VAKANTIE IN EIGEN LAND
In mijn eerder artikel over de muzikale zomer stelde ik jullie een reisje naar het zuiden voor (lees hier). Maar door de heropflakkering van Corona in Spanje, Portugal, Italië enz., en de vrees die er bij de mensen inzit om een besmetting op te lopen, kiezen dit jaar veel landgenoten voor een vakantie in eigen land. Denk daarbij maar aan de kust (waar al een kustbarometer ingesteld is om drukte te vermijden), of aan de Ardennen. En ook tussenin zijn er plekken genoeg om te verkennen, zoals het fietsparadijs Limburg. Dat gaf me weer stof om dat muzikaal te gaan aankleden. Ik ging op zoek en stel jullie hierna muzikale tips voor trips in eigen land voor. Aan u de keuze… Laat ons geografisch beginnen aan de Noordzeekust. Wijlen Louis Neefs zong in 1979 ‘Aan het strand van Oostende’ en ontmoette daar Evangelina, die opdook uit het zilte nat, en met wie hij een romance begon. Oostende wordt ook wel eens de Koningin der Badsteden genoemd, en bezit een strand dat 7 kilometer lang is, en gemiddeld 80 meter breed. Bovendien is er een 4 kilometer lange boulevard waarop u kan flaneren. Dit jaar zal u echter moeten reserveren om tot het strand toegelaten te worden, kwestie van social distancing. Maar eigenlijk was dit liedje een vertaling van de song ‘Evangelina’ van Hoyt Axton uit 1976. Louis overleed al op Kerstdag 1980. Zin om mee te zingen? Hierna volgt de tekst: Aan het strand van Oostende Op een zomerse dag Aan het strand van Oostende Was de hemel blauw 't Werd de dag van m’n leven Evangelina Ondersteboven was ik van jou Aan het strand van Oostende Dook je op uit de zee Jij had wier in je haren En je lachte naar mij Ik stond verlegen te staren Evangelina Wat ik toen voelde ging nooit meer voorbij Want de dag begon doodgewoon als altijd Als dertien in een dozijn Net zoals alle gewone dagen Maar toen ik je zag was ik weg van jou Een wonder van een vrouw Ondersteboven was ik van jou Op die zomerse middag Droomden wij op het strand Alle twee in de wolken Wat waren we blij 't Geluk begon in Oostende Evangelina Wat we toen voelden ging nooit meer voorbij Want de dag begon doodgewoon als altijd Als dertien in een dozijn Net zoals alle gewone dagen Maar toen ik je zag was ik weg van jou Een wonder van een vrouw Ondersteboven was ik van jou Aan het strand van Oostende Op een zomerse dag Aan het strand van Oostende Was de hemel blauw 't Werd de dag van ons leven Evangelina Ondersteboven was ik van jou Evangelina, ik hou van jou. Als we dan dieper naar het binnenland trekken, denk ik aan wijlen Jacques Brel, die afkomstig was uit West-Vlaanderen. Hij bezong zijn thuisbasis oorspronkelijk in 1962 in het Frans met ‘Le plat pays’, maar nam naderhand ook de Nederlandstalige versie ervan op als ‘Mijn vlakke land’, op tekst van Ernst van Altena. Eigenaardig genoeg schreef Brel het liedje aan de Côte d’Azur. De inspiratie ervoor kwam door het gedicht ‘La Venoge’ van Brel’s Zwitserse vriend Jean Villard Gilles, over de kleine rivier de Venoge in het kanton Vaud. Brel overleed op 9/10/1978. De tekst luidt als volgt: Wanneer de Noordzee koppig breekt aan hoge duinen En witte vlokken schuim uiteenslaan op de kruinen Wanneer de norse vloed beukt aan het zwart basalt En over dijk en duin de grijze nevel valt Wanneer bij eb het strand woest is als een woestijn En natte westenwinden gieren van venijn Dan vecht mijn land... Mijn vlakke land... Wanneer de regen daalt op straten, pleinen, perken Op dak en torenspits van hemelhoge kerken Die in dit vlakke land de enige bergen zijn Wanneer onder de wolken mensen dwergen zijn Wanneer de dagen gaan in domme regelmaat En bolle oostenwind het land nog vlakker slaat Dan wacht mijn land... Mijn vlakke land... Wanneer de lage lucht vlak over het water scheert Wanneer de lage lucht ons nederigheid leert Wanneer de lage lucht er grijs als leisteen is Wanneer de lage lucht er vaal als kleileem is Wanneer de noordewind de vlakte vierendeelt Wanneer de noordewind er onze adem steelt Dan kraakt mijn land... Mijn vlakke land... Wanneer de Schelde blinkt in zuidelijke zon En elke Vlaamse vrouw flaneert in zonjapon Wanneer de eerste spin z'n lente-webben weeft Of dampende het veld in juli zonlicht heeft Wanneer de zuidenwind er schatert door het graan Wanneer de zuidenwind er jubelt langs de baan Dan juicht mijn land... Mijn vlakke land... Maar Vlaanderen in zijn geheel biedt meer, en dat gevoel legde de keizer van het Vlaamse lied, Will Tura, vast in zijn liedje ‘Vlaanderen mijn land’ uit 1969. De muziek is van de hand van Jean Kluger op een tekst van dichter Marcel Leemans, onder het pseudoniem van Mark Swido. Zing trots mee: Uit de tijd geworpen, vergeten paradijs Van duizend kleine dorpen, onder wolken, grauw en grijs Met donkergroene heuvels, vervagend in de lucht Soms wondermooi beschilderd, met een witte duivenvlucht En nergens valt de regen zo mals en ruisend neer En nergens gaat de wind zo liefdevol, zo zacht tekeer Hij krijgt de vrije ruimte, want als een open hand Zacht golvend als water, is Vlaanderen, m'n land Luisterend naar de regen, die langzaam neder zijgt Luisterend naar de nacht, die in 't duister hijgt Word ik een kuil vol dromen, verglijdend langs de tijd Ik hoor rivieren stromen en zingen van tederheid Want, golvend als het water ligt mijn land aan de zee Zij neemt papieren bootjes, al dansend, met zich mee Die ik, als knaap, liet varen, beladen met een droom Maar die nooit weder kwamen, zij bleven enkel droom Misschien dat zij vernamen, m'n kinderlijk verdriet Want alle winden zingen een wild en lachend lied Zij schuurden langs de velden, en langs 't wassend graan En laten de papavers, vol rode vensters slaan Soms breekt de hemel open, vol gouden zonnelicht De wijde vlakten worden een heerlijk vergezicht Begrensd met groene bomen, waarop de hemel rust Vol donkerblauwe dromen, vol tijdeloze rust Uit de tijd geworpen, vergeten paradijs Van duizend kleine dorpen, onder wolken, grauw en grijs Met donkergroene heuvels, vervagend in de lucht Soms wondermooi beschilderd, met een witte duivenvlucht En nergens valt de regen zo mals en ruisend neer En nergens gaat de wind zo liefdevol, zo zacht tekeer Hij krijgt de vrije ruimte, want als een open hand Zacht golvend als water, is Vlaanderen, m’n land Eigenlijk moet ik een beetje chauvinistisch zijn, want ik kan toch mijn thuisstad Aalst niet voorbij lopen. Aalst is vooral gekend voor Carnaval, maar die liedjes ga ik hier niet vernoemen. Wel is er ‘Men ienig Oilsjt’ van wijlen acteur, komiek en muzikant Odilon Mortier (te zien in ‘De Kotmadam’) uit 1973. Een ode aan onze keizerlijke stede! Odilon overleed op 12/8/2012. De voor niet-Aalstenaars ongebruikelijk klinkende tekst: 't Er isj op giel de wereld mor ien stad Woor da ze van heer oigen tool zeggen: "t es plat" Mor 't woerd "Ajoin" kan niemand imiteren Ge moetj iensj hoeiren, as vremde da probeiren Al mauken men onderien riezj' of krakiel As 't er op oonkomt, ten trekken men on 't zelfste zjiel En doveir Jonges, benne'k grosj en fier En peiz'k in men oigen kier op kier Ach lieve God, bedankt, 'k ben van 't goe ras Lotj méh toch bleiven wa da'k ben en wa da'k was As Oilsjteneer zoei benne'kik geboeren As ek door weg ben, ten loeip ik verloeren Ach lieve God, ik ben e stiksken van die stad Woor da ze spreken van 'n minne en 'n zjat En op de vremd'n hoe schoein dat 't oeik mag zen Voel ek me bloi omda'k nen echten Oilsjteneer ben Och g'hetj parois, zén briggen en clochaars Of amsterdam meh zén grechten en boelvaars Mor wat is da, bé moin stad vergeleiken Woor da'ze giel joor oever vastelouved spreiken Zie mensjen, doveir geif ek giel men hert Ver die zotte streiken binsjt die daugen op de mert En oeik al hemmen noderhand ambras in hois Nen echte'n ajoin dat is en bleift 'n loois Jonges en maskes, bemindj ons ienig Oilsjt Lotj ze mor zeggen, al zjieveren z'om ter voilsjt Ze zell'n d'ajoinen noeit ni kennen temmen Meh onze foine spot, die z'op een ander ni een hemmen Ach mensjen lief, 'k en vin gien zjuste zinnen Ver te vertellen van denne kriwwel ier van binnen En komt den dag van menne lesten oeigenblik 'k Waa da'k den toit kreig ver te zeggen méh ne snik Nu even overwippen naar Antwerpen met deze ode van wijlen Bobbejaan Schoepen uit 1952. Inderdaad ‘De lichtjes van de Schelde’ draait om een tekst van de Nederlander Anton Beuving. In de loop van de jaren werd het nummer gecoverd door Louis Neefs (1966), Jacques Raymond (1983), Jean Walter (in het Duits als ‘Licht am Elbe’), Claire, Wannes Van de Velde & Hans De Booij, Will Tura (1977 en 2007), Daan, Yasmine en Paul De Leeuw. De Antwerpse groep De Strangers hebben het in hun liedje ‘Antwârpe’ (1975) vermeld. Bobbejaan overleed op 17/5/2010. Tekst: De tijd zit erop en we varen weer thuis. Het duurt nog maar enkele weken. Een paar keer op wacht en dan kom ik naar huis Dan zullen w'elkander weer spreken Dus, dit is de laatste brief die ik je schrijf Kijk 's avonds maar goed in de krant Dan weet je precies waar ik ben en ik blijf Totdat ik weer t'rugkom in 't land Zie ik de lichtjes van de Schelde Dan gaat m'n hart wat sneller slaan Ik weet dat jij op mij zult wachten En dat je aan de kaai zult staan Zie ik de lichtjes van de Schelde Is 't of ik in je ogen kijk Die zo heel veel liefs vertellen Dan ben ik als een prins zo rijk Je weet wel, m'n schat, dat ik veel van je hou Dat hoef ik je niet te verklaren Een zeeman is dol op z'n kind'ren en vrouw Maar toch moet hij altijd weer varen En heeft soms de zee iets verkeerds met me voor En krijg ik voorgoed averij Denk dan aan de kind'ren en sla je er door Maar spreek ze dan dikwijls van mij Zie ik de lichtjes van de Schelde Dan gaat m'n hart wat sneller slaan Ik weet dat jij op mij zult wachten En dat je aan de kaai zult staan Zie ik de lichtjes van de Schelde Is 't of ik in je ogen kijk Die zo heel veel liefs vertellen Dan ben ik als een prins zo rijk Nu komen we stilaan aan bij de hoofdstad, Brussel. Voornoemde Jacques Brel kon niet achterblijven en deelde zijn visie op de hoofdstad met ‘Bruxelles’ al in 1962. Ik heb in mijn carrière vele jaren gewerkt in kantoren aan de Place de Brouckère, die Brel bezingt. Maar vandaag de dag is die omgeving heel sterk veranderd, geloof me vrij, want het is er verkeersvrij geworden. Tekst: C'était au temps où Bruxelles rêvait C'était au temps du cinéma muet C'était au temps où Bruxelles chantait C'était au temps où Bruxelles bruxellait Place de Brouckère on voyait des vitrines Avec des hommes des femmes en crinoline Place de Brouckère on voyait l'omnibus Avec des femmes des messieurs en gibus Et sur l'impériale Le cœur dans les étoiles Il y avait mon grand-père Il y avait ma grand-mère Il était militaire Elle était fonctionnaire Il pensait pas elle pensait rien Et on voudrait que je sois malin C'était au temps où Bruxelles chantait C'était au temps du cinéma muet C'était au temps où Bruxelles rêvait C'était au temps où Bruxelles bruxellait Sur les pavés de la place Sainte-Catherine Dansaient les hommes les femmes en crinoline Sur les pavés dansaient les omnibus Avec des femmes des messieurs en gibus Et sur l'impériale Le cœur dans les étoiles Il y avait mon grand-père Il y avait ma grand-mère Il avait su y faire Elle l'avait laissé faire Ils l'avaient donc fait tous les deux Et on voudrait que je sois sérieux C'était au temps où Bruxelles rêvait C'était au temps du cinéma muet C'était au temps où Bruxelles dansait C'était au temps où Bruxelles bruxellait Sous les lampions de la place Sainte-Justine Chantaient les hommes les femmes en crinoline Sous les lampions dansaient les omnibus Avec des femmes des messieurs en gibus Et sur l'impériale Le cœur dans les étoiles Il y avait mon grand-père Il y avait ma grand-mère Il attendait la guerre Elle attendait mon père Ils étaient gais comme le canal Et on voudrait que j'aie le moral C'était au temps où Bruxelles rêvait C'était au temps du cinéma muet C'était au temps où Bruxelles chantait C'était au temps où Bruxelles bruxellait Wijlen Liesbeth List coverde dat gevoel in 1973 onder de titel ‘Brussel was toen nog een bruisende stad’. Zij overleed in maart van dit jaar. Tekst: Brussel was toen nog een bruisende stad Brussel was toen oh la la en olijk Brussel was toen nog een ruisende stad Brussel en Brussel was vrij en vrolijk Op de parkeerplaats was het vol en dol Heren met strohoeden, zware knevels Dames met sleepjurk en kant parasol De paardentram schoof langs oude gevels Op 't tramdak zaten twee mensen blij te praten Hij, mijn opa zaliger, zij, mijn oma zaliger Hij was sergeant-majoortje, hij zat op een kantoortje Hij dacht niet na, zij dacht aan niets Dus wie verwacht van mij nog iets Oh, Brussel was toen nog een zwierige stad Brussel was toen oh la la en olijk Brussel was toen nog een tierige stad Brussel en Brussel was vrij en vrolijk Op de kasseien rond de Sinte Kathlijn Dansen de sleepjurken en de knevels Op de kasseien was 't een dansend festijn De paardentram danste langs de gevels En op 't tramdak zaten twee mensen blij te praten Hij, mijn opa zaliger, zij, mijn oma zaliger Hij had haar ingenomen, zij had hem laten komen 't Was vrije keus van allebei Dus wie verwacht er ernst van mij Oh, Brussel was toen nog een dansende stad Brussel was toen oh la la en olijk Brussel was toen nog een sjansende stad Brussel en Brussel was vrij en vrolijk In 't gaslicht rondom de Sinte Justien Zongen de sleepjurken en de knevels In 't gaslicht zong strohoed en crinoline De paardetram knarste langs de knevels En op 't tramdak zaten twee mensen blij te praten Hij, mijn opa zaliger, zij, mijn oma zaliger Voor hem kwam d'oorlog nader, bij haar gauw gauw mijn vader Ze zongen als de nachtegaal Dus wie verwacht van mij moraal Brussel was toen nog een bruisende stad Brussel was toen oh la la en olijk Brussel was toen nog een ruisende stad Brussel en Brussel was vrij en vrolijk, lijk Maar ook Johan Verminnen gaf aan zijn voorliefde voor Brussel gestalte in twee nummers. Het eerste is ‘Brussel’ uit 1976. Tekst gaat als volgt: Mijn Brussel, ‘k zit in je binnenzak Een warme jas, je binnenstad Die mij omarmt En verwarmt zoals vroeger Toen ik verdwaald en lusteloos Jouw geborgenheid verkoos Al zijn mijn dromen Nu wat droever REFREIN Hier kende ik mijn eerste lief Mijn eerste droom, eerste verdriet Hier kerfde ik haar naam nog in jouw bomen Hier had ik vrienden, liep ik school En raakte ook nog op de dool Hier voel ik me zo vaak verloren Mijn Brussel al ben je erg ziek Een mollepijp, een braakland In ruïne ken ik jou niet Ach je bent vreemd veranderd Al ben je als een lelijk huis Toch voel ik me hier veilig thuis Als nergens anders Mijn Brussel ik verlies me weer En loop je straatjes op en neer ze zijn jouw duizend armen Hoe vaak liep ik hier toen Niks om handen, niks te doen Gewoon mijn tijd wat te verdromen Het tweede kent u waarschijnlijk ook, vooral als u een liefhebber bent van gastronomie. De beroemde Beenhouwersstraat, beter bekend als Rue des Bouchers kan u doorlopen met ‘In de Rue des Bouchers’ van zelfde Johan Verminnen uit 1979. De tekst is echter van de hand van de Brusselse volkszanger Jan De Baets. Die zong het liedje al in de jaren ’20 van de vorige eeuw op muziek van Hendrik van Luck. Tekst: As ge Brussel wilt zeen leive moede nie vuil geld oeitgeive dô es ne côtei wô da g'a nie moe geneire goit da nen ôvend passeire in de rue des Bouchers (4x) 't es de strôt van de studente dei studeire op d'agente en dei kadees dei kommen van Wemmel en van lôke uile slechte reputôse môke in de rue des Bouchers (4x) 't es de strôt par excellence van d'artiste zonder cense da komt zoeipe, da komt poeffe da komt drinke, da komt stoeffe in de rue des Bouchers (4x) Ge kunt dô vanalles vinne Russe macreaux en sardinne fritten en moules parquées slôge dei Brusseleirs in uile gilei in de rue des Bouchers (4x) 't Volk gô dô van 't ien in 't ander van hée trekt dad is op een ander en ze komme mè een giel kudde de mense uile zakken oeitschudden in de rue des Bouchers (4x) Dô we'd getapt en gezaupe da blaift dô tot 's merges aupe en as ze de dui todroeie den es den ôn al on't kroeie in de rue des Bouchers (4x) ….. Nu gaan we terug in de tijd en bezoeken de provincie Limburg. De Nederlander Jo Erens uit Sittard zong in 1954 ‘Limburg allein’ en oogstte daarmee zowel in Nederlands als Belgisch Limburg succes. Hij overleed al in 1955. De Limburgse tekst: Dao, woo ich geboare bin Woo m'n awwesjhoes nog steijt De taal, die ich toch zo gouwd kin Woo ich haw mien leijf en leijd Limburg, Limburg allein Dao geit niks boave Zo is t'r mer ein. Es mie awd Limburg, Limburg allein Dao geit niks boave Zo is t'r mer ein. Gaon ich nao de vreamde hear Of wiet oet Limburg weg Heur ich immer toch zo gear 't Gowd, 't kaod, 't slech. Limburg, Limburg allein Dao geit niks boave Zo is t'r mer ein. Es mie awd Limburg, Limburg allein Dao geit niks boave Zo is t'r mer ein. Zeuk ich mich e maedje oet, Is dat e Limburgs keindj. Dao wo ich mich aanvertroew, en nörgens e baeter vinj. Limburg, Limburg allein Dao geit niks boave Zo is t'r mer ein. Es mie awd Limburg, Limburg allein Dao geit niks boave Zo is t'r mer ein. Maar ook buitenlanders hebben ons landje bezongen. De Nederlandse band Het Goede Doel bracht dat eerbetoon al in 1982, toen ze Nederland wilden ontvluchten. Ze dachten daarbij aan Duitsland, Chili, Koeweit, Amerika, zelfs Pluto, maar kozen voor ons land met ons zacht taaltje. Het nummer was afkomstig van hun debuutelpee. De tekst is: Waar kan ik heen, ik kan niet naar Duitsland Kan niet naar Duitsland, daar zijn ze zo streng Waar kan ik heen, ik kan niet naar Chili Kan niet naar Chili, daar doen ze zo eng 'K Wil niet wonen in Koeweit Want Koeweit dat is me te heet En wat Amerika betreft Dat land bestaat niet echt Waar kan ik heen, 'k wil niet naar Noord-Ierland Niet naar Noord-Ierland, daar gaat alles stuk Waar kan ik heen, ik kan niet naar China 'K Wil niet naar China, dat is me te druk 'K Wil niet wonen in Schotland Want Schotland dat is me te nat En de USSSR Dat gaat me net te ver Is er leven op Pluto Kun je dansen op de maan Is er een plaats tussen de sterren Waar ik heen kan gaan Is er leven op Pluto Kun je dansen op de maan Is er een plaats tussen de sterren Waar ik heen kan gaan Waar kan ik heen, ik kan niet naar Cuba 'K Wil niet naar Cuba, dat is me te zoet Waar kan ik heen, ik kan niet naar Polen 'K Wil niet naar Polen, daar gaat het te goed 'K Wil niet wonen in Lapland Want Lapland dat is me te koud En ik wil weg uit Nederland Want hier krijg ik het benauwd Is er leven op Pluto Kun je dansen op de maan Is er een plaats tussen de sterren Waar ik heen kan gaan Is er leven op Pluto Kun je dansen op de maan Is er een plaats tussen de sterren Waar ik heen kan gaan 'K Heb getwijfeld over België Omdat iedereen daar lacht 'K Heb getwijfeld over België Want dat taaltje is zo zacht 'K stond zelfs in dubio Maar ik nam geen enkel risico 'K heb getwijfeld over België 'K stond zelfs in dubio Maar ik nam geen enkel risico 'K heb getwijfeld over België België België België België Is er leven op Pluto Kun je dansen op de maan Is er een plaats tussen de sterren Waar ik heen kan gaan Is er leven op Pluto Kun je dansen op de maan Is er een plaats tussen de sterren Waar ik heen kan gaan En ja zelfs de grote Elton John, die nu aan zijn afscheid denkt, bracht in 1981 op zijn album ‘The Fox’ de song ‘Just Like Belgium’. Deze song haalde nooit de hitparade, en werd oorspronkelijk geschreven voor Rod Stewart. Die weigerde het omdat hij vond dat de muziek en tekst niet compatibel waren. Tekst: Remember Belgium and the Brussels Museum Where we piled on the front steps like stray cavaliers Our code of living meant little to others The few francs we saved bought some cheap souvenirs But the red lights where the catfights make it just like Belgium See us face down on the floor of another cheap barroom Streetwalkers sweet talk you out of your spare change And your sweet madame makes it seem just like Belgium Just like a hustler when they look attractive It's nothing more than a slap on the back The price tag of being just a little bit different The first rule to learn is to keep your own distance Spijtig voor onze Waalse lezers, maar liedjes over hun taalgebied heb ik niet gevonden. Toch mag u dat niet weerhouden om een bezoek te brengen aan de Ardense hoogten, bossen of Waalse steden. Ik hoop dat deze muzikale tips u ideeën gegeven hebben om er deze zomer dus op uit te trekken in ons Belgenlandje. En drink er een lokaal biertje op! |
Patrick Van de Wiele © 2020 for Keys and Chords
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
A WOODLAND HILLCREST PROMOTION PRODUCTION I KEYS AND CHORDS 2001 - 2024