‘Ik wil klassieke muziek terug sexy maken.’
Arthur Brouns is een jonge componist-producer uit Brussel, die tussen Brussel en Bulgarije woont en werkt. Hij schreef de soundtrack voor Wim Vandekeybus' toneelstuk 'Bloedbruiloft', in opdracht van het Internationaal Theater Amsterdam. Het label Prova Records brengt tien tracks uit de soundtrack uit als album. Een ideale kans om met een nieuwe frisse wind uit de soundtrackwereld te spreken.
Julian De Backer: ‘Arthur, jij woont en werkt in de steden Brussel en Sofia. Hoe ben je ooit in Sofia beland?’
Arthur Brouns: ‘Ik heb in België fotografie gestudeerd, en ook mijn master behaald. Ik heb daar een beetje spijt van gehad, want ik wilde toch liever componist worden. Ik ben dan toegelaten in het Lemmensinstituut in Leuven, maar ik had mijn eerste jaar een beetje verknoeid en was mijn studiepunten kwijt. In Sofia heb je de enige school in orchestrale filmmuziek waar ze enkel kijken naar je portfolio, niet naar je bachelor. Je moet wel een theoretische test doen, maar geen conservatoriumdiploma of iets dergelijks kunnen voorleggen. Ik wilde echt heel graag naar die school gaan, en heb alles op alles gezet. Ik heb al mijn spaargeld in de toch wel prijzige school geïnvesteerd, en daarna ben ik gelukkig aangenomen als stagiair. Beetje bij beetje heb ik mijn onafhankelijke leven hier opgebouwd.’ Julian: ‘Als ik het goed begrijp, heeft Wim Vandekeybus jou gevraagd om muziek te schrijven bij zijn voorstelling ‘Bloedbruiloft’.’ Arthur: ‘Dat klopt. Tijdens mijn master in Sofia heb ik Fernando, de zoon van Wim, leren kennen. Hij heeft voor ‘Bloedbruiloft’ de videobeelden gemaakt. Vader en zoon werken graag samen en zijn ondertussen al aan een nieuw stuk bezig. Ik had een masterproject gemaakt waarin vijftien minuten muziek bij een film gecomponeerd moest worden. Ik wist aanvankelijk niet hoe ik dat moest aanpakken. Ik wilde een eigen concept bedenken waarin ik volledig mijn ding kon doen. Fernando studeerde aan het KASK, en ik had zijn kortfilms van muziek voorzien. Voor mijn eindwerk wilde ik graag dat hij een film maakte. Ik zorgde voor het budget, de productie, de muziek, maar hij moest de beelden draaien. Ik ben een grote fan van Igor Stravinsky en Maurice Ravel, en hun beste werken zijn balletmuziek. ‘Rite of Spring’, ‘Daphnis et Chloé’ et cetera. Ik wilde de vrijheid die ik kreeg optimaal benutten. Ik heb weliswaar filmmuziek gestudeerd, maar dat is voor mij niet het eindstation. Het is een hedendaags medium dat ik interessant vind, maar ik wil ook andere genres aanpakken. Bij een dansfilm van vijftien minuten heb je die vrijheid: de muziek kan alles vertellen samen met de dans, er hoeft niet gesproken te worden. Dat Fernando de zoon van Wim was, was mooi meegenomen. Zo konden we Wims studio en zijn dansers gebruiken. Wim heeft het resultaat ook pas een half jaar later gezien, en was onder de indruk. Hij wilde mij graag ontmoeten, en heeft vrij snel beslist dat hij met mij aan ‘Bloedbruiloft’ wilde werken. Wim is echt een fantastische persoon. Hij test je zeker, maar hij vertrouwt je ook helemaal. Ik had het geluk dat Fernando me een beetje verkocht had. Wim en ik hebben een jaar lang informeel samengewerkt en zijn samen naar Amsterdam gegaan, wat een heel avontuur was. Wim in de voorbereidingsfase is iets helemaal anders dan Wim in de studio.’ Julian: ‘Dat zal wel.’ Arthur: ‘Ik heb heel veel van hem geleerd, het was echt fantastisch. Het was de eerste keer dat ik met een groot budget en vertrouwen kon werken. ‘Hier is een bepaald bedrag, doe maar grosso modo wat je wilt!’ Uiteraard moest ik nog vaak heen en weer converseren met hem, maar als beginnende componist wil je je graag uitsloven. Ik wilde de enorme kans met beide handen grijpen. Zo iemand groot achter je hebben, wat een voorrecht. Zo is deze muziek tot stand gekomen. Ik moest mezelf natuurlijk bewijzen en ik voelde ook druk, maar ik had al een bedrijfje waarmee ik kon factureren. Ik wist mijn weg al wel min of meer, ik ben niet van nul moeten beginnen. Vandaag heb ik natuurlijk al een beter idee van wat ik wel en niet wil doen. Ik had steun, een vangnet en tijd. Wat een luxe.’ |
Julian: ‘Bij filmmuziek is het vaak zo dat de regisseur en monteur eerst een ruwe montage maken, en vrij laat in het proces komt de componist erbij. Dat is soms amper drie of vier maanden voor de release. In jouw geval was het dus anders, jij had meer tijd om samen met de regisseur te werken?’
Arthur: ‘Ja en nee. Jammer genoeg zijn componisten vaak de laatste schakel van het post-productieproces. Een week voor het einde van de montage, is er vaak nog een nieuwe montage, en dan vragen ze: ‘Kun je EVEN aanpassen?’’
Julian: ‘Soms wordt een volledige score zelfs weggegooid.’
Arthur: ‘Klopt. Wat heel fijn was aan deze collaboratie, was dat Wim altijd mijn input vroeg. Ik mocht zelfs samen met Wim en Fernando nadenken over het toneelstuk en over het script. We zijn begonnen met de tekst van Federico García Lorca, en we hebben ons vragen gesteld. ‘Waar gaat het over? Wat is de positie van de vrouw in de samenleving in die tijd? Hoe kunnen we dat moderner maken? Hoe gaan we dat aanpakken met de muziek?’ et cetera. Dan begin je aan een soort van stijl. Alles beïnvloedde alles, dat is fijn. Nu, dat verandert allemaal de seconde dat je zelf in het theater bent. Gijs Van Vaerenbergh (Belgische architecten-kunstenaars Pieterjan Gijs en Arnout Van Vaerenbergh) stonden in voor de scenografie, en hadden een gigantische rotsopstelling gemaakt. Het idee van de Bulgaarse zangeressen was al afgeklopt, en ik heb mijn tijd kunnen nemen om de tekst en de dans te schrijven voor de wedding song. Dat was er allemaal al. Sommige ideeën zijn gebleven, en ik heb de ongebruikte zangpartijen ook opgenomen. Mijn opnames met het orkest waren gepland op 24 februari 2023, en de laatste scène werd gefilmd op 20 februari. Maar dan was er ook een scène gefilmd op een mock-up, en dat klopte plots totaal niet meer. De muziek die ik had gemaakt, paste totaal niet bij de scène. Dan heb ik op vier dagen alles opnieuw moeten doen, gewoon omdat ik de beelden niet had gezien tijdens de initiële conceptie van de muziek. Dat is een situatie waarbij je niet hebt geslapen, en je een uur voor de opnamesessie nog de laatste noten van de strijkers aan het schrijven bent. Dat is in de studio zelf nog je ProTools voorbereiden. Ik had een assistent die naar mij keek en ‘What the fuck’ dacht. De seconde dat het orkest begint, is er de opluchting en denk je ‘Oef, we zijn er’. Het is altijd een proces, zeker bij Wim ook. Herwerken, toch niet, toch wel, iets eruit halen, blijven schaven. Het is een gesamtkunstwerk waarbij alles moet kloppen. Dus om op je vraag te antwoorden: ja en nee. In het begin was ik meer betrokken, maar daarna moest ik echt vanaf de film werken en was het een race tegen de klok.’
Arthur: ‘Ja en nee. Jammer genoeg zijn componisten vaak de laatste schakel van het post-productieproces. Een week voor het einde van de montage, is er vaak nog een nieuwe montage, en dan vragen ze: ‘Kun je EVEN aanpassen?’’
Julian: ‘Soms wordt een volledige score zelfs weggegooid.’
Arthur: ‘Klopt. Wat heel fijn was aan deze collaboratie, was dat Wim altijd mijn input vroeg. Ik mocht zelfs samen met Wim en Fernando nadenken over het toneelstuk en over het script. We zijn begonnen met de tekst van Federico García Lorca, en we hebben ons vragen gesteld. ‘Waar gaat het over? Wat is de positie van de vrouw in de samenleving in die tijd? Hoe kunnen we dat moderner maken? Hoe gaan we dat aanpakken met de muziek?’ et cetera. Dan begin je aan een soort van stijl. Alles beïnvloedde alles, dat is fijn. Nu, dat verandert allemaal de seconde dat je zelf in het theater bent. Gijs Van Vaerenbergh (Belgische architecten-kunstenaars Pieterjan Gijs en Arnout Van Vaerenbergh) stonden in voor de scenografie, en hadden een gigantische rotsopstelling gemaakt. Het idee van de Bulgaarse zangeressen was al afgeklopt, en ik heb mijn tijd kunnen nemen om de tekst en de dans te schrijven voor de wedding song. Dat was er allemaal al. Sommige ideeën zijn gebleven, en ik heb de ongebruikte zangpartijen ook opgenomen. Mijn opnames met het orkest waren gepland op 24 februari 2023, en de laatste scène werd gefilmd op 20 februari. Maar dan was er ook een scène gefilmd op een mock-up, en dat klopte plots totaal niet meer. De muziek die ik had gemaakt, paste totaal niet bij de scène. Dan heb ik op vier dagen alles opnieuw moeten doen, gewoon omdat ik de beelden niet had gezien tijdens de initiële conceptie van de muziek. Dat is een situatie waarbij je niet hebt geslapen, en je een uur voor de opnamesessie nog de laatste noten van de strijkers aan het schrijven bent. Dat is in de studio zelf nog je ProTools voorbereiden. Ik had een assistent die naar mij keek en ‘What the fuck’ dacht. De seconde dat het orkest begint, is er de opluchting en denk je ‘Oef, we zijn er’. Het is altijd een proces, zeker bij Wim ook. Herwerken, toch niet, toch wel, iets eruit halen, blijven schaven. Het is een gesamtkunstwerk waarbij alles moet kloppen. Dus om op je vraag te antwoorden: ja en nee. In het begin was ik meer betrokken, maar daarna moest ik echt vanaf de film werken en was het een race tegen de klok.’
Julian: ‘Gelukkig had je aanvankelijk meer inspraak en creativiteit. Ben je tevreden over het eindresultaat, of hoor je vooral gemiste kansen?’
Arthur: ‘Ik ben supertevreden over de muziek. Ik ben enorm dankbaar, vooral. Het Amsterdamse ensemble ITA en Wim Vandekeybus waren echt een entréekaartje voor toffe samenwerkingen. Zoals met Winne Clement, de man met de fluiten. Of Le Mystère des Voix Bulgares. Alle deuren gingen open, omdat ik een toffe naam achter mij had staan. Moest ik een beginnende student zijn geweest, had ik niet dezelfde kansen gekregen. Dat gaf me ook drive, energie en drift.’ Julian: ‘Ik ben natuurlijk geen kenner. Ik ken enkel John Williams, Alan Silvestri, James Horner, James Newton Howard. Je werkt bij momenten heel minimalistisch en spaarzaam, soms enkel wat geluiden of soundscapes, soms gezangen van Bulgaarse stemmen. Sommige stukken zijn kort, sommige zijn langer. Hoe ben je er zelf aan begonnen? Het zijn genres en stijlen door elkaar, zonder clichéfilmmuziek te zijn. Het is niet wat een niet-getraind oor verwacht …’ Arthur: ‘Hm. Ik heb daar geen concreet antwoord op. Ik heb een vreemd traject doorlopen als artiest. Ik beluister ongelofelijk veel muziek, en ik denk niet in categorieën. Ik snap dat mensen die tendens hebben om iets in te delen in hokjes, maar ik doe dat niet. Voor het stuk wilden we space noch time - geen oude flamenco omdat het stuk toevallig uit 1930 is. Wim noemde het steevast ‘een trip’. Het moest alles en niets zijn. Voor mij is het stuk net heel coherent. Ik wilde een klankwereld maken van invloeden die ik zelf heel cool vind, bv. Jonny Greenwood van Radiohead of Arvo Pärt. Meer hedendaagse, minimalistische, orchestrale muziek. Of progressieve elektronica zoals die van Ben Frost. Plus natuurlijk Bulgaarse traditionele muziek. Dat was mijn klankenpallet. Ik heb er met Wim over gesproken en nagedacht. Wat is de esthetiek van dit stuk? Wat is de klankwereld? Dat moest een wereld apart zijn. Dat is de map die we gemaakt hebben voor de soundtrack. In het stuk zijn het 22 nummers, inclusief een passage met Spaanse jazz. Dat is echt ‘out there’, echt volledig Wim zijn ding. Ik heb een strenge selectie gemaakt om slechts 10 nummers over te houden voor dit album. Ik wilde een coherent universum maken. Ik heb totaal niet nagedacht over de lengte. Ik heb een albummix gemaakt, met ingekorte, beluisterbare nummers. Andere mixen, andere takes. Ik wil niet pretentieus klinken, maar ik ben als componist op zoek om iets te maken dat er nog niet is. In mijn hoofd weet ik welke invloeden ik wil samenbrengen en hoe het moet klinken. Mijn moodboards zijn altijd referenties naar ideeën die er nog niet als geheel zijn. Dat wilde ik met dit album naar voren brengen. Het is het begin van mijn stem als componist. Ik wil elektronische en klassieke muziek samenbrengen. Ik wil klassieke muziek terug sexy maken. Veel mensen hebben een idee over filmmuziek als gemeenschappelijke noemer, maar het kan verder gaan. Er moet meer spotlight op staan. Folklore is ook zo mooi. België is zo’n jong land. Wat betekent het om Belg te zijn? Wat zijn onze tradities? Tradities bepalen hoe mensen over zichzelf nadenken. Stravinsky baseerde sommige muziek op volkse dansen en volkse liederen. Hoe doen we dat in de tegenwoordige tijd? Wat is volkse muziek, waar luisteren de jongeren naar? Techno, house, hiphop, trap, hoe kunnen we dat mengen met een orkest?’ |
Julian: ‘Je hebt een duidelijke visie van wat je wilt doen. Mooi. Jij bent geboren in 1994, dat betekent dat je bent opgegroeid met individuele downloads en streaming. Het album als product is minder belangrijk voor jouw generatie. Het lijkt me geen evidentie dat jij dacht in termen van een volledige plaat.’
Arthur: ‘Ik vind het albumconcept heel interessant. Mijn aandachtspanne is heel kort wanneer het daarop aankomt, er is te veel muziek om te beluisteren. Maar als ik een artiest goed vind, beluister ik graag een volledige plaat. ‘Blood Wedding’ moest een album zijn, omdat het de soundtrack bij een stuk is. Het moest ook een visitekaartje zijn, zodat ik kon zeggen ‘Dit is mijn debuutplaat’. Maar begrijp me niet verkeerd, dit is niet mijn volledige muzikale identiteit, dit is niet ‘enkel’ hoe ik me wil presenteren. Dit zijn gewoon tien tracks die de luisteraar kan verkennen. Een album kan een reis maken, veel meer dan een single of een extended play. Dat is mijn bedoeling. Ik wil de luisteraar uitnodigen om de klankwereld te verkennen.’
Arthur: ‘Ik vind het albumconcept heel interessant. Mijn aandachtspanne is heel kort wanneer het daarop aankomt, er is te veel muziek om te beluisteren. Maar als ik een artiest goed vind, beluister ik graag een volledige plaat. ‘Blood Wedding’ moest een album zijn, omdat het de soundtrack bij een stuk is. Het moest ook een visitekaartje zijn, zodat ik kon zeggen ‘Dit is mijn debuutplaat’. Maar begrijp me niet verkeerd, dit is niet mijn volledige muzikale identiteit, dit is niet ‘enkel’ hoe ik me wil presenteren. Dit zijn gewoon tien tracks die de luisteraar kan verkennen. Een album kan een reis maken, veel meer dan een single of een extended play. Dat is mijn bedoeling. Ik wil de luisteraar uitnodigen om de klankwereld te verkennen.’
Julian: ‘Komt er ook een cd en/of een vinylplaat? Of blijft het voorlopig digitaal?’
Arthur: ‘Er komt misschien een vinylplaat, maar buiten de distributie en de PR van Prova Records komt alles uit mijn eigen zak. Een fysiek product is behoorlijk duur. Voorlopig enkel streaming. Ik heb ook geen verwachtingen, ik wil het gewoon met de wereld delen. Ik ben bezig met het volgende project, maar ik heb nu een hoofdstuk kunnen afsluiten.’ Julian: ‘Kan je uitleggen hoe een nummer bij jou ontstaat? Als je bijvoorbeeld de track ‘Zhetvata Ide’ neemt?’ Arthur: ‘Dat nummer is geschreven in de traditie van Bulgaarse folklore. Het nummer gaat over de oogst die zal komen, het is een sacraal trouwceremonielied. Ik had een obsessie met Le Mystère des Voix Bulgares, die een lied genaamd ‘Polegnala e Todora’ hebben. Dat is zonder zever het allermooiste dat ik ooit in mijn leven heb gehoord. Wat blijkt? Zij hebben dat gezongen op de trouw van David Bowie. In het stuk van Wim is er een trouwceremonie, die niet in het originele stuk zit. Fernando heeft die toegevoegd, om het donkere stuk wat hoop te geven. Ik wilde het meest hoopvolle trouwlied ooit schrijven, dus ik moest daarvoor een Bulgaars koor hebben. Ik was enorm gebeten door de Bulgaarse muziek, heb heel veel opzoekwerk gedaan, en die teksten gaan over heel kleine, banale zaken. ‘Ik ben verliefd op het buurmeisje, maar ze wil me niet. Jammer.’ of ‘Het is tijd om te oogsten, we gaan het graan van de velden halen’. Supersimpele dingen, allemaal. Ik heb een jaar lang, puur uit interesse, les gevolgd bij een prof om te leren schrijven in de stijl van die traditionele liederen. Ik ben daarna de tekst beginnen schrijven, maar dat mag niet in het hedendaags Bulgaars. Dat moet in een accent van een bepaalde regio. Mijn vriendin is Bulgaarse, en die kent die woorden ook niet, om maar iets te zeggen. Ik was de hele tijd iedereen lastig aan het vallen, woordenboeken aan het kopen, websites aan het raadplegen, ik moest écht het mooiste trouwlied schrijven. Ik heb drie maanden lang aan die tekst gewerkt, voor ie op punt stond. Van die prof heb ik geleerd om oude volksliederen te opnieuw te arrangeren, de bestaande melodie van een volkslied arrangeren volgens de traditie van de klassieke muziek. (begint te zingen) Uit die oefeningen is de melodie ontstaan. Het was nachten- en dagenlang werken, met de juiste begeleiding. Ik had ook toevallig de echtgenoot van de hoofdsopraan (soliste) van Le Mystère des Voix Bulgares leren kennen, en heb hem de juiste vragen gesteld: ‘Wat was die fluit in dat stuk? Mag ik eens langskomen?’ Maar toen wist ik nog niet dat hij met haar getrouwd was, dus ik was starstruck de eerste keer dat ik bij hen thuiskwam. Ik durfde hen niet vragen aan ‘Bloedbruiloft’ mee te werken, dus ik vroeg hen of ze misschien kleine koortjes in Sofia kenden. Maar ze wilden wél meewerken.’ Julian: ‘Dat kon je allicht niet geloven.’ Arthur: ‘Ik kon het niet geloven. Ik was extatisch. Het was echt iets dat ik van mijn bucketlist kon schrappen. Het toffe is nu ook dat die mensen mijn werk ook echt goed vonden, ze wilden meteen méér doen. Eerst één nummer, dan drie, dan vijf. Nu nodigen ze mij soms uit voor de koffie. Het is een vriendschap die me heel blij maakt. Eén van de mooiste momenten van mijn leven.’ |
Julian: ‘Je noemde al Stravinsky en Ravel. Zijn dat effectief de mensen die ervoor gezorgd hebben dat je doet wat je nu doet, of heb je nog andere invloeden?’
Arthur: ‘Ravel is de reden waarom ik componist ben geworden. Dat was een openbaring. Ik maak al veertien jaar elektronische muziek, maar ik was het genre beu. Er zijn heel veel parallellen met orchestrale muziek: alles draait om lagen, frequentiespectrum, et cetera. Elektronische muziek is meestal in een loop, en klassieke muziek is fluïde. Ravel is drie jaar lang mijn drijfkracht geweest om orchestratie en compositie te leren. Ik heb alles geleerd van naar hem te luisteren. Van Ravel ga je naar Stravinsky, die veel van elkaar afgekeken hebben.’ Julian: ‘Echt?’ Arthur: ‘Echt waar, heel hard. In beide richtingen. Ravel was een introductie tot andere zaken. Ook wel de entiteit Jonny Greenwood. Wat hij doet als producer, componist, sound designer … het is een artistiek profiel dat ik super vind. Hij doet alles onder zijn eigen noemer.’ Julian: ‘Ga je ooit terug naar de elektronische muziek?’ Arthur: ‘Ik ben nu voor Wim zijn nieuwe stuk bezig, en dat is quasi enkel elektronische muziek. Ik ben nu ook bezig aan een liveset, ik wil graag terug live optreden. Elektronisch én klassiek, die combo. Ik kan nog veel groeien, er zijn geen limieten. Ik sluit niets uit. Afgelopen jaar heb ik als producer ook gewerkt voor zangers en zangeressen, dat was puur elektronica. Ik kijk er niet op neer.’ |
Julian: ‘Voor welke regisseur zou je heel graag werken, als er geen grenzen aan je verbeelding zijn?’
Arthur: ‘Daar moet ik even twee minuten over nadenken, mag dat? Alejandro González Iñárritu. Paul Thomas Anderson. Er zijn er véél.’
Julian: ‘Mathias Brouns?’
Arthur: ‘Natuurlijk. Mijn broer. Absoluut!’
Julian: ‘Nog veel succes met alles.’
Arthur: ‘Bedankt! Ik vond het een tof gesprek.’
Arthur: ‘Daar moet ik even twee minuten over nadenken, mag dat? Alejandro González Iñárritu. Paul Thomas Anderson. Er zijn er véél.’
Julian: ‘Mathias Brouns?’
Arthur: ‘Natuurlijk. Mijn broer. Absoluut!’
Julian: ‘Nog veel succes met alles.’
Arthur: ‘Bedankt! Ik vond het een tof gesprek.’
Julian De Backer © 2023 for Keys and Chords
A WOODLAND HILLCREST PROMOTION PRODUCTION I KEYS AND CHORDS 2001 - 2024