CD & vinyl REVIEW BLOG |
Het moet ergens in de zomer van1973 geweest zijn dat ik voor het eerst met de muziek van Todd Rundgren geconfronteerd werd. De Amerikaanse multi-instrumentalist en gewaardeerd producer scoorde met een door Carole King geînspireerde pastiche ‘I Saw The Light’ ook aan de overkant van de oceaan. Met de dubbelaar ‘Something / Anything ?’ waarop deze pareltjes prijkten was Rundgren niet aan zijn proefstuk toe. Evenals de voorgangers ‘Runt’ en ‘The Ballad Of Todd Rundgren’ was het derde werkstuk een soloaangelegenheid. Rundgren speelde alle instrumentale en zangpartijen in de studio in en puzzelde die elementen minutieus tot een samenhangend geheel samen. In juli’72 werd hij uitgenodigd voor een livesessie in het Paris Theatre van de BBC die op Radio One werd uitgezonden. Rundgren speelde gitaar en toetsen met op de achtergrond een vooraf opgenomen geluidsband met bijkomende instrumentatie en achtergrondzang. Tijdens een concert van een half uur brengt Rundgren vooral werk uit het destijds recente ‘Something/ Anything’ zoals het popgetinte ‘I Saw The Light ‘ en superieure pianoballaden als ‘It Wouldn’t Have Made Any Difference’ en ‘Piss Aaron’, dat evenals op de studioplaat geflankeerd wordt door het wonderlijke ‘Hello It’s Me’, de eerste song ooit die Todd componeerde tijdens de vroege Nazz periode en in ’72 geheel terecht terug opgepikt werd. ‘Be Nice To Me’ stamt uit de nog onder de naam Runt uitgebrachte voorganger ‘The Ballad Of Todd Rundgren’. Een vlekkeloos soloconcert afgesloten door het door rockend gitaarwerk aangestuurde dynamische epos ‘Black Maria’. Het enige minpunt is de ellenlange monoloog die ‘Piss Aaron’ ontsiert. In het najaar van ’75 keerde Rundgren terug naar de BBC studio’s voor een sessies op de Old Grey Whistle Test. Dit keer met de formatie Utopia waarmee Rundgren sinds 1973 meer experimentele paden van de progressieve rock verkende en zich in tegenstelling tot de pianist van het solo-oeuvre sterker als gitarist met band profileerde in meer uitgesponnen structuren zoals ‘The Seven Rays’. Op cd twee vinden we opnieuw een concertregistratie van Rundgren met Utopia. Het betreft het concert van 9 oktober 1975 in The Hammesmith Odeon waarvan een uur door BBC One gecapteerd werd voor de ‘In Concert’ reeks. Naast een selectie uit ‘Another Live’ komt werk uit ‘Todd’ ( ‘The Last Ride’,Heavy Metal Kids’ en ‘Sons Of 1984’ en ouder werk als ‘Open Your Eyes’ uit het repertoire van Nazz, Rundgrens vroegere band aan bod. Een derde cd is gevuld met een concert dat begin 1977 in Oxford plaats vond en waarin nummers van de langspeler ‘Ra’ de setlist domineren. Het dvd gedeelte bevat de passage op The Old Grey Whistle Test uit ’75 en The Bearsville Picnic , een documentaire over Utopia met concertfragmenten uit ’78. Veruit het interessantste is het soloconcert uit ’82 , opnieuw een halfuurtje voor The Old Grey Whistle Test . Rundgren brengt naast ouder werk een selectie uit het destijds recentere oeuvre. Zo passeren uit ‘Hermit Of Mink Hollow’ ‘Too Far Gone’ en het lichtjes fantastische ‘Can We Still Be Friends’ waarmee ook Robert Palmer scoorde. Uit ‘Healing’ werden ‘Compassion’ en ‘ Tiny Demons’ gelicht en van Utopia horen en zien we ‘One World’ en ‘Lysistrata’, dat niet in de oorspronkelijke uitzending zat evenals ‘The Song Of The Viking’. Als extraatje er is ook de promovideo van ‘Time Heals’ te bekijken. Afsluiten doet Rundgren in stijl aan de vleugelpiano met de wondermooie ballade ‘A Dream Goes On Forever’. Cis Van Looy (4) This boxset with a nice illustrated booklet contains 3CD and one DVD that cover all the surviving concerts from the period 1972 -1982 of Todd Rundgren for BBC’s Radio One and Television broadcasts for The Old Grey Whistle Test. Again a fine initiative from Esoteric Recordings. Esoteric Recordings I ECLEC 42469 I Cherry Red I Todd Rundgren
0 Opmerkingen
Net zoals haar overbekende naamgenoot is Nina Simone Vidal een singer-songwriter en pianiste. Ze trad voor het eerst in de kijker toen haar debuut ‘Nina Vidal’ in 2008 records brak in Japan. Een week na de release stond het daar al op nr. 1 en bleef gedurende 8 maanden het beste jazzalbum. Twee jaar later volgde ‘The Open Ended Fantasy’, dat ook in 24 uur naar nr. 1 stormde, en hier nu voor mij ligt. Recent deed het album ‘Silver Lining’ dat succes nog eens over. Haar stem wordt omschreven als een helend en emotioneel instrument. Met haar mengeling van jazz, soul, funk, pop en wereldmuziek bekoort ze heel wat mensen. Nina komt uit Queens, New York, en speelde al piano als kind. Toen ze muzikant/producer Caté ontmoette, gaf ze hem een demo van haar, en in 2005 kwam die uit als EP. En alhoewel Nina Simone één van haar idolen is, noemt ze ook Antonio Carlos Jobim, Miles Davis, Anita Baker en Sade als voorbeelden. Voor dit album schreef ze alle songs zelf, behalve 2 covers. Vreemd toch, dat ze in Japan beter bekend is als in het Westen, en dit een Japanse importcd is. ‘Games’ is de opener en onmiddellijk val ik voor haar jazzy, urban, en ontspannen stijl. ‘Inside Outside’ volgt, in dezelfde stijl, en staat verderop als demo en Japanse bonustrack. Op het zwoele ‘Let’s Just Stay In’ probeert ze haar geliefde te overtuigen om binnen te blijven en de liefde te bedrijven. De hit ‘Cigarette & Wine’ doet je zachtjes meewiegen, waarna ‘Good Love’ eraan komt. De eerste cover is Paul McCartney’s ‘My Love’, gevolgd door ‘Little Bit’. Sting’s ‘Fragile’ werd al talloze malen gecoverd, en Nina doet het zachtjes en teder. De titeltrack is een instrumentale pianotrack, en op ‘Starry Night’ beschrijft ze onverschillige mensen op straat, waartussen een geliefde rondloopt. Zal hij haar vinden? Met ‘Believe Again’ sluit ze af. Nina heeft het niet nodig om te schreeuwen, ze blijft zichzelf op haar eigen tedere souljazz manier. Maar talent heeft ze dat staat buiten kijf! Ik ben blij dat ik haar (toevallig) leerde kennen, en ze zal zeker de liefhebber van dit genre bekoren! Patrick Van de Wiele (4½) Nina doesn’t need to shout. She stays her own tender soul jazzy way. I’m glad I got to discover her, and she’ll certainly please the lover of this genre! Het klinkt een beetje als de beschrijving van Amon Tobins percussiegedreven nummer ‘Mission’, die artiestennaam Machinedrum. En wanneer je Travis Stewart (Machinedrum) z’n meest recente album ‘Vapor City Archives’ – het derde deel in de man z’n jarenlange Vapor City project – opstart, denk je bij openingsnummer ‘Boxoff’ meteen, ja, ik ben in medias res in Mission gevallen, met een soort tribale ritmes die tegen je lichaam kletteren als hagel. Geen onaangenaam begin alleszins, maar dan komt het: het nummer opent zich, ontvouwt zich als omgekeerde origami en de neerslag krijgt haar karakter, haar beeld, haar scène. De drums ratelen als prachtige nachtregen die op het dak van een kleine wagen met grote glazen koepel valt. Door dat proces van hagelend begin en brede uitwaaiering weet je al snel: dit is een album van tegenstellingen, gewrongen clair obscurs, een ineenklikken van donkere onaardse strubbelingen met door hel licht verlichte boventonen. Het zijn tegenstellingen zoals elke goeie stad die heeft. Je vindt hun weerslag ervan in de archieven van Vapor City. Het contrast opgezet door het tweede nummer, ‘Safed’, is meteen voelbaar: een looping gitaarrifje met trage vage zangstem brengt je met een zeer gesmaakte abruptheid in een andere stemming – een overgang die in culinaire termen ‘de juiste aciditeit’ zou heten. Heel even steekt er een hagel- of regenbui op die weer doet denken aan het vorige nummer, maar dan gaat ‘Safed’ onherroepelijk z’n eigen richting uit, zeker wanneer naar het einde toe de zang met de piano het overnemen van het gitaarrifje, en de synths wat dichter gelaagd worden. Die eigen richting is de grootste kracht van ‘Vapor City Archives’. In het begin was het ook voor deze luisteraar nog even zoeken naar hoe deze soms schijnbaar tegenstrijdige collectie van tien nummers het best te benaderen viel, maar al heel snel beluister je het gewoon voor wat het is: dit is geen album dat per se iets wil zijn, behalve zichzelf. Met snufjes XXYYXX in ‘Hard 2 Be’ of ‘B Patient’, en zelfs wat Goldie-achtige jungle (‘More than Friends’), maar vooral toch veel een eigen stem, ontvouwt ‘Vapor City Archives’ zich in z’n geheel net zo indrukwekkend als openingnummer ‘Boxoff’ dat doet. De lijn in het album wordt dan ook duidelijker, de stad biedt haar blik op een bewolkte hemel vanwaar de lichtpollutie weer naar beneden schijnt en de mate belicht waarin het album naast erg tactiel toch ook erg ongrijpbaar en onbereikbaar blijft. Het lijkt alsof je de nummers nooit echt helemaal kent, omdat er onder die eerste lagen veel te ontdekken valt als je maar goed genoeg luistert, net zoals de mooiste steegjes van elke stad ook maar per toeval gevonden worden. Dit is een muzikant die duidelijk weet waar hij mee bezig is, zeker omdat een genre als drum & bass soms wel eens durft verlokken tot enigszins repetitieve gemakzucht. Toegegeven, na geweldige openers ‘Boxoff’ en ‘Safed’ verslapt de aandacht een beetje bij de iets te weinig contrasterende combo ‘Hard 2 Be’ en ‘Only 1 Way 2 Know’, maar afzonderlijk genomen zitten ook deze tracks erg goed in elkaar, en groeien ze mooi door beide oren heen naar het centrum van je brein. Net wanneer je bijvoorbeeld begint te vrezen dat ‘Only 1 Way 2 Know’ begint te stagneren, vervliegen de samples tot iets etherisch en vluchtig (het is een Vapor City voor een reden) en kruipt er weer een mini-gitaarstukje langs je ruggengraat. Ideaal. Zo blijft ‘Vapor City Archives’ tegelijk heel gebalanceerd monochromatisch en idiosyncratisch, en aan de andere kant verrassend en nieuw. Dat eerste aspect zorgt dat de nummers je bijblijven; het tweede zorgt dat ze toch nooit helemaal eigen worden, waardoor je ze kan blijven ontdekken. Oh, en ‘Endless <3’, het nummer waarmee het album eindigt. Enfin, ‘eindigt’ is een verkeerd woord, want het blijft net bijzonder nazinderen. Alinea’s lang zou je nog kunnen schrijven over hoe sterk en ingetogen deze subtiele zweefsfeer is, een ‘Solar Sailor’ van Daft Punk maar dan anders, kabbelend en stromend en tegelijk erg licht maar toch ook heel melancholisch, als langzaam gewichtsloos kopje onder gaan onder begeleiding van een stem als vage echo door mist. Voor dit nummer alleen al verdient dit album extra punten. De Vapor City kan wel eens een ideale bestemming worden voor je volgende citytrip. There’s only one way to know. Peter De Voecht (4½) On listening to opening track ‘Boxoff’ you immediately think, yes, I’ve fallen halfway into Amon Tobin’s ‘Mission’. Not an unpleasant start, but then it comes: the song opens up and unfolds like reversed origami, with drums rattling like night rain on the roof of a small car with a large glass window. Doorgaans zijn van die gretig door de commercie aangezwengelde kersttoestanden die een opgefokt sfeertje van gezelligheid creëren niet echt aan mij besteed. Voor deze door het onvolprezen platenhuis New West samengestelde compilatie wil ik bij uitzondering wel eens een uurtje uittrekken. Illustere figuren uit de Americana wereld prijken hier met traditionals of zelfgeschreven stuff die de kerstsfeer uitstraalt naast de jongere generatie van de platensta. Luther Dickinson opent de score, de gitarist van North Mississippi All Stars breit met zijn slidegitaar een instrumentaal tussenstuk in ‘Hark! The Herald Angels Sing’ waarvoor pakweg Sonny Landreth zich niet hoeft te schamen. Emmylou Harris doet niet geheel verrassend, hemelse dingen in ‘The First Noël’. “Everything ‘s oke, why just before last Christmas my baby went away” prevelt de onvolprezen John Prine ietwat wrang op zijn eigen onnavolgbare krassende wijze in een voor de gelegenheid aangepaste versie van het uit ‘The Missing Years’ gelichte ‘Everything Is Cool’. Noblesse oblige, in een deugdelijke Americana verzameling mogen ‘The Man In Black’ noch de absolute grootmeester van de songwritersgilde niet ontbreken. Cash horen we met ‘The Gifts They Gave’, een ontroerend gospelepos uit ’63, de dieren uit de befaamde stal van Bethlehem figureren in de hoofdrol. Dylan brengt de ondertussen van zijn Kerstplaat gekende krakende en dynamische busker uitvoering van ‘Must Be Santa’. Een uit duizenden herkenbare Dwight Yoakam houdt er eveneens behoorlijk de vaart in met het op zijn maat gesneden ‘Run Rudolp Run’ Snarentwang en farfisa orgeltje larderen deze hillbilly countryversie. De klassieker ‘Les Trois Cloches’, lang geleden door Edith Piaf gezongen duikt hier op in een onvervalste prairieversie van ‘Three Bells’ door BenKeith omringd door Neil en Pegi Young. De jonge Canadees Corb Lund , Ronnie Fauss, Max Gomeze en Old 97 houden het bij eigen werk terwijl Texaan Robert Ellis een bijzonder fraaie lezing van Willie Nelsons ‘Pretty Paper’ debiteert. Nikki Lane, de jeugdige chanteuse uit Nashville, imponeert met ‘Falalaalove Ya’, pure vintage deze countrytwang. De enige zangers uit Europa die we hier aantreffen is Ilse DeLange. De blondine uit Nederland treedt aan met haar Eurosongpartner Waylon onder de naam The Common Linnets brengen ze ‘At Christ mas Time’ dat geenszins verbleekt bij de rest van het aanbod. Het van ‘Islands’, de postume, zwanenzang van The Band afkomstige ‘Christmas Time Must Be Tonight’ krijgt geheel terecht de eer om af te sluiten. Het blijft een Kerstplaat en niet echt een met euh …ballen maar wel een verduiveld mooie, als het dan toch moet… Cis Van Looy (4) New West Records I NW 6320 I Warner Music I Klanderman Promotion
Met ‘Spectators’ het debuut op Blue Rose Records van deze getalenteerde jongedame die in het thuisland Canada al een handvol langspelers uitbracht kon je al kennis maken in onze cdrubriek. ‘The Promised You Mercy bevat weerom verfijnde folkpop van de betere soort. Wat productie en begeleiding betreft werd niets aan het toeval overgelaten. De in vergelijking met de voorganger meer genuanceerde aanpak van producer Phillip Wojewoda werpt zijn vruchten af. Bovendien werden notoire muzikanten uit de Canadese scene bijeengebracht in de studio zoals gitaristen Dean Drouillard en Martin Tielli vanThe Rheaostatics, die de afgedrukte portretten penseelde. De piano van Aaron Davis van het Holy Cole Trio en lapsteel van Christine Bougie (Bahamas) leggen samen met gereputeerde koperblazers die hun sporen bij Elton John en Michael Bublé verdienden, sfeervolle accenten. In de ritmische opener en titelsong ‘Somebody Somewhere’ huppelt op een ietwat banaal nanana refrein en ‘Never Say Goodbye’ klinkt de overigens voortreffelijke instrumentatie iets te vol. In ‘Coming To You’ wordt wel de juiste balans gevonden tussen pop en folk. Mijn persoonlijk voorkeur gaat uit naar meer spaarzaam gearrangeerde nummers als ‘Time Time’ en ‘The Reverie’ en de intimistische afsluiter ‘You’ve Changed’. Ruimer georkestreerde tracks zoals het meer toegankelijke ‘Song On The Radio’ en bovenal het hoopvolle ‘Fables & Troubles’ blijken evenmin te versmaden. Cis Van Looy (3½) Six Shooter Records/ Blue Rose Records I BLU DP0643 I Sonic RendezVous I Klanderman Promotion I
Amelia Curran Sinds ze in 2007 hun debuut uitbrachten, is deze groep uit Boston bezig met het gat tussen Americana en indie pop te dichten. Ze bestaan uit: Paul Hansen (zang, gitaar, keyboards), Adam Sankowski (zang, bas, keyboards), Todd Marston (accordeon, keyboards), Aine Fujioka (zang, drums), Rachel Barringer, Dave Middleton, Katie Franich en Kyle Crane. Ondertussen stonden ze al op het podium met o.a. Tommy Stinson van The Replacements, Aimee Mann, Counting Crows, the Young@Heart Chorus, Lucius, Dresden Doll Amanda Palmer, Thao met de Get Down Stay Down (Kill Rock Stars), en de Canadese Rock Plaza Central. De band werd oorspronkelijk opgericht als een duo door Hansen en Sankowski, maar breidde stilaan uit. Dit is hun derde album, dat drie jaar in beslag nam. Ze schreven alle songs zelf, neem ik aan. Het is inderdaad moeilijk om ze in een vakje te stoppen, alhoewel ik het houd op indie pop. Patrick Van de Wiele (3½) Bridging the gap between indie pop and Americana. Eigen Beheer I 641752331037 I CD Baby I The Grownup Noise
Dit duo timmert al sinds 2005 aan de muzikale weg, twee jaar later werd het debuut uitgebracht en Shannie werd genomineerd voor best vocal duo op de Texas Music Awards. Met het tweede werkstuk ‘The Station’ werden ze als ‘Vocal Duo Of The Year’ bekroond terwijl John Inmon als ‘Producer Of The Year’ gelauwerd werd. Shannie is een samentrekking van de voornamen van Shan Kowert en Annie Action. Kowert zag het levenslicht in San Antonio en groeide op in Fredericksburg . Annie was eveneens de dochter van een vader die bij de Air Force diende en zo in de Filipijnen en Duitsland verzeilde. Ze was een toegewijd fotograaf en schrijver en belandde als singersongwriter in Luckenback. Bij Shan, een begenadigd fingerpicker overwon ze haar podiumangst. Op ‘Blame It On The Moon’ komen ze beurtelings op het voorplan en vullen hun partner perfect aan met verfijnde harmoniezang in een dozijn songs die ze samen componeerden. Het is de interactie en nauwe verbondenheid tussen de twee dat het verschil maakt. In een eclectische mengsel van folk en andere Americana verweven met Keltische elementen klinken ook Spaanse invloeden door en niet uitsluitend in het Spaanstalige ‘Mi Destino’. Accordeon die alomtegenwoordige mandoline, akoestische gitaar en de zwoele percussie flankeert dragen bij tot een zuiderse sfeer op deze cd die afgesloten wordt met een bonustrack, het veelzeggende ‘Love Just Fits’. Cis Van Looy (3½) De wereldbekende producer Narada Michael Walden, die hier al aan bod gekomen is, laat op ons het debuut van de nieuwe artieste Shae(ny Johnson) los. Ze tekende onlangs een contract bij zijn label, en nu is haar debuut uitgebracht. Het album is een mengeling van singer-songwriter, pop en dance muziek, en werd uiteraard opgenomen in de Tarpan studio’s in San Rafael, Californië. Shae zong als leadzangeres bij The Rogue Suspects en ook bij gitarist Craig Chaquico’s (Jefferson Starship) toerband. Shae groeide op in Ashland, Oregon en studeerde aan het San Francisco Conservatory of Music. Daarnaast trad ze aan in verscheidene musicals. Maar ze is ook bedrijvig als danseres ondermeer in ballet, modern, jazz hiphop enz. Opener ‘Shooting Star’ schreef ze zoals alle andere nummers, samen met Narada, en het is een zeer ritmische poptrack. De titeltrack is een dance nummer, op een elektronische beat, en Shae zei: "That's what we were going for. We wanted it to sound like mainstream pop. Narada and I wrote ‘Shooting Star’ together, along with a couple of other songs, with me writing the lyrics. The dance tunes have more of an electronic beat. Narada would send me 10 to 20 DJ mixes each week. I selected the ones I liked and wrote lyrics for them." ‘Addicted’ heeft een vocoderstem, terwijl ‘Wanna Be By Your Side (Forever)’ meer de rocktoer opgaat. Afsluiter ‘Have Faith’ straalt een etherale sfeer uit, en dat komt door de traditionele Indische achtergrondzang van Gaayatri Kaundinya. "We'd finished work on the other songs and wanted to do something for ourselves," zei Shae. "The song is about believing in one another, friends and ourselves." Hiermee bewijst Shae dat ze talent in haar mars heeft, maar wat ze nodig heeft is een ijzersterke song om door te breken. Patrick Van de Wiele (4) A debut with a mixture of singer-songwriter, pop and dance. Tarpan Records I TAR-0007 I Shaeny Johnson
De Caté Musiq Group bestaat uit Caté plus enkele artiesten en muzikanten. Deze laatste komen uit de bands van o.a. Michael Buble, Prince, Herbie Hancock, Regina Specktor, Jay-Z, Clark Terry, Marcus Miller, Christina McBride & Maceo Parker. Op de website staan namen als Quinell “Dr. Q” Brown, Stantawn Kendrick, Jean Caze, Corey Rawls, de Britse soulman Fil Straughan, Brad Whiteley en Nina Vidal. Caté stelde een compilatie samen met covers uit de jaren ’80, en produceerde die ook. Zo krijgen 10 songs als ‘Sailing’ (Christopher Cross), ‘Human Nature’ (Michael Jackson), ‘What You Won’t Do For Love’ (Bobby Caldwell), ‘Africa’ (Toto), ‘I Can’t Go For That’ (Hall & Oates), ‘Steppin Out’ (Joe Jackson), ‘Time After Time’ (Cindy Lauper), ‘Arthur’s Theme (The Best That You Can Do)’ en ‘Here Comes The Rain Again’ (Eurythmics) althans de “quiet storm version” als bonustrack, een instrumentale jazzy, funky & soulvolle behandeling met piano, gitaar, sax en trompet. Daarnaast zijn er 4 gezongen tracks zoals ‘Holding Back The Years’ (Simply Red) door Fil Straughan, ‘Here Comes The Rain Again’ (Eurythmics) door Nina Vidal, het duet ‘Careless Whisper’ (George Michael) door Nina Vidal & Fil Straughan, voorafgegaan door ‘Interlude (Sunrise)’ en het duet ‘One More Night’ (Phil Collins) door Nina Vidal & Fil Straughan. Het resultaat is een ontspannen, jazzy cd die mij uitstekend bevalt. Toffe versies van zeer bekende tracks. Patrick Van de Wiele (4) A relaxed, jazzy album, very much to my liking! CCG Recording Group I 888295178570 I CD Baby I Caté Musiq Group
Velen zullen hun wenkbrauwen fronsen bij het horen van de naam Andy Jackson. Deze schaduwfiguur draait sinds 1980 stevig aan de knoppen als recording engineer bij Pink Floyd. Ook is hij verantwoordelijk voor hun niet onbesproken allerlaatste cd ‘The Endless River’. Naast zijn vetbetaalde job trad hij ook in het voetlicht als gitarist van ‘The Eden House’, een boeiende new psychedelica band met zweverige vocals en dito-gitaarwerk. Dat Andy Jackson weet hoe je een sound eigenheid, karakter en body kan geven staat buiten kijf. Maar waarom hij nu absoluut onder eigen naam zijn talent wil bewijzen? Natuurlijk als je een eigen studio beheert wordt het allemaal iets makkelijker om je muzikaal seventies geklutst ei te leggen. Hoewel de songs op ‘A signal to noise’ een duidelijke Pink Floyd stempel dragen en zelfs even terug gaan naar het ‘Umma-Gumma’ en ‘Obscured by Clouds’-tijdperk, zal de cd geen potten breken. De meeste songs kabbelen in rustig vaarwater, zelfs in ‘It all came crashing down’, hoewel de titel andere emoties oproept(of juist niet?). Gelukkig dat Andy Jackson zich niet verliest in technische goocheltrucjes en toch een boeiende variatie in het genre kan leggen. Na enkele malen eenzaam beluisteren verlies je elke realiteitszin. Muziek doet leuke dingen met de mens. ‘A signal to noise’ verscheen op het toffe Esoteric Antenna Label en gaat gepaard met een lekkere dvd opgenomen als quadrophonic mix in zijn Utopia Studio. Zeker een meerwaarde en een niet te versmaden extraatje voor de late avonduurtjes. Marino Serdons (3½) Esoteric Recordings I EANTCD 1040 I Glass Onyon I Cherry Red Records
De Britse zangsensatie Susan Boyle kwam hier al meermaals aan bod, dus haar voorstellen hoef ik niet meer te doen. Ze verkocht ondertussen wereldwijd zo’n 22 miljoen albums. Nu is haar nieuwe cd uitgekomen, haar zesde studioalbum in 5 jaar tijd. En het is een album vol inspirerende songs geworden, dat opent met een ontspannen cover van Pink Floyd’s klassieker ‘Wish You Were Here’. Susan zei over het album: "I have really enjoyed making this album. I had a huge input in music suggestions and finally have been able to record one of my all time favourites, ‘Angel’, originally by Sarah McLaughlin. I also am pleased to be able to sing some up-tempo songs that show variation in my repertoire. There are also iconic songs, which were a risk to take on but I hope I've done them justice in my own way. John Lennon's ‘Imagine’ was one of the hardest to record, not because of the music or the vocals but because I wanted to do his song justice. Of course the die-hard Lennon fans will probably criticize but I hope that people like my personal take on the song. I themed this album around inspiration and hope because those are two elements we all need in our life to drive us forward and inspire us to go out and capture our dreams- they worked for me after all." Daarna straalt ‘I Can Only Imagine’ een diep geloof uit. Eén van haar favoriete liedjes is ‘Angel’, een cover van Sarah McLaughlin, ook weer een diep gelovig liedje. ‘Abide With Me’ brengt ze a capella, zo precies recht uit een kerk, met compleet koor. John Lennon’s ‘Imagine’ valt best mee, alhoewel het moeilijk is om zo’n tijdloze klassieker te coveren. ‘Will the Circle Be Unbroken’ is een traditionele Christelijke hymne, die al talloze malen gecoverd werd, maar hier past. Simon & Garfunkel’s ‘Bridge Over Troubled Water’ wordt perfect gecoverd, gevolgd door één van mijn favoriete nummers aller tijden, nl. ‘The Impossible Dream’ uit de musical ‘The Man from La Mancha’, ja over Don Quichotte. Maar, voor mij blijft Luther Vandross’ versie de beste. De gospelklassieker ‘Oh Happy Day’ mocht uiteraard niet ontbreken, en Susan maakt er een positieve, opgewekte versie van. En afsluiten doet ze met een live cover van Josh Groban’s ‘You Raise Me Up’ met het Lakewood Church koor. De sterkte van dit album ligt dan ook in zijn spirituele eenheid, die inderdaad hoop uitstraalt. Patrick Van de Wiele (4) SYCO Records I 888750 09332 I Sony Music I Susan Boyle
Het vervolg van ‘Solo Recordings’ van de Canadese gitarist liet even op zich wachten, oorspronkelijk moest het tweede deel al in de tweede helft van het voorbije vorig jaar uitgebracht worden. Om het uitstel wat te verzachten werden de liefhebbers met het epeetje ‘Solo Recordings Volume 1 ?’ gesust. Twee van die nummers ‘Go On’ en ‘Long Road’ vinden we nu terug op het vervolg. Het laatstgenoemde nummer prijkte al op een vroegere cd van Hill maar de nieuwe akoestische uitvoering zou naar verluidt meer bij de initiële versie aansluiten. Overigens brengt Steve Hill nog meer akoestisch werk zoals het van knap harmonicawerk voorziene ‘Tough Luck’ naast het van zijn onvolprezen voormalige landgenoot Ray Bonneville geleende meer countrygetinte ‘Simple Things’, maar de focus ligt toch meer op zwaardere stuff. Dat blijkt meteen bij de rauwe opener ‘Still Got It Bad’ en ‘Slim Chance’, eveneens in een verzengende niet bepaald geraffineerd stramien dat eerder bij hardleerse bluesrock aanleunt. We krijgen weliswaar weerom een stel old school bluesnummers voorgeschoteld, ‘I Want You To Love Me’ van Muddy Waters en ‘Hate To See You Go’ van Little Walter. Helaas moet die klassieke twaalfmatenstuff hier een misplaatste loodzware behandeling ondergaan. De eerder genoemde meer intimistische en ontspannen tracks moeten uiteindelijk de meubelen redden op het tweede deel van Hill’s solosessies. Cis Van Looy (3½) No Label Records I NLR I Outside Music I Hemifran I Steve Hill
Jong begonnen is half gewonnen, een uitdrukking die helemaal van toepassing is op Steve Hill. Hij startte piepjong om de zes snaren onder controle te krijgen. Dat lukte hem wonderwel, nauwelijks de tienerjaren ontgroeid, vulde hij al een volwaardig werkjaar met concerten en leverde in ’97 zijn debuut af. In thuisland Canada wordt Hill als ‘the meanest guitarplayer in the world ‘ en ‘best young blues guitar player in North America’ ingehaald. Het zijn slechts enkele van de eretitels die de gitarist verzamelt. De laatste twee decennia deelde hij het podium met BB King, Jimmie Vaughan, Jeff Beck en andere persoonlijke idolen zoals Ray Charles . Hill’s oeuvre bevat ondertussen acht werkstukken waarin een voortdurende evolutie te bespeuren is, hij doorzwom zowat alle mogelijke muzikale watertjes van heavy rock, over country, folk met blues als constante inspiratie. Twee jaar geleden keerde hij terug naar zijn oorspronkelijke liefde. Hij trok moederziel alleen de studio in waar hij naast de gitaarpartijen ook eigenhandig voor bas en voetpercussie zorgde en blikte zowat alles live in. Dan kom je al automatisch bij een wat rauwere benadering uit. Hill brengt eigen songs zoals ‘Ever Changing World’ en ‘ Love Got Us Blind’, donker werk dat naadloos aanleunt bij de interpretaties van Muddy Waters’ ‘Honey Bee’ en ‘Politician’ van Cream dat hier een ritmisch bluesy jasje wordt aangemeten. In het akoestische luik vinden we Robert Johnson’s ‘Preachin Blues’ terug, een respectvolle ode aan de bluespionier. Eveneens bijzonder fraai klinkt een genuanceerd opgebouwd ‘Ain’t Waistin’ Time No More’ van The Allman Brothers. Overigens blijkt Steve Hill naast een fijn fingerpicker een begenadigd vocalist die als songwriter evenmin mal figuur slaat tussen deze klassiekers. Cis Van Looy (3½) No Label Records I NLR-112 I Hemifran I Steve Hill
Vanaf het debuut ‘Like The Birds’ geraakten we in de ban van Slow Fox. De opvolger ‘Oh My’ een epeetje met resterende songs die niet op de langspeler geraakten aangevuld met akoestische versies van eerder uitgebracht werk bevestigde moeiteloos. Op ‘Black Dog’ vertrouwd zangeres Sofia Henricsson ons alweer een voortreffelijke lading zelf gecomponeerd nieuw werk toe . Oskar Nordenqvist die deel uit maakt van het trio levert ‘Dear Desire’ aan dat hij ondersteund met akoestische gitaar. Vocaal geflankeerd door zus Fanny weet de Zweedse sweatheart met het fraai resonerende stemtimbre weerom moeiteloos te overtuigen met schitterende folkpop zoals het ‘Missing You’, waarbij de jongedames ondersteund worden door een volledige band en ‘Black Dog’ een subliem zwevende afsluiter met galmend snarenwerk. Maar ook in het verstilde akoestische ‘I Wish I Was’ toont Sofia Henrickson nog eens ondubbelzinnig aan dat ze haar plaatsje verdiend tussen de diva’s van Americanaland. Cis Van Looy (4) Rootsy 107 I Sonic RendezVous I Klanderman Promotion I Slow Fox
Het verleden van deze Schotse formatie ligt bij het Americana combo §outhpaw van gitarist en mandolinespeler Donny McElligott. Jarenlang intens toeren in Engeland en uitstapjes naar Noorwegen, Toronto eisten een persoonlijke tol en op oudejaarsavond van 2009 gooide §outhpath de handdoek definitief in de ring. Een ontmoeting met Ian Hutchison, frontman van rockband The Revivals en een gedeelde interesse voor Amerikaanse rootsmuziek en countryrock lait het vuur weer op. McElligott besluit voortaan een team te vormen met Hutchison, samen met de ritmesectie (Callum Keith/ Maurice McPherson) en pedalsteelman Owen Nicholson, eveneens oudgediende van §outhpaw. Op de foto van het cd boekje zien we de heren zich in een bar vermeien, naast de vertrouwde hoesfoto van de tweede titelloze plaat van The Band slingeren Lp’s van Emmylou Harris en ‘Sticky Fingers’ van de Stones rond. Op ‘Trough The Heart Of Town’ prijken tien songs beurtelings aangeleverd en gezongen door Hutchison en McElligott. Dat zorgt voor de nodige afwisseling. Van de twangende countryrocker ‘Wrapped Up’ tot het bluesy ‘Need A Friend krijgen we doorleefd songwerk voorgeschoteld. Dat heeft niet uitsluitend met de krachtige soepele stemmen van beide heren te maken. In soulgetint werk zoals ‘Shine A Light‘ zorgt Bruce Michie voor fraaie blazersbijdragen. ’Long Is The Way’ komt angstvallig dicht bij de machtige onnavolgbare frasering van Frankie Miller en dat geldt ook voor onweerstaanbare soulstuff als ‘Shake’. ‘Big Fun’ is strakke southernrock die bij momenten aan de verrichtingen van Drive by Truckers herinnert en van het meer in de countryhoek gesitueerde werk imponeert bovenal ‘Alaska’, een subtiel akoestisch duet met de Texaanse zangeres Brennen Leigh. Wat houdt de concertorganisatoren nog tegen om deze heren eens uit te nodigen? Cis Van Looy (4) Eigen Beheer I NMR0001 I Hemifran I The New Madrids
Nauwelijks enkele jaren geleden kon je deze songwriter al buskend aantreffen in de straten en koffiehuizen van Burlington en bracht hij zelf gecomponeerd songwerk in de plaatselijke clubs. Met zijn debuutepeetje ‘What Light Shall Be’ kwamen daar podia buiten Vermont bij zoals Boston en Noord Carolina, waar Matt Townsend in Asheville een begeleidingsband samenstelde met muzikanten die hij daar voor het eerst ontmoette. Maar het werkt, The Wonder of the World debiteert een uit een amalgaam van folk, rock en andere stijlen gepuurd repertoire. Onvermijdelijk duiken de namen als Van Zandt, Neil Young en uiteraard Dylan op als belangrijkste invloeden. Het met zorg uitgewerkte songwerk van Townsend graaft dieper en de doorleefde zang ondersteund door prachtige harmoniezang en dito orkestratie, met naast het gebruikelijke instrumentarium viool en zingende zaag overtuigd vanaf de eerste beluistering. Ronduit schitterende songs als ’Seventh Story’ en de meeslepende folk van ‘Hollow City’ nodigen uit tot meerdere luisterbeurten. En dat geldt ook voor akoestische pareltjes als ‘Desire Like A Lion’ en het The Grass Forever met een zacht zuigende harmonica en sfeervol orgeltje gelardeerde ‘The Garden Where The Grass Forever Grews’. Als we het in alle eenvoud afsluitende ‘Gratitude of Being beluisterd hebben verdwijnt de laatste twijfel. Cis Van Looy (4) Eternal Minds Records I Hemifran I Matt Townsend
Luke is een jonge Britse singer-songwriter, die beweert dat de song ‘Iris’ van The Goo Goo Dolls hem indertijd deed realiseren dat hij songwriter moest worden. Kort daarna, op zeventienjarige leeftijd, nam hij een akoestische gitara vast en begon eraan. Hij werd beïnvloed door artiesten zoals Jimmy Eat World, Jason Mraz, Fountains of Wayne, Goo Goo Dolls, en de muziek van zijn vader, die indertijd in bands speelde. In 2011 werd hij door Music Week geselecteerd als één van hun favoriete nieuwe talenten. In de zomer van 2012 kreeg zijn debuutsingle ‘We’re Alive’ airplay op verschillende radiostations aan de East Coast van de USA, maar ook in Boston en San Francisco met videorotatie in de Hard Rock Cafés. Hij werkte met verschillende producers zoals Steve Power (Robbie Williams, McFly, Andrea Bocelli), Eric Rosse (Sara Bareilles, Tori Amos), Ken Caillat (Fleetwood Mac, Colbie Caillat) en begin van vorig jaar kwam zijn EP ‘One Day’ uit. Nu is zijn eerste full album uitgebracht, met daarop pure power pop-rock. De titeltrack staat voorop, gevolgd door het al even vlotte ‘There It Goes Again’. Tussendoor is ‘Crazy Enough’ een rustige ballade, waarna ‘Sadie’ er weer stevig tegenaan gaat. De overige songs getuigen van goede “songwriting skills”, en ik twijfel er niet aan dat Luke één dezer dagen door een label zal opgepikt worden. Patrick Van de Wiele (3½) The debut of a promising singer-songwriter. Eigen Beheer I LPM001 I Luke Potter
Onder de naam Jack Kerowax, een verbastering van Jack Kerouac(?), schuilen muzikanten met een verleden in diverse groepen uit de omgeving van Forth Worth en Dallas. Het was oorspronkelijk de bedoeling om muzikanten te vinden die op de soloplaat van Johnny Beauford, frontman bij Bravo Max! zouden figureren. Beauford begon te musiceren met gitarist Garrett Padgett, eveneens bij Bravo Max! en plaatselijke muzikanten. Het klikte wonderwel en de samenwerking en Chase McMillan op Bas en Nathan Adams van The Hazard Dukes aan de drumkit groeide uit tot een nieuw hecht team onder leiding van zanger gitarist Beauford. Op het titelloze debuut krijgen we en mengsel van country en pop met tintelend gitaarwerk. Zulke muziek krijgen we wel vaker te horen uit die Texaanse regio waar Beauford opgroeide. In de zachte, wat rafelige bariton schuilt een gekwetste ziel en dat genereert een donkere ondertoon. ‘Fever’ schiet uit de startblokken met gespierd snarenwerk en een ouderwetse Rhodes piano en in de afsluiter ‘Huck Finn’s Hideout’ gaat het er eveneens energiek aan toe. ‘Moonshine Barber’ huppelt op hitsige harmonica en een gammele piano die even uit de naburige saloon gesleept werd. Het geheel werd overigens geheel analoog opgenomen en dat resulteerde in een lekker ouderwetse sound. Gelukkig blijft Jack Kerowax mijlenver uit de buurt van de loodzware gitaarrock die in die contreien immens populair is, getuige het vederlichte ‘Fancy Cigarettes illustreert. We krijgen tien oerdegelijke songs voorgeschoteld. ‘Stella’ herinnert bij momenten aan iets van Tragically Hip en het klaaglijk gezongen ‘Ten Years War’ springt er meteen uit met simpele maar bijzonder effevtieve akkoordendie de klaaglijke zang ondersteunen. Meer dan verdienstelijk werkstukje van deze jonge Texanen. Cis van Looy (3½) St Cait Records I Hemifran I Jack Kerowax
Ze werd geboren in Cleveland, Ohio, maar leeft nu al meer dan 20 jaar in Californië. Op haar dertiende speelde ze al drums, maar ze wou hogerop en trok dus naar de zonnige staat om daar acteren, film en theater te studeren. Dat leidde tot rollen in films zoals ‘Hoffa’, ‘Basic Instinct’ en de originele ‘Batman’ prenten, samen met een rolletje in Ray Charles’ Diet-Pepsi commercials. In Los Angeles won ze 2 Music Awards (2009’s Americana Album of the Year Award voor ‘Move On’ & 2010’s Producer’s Choice Award voor Dance Single Of The Year), maar ook een South Bay Music Award. Dit is nu haar vierde album, dat opgenomen werd in Nashville, en daarop zingt ze over loslaten. Eileen legt het concept even uit: “I always try to give people different options as a way to look at things. Because, unfortunately, this world’s been up and down and I if can get them to think about things that maybe they haven’t before, then maybe they can ‘Let It Go’ and get to a better place in life.” Ze opent met ‘Bring On The Big’, en dit is een up-temponummer dat gaat over uitkijken wat het leven ons te bieden heeft. Op ‘Anything That Reminds Me Of You’ veegt ze alles wat haar herinnert aan een geliefde buiten. De titeltrack is een dampende up-tempo country popsong dat je onbenulligheden uit het verleden doet vergeten. Verder met een cover van The Pretenders’ ‘Don’t Get Me Wrong’ uit 1986, en daarover zei ze: “I have been a huge fan of Chrissie Hynde for years, and she like me comes from Ohio. ‘Don’t Get Me Wrong’ is a Pretenders song I always wanted to sing but wanted to come up with my own country-pop arrangement of it; always thought it perfect for my blend of country, rock and pop. My producer Travis (Allen Childress) did a great job on the arrangement.” Ook nog op dit album een cover van The Motels’ ‘Only The Lonely’ uit 1982, en een cover van Katrina & The Waves’ ‘Walking On Sunshine’ uit 1985. Iedere song vertelt dus een ander aspect van het centrale thema, en Eileen zou hiermee op de top van haar kunnen staan. Patrick Van de Wiele (3½) Every song deals with another aspect of the central theme, letting go. RolleyCstr Music I 805492000527 I CD Baby I Eileen Carey
Vooraleer DC Bloom zijn eerste song componeerde verdiende hij zijn dagelijks brood met het opstellen van speeches voor bazen van overheidsinstellingen zoals de FBI, kandidaten voor het gouverneurschap en gefortuneerde CEO’s. Een workshop voor songwriters op het Kerrville Folkfestival leverde meteen een eigen song op en opende zijn ogen en een tijdje later zegde hij de lucratieve job in de bureaucratie voorgoed vaarwel. Bloom evolueerde stilaan van professioneel speechwriter naar een onderlegd singersongwriter. In Austin vond de uit Ohio afkomstige laatbloeier een inspirerende omgeving om zijn songwerk verder te perfectioneren. Songwerk dat is terug te vinden op twee langspelers en een epeetje. Daar is onlangs een derde werkstuk aan toegevoegd. Met uitzondering van StephenFosters ‘Hard Times Come Again No More’ integraal gevuld met eigen werk.‘The Key Of You and Me’, kreeg op het afgelopen Woody Guthrie Festival al een eervolle vermelding en connaisseurs situeren Blooms accurate benadering ergens tussen Loudon Wainwright lll en Robert Earl Keen. Het is dan ook geen toeval dat muzikanten als fiddler Warren Hood , pianist Chip Dolan en andere gereputeerde muzikanten uit Austin naar de Byrd House Studio trokken om DC Bloom en zijn kompaan bassist en percussionist Tommy Byrd te ondersteunen. Bovendien stonden Texaanse diva’s in de rij om Blooms warme stemtimbre te flankeren. Zo horen we Ali Holder in het eerder aangehaalde ‘The Key Of Me’, figureert Noëlle Hampton in het met jazzy piano gelardeerde ‘What’ll it Be?’, duikt Susan Herndon op in de door cello ondersteunde pianoballade ‘One White Crow’ terwijl de prachtige countrystem van Barbara Nesbitt in het melancholische fiddle-epos ‘Till Our Days’ Music Ends’. Maar ook zonder de gewaardeerde hulp van die southern ladies overtuigt DC Bloom. In de onderkoelde blues ’OK Darlin’ en het naar de Mississippi Delta En New Orleans lonkende ‘Oh Wow Wow’ en ‘Lesser Prairie Chicken’ wordt het tempo even opgevoerd maar meestal houdt DC het in meer intimistische, poëtisch getinte ontboezemingen die van tijdloos allure getuigen. Cis Van Looy (4) |
Archives
April 2024
|