THE THREE DEGREES
In 2007 schreef ik voor deze site het artikel ‘Het werd hier zonet 3 graden warmer’ over de geschiedenis van het trio The Three Degrees. Afgelopen maand maart stonden ze geprogrammeerd in het Kursaal van Oostende, en ik was vastbesloten om erbij te zijn. De Lockdown Light maatregelen i.v.m. Covid-19 beslisten er echter anders over. Iets daarna zag ik dat het concert, de ‘50th Anniversary Tour’, uitgesteld was tot 23 oktober as. Ik kreeg het idee om een interview te regelen met superfan Jean-Pierre Pype, waarna onze hoofdredacteur mij verzocht om dat te koppelen aan een interview met één van de dames zelf. Dat werd dan Valerie Holiday. Maar ik mag niet vooruitlopen, al dat moois volgt hierna…
Hoe het begon Op een dag in 1963 zat Fayette Pinkney in de Amerikaanse stad Philadelphia bij één van haar vriendinnen thuis aan de piano, en begon zomaar te zingen. Ze wist echter niet dat er een platenproducent in de huiskamer zat. Na haar demonstratie stond die op en stelde zichzelf voor als “I’m Richard Barrett. I’ll make you into stars.” Barrett was in de jaren vijftig de stuwende kracht geweest achter doo wop groepen zoals The Chantels, Little Anthony & The Imperials, Frankie Lymon and The Teenagers, en zijn eigen groep The Valentines. Pinkney’s mond viel open van verbazing. Barrett zette zich aan de piano en speelde een paar van de hits die hij geschreven had. Pinkney zei: “Oh, you wrote that!” Hij vroeg haar en haar vriendinnen of ze serieus waren over gaan te zingen. De drie antwoorden bevestigend. Hij zei: “Look music’s no game.” Kort daarna werd het vrouwelijke soul zangtrio The Three Degrees opgericht. De drie dames waren allemaal in Philadelphia geboren en opgegroeid. De oorspronkelijke samenstelling bestond uit: Fayette Pinkney, Shirley Porter en Linda Turner. Barrett liet hen in 1964 voor Swan Records hun eerste single, ‘Gee Baby (I’m Sorry)’ opnemen. Pinkney: “Our first recording was arranged, you see Richard had left New York to come to work for Swan Records in Philly.” Later dat jaar verlieten zowel Shirley Porter als Linda Turner de groep, en werden vervangen door Helen Scott en Janet Jones. Rond deze tijd begon Barrett ook als manager en producer op te treden voor zangeres Sheila Ferguson, een oude schoolvriendin van hem. Tegen 1966 besliste Helen Scott om de groep te verlaten, te huwen en huisvrouw te worden. Sheila Ferguson nam haar plaats in de groep in, en zong in het achtergrondkoortje op alle vroegere Swan opnamen van The Three Degrees. Als bedanking deden deze laatste dat op haar solosingles. Het jaar daarop kwam Valerie Thompson bij de groep, in vervanging van Janet Jones die wegging. Ze scoorden enkele succesvolle platen bij Swan, zoals ‘I’m Gonna Need You’, ‘Close Your Eyes’ (een oude song van 5 Keys), en ‘Look In My Eyes’ (een nummer dat Richard oorspronkelijk voor The Chantels schreef in 1961). Tevens namen ze een eerste versie op van The Chantels’ ‘Maybe’ (een nummer van Barrett). De platenfirma had het echter moeilijk, omdat ze The Beatles kwijt waren geraakt, en de laatste releases niet te best verkochten. Maar toen traden de dames al op in nachtclubs. Pinkney: “Richard took us to Boston to create and build up our stage work so that if and when we did get a hit record we had an act. Because a lot of groups get a hit and they don’t know the front from the back of the stage. We thought it would really be a feather in our cap to be able to perform and entertain people as well as just singing the record. So that’s how we got out on the road working and working and in a year or so we had gained popularity and worked up our way to the largest nightclub in Boston. And from there we signed with a major agency and performed in big nightclubs all over the world. But you need records for exposure, you can’t travel that fast, you know, when you have a hit record your name means something, you can have concerts and you can fill houses with tremendous capacities. Mind, some of the big nightclubs have closed down and now unless you’re a superstar you can’t really make a lot of money.” De dames hun agenda met boekingen in nachtclubs groeide en ze tekenden een platencontract met Warner Bros. Records. De single werd ‘Contact’ maar het contract werd vroegtijdig beëindigd. Ook hun verblijf bij Metromedia, waar ze ‘The Feeling of Love’ opnamen, was van korte duur. Sheila Ferguson: “In 1969 we, or should I say Richard, teamed up with Kenny Gamble and Leon Huff – they and Chess Records had their Neptune label. We had met Kenny and Leon when we were with Swan, they weren’t into producing then though they were writing songs all the time. So they and Richard used to collaborate sometimes and they started to get more into producing. They saw us at the Latin Casino in New Jersey and they’d like to record us. We did one track, ‘What I See’, just the one track. They released it and we didn’t even know they were going to put it out – a deal was going to be negotiated. But by the time it came out we had already signed with Roulette.” The Three Degrees waren nu bij Roulette Records ondergebracht en scoorden een hit met een cover van ‘Maybe’ van The Chantels. Het nummer klom in de zomer van 1970 naar nummer vier in de R&B charts. De line-up bestond nu uit Fayette Pinkney, Valerie Holiday en Sheila Ferguson. Pinkney: “When we signed with Roulette we did a new version of ‘Maybe’. It was our biggest hit, and a lot of people say our best record. It was the first time we’d ever done a wailing kind of soul thing. Valerie did the lead and that big monologue got to all the girls. It still gets to the girls in the audience when we do it on stage. We did an album with Roulette, some R&B tunes, some standards, some rock, like our cabaret act really.” ‘Maybe’ werd hun eerste nationaal succes. Opvolger ‘I Do Take You’ bleef steken op de zevende plaats in dezelfde hitlijst. Ferguson: “After ‘Maybe’ we tried a whole range of different styles on singles. We did a real funky thing, ‘You’re The One’, Sly Stone wrote that first for Little Sister, and ‘Ebb Tide’ the standard. We stayed with Roulette till our contract ran out but we were so busy with so many other things it’s surprising we had time to record anything!” De groep had een klein rolletje in de film ‘The French Connection’ uit 1971, waarin ze tijdens een cabaretscène het nummer ‘Everybody Gets To Go To The Moon’ brachten. Daarnaast deden ze wat tv-werk en toerden ook rond met Engelbert Humperdinck. Pinkney: “Backing him was a new experience! But we weren’t really sorry to leave Roulette and we weren’t really pleased to join Gamble and Huff.” Barrett: “I wasn’t happy with the way record companies were handling the group. The sessions I was producing weren’t very satisfying. Well, by 1969 Gamble and Huff had really blown the Philly thing wide open. Everyone was interested in them – it was like my vision of what Philly could become was really coming true. So I thought it’d be nice if teamed up.” Hoe dan ook iedereen deed er winst aan. Barrett had dit ruw gevormde trio uit het Swan tijdperk weggehaald en ze opgeleid tot ze tevoorschijn kwamen als iets wat we nog niet eerder gezien hadden. Hun aantrekking lag in hun tegenstellingen. Ze waren zwart, maar hun driestemmige harmonieën was mijlenver verwijderd van de traditionele zwarte soulsets. Sheila’s theatrale leadzang brak slechts occasioneel door. Ze brachten soulsongs, maar voor elke Motown tune was er een Broadway medley, en voor elke Sly Stone funk was er een David Gates ballade. Ze waren uitermate sexy, en steeds gekleed in mooie kleren, die hun mooie lichamen flink in de verf zetten. Hun heupwiegende bewegingen op scène hadden een soort antiseptische opvallendheid zonder echt seksueel over te komen. De rockjournalisten haatten hen. Eén schreef “They are like black Barbie dolls. Posturing and wriggling in a dewy lipped, lacquer haired, synchronized dance stepped orgy of visual theatrics. Their singing is shrill and without grace. But their charisma is total. One cannot avert one’s gaze. They are a hypnotic tribute to all that is tasteless, the ultimate plastic performers for a plastic world.” Die journalist had blijkbaar nooit gehoord wat gesofistikeerd was! Ondanks de kritiek groeide hun populariteit in de nachtclubs en halverwege 1973 sloten ze terug bij Gamble & Huff aan. Barrett regelde voor hen een platencontract bij PIR, ofwel Philadelphia International Records. Pinkney: “We were very excited about joining Philadelphia International. We did an album at Sigma Sound and as soon as we heard the musicians there, we knew we were going to get with the younger fans who buy records. We would play shows to an adult audience, but it’s the teenagers who buy records. We cut the ‘Three Degrees’ album and it was very successful for us.” Hun eerste single daaruit werd ‘Dirty Ol’ Man’, en het was met dit nummer dat ik ze in 1973 ontdekte. De single stootte door tot nummer één in de Belgische en Nederlandse hitparade. Valerie legt uit. “They wrote and produced most of the hits…Harold Melvin & the Blue Notes, the O’Jays, Billy Paul, the Intruders. In all honesty, we weren’t aware of the potential of the label when we first signed but at our first session with them, we felt the magic. It was different from anything we had ever experienced before. “To be perfectly honest, I didn’t hear “When Will I See You Again”! We had released “Dirty Ol’ Man” as the first single and, to me, it was just another track on the album! I really wasn’t knowledgeable enough to be a good judge. I was very disappointed when we left the label. I thought that Kenny and Leon were the best writers and producers we had ever worked with. I liked their work and I liked working with them. To this day, Richard Barrett has never explained why we left!” Korte tijd later benaderde Don Cornelius, de producer en gastheer van de tv-show ‘Soul Train’, de heren Gamble & Huff. Dat was toentertijd de top show. Hij verzocht hen om een tune voor de show. Gamble kwam voor de dag met de naam ‘T.S.O.P. (The Sound of Philadelphia)’ door de groep MFSB, en ze gebruikten de stemmen van The Three Degrees aan het einde van de song. Wanneer de show uitgezonden werd, steeg de publiekelijke vraag naar de release van dit thema. Eerst was men bij PIR aarzelend om dit te doen, maar uiteindelijk gingen ze ervoor. Het werd een gouden smash hit! Nummer één in de R&B charts, en gedurende twee weken nummer één in de popcharts. In de lente van 1974 kwam de song ‘When Will I See You Again’ uit op single, en die haalde platina, want hij werd meer dan twee miljoen maal verkocht. Hij was goed voor een vierde plaats in de R&B charts, en een tweede plaats in de popcharts. Nadien bleef de uitgebrachte single ‘Year Of Decision’ steken op nummer vierenzeventig in de R&B charts. Een tweede samenwerking met MFSB, nl. de single ‘Love Is The Message’ klom in de zomer van dat jaar tot nummer tweeënveertig in de R&B charts. Hun debuutelpee ‘The Three Degrees’ lag laat dat jaar in de winkels. ‘Dirty Ol’ Man’, ‘When Will I See You Again’ en ‘Year Of Decision’ stonden er op. Nog een track van die plaat, ‘I Didn’t Know’, geschreven en geproduceerd door Bunny Sigler, kwam op single uit, maar kon het succes niet herhalen. Begin 1975 trad de groep op in de NBC tv-show ‘Sanford and Son’, waar ze dat nummer zongen. In oktober 1974 kwam de volgende single ‘Get Your Love Back’ eraan, als voorbode van hun tweede elpee. Die deed niet veel in de hitparade. De tweede plaat heette ‘With Love’ en verscheen in 1975. Hierop stond het prachtige ‘Take Good Care Of Yourself’, dat tot nummer éénentwintig klom in de Nederlandse hitparade. ‘T.S.O.P. (The Sound Of Philadelphia)’ was ook aanwezig en de tevens de volgende single ‘Long Lost Lover’, maar dat nummer bleef steken in de tipparade. Rond deze tijd liet Prins Charles van Groot-Brittannië weten dat The Three Degrees zijn favoriete groep was. Valerie herinnert zich: “It was a great feeling…a feeling of awe. Going to Buckingham Palace was……I’m lost for words! The British royal family was an institution and it really didn’t sink in at the time the magnitude of the people we were meeting. But the British people….the actual people…also took to us very quickly and very warmly and that warmth has always remained.” “It was actually the press who tagged us Charlie’s Angels,” zei Helen daarop. “I don’t know if Prince Charles himself ever said that. But we did many charity events for several members of the Royal Family and we met Princess Diana, of course. In fact, on one occasion, just after she had given birth to Prince Harry and I was pregnant with my daughter, Karis, she whispered to me that she thought she was pregnant, too!” De platenfirma bracht dat jaar nog de verzamelelpee ‘The Three Degrees International’ uit, met daarop alle bekende nummers. In 1976 verliet Pinkney de groep, en die werd vervangen door de terugkerende Helen Scott. De dames gingen vervolgens over naar Epic Records, waar ze het album ‘Standing Up For Love’ uitbrachten, zonder succes. In datzelfde jaar kwam de conceptplaat ‘Let’s Clean Up The Ghetto’ eraan, een initiatief dat de sterren van PIR verenigde op elpee. ‘Year Of Decision’ stond erop. De opbrengst van deze plaat werd volledig weggeschonken aan programma’s voor de ontwikkeling van de zwarte gemeenschappen. Het jaar daarop tekenden de dames bij het Europese danslabel Ariola Records. De elpee ‘New Dimensions’ verscheen. Sterproducer Giorgio Moroder produceerde hen nu, die met zijn elektronische discosound voorheen Donna Summer al bekend gemaakt had. In 1979 verscheen de single ‘Giving Up, Giving In’, die zeer populair was in de discotheken, en dat hit succes werd verder gezet met ‘The Runner’. Later volgde nog het tragere nummer ‘Woman In Love’. In datzelfde jaar kwam dan de tweede elpee op dit label eraan, die ‘3D’ heette. Hierop stonden ‘Jump The Gun’, en de cover ‘My Simple Heart’. Dit laatste nummer stootte door tot de top tien. Nog in datzelfde jaar waren de dames ook terug te vinden op de soundtrack van de film ‘The Golden Lady’. Het trio zong de titelsong van die prent. In 1986 besliste Sheila echter om de groep te verlaten en aan een solocarrière te beginnen. Na een korte tijdsspanne werd Cynthia Garrison binnengehaald. In datzelfde jaar kwam Miquel Brown eventjes de plaats van Helen innemen, omdat die zwanger was. Tijdens de eerste helft van de jaren tachtig brachten ze in de UK de cd’s ‘Album Of Love’ en ‘Live in the Uk’ uit. Hieruit kwamen de singles ‘Liar’ en ‘A Sonnet to Love’. Valerie: “In die periode was het nog niet “in de mode” om heen en weer te vliegen naar de USA als je een hit had, en de mensen in Europa hielden van ons. Daarom bleven wij hier rondtoeren. We hebben jaren getracht onze “comeback” te maken in Amerika. We hadden echter zo’n enorm succes in Europa dat, elke keer wij in de problemen zaten, wij deze vergaten door terug te keren naar Europa en er op te treden voor een bende enthousiaste fans.” Het Britse producerstrio Stock/Aitken/Waterman bezorgde hen in 1985 een tophit met het nummer ‘The Heaven I Need’, dat opgenomen werd op Supreme Records. Drie jaar later tekenden ze bij Ichiban Records, en releasten de cd ‘… And Holding!’. Datzelfde jaar kwam er ook een live cd met Billy Paul en Harold Melvin and the Blue Notes, opgenomen tijdens een TSOP tournee in de zomer. Op 6/6/1997 zag ik ze in de samenstelling Helen Scott-Leggings, Valerie Holiday en Cynthia Garrison in de Oktoberhallen in Wieze. De voetbalploeg Eendracht Aalst had ze uitgenodigd in het kader van ‘The Legendary Ladies in Concert’. Ze deelden de scène met The Supremes en met Sister Sledge. Het werd een fantastisch optreden en na de show ging ik backstage om mijn platen te laten tekenen. Het jaar daarop kwamen ze op de proppen met een dance cover van ‘Last Christmas’ Gedurende 2007 en 2008 mochten ze, samen met Fayette Pinkney, verschillende eerbetonen in ontvangst nemen, o.a. van BEMA (The Black Entertainment and Music Association) en de stad Philadelphia. Op 27/6/2009 overleed Pinkney, op éénenzestigjarige leeftijd. Op het einde van 2010 was Cynthia om medische redenen, na 20 jaar, enigszins verplicht de groep te verlaten. Haar plaats werd begin 2011 ingenomen door Freddie Pool. Sindsdien zijn ze blijven opnemen en toeren. “For us, it is still exciting and we still enjoy our work,” zei Valerie. “We are blessed with a wide age group appeal….from fifteen to sixty-five. This is why we have survived, I think. We learned and were taught how to entertain and even before we had hit records, we knew how to do our job — our choreography, our costumes, the lights…these were all things that we learned at an early age.” “I think we have done many firsts in our career.” voegde Helen daar aan toe. “We have opened a lot of doors for other entertainers. In some cases, we may not have always succeeded but we have never given up. It still amazes me when we see teenagers singing along with our songs. And yet we still have the fans who have grown with us.” Het trio is opgenomen in het Guinness Book of Records als de langstlevende vrouwelijke zanggroep, ze bestaan immers meer dan 50 jaar, en denken nog niet aan stoppen! Interview met Valerie Holiday (zangeres bij The Three Degrees) Patrick: Hallo Valerie. Laat me beginnen met te zeggen dat ik groep al volg, sinds ‘Dirty Old Man’ verscheen. Ik ben een grote fan van de Phillysound, en zag u heel wat jaartjes live geleden, optreden in Wieze, samen met Sister Sledge en The Supremes. Uzelf maakt al sinds 1967 deel uit van het trio, dat is dus meer dan 50 jaar! Valerie: Patrick, wanneer ik er even bij stil sta, realiseer ik me dat ik 53 jaar geleden tot de groep toetrad. Er is ondertussen zoveel gebeurd, maar ik zou niks willen veranderen. We hebben zoveel records gebroken, en de wereld rondgereisd, en ik krijg nog steeds een kick van de reacties uit het publiek… ik denk dat het ons aan de gang houdt, en we appreciëren elk handgeklap, gefluit en geroep voor meer! Patrick: De ganse wereld danste op de tonen van ‘TSOP’, de tune van ‘Soul Train’. En u verzorgde de achtergrondvocalen. Hoe was om deel uit te maken van de Phillysound? Heeft u herinneringen aan werken met MFSB, Teddy Pendergrass, Lou Rawls, etc.? Valerie: Samenwerken met de bedenkers van TSOP, Gamble & Huff, was een groot moment voor ons. In het midden van de jaren ’60 hadden we met een de single ‘What I See’ opgenomen voor hun Neptune label. Het was dus maar normaal dat we weer met hen gingen samenwerken toen zij hun nieuw label Philadelphia International Records oprichten. Ons eerste album was spannend, we werden begeleid door een compleet orkest, MFSB. De songs waren soulvol, emotioneel, en iedereen kon zich ermee identificeren. We begonnen maar rond 1989 met andere PIR bands rond te toeren, omdat we internationaal druk bezig waren, en onze tournees een jaar vooraf geboekt werden. In 1989 toerden we met Harold Melvin & The Blue Notes en Billy Paul, dat was memorabel, gezien beiden reeds overleden zijn, en we die kans nooit meer zullen krijgen. Patrick: Jaren later werkte u samen met producer Giorgio Moroder. Hoe was het om samen te werken met de man achter Donna Summer? Valerie: Samenwerken met Giorgio Moroder was een stap in de richting van eurodisco. Wij behielden onze sound, maar instrumentaal was het meer gebaseerd op moderne synthesizers, wat heel wat anders was dan de orkestrale PIR sound. Ik herinner me dat we op weg naar Dubai moesten halt houden in Londen, omdat de contracten op Britse bodem moesten ondertekend worden. Daarna vlogen we verder met de Concorde naar Dubai…!! Voor BMG Ariola namen we twee albums op. Richard had op dat moment voor ons zoveel in petto, dat het moeilijk is om plekken, data of jaartallen te herinneren. Patrick: Was het niet moeilijk om met andere zangeressen samen te werken, wanneer de line-up weer eens veranderde? Valerie: Wanneer een sound gecreëerd wordt, en een deel valt ervan weg, dan is het moeilijk om die te herstellen! En wanneer tournees vastliggen… dat kan u zich wel voorstellen. Maar we slaagden erin om een vervangster te vinden. Er is zoveel dat we op en naast het podium doen, en normaal vinden, maar dat een nieuwkomer overweldigend kan vinden! Sommige konden het bijhouden, en andere niet. We dienden immers dezelfde zang en energie te hanteren, waar we voor gekend stonden. Patrick: Wat is uw favoriete song? Valerie: ‘When Will I See You Again’. Onlangs zong een bemanningslid van KLM dat voor de passagiers! Het is een song waarvan de woorden voor heel wat omstandigheden passen. Ze past bij heel wat situaties, en houdt voor iedereen een persoonlijke betekenis in. Aan het eind van elk optreden zeggen we ook aan het publiek, dat we hen graag zouden terugzien! Patrick: Ik vernam het nieuws dat alle concerten in Oostende (en in België) uitgesteld zijn, door de uitbraak van het Corona virus. Heeft dat ook invloed op uw optredens in het buitenland? Valerie: Het is spijtig dat we de andere shows niet konden doen, maar ze zijn uitgesteld naar het einde van het jaar. Patrick: Wat zijn uw toekomstplannen? Valerie: Onze plannen zijn om door te gaan tot “Infinity and Beyond”! We worden opgeladen door het publiek dat met ons meezingt en danst. Helen moedigt hen een beetje aan, maar uiteindelijk doen ze het! Patrick: Valerie, laat me bedanken voor uw tijd, en voor dit interview. En laten we hopen dat we u spoedig in Oostende zien! Valerie: Patrick, houd het veilig en ‘When Will We See You Again’? Hopelijk in Oostende en denk eraan ‘Take Good Care Of Yourself’! Interview met superfan Jean-Pierre Pype Jean-Pierre Pype is al sedert 1974 zeg maar superfan van The Three Degrees. Ik had met hem een gesprek naar aanleiding van het (geplande) optreden van de dames in Oostende. Patrick: Hoe ben je in contact gekomen met de muziek van The Three Degrees? J-P: De eerste plaat die ik ooit kocht was ‘Walking in the Rain with the One I Love’ van Love Unlimited, maar vervolgens was er ‘Dirty Old Man’ van The Three Degrees. Wat was ik gek van die song, en deze mooi ogende dames bekoorden mij, zo is de bal beginnen te rollen. Patrick: Wat zette jou ertoe aan om met de dames zelf contact te leggen? En op welke manier kon je hen benaderen? J-P: Ik heb ze voor de eerste keer live gezien in het Paleis voor Schone Kunsten te Brussel in 1974! Maar de echte persoonlijke contacten zijn er pas gekomen rond 1975-‘76! En wat voor een contacten, ik ben altijd erg close geweest met Sheila Ferguson en Valerie Holiday, en nog steeds, ik zie me dan ook niet als een fan maar meer als een vriend ! Patrick: Hou je ook van andere damestrio’s zoals The Supremes, The Pointer Sisters, The Jones Girls, The Flirtations enz.? J-P: De Phillysound is tijdloos. De nummers blijven muzikaal en vocaal mooi klinken en passen nog steeds in de tijd die we nu zijn! The Three Degrees zijn dan ook super entertainers, hun stage shows zijn af, de oogverblindende jurken, de harmonieën, ze zijn gewoon prachtig. De groep bestaat dan ook uit drie leadzangeressen, en dat maakt het verschil met de Supremes! Hun sound klinkt voller. Ik ben ook nooit als een gek achter hun aangelopen om contact te hebben, en ik denk dat dit de reden is waarom dat contact altijd iets meer is geweest dan FAN ZIJN! Er is vanaf het begin dat ik ze kende tot nu, een mooi vriendschappelijke band! Het gaat niet alleen om hun muziek, maar ook de menselijke kant, hun leven, en met Valerie en Sheila is dit nog steeds zo! Wanneer het wat moeilijker met me ging waren ze er! Een briefje, een telefoon gesprek of een kaartje! Ook met Fayette, die spijtig genoeg er niet meer is! Met haar ben ik, toen ik in Philadelphia was, de stad gaan bezoeken, en 5 prachtige dagen doorgebracht! De Three Degrees zijn nog steeds een heel actieve toerende groep, hun concerten zijn ambiance, het blijft verrassend en daarom denk ik dat dit een van de reden is waarom ze al meer dan 50 jaar bestaan, en overigens in het GUINESS BOEK staan als langst bestaande vrouwengroep. Het maakt me dan ook fier als ik bvb. Beyoncé hoor dat het niet de Supremes maar The Three Degrees zijn die haar beïnvloed hebben. Ik kan er zoveel over vertellen dat ik een boek zou kunnen schrijven! Ik hou natuurlijk van andere dames groepen , zoals The Flirtations, en deze zijn dan ook top voor mij. Ik heb contacten met hun zangeres Viola Billups aka Pearly Gates. En deze dames zijn ook close met The Three Degrees. En natuurlijk hou ik ook van The Pointer Sisters, The Jones Girls, The Emotions, SWV, en The Former Ladies of the Supremes! Patrick: Je bent hen door de jaren heen blijven volgen. Ook al veranderde de samenstelling van het trio. Ik denk dat je ondertussen een flinke verzameling over hen aangelegd hebt? J-P: Verandering van bezetting was een aanpassing, maar de sound is er nog steeds en Helen Scott en Valerie Holiday waren er al bij in de jaren ‘60! Het draait nu meer om soul dan vroeger. De Phillysound is wat ze nu het meeste brengen en natuurlijk ook enkele hits uit hun Moroder periode! Verleden jaar hadden ze nog een klein club hitje met de song ‘I’m Holding Back’ op Powerworld Records. Hun laatste album komt uit 2016 ‘Strategy’, “Our Tribute to Philadelphia" (zie mijn recensie ), een aanrader. En in 2008 was er ‘Undercover’, het mooie van dit album is dat de 8 songs opgenomen zijn in Brussel voor Readers Digest! Je kan ze downloaden . Patrick: Wat is jouw lievelingsnummer van het trio? J-P: Een lievelingsnummer is moeilijk, ik hou van ‘If and When’ uit hun eerste PIR (Philadelphia International Records) album, maar songs uit de Roulette jaren, hun pre-Phillysound, vind ik ook iets hebben. Verder is er ‘Toast of Love , ‘Dear God’ en Valerie op het ‘Strategy: Our Tribute to Philadelphia’ album. ‘Dear God’ werd overigens geschreven door Elton John en Gary Osborne, en opgenomen op hun ‘Album of Love’ uit 1983. En het ‘Hits’ album uiteraard. Oh ja, ik heb een enorm grote collectie meer dan 120 cd’s, heel veel foto's en singles uit de hele wereld, tientallen albums en collector items! Zelfs een gouden plaat voor 500.000 verkochte exemplaren van de single ‘My Simple Heart’ uit de UK! Niet vergeten dat de Phillysound altijd in mijn hart is! Tevens hou ik van Franse chansons en Latino muziek. Mijn passie voor hen is er gekomen door hun harmonieën en concerten! Zoals ik reeds zegde, het is af en ze hebben een magie waardoor iedereen geniet en zal dansen tijdens hun concerten! Hun publiek blijft vernieuwen, het zijn niet alleen de fans uit de jaren ‘60 of ‘70 , maar ook veel jongere, die kennen hun muziek door de vele nummers die gesampled worden. Patrick: Kan je mij enkele anekdotes vertellen die je meegemaakt hebt? J-P: Anekdotes! Amai zoveel! Toen ik 25 jaar was moest ik op het podium gaan, en ze zongen ‘Happy Birthday’, en dit in de UK! Ooit in Sheila haar hotelkamer geweest samen met een vriend, en een optreden van haar gekregen met het nummer ‘Scream’ van Michael Jackson. Met Cynthia op stap geweest in Brussel. Met Valerie lange wandelingen gemaakt aan onze kust en interessante gesprekken gehad, soundcheck gedaan, enkele dagen mee op tournee geweest, lekker gaan dineren, aan de bar blijven hangen en zoveel meer! Teveel om neer te pennen, daarvoor zouden we een uitgebreid gesprek moeten hebben ! Patrick: Van waar komt jouw passie voor hen? J-P: Als finale wil ik zeggen dat ze een deel van mijn leven blijven, ik ben ermee opgegroeid en het maakt me blij! En ik wil eraan toevoegen dat de bijnaam die ik ooit kreeg van hun in de jaren 70 "Here I Am" was, tevens de titel van een song uit hun PIR album ‘With Love’. Patrick: Bedankt voor dit persoonlijke interview, Jean-Pierre. En nu maar aftellen naar 23 oktober voor hun optreden! |
Patrick Van de Wiele © 2020 for Keys and Chords
A WOODLAND HILLCREST PROMOTION PRODUCTION I KEYS AND CHORDS 2001 - 2024