if you keep messing with my girl”. Geweldig Will… maar 2016 wordt alweer een belangrijk jaar. Je promoot nu volop je nieuwe album… Vertel! Inderdaad… dit jaar gaan we volop toeren doorheen Europa om het nieuwe album ‘Live in Hamburg’ te promoten. Duitsland, Zweden, Oostenrijk, Nederland en Tsjechië staan reeds met stip genoteerd in onze concertkalender. Het voelde aan als het gepaste moment om een live album in te blikken. De band, Danny Giles (gitaar), Alan Taylor (drums) en bassist Victoria Smith klonken beter dan ooit op het podium. En ik wilde die energie vast leggen. Het album opent sterk met het nummer ‘If I Get My Hands On You’. Ik bemerk hier meteen een Canned Heat intro… In ‘Angel Came Down’ zit dan weer die verbazingwekkende gitaarsolo. Was je blij met de setlist in The Downtown Blues Club? Er zijn heel wat bluesnummers die deze riffs gebruiken. Ik denk dat John Lee Hooker de eerste was om dit te doen. Canned Heat werd hierdoor geïnspireerd. Ook ZZ Top’s ‘La Grange’ heeft dezelfde groove. Wat betreft de songkeuze ben ik helemaal tevreden. Het is een verzameling van de beste songs uit de albums ‘Unleashed’ en ‘Raw Blues’, plus een paar nieuwe originele nummers en een paar cover versies. “It’s a very high energy set!” In het nummer ‘What Makes People’ gaan we naar de sound van mijn favoriete stad Chicago. Al mijn favoriete bluesartiesten zijn afkomstig uit Chicago. Op de nummers ‘The Girl I Love’ en ‘Jealous Woman’ speel ik dan weer gitaar. Ik hou wel van het gitaarspel. Een groot aantal van mijn nummers die ik schrijf zijn eigenlijk meer geschikt voor de gitaar en dan voor een harp. |
Op ‘The Girl I Love’ spelen Danny en ikzelf een “I do a call and response” gitaarsolo. Ik denk dat dit het hoogtepunt van de set is.
Will, we hadden het daarnet nog over de Canned Heat. Je sluit het concert af met ‘On The Road Again’… Waarom deze keuze? Het is een van de beroemdste blues harmonica songs aller tijden. Iedereen kent dat nummer, zelfs al weten ze eigenlijk niets van de bluesmuziek af. De menigte wordt er nog steeds wild van. We blijven trouw aan de originele opname, maar we spelen het nummer heel wat harder. Ik denk dat we onze eigen stempel op de song hebben gedrukt. Je speelde een paar keer op de Legendary Blues Cruise… Ik hoor vaak dat het enkel voor rijkelui is en minder voor de bluesfanaat. Samantha Fish vertelde mij ooit dat het echt wel een rijke ervaring is voor een artiest. Hoe kijk jij tegenover dit standpunt? Ik kan alleen maar beamen wat Samantha je heeft toevertrouwd. Ik had er de uitgelezen kans om te performen met een aantal van mijn idolen zoals Bobby Bland, Bobby Womack, Susan Tedeschi en Derek Trucks. Ik jamde met Earl Thomas, Taj Mahal, Sherman Robertson, Michael Burks, Tasha Taylor, Tab Benoit en zoveel andere grote artiesten. “We’d jam all night long until the Sun came up!” En inderdaad, er zijn ook een heleboel rijkelui aan boord, maar het is nog steeds een unieke ervaring. Iedereen is er voor de muziek! Will, welk advies zou jij meegeven aan een beginnende artiest? En wat kunnen we verwachten van Will Wilde anno 2017? Speel zoveel als je kan en werk met zo veel muzikanten als je kunt. Maar blijf trouw aan jezelf… Ik ben nu volop nummers aan het schrijven voor een nieuw studio album. Maar ik weet nog niet wanneer dit het daglicht zal zien… Will, Thanks for your time and your great music! |
Interview: Philip Verhaege • Photo's: Philip Verhaege © & Alfons Maes ©
A WOODLAND HILLCREST PROMOTION PRODUCTION I KEYS AND CHORDS 2001 - 2024