cd reviews
Het Duitse vijftal van Kissin' Dynamite ontstond in 2002 als Blues Kids en gaat sinds 2007 door het leven als Kissin' Dynamite. In 2007 verscheen hun debuutalbum, 'Steel Of Swabia', dat meteen internationaal werd verdeeld. En dat terwijl de knapen pas vijftien, zestien jaar oud waren. Intussen zijn we dus zeven jaartjes verder en is deze 'Megalomania' reeds het vierde studio-album van het kwintet. Met hun vorig album, 'Money, Sex & Power' (2012), oogstte de band al heel veel erkenning, maar dat zal met dit nieuwste werkstukje nog een pak de hoogte inschieten. Want, laten we eerlijk zijn, de nog steeds jonge band is duidelijk de kinderschoenen ontgroeid en groeit met ieder nieuw album verder uit. Muzikaal tappen de jongens uit het vaatje waar gereputeerde bands als o.a. W.A.S.P., Motley Crue, Ratt en zelfs Twisted Sister de mosterd vandaan haalden. Maar een pure copycat van deze bands zijn ze zeker niet, daarvoor zit er ook nog teveel van henzelf in hun aanstekelijke muziek. Tien knap uitgewerkte songs sieren dit nieuwste album. Opener 'DNA' is al meteen een schot in de roos, en kan zowat elke festivalweide op zijn kop gaan zitten dankzij een uiterst aanstekelijk tempo en een fantastisch catchy en gemakkelijk mee te zingen refrein. U wordt ten dans gevraagd tijdens het al even aanstekelijke 'Maniac Ball', terwijl een uiterst gedreven 'VIP In Hell' stevig en krachtig is zonder aan aanstekelijkheid in te boeten. 'Fireflies' laat ons kennismaken met een gevoelige kant van het vijftal. Het tempo wordt hier duidelijk teruggedraaid en het nummer kabbelt op een rustige manier naar zijn einde. 'Deadly' komt eerder dreigend en zelfs wat log uit de startblokken, maar schakelt nu en dan een tandje hoger. Met 'God In You' krijgen we een krachtig stukje muziek die helemaal niet zou misstaan op een album van een van de eerder genoemde bands. Net als de opener van dit album kan ook het aanstekelijke 'Running Free' heel wat festivalweides omtoveren tot een dansende en meebrullende menigte. Minder geslaagd vind ik 'Legion Of The Legendary', dat zeker geen slechte track is, maar de band probeert hier een puur, lichtjes episch, heavy metal nummer te creëren terwijl ze zo'n knappe glam/sleaze metal songs in elkaar steken. 'The Final Dance' is een ietwat zeemzoet aanvoelende ballade geworden. Gelukkig krikken ze het niveau, en het tempo, terug omhoog voor het afsluitende 'Ticket To Paradise'. Eindconclusie: na een echt veelbelovende start zakt het niveau toch wat tijdens een aantal nummers zodat ik dit album niet aan elke metalfan kan aanbevelen. Maar liefhebbers van het genre of van eerder genoemde bands en zeker van Kissin' Dynamite zelf zullen hier heel veel vinden om te koesteren. Al kijk ik er wel naar uit om deze band ergens live aan het werk te zien tijdens een of andere festival. Dan durf ik wedden dat de weide in lichterlaaie ontvlamt. Luc Ghyselen (4)
0 Opmerkingen
Het Amerikaanse vieratl Godsmack ontstond in 1995 en boekte reeds heel wat internationale successen met nummers als 'Awake', 'Cryin' Like A Bitch' en 'I Stand Alone' om maar die drie te noemen. Het viertal werd in 2001 ook verkozen tot “rock artist of the year” en verkocht wereldwijd al meer dan twintig miljoen albums. Met deze '1000 mph' zijn de heren – vocalist Sully Erna, gitarist Tony Rombola, bassist Robbie Merrill en drummer Shannon Larkin – toe aan hun zesde studio-album. Elf stevige rocksongs krijg je hier voorgeschoteld. Openen doen ze meteen uiterst krachtig met het titelnummer dat ze ook kozen als single voor dit album: een automotor wordt gestart om dan meteen in huis te vallen met een groovy track die op snelheid wordt gebracht en die een ondertoon van punk herbergt. In 'FML' wordt diezelfde groove vastgehouden maar zo nu en dan wordt er gas teruggenomen zodat dit nummer vol zit met contrasten. 'Something Different' vindt ik een dijk van een rocksong al is er maar weinig pure metal in te bespeuren. Het is een zeer aanstekelijk nummer geworden dat het op de 'Studio Brussel's' van deze wereld erg goed zou moeten kunnen doen. 'What's Next' opent met een mokerslag op de drums om vervolgens stevig van leer te trekken en verder opnieuw ruimte te laten voor tempowisselingen allerhande. De intro van 'Generation Day' is niet echt mijn ding wegens iets te veel steunend op electronische geluiden. En ook verder zitten er elementen in het nummer verwerkt die ik minder geslaagd vind. Het stevige 'Locked & Loaded' maakt deze “uitschuiver” meteen weer goed. Dit is opnieuw een krachtig nummer met een uitstekende groove. Voor 'Living In The Gray' werd het tempo iets gedrukt – niet dat je hier te maken krijgt met een ballade – in deze knap rockende track. Met 'I Don't Belong' stijgt het tempo opnieuw tot een stevig groovy geheel. “Aanstekelijk, knappe groove, radiovriendelijk (zonder melig of zeemzoet te zijn!), stevig rockend en doordacht”: al deze gevens zijn van toepassing voor 'Nothing Comes Easy'. Heel anders klinkt 'Turning To Stone' waar elementen uit de psychedelische rock opduiken die je proberen te verleiden met hypnotiserende klanken. Eindigen doet het viertal hier met het uiterst stevige en krachtige 'Life Is Good' dat opnieuw erg aanstekelijk is en een knappe groove op je loslaat. Godsmack brengt op deze '1000 mph' elf nummers die allen aanstekelijk en knap groovend te noemen zijn en die eigenlijk stuk voor stuk zouden moeten kunnen uitgroeien tot radiohits. Luc Ghyselen (4) De Zweedse death metal band Entombed ontstond in 1987 onder de naam Nihilist, maar toen het debuutalbum 'Left Hand Path' werd uitgebracht in 1990 was dit reeds onder de naam Entombed. Later werden invloeden van klassieke hard rock, heavy metal en zelfs garage-rock toegevoegd aan hun muzikale pallet zodat hun muziek werd, en nog steeds wordt, omschreven als “death 'n' roll”. Intusen verlieten originele bandleden Nicke Andersson en Uffe Cederlund de band maar bleef Entombed knappe albums afleveren, waarvan 'Serpant Saints – The Ten Amendments' (2007) het laatste was. Tussen het vele toeren door werd er aan een nieuw album gewerkt dat vorig jaar zou gaan verschijnen, maar doordat originele gitarist Alex Hellid zijn koffers pakte, werd alles stil gelegd. Er werd gevreesd dat het bij Entombed net zou gaan zoals bij Quuensrÿche waarvan tegenwoordig twee versies de baan op zijn elk met een album onder de arm. Maar originele vocalist LG Petrov koos ervoor om samen met gitarist Nico Elgstrand, drummer Olle Dahlstedt en bassist Victor Brandt verder te gaan onder de naam Entombed A.D. Dat dit viertal eigenlijk de verderzetting is van Entombed is een logisch vervolg. En toch zal dit nieuwe album, 'Back To The Front', getoetst worden aan eerdere albums van de band. Maar de fans hoeven echt niets te vrezen want het viertal levert hier elf stevige nummers af die zeker niet misstaan in de songbook van de band. Een eigenaardig creepy klinkende intro opent 'Kill To Live' en meteen het album. De toon is meteen gezet, want na deze intro barst het nummer, en het volledige album, pas echt open. Een stevig scheurende riff, donderende drumpatronen en natuurlijk de stalen strot van LG Petrov nemen je mee op een krachtige en stevige trip waar ook nog voldoende ruimte wordt gelaten voor het melodieuze. En zo kan je elk nummer gaan omschrijven. Verdere uitschieters, voor mij althans, zijn het korte, maar krachtige en eigenlijk best wel aanstekelijke 'Waiting For Death', het stevige Vulture And The Traitor' waar het tempo zo nu en dan stevig de hoogte in wordt gejaagd, het korte, krachtige en machtige 'The Underminer' en de afsluiter van dit album: het epische 'Soldier Of No Fortune' waar rustige, melodieuze passages worden afgewisseld met dreigende en donkere heavy fragmenten en waar samenzang, net een bloeddorstige oorlogsbende, zorgt voor een extra dimensie. Maar ook de overige nummers mogen er best zijn. Liefhebbers die Entombed een warm hart toedragen, kunnen zonder blikken of blozen ook de nieuwe versie in hun hart sluiten. Ze worden echt wel op hun wenken bediend. En indien je kiest voor “The Limited Edition Mediabook”-versie krijg je er met 'Gospel Of The Horns' nog een twaalfde nummer bovenop. Luc Ghyselen (4) Het Amerikaanse Circle II Circle ontstond in 2001 toen vocalist Zachary Stevens na acht jaar het toch wel legendarische Savatage, waarmee Zachary vier albums opnam, verliet. In 2003 verscheen het debuutalbum getiteld 'Watching In Silence' waarmee Zachary bewees dat er duidelijk nog leven was na Savatage. De mix van heavy metal, power metal en pogressieve metal die Savatage groot maakte werd immers op een zo goed als identieke manier verdergezet door Zach en zijn nieuwe band. Intussen verblijdde Circle II Circle ons reeds met zes studio-albums en is deze 'Live At Wacken' het eerste live-album van de band. De acht tracks die je hier terugvind komen allen uit het songbook van Savatage en Circle II Circle en dan zeker vocalist Zachary Stevens is misschien wel dé geknipte band en dé geknipte vocalist om die nummers live te brengen. De acht nummers die je hier voorgeschoteld krijgt vind je allemaal terug op het album 'The Wake Of Magellan', het laatste album van Savatage met Zach als vocalist, zodat het heel natuurlijk aanvoelt dat die man nu met zijn eigen band die nummers terug leven inblaast met als prijsbeesten natuurlijk het machtige titelnummer en 'The Hourglass', maar ook met 'Complaint In The System', een nummer dat de media en het gouvernement aanklaagt dat de ogen sloot toen de Ierse verslaggeefster Veronica Guerin werd vermoord door een drugbende. Dus wie anders dan Circle II Circle kan deze nummers zo goed als perfect brengen? Man, wat had ik daar graag zelf bijgeweest. Fans van Savatage – en die zijn er nog steeds met hopen ! – maar ook van Circle II Circle kunnen dit album dan ook met de ogen dicht aanschaffen. Luc Ghyselen (4) Adrenaline Rush is een Zweedse vijftal die met dit titelloze debuteert. Het kwintet brengt pretentieloze hard rock die vooral populair was in de jaren tachtig en duidelijk invloeden herbergt van bands als o.a. Mötley Crüe, Def Leppard, Posion of Warrant om het maar bij die bands te houden. En toch verschilt Adrenaline Rush met deze genoemde voorbeelden want hoewel dus erg melodieus en stevig rockend uit de hoek komt, zijn de vocalen hier compleet anders. De band werd immers opgericht door vocaliste Tave Wanning die haar bandleden – Ludvig Turner (lead guitar), Alexander Hagman (guitar), Soufian Ma'Aoui (bass) en Marcus Johansson (drums) – selecteerde uit bandjes die het in Stockholm probeerden. En het zijn dus die vocalen die ervoor zorgen dat de muziek anders klinkt dan bij eerder genoemde voorbeelden. Erik Martensson (Eclipse, W.E.T.) zorgde ervoor dat opnames perfect verliepen en als producer van het album zorgde hij ook voor een zo goed als perfecte sound. Maar het grootste nadeel in dit subgenre is het feit dat het heel moeilijk is om met iets echt verrassends uit te pakken, en dit gebeurt ook hier niet. De knappe, en toch wel stevig rockende, songs ('Black 'n' Blue', 'Change' (van dit nummer, dat ook als single wordt naar voor geschoven, kan je een video vinden op het internet), 'Generation Left Behind', 'Girls Gone Wild', 'No No No', 'Playin' To Win', en 'Hit You Like A Rock') worden, zoals het beaamt op zo een album, natuurlijk afgewisseld met radiovriendelijke ballades ('When We're Gone') of rustiger uptempo melodieuze tracks ('Want It All', 'Too Young To Die' en het bluesy 'Oh Yeah'). Muziekliefhebbers die eerder genoemde band hoog in het vaandel voeren, moeten deze Zweden beslist eens een kans geven, ikzelf heb het liefst toch iets steviger werk. Luc Ghyselen (3½) Het Deense Wintergarden is de band van vocaliste Miriam Gardner en haar echtgenoor Blake Gardner. Sinds 2011 werken ze aan eigen nummers die voor het eerst eind datzelfde jaar verschenen op de ep 'Steampunk Deluxe'. Wat later in het zelfde jaar verscheen ook nog de single 'Sacrifice', ditmaal met medewerking van de Amerikaanse gitarist Darren Davis. Intussen werd ook een samenwerking opgestart met Clint Lowery (Sevendust) die resulteerde in de single 'Breathe' (december 2013). En nu is er dus het debuutalbum dat 'The New Victorian' als titel meekreeg en je kennis laat maken met de psychedelische progressieve metal van dit gezelschap. Miriam zorgt hier voor alle vocalen en die zijn meer dan voortreffelijk te noemen: stevig en krachtig indien dit nodig is, maar ook sterk en dreigend of zelfs rustig en gevoelig indien het nummer daarom vraagt. Alle instrumenten werden bespeeld door Blake met uitzondering van extra gitaarwerk door Clint Lowery (op 'Breathe' en 'Can You Wait') en Darren Davis ('Take It', 'Iconoclast', 'Come Alive', 'American Pop', 'Scarlet Letter' en 'Your Rhapsody'). Dat niet elke metal liefhebber dit hoog in het vaandel zal voeren kan ik best begrijpen daar er heel wat ook heel wat elektronica aan te pas komt in de nummers. Het album opent uiterst sterk en knap met het stevige 'Breathe', dat terecht reeds vroeger als single werd uitgebracht. Het dreigende 'Take It', met zijn flitsende gitaarsolo, mag er ook best wezen. 'Cinderella' is me iets te glad en is wat te hard op zoek naar radiosucces. Een stuk beter vergaat het 'Iconoclast' met zijn talrijke tempowisselingen. Daarna hoor ik nummers die ik onderling inwisselbaar vind en vooral het gebruik van te veel geprogrammeerde stukken stoot me tegen de borst. Neem nu bijvoorbeeld 'American Pop' met een titel die echt wel de lading dekt: een vrij glad gebracht nummer die zweeft tussen rock en pop. Een volgende keer wat meer stevig gitaarwerk, wat minder geprogrammeerd werk en dan kan een hogere quotering zeker volgen. En dat Miriam Gardner een dijk van stem heeft, dat zal ik zeker niet ontkennen. Een band om in de gaten te houden wat hun volgende stap zal zijn. Luc Ghyselen (3½) Mighty Music I PMZ 107 I Wintergarden
Met de band Neopera, opgericht in 2010, wil componist/gitarist Jörn Schubert (Dark Age) ruige metal combineren met elementen uit de klassieke muziek. Dit moet resulteren in dominante gitaren, agressieve vocalen en overdonderende beats die hand in hand gaan met klassiek gezang en orkestrale arrangementen. Daarvoor rekruteerde Jörn eerst vocalisten Nina Jiers (sopraan) en Thorsten Schuck (bariton). Daarna volgden een aantal bevriende muzikanten waarmee de ep 'Destined Ways' werd opgenomen. Vorig jaar werd dan een video op de markt gebracht voor 'The Marvel Of Chimera' en eindelijk werd dit jaar de tijd rijp geacht voor het impressionante debuutalbum 'Destined Ways' met twaalf nummers die een zo goed als perfecte symbiose maken van metal en klassieke muziek. Het stevige en uiterst vlot gebrachte 'The Marvel Of Chimera' zet dit album in op een erg hoog niveau en alle beloofde ingrediënten die ik in het begin van dit stukje aanhaalde vallen hier op hun plaats: de stevige gitaren die het geluid domineren (Jörn Schubert), de agressieve en rauwe vocalen (Mirko Gluschke), de machtige drumpatronen (Thorsten Harnitz), stevige baslijnen (Dirk Schlächter), klassieke stemmen (de sopraan van Nina Jiers en de bariton van Thorsten Schuck) en de verbluffende orkestrale arrangementen. 'A Call To Arms' bevat meer invloeden van klassieke muziek, vooral dan in de zang, en is iets rustiger op gebied van tempo en ritme, maar het dominante gitaarspel zorgt er echt wel voor dat dit een metal-song is gebleven. Complexe ritmepatronen, meerstemmige vocalen die voor immense contrasten zorgen, stevig beukende fragmenten, rustiger momenten, en bovenal die echt dominerende gitaarpartijen zorgen voor het immens knappe 'Remote'. Zowel Nina als Thorsten zingen de sterren uit de hemel tijdens het prachtige 'Destined Ways', dat verder nog mag pronken met een inventieve en overweldigende gitaarsolo. In het uiterst gevoelige 'Falling Water' is de glansrol weggelegd voor de engelachtige vocalen van Nina. 'The Greed' bijt dan weer uiterst stevig van zich af en de drie vocalisten zorgen hier weer voor een spetterend vocaal vuurwerk waarin contrasten troef zijn. Ook muzikaal valt er hier weer enorm veel te beleven: van uiterst vlotte en stevige stukken tot vrij gevoelige fragmenten en natuurlijk ook al weer zo'n schitterende gitaarsolo. Dreigend, stevig en uiterst knap is 'Error' waar, net zoals in feite in elke song, de puzzelstukjes weeral perfect op hun plaats vallen en waar vooral de ruige metal vocalen van Mirko een glansrol spelen. 'Last Pantomime' is een gevoelig en rustig nummer geworden waar ditmaal de mooie baritonstem van Thorsten centraal staat. 'Equilibria' komt langzaam op gang, maar wint gaandeweg aan kracht en tempo, terwijl ook de vocalen van eerder rustig en goed naar krachtig en subliem overschakelen. 'Requiem' lijkt een kort intermezzo met koorgezang en hoge vocalen van zowel Thorsten als Nina, waarna het stevige 'Song Of Revenge' uit de speakers knalt. In deze song klinkt woede door, vooral dan in de vocalen van Mirko, die worden ondersteund door stevig koorgezang. Een stevig ritme opgelegd door bass en drums en een korte, krachtige gitaarsolo vervolledigen deze track. Met 'The Unspeakable' eindigt dit album in grootse stijl: het orkestrale krijgt hier de bovenhand, maar wordt zo nu en dan onderbroken voor een stevige metal uitbarsting waarin het gitaarwerk een prominente rol opeist. Het nummer eindigt ook heel abrupt en doet me verlangen naar meer. Het debuut van Neopera slaat hier dus wel in als een bom en ik ben uiterst benieuwd of ze dit ook live kunnen waar maken, terwijl ik ook reeds aan het uitkijken ben naar op een opvolger. Luc Ghyselen (5) EarMusic I V2 Benelux Records I Neopera
Het uit Kopenhagen, Denemarken afkomstige zestal Heidra werd in 2006 opgericht. Na twee demo's en een uitstekend ontvangen ep ('Sworn To Vengeance', 2012) zorgden de heren voor een overweldigend concert, eerder dit jaar, tijdens de vierde editie van de “Mighty Fight Night” alwaar de band een platendeal in de wacht sleepte met het label Mighty Music. En nu is dit dus een feit. Op 'Awaiting Dawn' brengen ze, naar eigen zeggen, een eerste hoofdstuk van een fantasy story over oorlog en verraad. Muzikaal brengen ze een mix van power metal, black metal en folk waarin vooral de beklijvende vocalen van Morton Bryld een aanzienlijke rol opeisen. De man maakt immers gebruik van sterke en krachtig gezongen cleane vocals die hij afwisselt met rauwe en ruwe vocalen in ware pagan-stijl. Bass en drums zorgen voor een stevige en groovy basis, het gitaarspel is zowel strak te noemen als melodieus, terwijl de keyboards de gaatjes opvullen en voor de folk-klanken instaan. Een korte, instrumentale intro opent dit album, maar het zijn de overige acht tracks die echt indruk maken. Het titelnummer is er meteen raak op: een vrij lang episch nummer dat zowel kracht als melodie bevat en je meteen laat kennismaken met de knappe klankkleuren in de stem van Morton Bryld. 'Betrayal' opent instrumentaal met een folky ondertoon, vooraleer je opnieuw werd meegezogen in het verhaal dankzij de vocalen die vooral richting black metal neigen. Voeg daarbij de krachtige gitaarpartijen en de stevige basis van drums en bass en je verkrijgt een dijk van een song. Het niet onaardig tempo wordt de hoogte ingejaagd voor 'Witch Of Prophecy', een nummer dat meer richting power metal opschuift zonder de invloeden uit de black metal en de folk muziek uit het oog te verliezen. Een flitsende gitaarsolo eindigt dit nummer in grootse stijl. De intro voor 'Into Cursed Lands' wordt gebracht op de timpani, een percussie instrument, waarna elementen uit de folk hand in hand gaan met black metal invloeden, terwijl een melodieuze gitaarsolo de kers op de taart lijkt te zijn. Een uiterst melodieuze gitaarsolo is de inleiding tot het vlotte, uptempo gebrachte 'The Eyes Of Gaints'. Een aanstekelijk ritme opent het krachtige en melodieuze 'Wolfborn' waar Jimmy Hedlund (Falconer) de gitaarsolo voor zijn rekening mag nemen. Krachtige en dreigende stukken worden afgewisseld met melodieuzer en vlotter te verteren fragmenten in 'The Power Of Gods', waarmee Heidra opnieuw bewijst een sterke mix te kunnen maken van invloeden uit de black metal, power metal en folk. Eindigen doen ze ook in stijl met het uiterst krachtige 'Harbringer Of War' waarin de band nog eens alles uit de kast haalt. Indien je nu nog niet op weg bent richting platenboer, dan weet ik het niet meer, want dit is, zeker in zijn genre, een werkelijk sterke aanrader. Luc Ghyselen (4½) Mighty Music I PMZ 113 I Heidra
Wegens het grote succes – nummer vijf in de Duitse Charts en nummer negen in de Zwiterse charts plus een aantal uitverkochte shows van het eerste deel van hun tournee – dat volgde op het eerder dit jaar uitgebrachte album 'Into The Storm', besloot het label om nu ook nog een “Deluxe Edition' van dit album uit te brengen. Op deze 'Deluxe Edition' krijg je dus het originele tien nummers tellende album 'Into The Storm' aangevuld met twee extra nummers. Het instrumentale 'White Cats (Opus #6 Scivolare)' – waarin van stevig en rockend naar kalm en rustig en dan weer omgekeerd wordt gegaan met het gitaarspel van Axel in een hoofdrol – en het knap opgebouwde 'Way To Mandalay' dat rustig en kalm van start gaat om uit te groeien tot een stevig rockend geheel en eigenlijk precies is waar Axel Rudi Pell voor staat: klassieke hard rock (heavy metal) met een stevige knipoog naar Rainbow (toen Ronnie James Dio er de vocalist was). Verder vind je hier ook een tweede schijfje met het dit jaar live opgenomen 'Nasty Reputation', 'Strong As A Rock' en een medley met volgende songs 'Too Late', 'Call Her Princess', 'Eternal Prisoner' en nogmaals 'Too Late'. En dan is er ook nog de video voor 'Long Way To Go'. Indien je als fan van de band of van klassieke hard rock (denk vooral aan Rainbow of Scorpions) in het algemeen nog de eerste editie van 'Into The Storm' in huis haalde, dan krijg je nu dus nogmaals je kans met een aantal extra nummers. Laat die kans nu niet aan je voorbij gaan! Luc Ghyselen (4) Steamhammer I SPV I Axel Rudi Pell
De naam Ace Frehley zal je ongetwijfeld bekend in als ik je vermeld dat hij de originele lead-gitarist was bij Kiss. In 1978, bijna op het hoogtepunt van de band, zorgde elk lid van deze band afzonderlijk voor een solo-album. Intussen volgden nog een live-album, vier studio-albums en een paar compilatie-albums van deze artiest. 'Space Invader' is het nieuwste werkstuk van de man en laat je elf nieuwe composities horen en Steve Miller's 'The Joker'. Ikzelf ben nooit een Kiss-fan geweest en het werk dat Ace ons hier presenteert kon evengoed op een album van deze legendarische band prijken. En muzikaal vind ik dit dus best wel redelijk goed, zonder er echt wild van te worden, maar vocaal is dit toch een stuk minder. Niet dat het vocale zo erbarmelijk is, maar een echt goede vocalist hoor ik hier ook weer niet. Zodat het totaalpakket toch eerder naar “net geslaagd” neigt in plaats van naar “leuk album”. Helemaal niet “my cup of tea” dus, maar ik kan me wel indenken dat fans van Kiss en zeker van Ace Frehley in het bijzonder dit album zonder blikken of blozen aan hun collectie willen toevoegen. Dan rest deze fans enkel nog te kiezen uit een van volgende uitgaves: als standaard versie, als limited edition digipack met twee extra tracks (een “extended version” van 'The Joker' en een remix versie van 'Reckless') of als dubbel-lp (met de twee eerder genoemde extra tracks, een radio-editie van 'Space Invader' en een speciale versie van 'Gimme A Feelin''). Luc Ghyselen (3) Steamhammer I SPV I Ace Frehley
|
|