11 maart 2016 • De Roma, Borgerhout (Antwerpen)
|
Gregory Porter pakt de Roma in met talent, virtuositeit en een grote aaibaarheidsfactor De muziek van Gregory Porter omschrijven is niet simpel. Is het jazz? Is het soul of pop? Of moeten we eindelijk eens ophouden met alles in hokjes te plaatsen. Misschien is het beter om te luisteren naar wat hij zelf zegt: “I love music, as long as it’s groovy”. Want Porter heeft, waarschijnlijk zonder het zelf te beseffen een gat in de muzikale markt aangeboord. De leeftijd van zijn publiek loopt van 7 tot 77, om het maar even met een cliché te zeggen. |
Ik zag vaders met hun twaalfjarige zoon, moeders met puberdochters, studenten-adolescenten, personen van middelbare leeftijd, maar ook muziekliefhebbers al ver voorbij de pensioengerechtigde leeftijd.
In het kader van de VW Spring Sessions was Porter te gast in de mooie opgeknapte Roma. Wie de shows in Brussel en Antwerpen deze week miste, krijgt nog een herkansing op zaterdag 9 juli, dan staat hij op het Cactus festival in Brugge! Laat de kans niet schieten! Piano, contrabas, drums en saxofoon, meer heeft Porter niet nodig, want hij bezit het mooiste en soepelste instrument van de avond, zijn donkere, volle, warme stem. Tijdens de eerste tonen van het openingsnummer ‘Holding on’ van het op 6 mei te verschijnen nieuwe album ‘Take me to the alley’ komt de grote knuffelbeer met de onafscheidelijke muts bedeesd het podium opgewandeld in een mooi driedelig pak, met eronder knalrode sneakers. Hij straalt rust, vertrouwen en gezelligheid uit. Als knuffelbeer met een enorm hoge aaibaarheidsfactor weet hij zijn publiek te bekoren. Alsof hij tegen zijn publiek wil zeggen, ik doe dit voor jullie en zal jullie nooit ontgoochelen. En dat deed hij allerminst. Bij de eerste lange vocale uithalen van Porter in het openingsnummer gaat het haar over mijn hele lichaam omhoog staan. Wat een stem, wat een dynamiek, wat een warmte, terwijl zijn band onopvallend, maar beduidende virtuoze capriolen uithaalt. De op een jonge Spike Lee lijkende drummer Emanuel Harrold, houdt het ritme van ‘On my way to Harlem’ strak aan, terwijl Porter zingt en heerlijk scat. Wanneer hoorden we dat voor de laatste keer? Ook een opzwepende solo van tenor saxofonist Tivon Pennicott en een psychotische pianosolo van Chip Crawford komen voorbij. De gloednieuwe song ‘Take me to the alley’ is een rustige jazzballad, die nogal wat dynamiek en gevoel in zich heeft. Gregory gaat laag en zingt heel melodieus, en alweer zit elke noot perfect. Dan is het tijd voor wat meer actie en gedrevenheid. Dat krijgen we met zijn grootste hit ‘Liquid Spirit’. “Some call it a feelin’, some call it a spirit”, zegt hij. Een zeer rustige intro zet het publiek op het verkeerde been. Maar dan gaat het tempo omhoog. “I want you people to clap your hands to the rhythm”, vraagt hij en prompt klapt de hele Roma de snelle gospelversie mee. Porter steekt er nog een stukje van de slavengospel ‘Wade in the water’ in. Daarna volgt het nog mooiere ‘Hey Laura’, Porters ultieme liefdeslied, een smekende liefdesverklaring waarvan het niet duidelijk is of Laura die ooit gaat beantwoorden. |
Dit is een song voor muziekliefhebbers”, kondigt Porter aan en een schitterende bas-solo van Jahmal Nichols, met een stukje ‘Smoke on the water’ erin volgt. Maar al snel slaat de bas-solo om in een redelijk snelle versie van ‘Papa was a rolling stone’, dat op zijn beurt weer overvloeit in ‘Musical genocide’. Gregory krijgt het klaar om heel de Roma de tekst “I do not agree, no!” mee te laten zingen. Alweer een kippenvelmoment. Hij zegt niet veel, maar de warme interactie met zijn publiek is hartverwarmend. Hij heeft ze volledig waar hij ze wil hebben, blij en volgzaam!
Hij krijgt de hele Roma stil, ik bedoel muisstil, je kon een speld horen vallen. Met alleen pianobegeleiding brengt hij een wondermooie versie van ‘Water under bridges’. Het was al even geleden, van eind vorig jaar bij een concert van Alabama Shakes dat de emoties in me oplaaiden en me een brok in de keel bezorgden. Hier is maar één woord van toepassing: fenomenaal! Daarna volgen nog de croonersong ‘Be good (Lion’s song)’ van het gelijknamige album uit 2012, met een prachtige laid back saxofoonsolo. De groovy funky jazz ‘Free’ laat de zaal weer bewegen en dansen. Het herbergt een vingervlugge solo van pianist Chip Crawford. ‘1960 what?’ sluit een onvergetelijke set of. Voor de laatste keer laat de hele band alle remmen los en werkt naar een ultieme climax toe. Hij laat het publiek het stem- en saxthema weer meezingen en dat doen ze maar al te graag. Het lijkt wel of Porter zo’n goeie entertainer en leermeester is dat hij ervoor zorgt dat er geen kat meer vals zingt. Of lijkt dat alleen maar zo, omdat we overdonderd zijn door de pracht en de schoonheid van dit concert, de warme stem van deze man en de virtuositeit van de muzikale vakmensen! Het hele concert geen fout, scheve of valse noot gehoord. Maar wel extra veel dynamiek en gevoel en dat is toch waar het om draait bij muziek, emotie en gevoel! Na één uur en drie kwartier zit het erop, maar de aanwezigen willen meer en zullen hem niet laten gaan eer ze een ‘encore’ krijgen. Bissen doet Gregory Porter dan ook met een mooie ingetogen versie van ‘No love dying’. Spontaan zingt het publiek “there will be no love that’s dying here” en het nummer blijft nog nazinderen tijdens de één uur durende terugrit naar huis. Lang geleden dat ik me nog zo goed voelde na een concert. Thanks Gregory, you’re the man! Je kan Gregory Porter ook nog aan ’t werk zien op het komende Cactus festival in Brugge. Release nieuw album: 'Take Me To The Alley’ (Blue Note Records) verschijnt op 6 mei 2016 |
A WOODLAND HILLCREST PROMOTION PRODUCTION I KEYS AND CHORDS 2001 - 2025