cd reviews
Het mij, tot nu dus, onbekende Finse Whorion pakt hier verbazend sterk uit met dit debuutalbum. Sinds 2009 timmert dit viertal rond gitarist Ep Mäkinen aan hun carrière die voorlopig nog niet verder reikte dan de vorig jaar verschenen EP 'Fall Of Atlas'. Maar met dit debuut onder de arm zou er meer moeten mogelijk zijn. Acht nummers symfonische technische death metal worden hier op de luisteraar afgevuurd. 'Flesh Of Gods' opent hier met een splinterbom waardoor ik me afvraag hoe het komt dat zovele uitstekende metalbands uit Finland komen – zit daar misschien iets speciaals in het water? Immens krachtig, gedreven en technisch zowat perfect: zo kan ik deze eerste track het best omschrijven. Met 'When The Moon Bled' worden de weinigen die eerste track hebben overleefd vakkundig om zeep geholpen, daar deze tweede track een nieuwe splinterbom op je afvuurt die helemaal in niets onderdoet voor de eerste. Een akelig gevoel bekruipt je in het korte symfonische intermezzo dat de titel 'Awakening' meekreeg en dat je kan beschouwen als intro tot 'Blood Of The Weak' waarin de heren verder razen waar ze met track nummer twee waren gebleven. Uiterst knap zijn de mooie gitaartechnische ornamenten die hier opduiken naast het meer op de voorgrond komen van het symfonische aspect van de band die voor extra bombast zorgt. Alles wat ik aanhaalde voor de vorige track mag je gerust opnieuw noteren bij 'Forbidden Light' dat misschien net een tikkeltje sneller wordt gebracht. Pianoklanken nemen de hoofdbrok voor hun rekening in het instrumentale, akelige en dreigende 'Gates Of Time' waarin verder het symfonische aspect overheerst, waarna de band opnieuw alles opentrekt voor het machtige 'Immaculate', een nieuwe splinterbom in de vorm van krachtige riffs, donderende drumpatronen, pulserende basslijnen overgoten met een symfonisch sausje en zware, rauwe extreme vocalen. Afsluiten doen de heren met 'Arrival Of Coloss' dat eerder rustig en kalm opent en na vingervlug gitaarwerk op volle kracht verder dendert en voorzien is van mooie accenten symfonische metal. Enig nadeel is misschien de wat korte speelduur (nog geen veertig minuten), maar liever een album waar alles goed klinkt dan een die dubbel zo lang duurt en waar de helft “wegwerpmateriaal” is. Als Whorion dit ook live kan waarmaken en de line-up wat stabiel blijft, geloof ik dat ze een schitterende toekomst tegemoet gaan. Luc Ghyselen (4½)
0 Opmerkingen
Waiting For is een Belgisch kwartet uit de omgeving van Luik. In 2008 zorgde een eerste demo, 'Becoming Cold', voor wat minimale rimpelingen in het muzieklandschap. Een tweede demo, 'Stockholm Syndrome', zag het levenslicht in 2011 en nu zijn ze er opnieuw met hun eerste full-album. Als ik je dan ook nog laat weten dat dit album geproducet werd Billy Graziadei (Biohazard) kan je al gaan denken in welke richting dit muzikaal zal gaan: hardcore meets metal en nu-metal. Niet echt het genre waar ik nu meteen voor val en daar zal deze Waiting For niets aan veranderen. Slecht wil ik dit zeker niet noemen, maar aan het beproefde recept van het subgenre – stevige riffs, brullen en schreeuwen naast wat cleane zang (eindelijk meer declamerende vocalen), donderende drumpartijen – wordt dan ook niets toegevoegd. 'Nothing But The Beginning' is de titel van de eerste track en vat het volledige album in een zin samen: niets meer of minder dan een begin. Veel deining zal dit werkstuk niet veroorzaken en ik denk dat dit album dan ook maar zijn weg naar een publiek zal vinden tijdens hun concerten. Luc Ghyselen (2½) Ook het derde album van de Argentijnse folk metal band Siltron, 'The Highland Way' (origineel uitgebracht in 2010), wordt door het Duitse label Trollzorn Records nu heruitgebracht en aangevuld met vijf extra tracks. Het zestal – Emilio Souto (gitaar, mandoline), Matias Pena (drums), Fernando Marty (bass), Juan Fornes (gitaar), Diego Valdez (vocals) en Pablo Allen (bagpipes, thin whistle) – hadden elf tracks uitgekozen om deze release te sieren. Openen doen ze met 'Bagpipes Of War', waar, hoe raad je het, bagpipes met de meeste aandacht gaan lopen. 'Between My Grave And Yours' gaat op het dezelfde elan verder en bevat een korte break die je doet nadenken over de dood. 'One Way Journey' gaat nog vlot van start, maar beschikt over een rustige en kalme break om dan opnieuw aan kracht en tempo te winnen. Het uiterst vlot gebrachte en aanstekelijke 'Awaiting Your Confession' nodigt spontaan uit tot een rondedans. In 'A Last Regret' dat aan een medium tempo wordt gebracht, zit een knappe gitaarsolo verweven maar zijn het opnieuw de folk instrumenten (bagpipes en thin whistle) die het nummer het meest inkleuren. Heel speels en zwierig is 'The Bonfire Alliance' gebracht rond een kloeke baslijn, terwijl een heus onweer 'Storm In Largs' aankondigt aan de vooravond van een stevig episch gevecht. 'St. Patrick's Death' is een zwierige, speelse en feestelijke korte instrumentale track geworden waarin het aandeel voor de folkinstrumenten duidelijk de bovenhand heeft gekregen. 'Trough The Longest Way' is een stevige ballade geworden waar de folkinstrumenten slechts komen kijken als de vocalen stilvallen terwijl ee stevige gitaarsolo ook zijn duit in het zakje doet: meteen de minst aanstekelijke track op dit album, maar daarom zeker niet de minste track. In 'Join The Clan' wordt je vriendelijk maar kordaat uitgenodigd om “the clan” te vervoegen, terwijl het afsluitende 'For Those Who Have Fallen In Battle' een weemoedig instrumentaal eerbetoon is aan diegenen die op het slagveld zijn gesneuveld. Zo zijn we aanbeland bij de xtra tracks op dit schijfje waarvan de eerste een mooie gedreven versie is geworden van Running Wild's 'The Ballad Of William Kidd'. Daarna krijg je nog vier live opgenomen tracks die je duidelijk maken dat de heren wat ze in de studio brengen ook live waarmaken: 'Stirling Bridge', 'By Sword And Shield', 'Coming From The West' en 'Gathering The Clans'. Net zoals de twee eerste albums, 'The Clans have United' en 'Beheading The Liars', kan ik ook deze 'The Highland Way' aanbevelen bij liefhebbers van folkmetal. Dat de band deze zomer de allereerste Argentijnse band wordt op het Wacken Open Air festival zal natuurlijk wel hebben bijgedragen aan het feit dat het Duitse Trollzorn die albums nu opnieuw op de markt brengt. Maar mij hoor je hier zeker niet over klagen! Luc Ghyselen (4) 'Beheading The Liars', origineel uit 2008, was het tweede album dat deze Argentijnse folk metal band op de markt en dat wordt nu met zeven bonus tracks heruitgegeven door Trollzorn Records. Van het zestal dat instond voor het knappe debuutalbum, 'The Clans Have United' (2006), bleef maar de helft over: Emilio Souto (gitaar, mandoline, bouzouki, zang), Matias Pena (drums, percussion) en Fernando Marty (bass). Juan Fornes (gitaar), Diego Valdez (vocals), Pablo Allen (Scottish bagpipe) en Diego Spinelli (tin whistle) vulden het trio aan, terwijl ook een hele rij aan gasten zijn opwachting maakte: Georgina Biddle (viool op 'Signs, Symbols And The Marks Of Man'), Patrick Lafforgue (vocals, hurdy gurdy op 'Crides'), Patrice Roques (bouzouki en mandoline op 'Crides'), Steve Ramsey (gitaarsolo op 'Signs, Symbols And The Marks Of Man'), Kevin Ridley (vocals op 'Signs, Symbols And The Marks Of Man'), Jonne Järvelä (vocals op 'Praying Is Nothing'), Alejandro Sganga (viool op 'The Beheading' en 'Praying is Nothing'), Nestor Ballesteros (accordion op 'Hate Dance' en 'Signs, Symbols And The Marks Of Man') en Seoras Wallace (intro speech on 'Skiltron'). Het resulteerde in elf uiterst knappe tracks die ervoor zorgden dat metal met Keltische folk mooi werd samengesmolten. Opmerkelijk is ook het feit dat, waarschijnlijk vooral door de inschakeling van artiesten waarvan het Engels de moedertaal is, dat de tracks gemakkelijker doordringen. Niet dat het vocale gedeelte op dat debuut slecht of zwak te noemen is, maar het verschil is toch duidelijk, want ook de nieuw “vaste” vocalist klinkt een stuk beter: check daarvoor o.a. het krachtige 'Fast And Wild'. Ook het feit dat de nummers net nog iets beter uitgewerkt zijn valt hier terdege op – het opzwepende 'The Vision Of Blind Harry' en het instrumentale 'Hate Dance' waarin de accordeon een mooi accent mag plaatsen zijn hier prachtige voorbeelden van. Maar dan vergeet ik nog het mooie 'Praying Is Nothing' en het eigenlijk sublieme 'Signs, Symbols And The Mask Of Man' of het anderstalige 'Crides' ter vermelden. De extra tracks die je hier krijgt zijn anders ook niet te versmaden. Om te beginnen is er het opzwepende 'The Tartan Army' dat nog niet eerder werd uitgebracht. Daarna komen er demo versies van zowel 'The Vision Of Blind Harry' (lijkt me iets krachtiger en agressiever dan de versie die het album haalde) en van 'Praying Is Nothing' (hier komt de viool meer op de voorgrond terwijl je anders eerder een gitaargerichte track hoort). En om deze heruitgave af te ronden krijg je nog vier live opgenomen nummers zodat je ook kan horen dat deze band hun materiaal live goed beheerst en dat je je mag verwachten aan een energieke en opzwepende show. Moet ik je nog vertellen dat ik meer dan tevreden ben met deze heruitgave van 'Beheading The Liars'? En meteen hoop ik dat er tal van fans van folk metal dit gezelschap nu ook ontdekken. Luc Ghyselen (4) Het Argentijnse Skiltron werd in 2004 opgericht en brengt folk metal, maar niet de Argentijnse folk wel de Keltische folk zodat je Skiltron kan gaan associëren met bands als bijvoorbeeld Cruachan of Celtachor. Na een demo, 'Gathering The Clans', die datzelfde jaar reeds het levenslicht zag, realiseerde Skiltron ook een tweede demo en vier full-albums. Het allereeste, 'The Clans Have United', verscheen origineel in 2006, werd opnieuw uitgebracht in 2010 met een extra nummer (een akoestische versie van 'Gathering The Clans'). En nu brengt het Duitse Trollzorn Records het album opnieuw uit aangevuld met zes extra nummers. Op dit album hoor je het volgende zestal: Emilio Souto (gitaar, zang), Matias Pena (drums), Fernando Marty (bass), Javier Yuchechen (vocals), Alejandro Sganga (viool), Victor Naranjo (tin whistle) en Brian Barthe (bagpipes). Die werden bijgestaan door Diego Spinelli (Ierse fluit op één nummer) en Gabriel Irizarry (bouzouki op één nummer). Er werden tien tracks ingeblikt die stuk voor stuk mogen gehoord worden en zker in het genre niet misstaan. Het enige klein minpuntje dat ik hier kan aanhalen is het feit dat je hoort dat Engels niet de moedertaal is van Javier, maar erg storend werkt dit niet omdat vooral het uitstekende muzikale aspect met de meeste aandacht gaat lopen. De interactie tussen de elementen uit de folk en de metal worden hier erg goed gebruikt. De ene keer gaat het nummer meer richting metal, een andere keer zijn het de folkelementen die met de meeste aandacht gaan lopen. Vooral de breaks die in elk nummer opnieuw langskomen zijn erg gericht op de Keltische folk en doen zodoende erg denken aan de eerste albums van Cruachan. Deze tien tracks alleen al zijn het aanhoren meer dan waard en ik ben dan ook zeer blij met deze heruitgave die me kennis laat maken met deze Argentijnse folk metal band. Maar ook de zes extra nummers zijn de moeite waard. Eerst is er de prachtige versie van Skyclad's 'Spinning Jenny'. Daarna krijg je drie demo versies van tracks die het album haalden: 'Gathering The Clans', 'By Sword And Shield' en Sixteen Years After' (meteen de drie tracks die je op hun allereerste demo kan vinden – wie heeft dit hier in Europa ?). En om het geheel mooi af te sluiten krijg je dan nog instrumentale versie van zowel 'By Sword And Shield' (wat een schitterend gedreven en energiek nummer is me dat) en 'Coming From The West' die net iets minder stevig en krachtig zijn dan de versies die uiteindelijk het album haalden. In die laatste track is er veel ruimte voor de bouzouki. Moet ik jullie er nog bij vertellen dat ik intens genoten heb van dit schijfje? Luc Ghyselen (4) Het Amerikaanse Nashville Pussy uit Atlanta, Georgia ontstond in 1996 en brengt een mix van hard rock, southern rock, boogie, psychobilly, punkrock en een miniem scheutje country. Dit zorgt voor een heel eigen brouwsel die door sommigen wordt omschreven als een mix van AC/DC, Motörhead en Lynyrd Skynyrd. En Lemmy himself noemt deze Nashville Pussy de beste band die er is om te openen voor Motörhead. Tot op heden bracht het viertal rond zanger/gitarist Blaine Cartwright en gitariste Ruyter Suys zes studio-albums op de markt en om de tien jaar lange samenwerking met SPV in de verf te zetten wordt nu dit verzamelalbum uitgebracht met zestien tracks die je allen kan terugvinden op en van de drie albums die het gezelschap heeft uitgebracht onder supervisie van Steamhammer/SPV. Maar ook voor de fans die deze drie albums – 'Get Some!' (2005), 'From Hell To Texas' (2009) en 'Up The Dosage' (2014) – reeds in huis hebben, kan deze release interessant zijn, want op een tweede schijfje krijg je hier nog zes nummers die live werden opgenomen in Nottingham in 2009. De aanstekelijke southern boogie wordt met een punk attitude gebracht zodat je hier zo goed als onmogelijk stil kan bij blijven: ofwel sta je gewoonweg mee te springen ofwel kies je ervoor om met je luchtgitaar in aanslag de living onveilig te maken. Als je dan ook nog wat aandacht gaat besteden aan de teksten dan ben je er echt van overtuigd dat dit viertal de échte rock 'n' roll metal band is: sex, drugs en rock 'n' roll zijn immers de onderwerpen bij uitstek voor dit kwartet. Nog niet overtuigd? Danko Jones (ook al zo'n artiest die je niet in één vakje muzikaal vakje kan onderbrengen) is te horen op 'I'm So High' en Lemmy hoor je op het aanstekelijk swingende 'Lazy Jesus' waar een harmonica een hoofdrol opeist. En dan is er nog de stevige live versie van 'Nutbush City Limits' met Ron Heathman (The Supersuckers) als extra gitarist. Als je dus echt nog geen metalschijf in huis hebt om eens lekker gewoonweg ongedwongen uit de bol te gaan, dan is deze 'Ten Years Of Pussy' een ideaal album en tevens een prachtige introductie voor deze Nashville Pussy. Luc Ghyselen (4) Deze Deense band werd in 2011 opgericht en bracht tot dusver een demo en een ep op de markt die enkel via hun website verkrijgbaar zijn. Deze 'Wonderland' is dus het eerste full album van dit viertal – Emil Oelund (zang, gitaar), Per Fisker (drums, zang), Christian Norgaard (lead gitaar) en Jakob Oeland (double bass) – dat een mix brengt van rockabilly, hard rock en metal: motorbilly genoemd. Zelf noemen ze Metallica, Motorhead, AC/DC, The Ramones, Johnny Cash en Volbeat als invloeden. Voor die laatste band mocht ze vijf shows lang (in Denemarken) het voorprogramma verzorgen en bassist Jacob is te horen op de twee laatste albums van de befaamde Deense band. Elf tracks kan je vinden op deze 'Wonderland' dat opent met het titelnummer. Eerst denk je nog dat je een cd hebt opgezet met wat we “foute muziek” noemen, maar al vlug stoomt de track op volle kracht door de speakers en kan je nieten van de prachtige sound die een double bass nalaat met de stevige gitaarriffs en donderende drumpatronen. Die double bass treedt nog meer op de voorgrond tijdens 'Walking In The Night', dat ik het best kan omschrijven als een stevig rockabillynummer. De Intro voor 'Burning In The Snow' is gewoonweg pure rockabilly, waarna het tempo wordt opgetrokken, opnieuw inzakt en opnieuw de hoogte wordt ingejaagd: gewoonweg schitterend en een echte aanrader voor fans van Volbeat. Voor 'Walked Away' koos het viertal opnieuw voor een aparte intro waarin je, net zoals met de eerste track, denkt aan “foute muziek”, maar eens de song op de gewenste snelheid en kracht is gekomen, verkrijg je opnieuw een schitterende track. 'The Calling' is een slepende rockende track dat wordt gevolgd door het gedreven 'The Stalker' waar die double bass opnieuw zo mooi tot zijn recht komt. Het rauwe klinkende 'Speeding' wordt aan een gezapig tempo gebracht. 'This Is My Life' is opnieuw een erg rauwe track geworden die dankzij die och zo typische klank van de double bass veel rockabilly invloed laat horen. Het krachtige en stevige 'Pray For Your Life' is een aanstekelijk rockende track die in geen tijd een concert in vuur en vlam kan zetten, terwijl het uiterst vlot gebrachte 'Mama No' – vocaal klinkt Emil hier soms verbazend als een jongere versie van Lemmy – daar nog een schepje bovenop doet. Het gevoelige en akoestische 'A Life Without You' sluit dit knappe album af. Dit is een uiterst aangename kennismaking geworden met dit Deense viertal waar we in de toekomst nog heel veel van verwachten. Zeker fans van Volbeat moeten dit nachecken! Luc Ghyselen (4) Voor deze 'I' van Dennis Churchill Dries (DCD) wil ik eerst eens teruggaan in de tijd en dan meer bepaald naar 1984 toen het titelloze debuut van White Sister werd uitgebracht. Bassist en zanger in deze band was immers niemand minder dan DCD. Dat album werd geproducet door Gregg Giuffria (Angel, Giuffria) en kreeg erg mooie kritieken in de pers. Een tweede album, op een klein labeltje, volgde en dat was het dan. In 1991 werd het album 'Rode hard, Put Away Wet' van Tattoo Rodeo op de markt gebracht met … DCD als zanger/bassist. Zo'n vier jaar later verscheen ook nog 'Skin' van deze band, maar in 1998 werd ook deze band opgegeven. En zo bleef het ook stil rond DCD – een paar reünie concerten niet te na gesproken – tot hij in 2014 ene Paul Sabu (gitaar, keyboards) ontmoette die hem aanraadde om de nummers die hij al die jaren op de plank had laten liggen eens onder handen te nemen. Het resultaat zijn de elf tracks – eigenlijk zijn het er maar tien daar 'Home' zowel in elektrische versie als in akoestische versie te horen is – geworden op dit album die ik het best kan gaan omschrijven als een mix van Styx, Journey en vooral Toto. Radiovriendelijke AOR dus die hier in België, helaas, niet of zelfs nooit te horen is op de nationale radiostations (iets wat ook tal van andere genres te beurt valt!). Zelf ben ik hier niet wild van (wegens niet stevig genoeg en soms echt wel veel te soft, te melig), maar als achtergrond muziek hoor ik dit duizend keer liever dan zowat alles wat op onze nationale radiozenders wordt gedraaid. Uiterst radiovriendelijke muziek die zeker fans van melodieuze rock/pop en dan vooral van Toto zou moeten kunnen bekoren. Luc Ghyselen (3) Het Deense Bullet Train Blast is met deze 'Shake Rattle Racing' toe aan zijn derde studio-album. Het vijftal brengt twaalf stevige tracks die je misschien het best kan omschrijven als bluesy hard rock. Zelf omschrijven ze hun muziek als een kruisbestuiving tussen ZZ Top, Van Halen, Foo Fighters en Black Stone Cherry. Zelf zou ik het eerder een mix noemen van een stevige versie van The Rolling Stones aangevuld met invloeden van southern rock en dan is o.a. Black Stone Cherry niet zover uit de buurt. Helaas is de sound van dit kwintet bijlange na niet zo aanstekelijk als van de eerder genoemde bands, die dan allen ook wel een heel aantal trapjes hoger staan op de muzikale ladder. Slecht kan ik dit heel zeker niet bestempelen, maar het is toch alsof ik het allemaal eerder al eens heb gehoor. Dus vrees ik dat dit album zal wegzinken, zonder een rimpeling na te laten, in het overvolle aanbod aan nieuwe releases dat ons ieder week opnieuw bereikt. Luc Ghyselen (3) Axel Rudi Pell starte zijn solocarrière op in 1989. Daarvoor speelde hij gitaar voor Steeler. De artiesten die samen met Axel Rudi Pell (als gitarist) je oren verwennen zijn: Johnny Gioeli als zanger, Ferdy Doernberg achter het keyboard, Volker Krawczak als bassist en Bobby Rondinelli achter het drumstel. Ze brengen de luisteraars een spetterend live album ter ere van het 25-jarig bestaan van Axel Rudi Pell ‘Magic Moments -25th Anniversary Special Show’. Het album begint met een kleine intro die voortvloeit in ‘Call Her Princess’. Dit nummer zorgt voor een adrenalineshot die je warm maakt om de rest van het album te beluisteren. Johnny zorgt voor interactie met het publiek, na de nummers wordt het publiek enthousiast gemaakt. Dit gebeurt zowel in het Duits als in het Engels. Het nummer ‘Warrior’ springt er wat uit, een zeer goed stemgebruik en het volume van de andere instrumenten staat hoger dan in het begin waar de instrumenten een ietwat te laag volume hebben in vergelijking met de zanger. De tweede CD van het album (dat uit 3 delen bestaat) begint met ‘Burning Chairs’. Dit nummer zorgt voor een spetterende opening van het tweede deel van dit album. Je hoort duidelijk dat het publiek volledig in de ban is van de band. Dit geeft je als luisteraar ook een zekere boost, je voelt je een deel van het publiek. Het tweede nummer ‘Strong As A Rock’ begint met een stevig opbouwende intro. Dit is een nummer met rustige stukjes waarin het keyboard zeer duidelijk hoorbaar is. ook tijdens de solo is het keyboard goed hoorbaar. Tijdens het nummer wordt er tijd gemaakt voor interactie met het publiek. Daarna wordt het nummer weer een stuk steviger met nog een gitaarsolo. ‘Hey Hey My My’ is een zeer kalm nummer. Het wordt in gang gezet door Ferdy achter de toetsen. Johnny Gioeli geeft een speech waarin hij zegt dat ze alles van ons kunnen afnemen, behalve iets wat we allemaal hebben: De Rock and Roll in onze ziel. Wat later in het nummer hoor je een prachtige gitaarsolo. Na de solo is het nummer een pak harder geworden, Johnny zingt het nummer samen met het publiek. Hier hoor je duidelijk hoe enthousiast het publiek is. De derde CD is in vergelijking met de twee andere delen van dit album het minst aantrekkelijk. Maar het heeft toch wel een aantal sterke nummers. De ‘Drum Battle’ in het begin is zeer goed. Een tiental minuten geniet je van een epische drum battle. ‘Mistreated’ is ook een prachtig nummer, het begint met een relaxerende combinatie van gitaar en keyboard. De gitaar wordt na een paar seconden wat wilder, dit zorgt voor een opbouwend effect. En alweer zit er in dit nummer een solo die zalig is om naar te luisteren. ‘Smoke On The Water’ is het laatste nummer. Het klinkt spectaculair en is dus zeker een waardige afsluiter van het album. Je hoort meerdere zangers die samen het nummer brengen. 'Magic Moments 25th Anniversary Special Show’ is een album dat de fans van Axel Rudi Pell zeker in hun collectie moeten staan hebben. Er worden nummers van vroeger tot nu gebracht. Maar iedereen die into heavy metal is zal dit zeker weten een prachtig live album vinden. Robin Vandenbulcke (3) |
|