5 september 2015 • Geel
Ondanks de koude, oergezellig en met twee muzikale hoogtepunten.
Afgelopen zaterdag was het grijs, koud en het regende voortdurend. Kortom een heuse herfstdag begin september. Maar vanaf de aanvang om 18 uur tot bij de laatste noten van hoofdact Guy Verlinde bleef het droog. Het was enorm koud en gaandeweg verkleumde het publiek. Erg jammer voor de organisatie, want die hadden voor het vijfde jaar op rij ‘de tuin van Greet’ omgebouwd tot een volledig gefaciliteerd festivalterrein. Greet leerden we (nog) niet kennen, maar het werd wel een geweldig uit de hand gelopen tuinfeest. Een festival waar nog veel organisatoren wat van kunnen leren. Er was de mooie tuin met voldoende drank- en eettentjes (de kip met friet smaakte heerlijk), er was bediening aan de tafeltjes en er werd geschonken in echte glazen. Bovendien kon je kiezen uit een hele reeks sterke en minder sterke bieren en wijn met of zonder bubbels. Klasse! En ondanks de koude, was de opkomst toch redelijk en werd het gaandeweg nog een leuk feestje. Een eerste aanzet daartoe werd gegeven door de voor mij onbekende band Waking up Dolores. Vier mannen op middelbare leeftijd en een jonge zangeres, Miss Pris. Zij heeft een warme flexibele stem, maar wat meer kracht en power zou wel mogen. Nu komt ze vaak over als een vrouwelijke crooner meet haar langgerekte en slepende zangstijl. Het was wel heel vreemd om haar ‘300 pounds of joy’ te horen zingen terwijl ze waarschijnlijk zelf niet eens de 60 kg haalt. Maar wie herkennen we daar? Dat is toch ‘den Tjenne’ die ooit nog bij Clouseau, the Scabs en Betty Goes Green speelde. Tjenne is een sterke gitarist, maar hij weet niet te doseren en elke solo klinkt even hard en zonder al te veel dynamiek. Hetzelfde geldt voor de mondharmonicaspeler. Ze speelden onder andere een sterke swampy uitvoering van ‘Mellow down easy’, de vrouwelijke versie van ‘Tigerman’ dat bij hen natuurlijk ‘Tiger woman’ heet. Een té trage en slaapverwekkende versie van ‘Room with a view’, een lome versie van ‘My Babe’, en een hoekige versie van ‘Wang dang doodle’. Bissen deden ze met Little Walters ‘Too late’. Het was een aardige set, maar ik stel mij wel de vraag waarom voor een zangeres allemaal songs werden gekozen met ‘mannelijke teksten’, terwijl er, en zeker voor haar meer jazz/soul-gerichte stem, toch zoveel mooie songs te vinden zijn van de grote jazz- en souldivas. |
N8N (Nathan) kan dan een bekende vader hebben (Boogie Boy), en hij kan dan een geweldige soulstem hebben, als het geluid niet meezit, dan maak je een slechte indruk! Het hele optreden van Nathan werd gestoord door een veel te luide en veel te wollige bas. Zijn stem werd pas tegen het einde van het concert duidelijk hoorbaar en verstaanbaar. Het publiek stond er maar wat beduusd bij en keek regelmatig naar de man achter het mengpaneel, maar er veranderde weinig.
N8N brengt een tribute aan de veel te vroeg overleden Luke Walter jr. en diens Blue Blot, iets dat hij eigenlijk al sinds 2005 doet met zijn band Blunk. We kregen Muddy Waters’ ‘Hoochie coochie man’, ‘Goin’ down slow’, Blue Blots ‘I still love you’, ‘Complicated woman’ van Nathans nieuwe cd, Luke Walters ‘Where do we go (from here)’, Bill Whiters ‘Who is he (and what is he to you)’ dat ook in het repertoire van Blue Blot stond. Bij ‘No, No, No’ krijgt Nathan na hard zwoegen en werken het publiek aan het meezingen, maar dan is het alweer voorbij en dat is maar goed voor onze oren… Gelukkig hadden we net voor N8N al een eerste hoogtepunt gehad. Exact om half acht stond namelijk Doghouse Sam & his Magnatones op het veel te schaars verlichte podium. Maar als Wouter en de zijnen optreden dan kan je ambiance verwachten. En dat kregen we dan ook. Contrabassist Jack ’Fire’ O’Roonie, de in 2010 tot beste drummer van Nederland uitgeroepen Franky Gomez en de uit Sint Truiden afkomstige ‘rootsking’ Doghouse Sam of voor de vrienden Wouter Celis zijn topmuzikanten in hun genre. Ze gaven hun publiek een spetterende show en lieten hun vakmanschap blijken door elk een uitgebreide solo te spelen die de oren streelde en ons in een muzikale roes bracht. Het publiek genoot onder andere van Fats Domino’s ‘I’m ready’, Bo Diddleys ‘My white horse’, vuile smerige John Lee Hooker boogie, blues, rockabilly en rhythm & blues. Maar ook snelle rock & roll, met onder andere hun ‘Crossroads’. Ondanks het vroege uur was het publiek toch mee en spoorden de Magnatones aan om nog meer te overtuigen. Gebist werd met de ‘No more time’-boogie met Doghouse Sam op de Kellogg’s-metal-box-gitaar. Dit is een klasseband met een internationaal niveau en dat bewijzen ze elke keer opnieuw in binnen en buitenland! |
Afsluiter van de eerste Yellowtime festivaldag was Lightnin’ Guy Verlinde & the Mighty Gators. Het zoveelste optreden van de hardst werkende en publiek verslindende Guy Verlinde. Een sympathieke gast die weet waar hij mee bezig is en wat hij wil. Hij is zowat thuis in alle deelgenres van de blues en dat siert hem. Wat bovendien opvalt is dat hij in al die deelgenres ook nog eens formidabele songs schrijft.
Al meteen met de opener ‘Weather Blues’, een pompende blues waarop Guy de mondharp bespeelt, overtuigt de band onmiddellijk. ‘Learning how to love you’ met zijn catchy refrein en de tribute voor guitarist Marino Noppe, zijn leermeester, ‘Mr Maxwell street’ gaan erin als zoete koek. In een zeer leuke versie van Bill Withers ‘Ain’t no sunshine’ zitten stukjes reggae verwerkt, zoals ‘No woman, no cry’ en ‘Everything’s gonna be alright’. Verlinde kondigt het zelf aan met “een medley van artiesten die ik bewonder”. Maar we krijgen ook het stevige riff-rocknummer ‘Powered by the blues’ en de soulvolle rockballad ‘Call on me’. Een nieuwe song krijgen we met ‘Pursuit of Happiness’, een mooie slepende sliderocksong. De klassieker in wording (of is het dat al?), ‘Better days ahead’ klinkt steeds overtuigender en ‘Sacred Ground’, een mooie ingetogen ballad, met Guy op de swampy dobro is opgedragen aan “all the victims of some greedy motherfuckers”. Maar Guy is niet in één hokje te stoppen, ook Americana en countryrock zijn hem niet vreemd. Ook met ‘Heaven inside my head’, een New Orleans aandoend nummer, weet hij zijn weg. Ondanks de koude krijgt hij het publiek volledig mee en het feestje barst pas echt los als hij een bom van een versie van Slim Harpos ‘Hip shake’ door zijn harmonica blaast. Als afsluiter volgt er nog een serieus funky rocknummer met verborgen uitstapjes naar ‘Papa was a rolin’ stone’, ‘Billy Jean’ en James Browns ‘Sex machine’. Om vijf na half één klinken de laatste noten van een enthousiast en overtuigend optreden. Op het bisnummer bleven we niet meer wachten, want we raakten zowat onderkoeld. Gelukkig hadden we een rit van één uur voor de boeg om ons op te warmen! Het Yellowtime festival is relaxt, oergezellig en supergemoedelijk Hun programmatie is overtuigend en van goed tot zeer hoog niveau. Ik ben benieuwd welk programma ze volgend jaar gaan voorstellen! |
A WOODLAND HILLCREST PROMOTION PRODUCTION I KEYS AND CHORDS 2001 - 2025