Helaas net iets te weinig belangstelling maar de muziek was weer top... |
|
23 juli 2016 |
Vertical Divider
‘Celebrate the Summer of 66’ was bedoeld als een eerbetoon aan het zesde National Jazz and Blues Festival, achteraf bekeken het eerste rockfestival op Britse bodem. Zoals toen, werd “Celebrate” gehouden op dezelfde weide van de wereldberoemde renbaan van Windsor. Hetzelfde weekend nog wel. Met veel sterren van toen. Maar zonder de jazz en vooral zonder de stortregen die het festival van toen in een modderpoel herschiep. De affiche van 1966 oogt indrukwekkend: Spencer Davis, The Who, Geno Washington & The Ram Jam Band, Chris Farlowe & The Thunderbirds, Alan Bown, ja, zelfs The Small Faces en The Move, deelden het podium met jazzers Georgie Fame, Chris Barber en Ronnie Scott. In Windsor, speelde toen een groep-zonder-naam zijn tweede try-out ooit: Ginger Baker, Eric Clapton en Jack Bruce. Wie kan je vijftig jaar na datum nog op het appel roepen? Zowel The Move als Geno Washington stonden eerst op de affiche, maar belden blijkbaar af. Ginger Baker ook; hij stond onderaan, zoals vijftig jaar terug, maar zijn reden kennen we: hij revalideert van een hartoperatie… O’List attacks Maar niet versaagd! Enkele honderden (ik had er wel een paar duizend verwacht) zakten niettemin af naar die historische plek, vooral zestigplussers. Het festival begon met een man die er toen niet was: Davy O’List. Anderzijds: vijftig jaar terug speelde O’List eerste gitarist van The Attack en kort erna zou hij mee The Nice oprichten, in eerste instantie de begeleidingsgroep van P.P. Arnold. O’List en zijn groep speelden nummers uit zijn nieuwe cd, ‘Second Thoughts’, maar ook materiaal van The Attack. O’List staat er weer en toont aan waarom hij op “The Thoughts of Emerlist Davjack” een eersterangsrol vervulde. Knap! Het vervolg werd verzorgd door iemand die er toen evenmin bij was, vanwege nog niet geboren: zangeres Beth Rowley. Het verband is me onduidelijk, maar de frêle Rowley beschikt over een fenomenale en volumineuze stem. Die gebruikt ze voor moderne, rustige pop met wat jazz in de verte, maar gelukkig ook voor een paar bluesnummers waarmee ze haar klasse bewees: ‘Wade in the Water’ en ‘I’d Rather Go Blind’. In de gaten te houden. The Small Faces waren er niet, wel de jongens en meisjes die nu door Engeland trekken met de Small Faces-musical ‘All Or Nothing’. Ik hou niet van musicals, maar iedereen deed zijn enthousiaste ding, de echte P.P. Arnold kwam haar look-a-like omhelzen, maar vooral: er werd meegezongen op Small Faces-nummers en zo kwam de 1966-sfeer er toch in. Manfreds en Farlowes Het echte werk kon beginnen met The Manfreds: de originele Manfred Mann-leden Mike Hugg, Tom McGuiness, beide leadzangers (Paul Jones en Mike d’Abo), alsook drummer Rob Townsend die van in het begin met The Blues Band optreedt, stalen de show. Ja, ze speelden de hits. En nee, ze rammelden ze niet af. D’Abo en Jones wisselden elkaar af (d’Abo speelde ook orgel!), ze vormden de popdeuntjes om tot jazz en blues of herinnerden aan hun R&B-oorsprong (‘Oh No, Not My Baby’), brachten solorepertoire van Jones, d’Abo (‘Handbags and Gladrags’, ‘Build Me Up, Buttercup’) en Tom MGuiness (herinner u McGuiness-Flint), tot de heren, geruggensteund door een blazerssectie, uit de bol gingen en het meezingende publiek op het verkeerde been zette door ‘Do Wah Diddy’ om te bouwen tot... ‘Smokestack Lightning’ en af te ronden met een heuse bluesfinale. |
Vertical Divider
Een ware uitdaging voor een volgende act, maar niet echt een probleem voor The Norman Beaker Band. Na een kort eerbetoon aan Cream, begeleidde deze knappe bluesgroep achtereenvolgens Mollie Marriott, Cliff Bennett, P.P. Arnold en Chris Farlowe. Mollie Marriott is de dochter van, kan best zingen, maar deze set leek me wat futloos. Jammer. Cliff Bennett, die ooit een hit scoorde met ‘Got To Get You Into My Life’, maar de jaren daarvoor veel beter R&B-werk uitbracht en daarna zijn fenomenale stem gebruikte voor halve heavy-projecten als Toe Fat en Shanghai, hield het gelukkig bij R&B. Drie nummers maar, meer kon hij fysiek niet aan. De laatste paar soloplaten duiden er ook al op dat hij zijn echte soul- en bluesstem kwijt is. En toen kwam P.P. Arnold, de eeuwige glimlach, de continue dankbaarheid tegenover het publiek. Ze deed niet moeilijk, maar zong haar grote en kleine hits en dat deed ze uitstekend. Hoe uitstekend ze nog altijd is, bleek op haar hommage aan Keith Emerson (The Nice was eerst haar begeleidingsgroep): met enkel orgelbegeleiding, zong ze een kippenvelversie van ‘Moody’s Mood For Love’, beter bekend als ‘I’m In the Mood for Love’ van James Moody. Ze rondde af met ‘Upright’ van Stevie Wonder en wenste ons allen wat we hard nodig hebben: Peace On Earth. De groep van Norman Beaker begeleidt al bijna twintig jaar Chris Farlowe en Farlowe is nog altijd in vorm. Hij moest er wel bij zijn, want zijn monsterhit ‘Out Of Time’ stond vijftig jaar terug aan de top! Hij trakteerde ons op bekende nummers (‘All Or Nothing’) en een selectie minder gekende R&B-nummers zoals alleen hij ze kan brengen: krachtig, vol gevoel, ritmisch en met humor. Hij zong alweer een nieuwe (zelf uitgevonden) tekst op ‘Stormy Monday’ en ook na de zoveelste keer weet hij het nummer nieuw leven in te blazen. The Colours of Donovan Toen was de pret bijna op. Het was wachten op de headliner: Donovan. Die was er niet bij in 1966, maar je kan je de jaren zestig zonder hem moeilijk inbeelden. De man was vriendelijk, signeerde, poseerde en bracht twee sets met uitsluitend hits: eerst solo met een selectie uit het vroegere, meer akoestische werk (‘Catch the Wind’ en zo), daarna het elektrische repertoire - uiteraard met een groep: ‘Hurdy Gurdy Man’, ‘Sunshine Superman’, ‘Jennifer Juniper’. En wie had hij meegebracht? Gitarist Jules Leech, een kleinzoon van Brian Jones! Geen enkele hit ontbrak en kijk, ik vond het mooi. Donovan is op tournee en er wordt kritiek geleverd op zijn stem, maar dat valt best mee. Enkele nummers zou hij om stemtechnische redenen beter laten in plaats van er te veel tremolo en bibber op te zetten, maar hij was blij en wij waren blij. Iedereen, denk ik, was blij. Dit was een rustig publiek, soms te. Er waren geen opstootjes, geen zatlappen die het podium teisterden. Niemand schreeuwde om hulp, niemand werd verkracht, niemand verloor het hier en nu vanwege een duistere trip… Een mevrouw die een glaasje te veel op had, nodigde me met een grote lach uit ten dans. Daarom stonden we ’s anderendaags niet in de krant. Maar de sponsors zijn zinnens om er volgend jaar ‘The Summer Of ‘67’ te vieren. Hopelijk met meer volk, zodat Macmillan Cancer Support wat meer centen binnenrijft voor het goede doel – want kijk, het moet gezegd, de centen verdwenen niet in privézakken. Met dank aan Robin Bextor. |
A WOODLAND HILLCREST PROMOTION PRODUCTION I KEYS AND CHORDS 2001 - 2024