"Ik denk in kleuren en klanken, daarin kan ik me helemaal verliezen."
Steven De bruyn heeft met 'The Eternal Perhaps' een fijne, warme soloplaat uit. De nieuwe plaat klinkt helemaal anders dan de laatste van zijn groep The Rhythm Junks. In de media wordt ze nu al 'de soundtrack bij nooit geschreven politieseries' genoemd, en de naam 'Toots Thielemans' valt ook onvermijdelijk in recensies. De bruyn verwelkomt me hartelijk in zijn gezellige huis in Gent, en vertelt me hoe hij aan deze plaat is begonnen? Was het anders componeren, in vergelijking met hits schrijven voor zijn band?
Steven De bruyn: 'Het is een volledig andere manier van werken. The Rhythm Junks is een groep, dus de songs zijn groepswerk. Zelfs wanneer ik toen een idee voor een nummer had, dan nog werkten we dat samen uit en zocht iedereen zijn eigen partij. Heel vaak vertrokken we vanuit jams. Nu, voor mijn plaat, ben ik op een totaal andere manier te werk gegaan. Wanneer ik gevraagd werd om een aantal nummers op een evenement te brengen, en ik wist dat ik de band niet nodig had, merkte ik dat ik vaak instrumentaal begon te spelen. Ik voel redelijk snel of er enthousiasme is voor een songidee. Bij The Rhythm Junks was er soms totaal géén enthousiasme, voor zaken die ik misschien wel goed vond. Met die ideetjes wilde ik nu aan de slag. Wij werkten als groep altijd vrij lang op voorhand aan nummers, waarna we gingen opnemen in de studio. Nu heb ik de studio een beetje als instrument gebruikt. Technicus Géraldine Capart en ik hadden in Brussel afgesproken. Met de trein naar Brussel, twintig minuten stappen, om 11 uur in St-Josse aankomen, een theetje drinken, om 11.05 uur beginnen met opnemen, en om 17 uur terug naar huis gaan - Géraldine heeft nog jonge kinderen. Er zat geen producer bij, bij onze groepsplaten was dat wel het geval. Ik heb geprobeerd flarden op te nemen, om vervolgens te kijken wat ik ermee kon aanvangen. Géraldine is iemand die pas haar mening zei nadat ik zelf aangaf dat de tweede take misschien de beste was.'
Julian De Backer: 'Ze hield zich voornamelijk afzijdig?' Steven: 'Ja, op bepaalde momenten twijfelde ik ook. 'Gaat dit wel oké zijn?'. Het laat toe dat er helemaal andere resultaten naar boven komen, dan wanneer je opneemt met een band die voor energie gaat. Ik wilde op een andere manier muziek maken.' Julian: 'Als je zegt dat je de studio als instrument hebt gebruikt, is het album dan ook live ingespeeld? Geen overdubs of iets dergelijks?' Steven: 'Overdubs wel, maar vaak vanuit mijn looper (een effectpedaal, red.). Ik ben met een looper aan de slag gegaan, en op een bepaald moment hoorde je zelfs eenentwintig mondharmonica’s bovenop mekaar (gniffelt). Dat lukt alleen maar wanneer je kan multi-tracken. Je hoort dat in het nummer 'Aanspraak', bijvoorbeeld. Het is een andere manier van werken die ik nog nooit gebruikt heb. Wanneer we als band naar de studio gaan, hebben we ons werk op voorhand reeds gedaan. Nu heb ik op het moment zelf willen creëren. Ik heb ruwe foutjes ook gewoon op de plaat laten staan, een heel bewuste keuze.' Julian: 'Je hebt je fouten als sterktes gebruikt. Een nummer als 'Sometimes' lijkt me bewust dissonant te klinken. Klopt dat?' Steven: 'Ja, inderdaad. Het is misschien raar, maar een paar mensen hadden gesuggereerd dat ik de stem misschien eens opnieuw moest opnemen. Maar ik vond die take het gevoel bevatten dat het nummer verdiende. Het was erg laid-back. Je kan dat perfect krijgen, als je dat wilt, maar dan zou de ziel van het nummer verloren zijn gegaan. Ik heb er effectief nog twee dissonante noten op Fender Rhodes aan toegevoegd (lacht).' Julian: ''Serve the Servants', het openingsnummer op 'In Utero' van Nirvana, begint ook bewust off-key. Heel interessant voor de mensen die 'Nevermind' part two verwachtten.' Steven: 'Ik heb een kleine tournee gedaan met jazzgitarist Eugene Chadbourne. Als je ziet wat hij live doet, klinkt mijn plaat helemaal niét dissonant, haha. Hij komt uit een avant-gardestroming en heeft traditionele countrymuziek gefusioneerd met experimentele improvisatie. Samenspelen met hem was een leerproces voor mij, want soms stemde hij zijn banjo helemaal niet. De optredens klonken doorgaans beter met een gestemde banjo, maar af en toe kreeg je ook magische momenten door het ruwe spel. Ik heb zeker iets van zijn aanpak meegenomen.' Julian: 'Je zei daarstraks al dat schrijven voor jezelf anders is dan schrijven voor en met The Rhythm Junks. Kan jij je bewust in die mindset zetten, genre 'Nu ga ik schrijven voor mezelf'? Of komen je nummer organisch, en zie je nadien wel wat je ermee doet en in welke vakjes je ze stopt?' Steven: 'Ik kijk soms met bewondering naar mensen die vier groepen hebben, en die ook nog eens allemaal goed zijn. Dat kan ik niet. Ik zal eerlijk zijn: meestal staat mijn hoofd naar het project waar ik op dat moment mee bezig ben. Iemand als Frank Vander linden kan echt in opdracht nummers schrijven, dat lukt mij evenmin. Zo zit ik niet in elkaar. Ik ben echt een speelvogel. (Wijst naar zijn woonkamer) Kijk, alles staat klaar om straks weer iets uit te proberen. Ik werk met proberen, en wegsmijten, en opnieuw beginnen. Na een reeks optredens in Duitsland en Zwitserland bedacht ik me hoe cool het zou zijn om eens een nummer in het Nederlands uit te brengen. Ik schrijf altijd in het Engels. Nu, op deze plaat, heb ik twee gedichten gebruikt. Eén in het Afrikaans van Ronelda Kampfer, en één in het Nederlands van Elvis Peeters. Zo kon ik testen of het Nederlands mij lag als songtaal, en kon ik besluiten dat het alvast niet de fout was van de tekst als het nummer de mist in ging. Chapeau voor iedereen die in het Nederlands schrijft, want dat is niét makkelijk. Ik heb heel wat probeersels liggen, dus misschien is dat de volgende stap ...' Julian: 'Je wordt nog meer met een vergrootglas bekeken. Iedereen begrijpt elk woord. Heb je al ooit in opdracht geschreven?' Steven: 'Ja, één keer, en dat is nog een goed nummer geworden. The Rhythm Junks waren gevraagd om voor 'Te Gek!?' een song te maken, en het resultaat is 'Maybe Slowly'. Er zijn twee versies van. Thematisch moest het aansluiten bij 'Te Gek!?'.' Julian: 'Maar dat nummer was dus nog wel degelijk voor jullie bedoeld, niet voor een andere artiest ...' Steven: 'Nee, inderdaad, ik heb nog nooit voor een andere artiest geschreven.' Julian: 'Op jouw plaat staat een track met een grappige naam, 'Stevo Wonders'. Wat is de oorsprong daarvan?' Steven: 'Ik heb al jaren een schuilnaam, 'Stevo Harpo'. Ik heb voor deze plaat lang zitten twijfelen: breng ik ze onder mijn eigen naam uit, of als Stevo? Stevo, zoals Mauro. Maar veel mensen kennen me natuurlijk onder mijn eigen naam. Ik deed ooit een tournee met Derek ...' Julian (onderbreekt): 'Derek? Die heeft een gewéldig nummer, 'Onder stroom'. Hij verdient meer erkenning.' Steven: 'Dat vind ik ook, absoluut. We waren toen 'Derek and Stevo', en veel organisatoren vroegen toen: 'Wie is Stevo?'. Op de posters werd dat dan: 'Stevo (Steven De bruyn)'. Tja, dan moest ik maar gewoon zijn wie ik ben. Thelonious Monk heeft albums genaamd 'Monk's Dream', 'Monk's Blues', et cetera. Woordspelingen, kortom. Ik zet ook wel eens in een mail 'Stevo wonders', als werkwoord dan.' Julian: 'En jouw pseudoniem 'Stevo Harpo' is een knipoog naar The Marx Brothers?' Steven: 'Ja, en je hebt ook bluesgast Slim Harpo. Ik vond dat een geestige naam. Het nummer 'Stevo Wonders' is een knipoog naar Stevie Wonder, uiteraard, en Steven die zichzelf iets afvraagt, en die zichzelf in vraag stelt. 'What's next?'.' Julian: 'Heel leuk, goed gevonden. Het nummer 'Onder de regen' is één van de beste van de plaat. Op het einde van het nummer zeg je zelfs: 'De regen houdt nooit op'. Is dat jouw eigen mening, of beweer je dat als personage van de song?' Steven: 'Eerlijk: ik had het nummer al drie keer live gespeeld, en toen ik het in de studio ging opnemen, vond ik het gedichtenboek niet meer van waaruit de tekst komt. Ik heb vanuit mijn geheugen gezongen. In het gedicht luidt de tekst: 'De regen houdt niet op', maar ik heb er dus 'nooit' van gemaakt. Ik heb het gecheckt bij schrijverskoppel Elvis Peeters, en ze vonden het een mooie bewerking, dichterlijke vrijheid. Ik ben op dat moment de persoon die er staat, en voor hem houdt de regen maar niet op. Het woord 'nooit' maakt het geheel dramatischer.' Julian: 'Ben jij altijd de 'ik', of is het toch een fictief personage?' Steven: 'De 'ik' gaat over mij, maar soms vermijd ik het voornaamwoord ook gewoon. Een nummer als 'Why Would I Worry?' gaat zeker over mij. Deels autobiografisch, deels aangepast aan het nu. Het accident dat ik erin beschrijf, is ondertussen vijftien jaar geleden.' Julian: 'In 2014 interviewde ik Tom Van Laere, Admiral Freebee, en ik vertelde hem dat ik 'Rags 'N' Run' zo'n mooi nummer vind, met die harmonicasolo op het einde. Hij antwoordde me: 'Ik vind het leuk dat je zegt 'prachtige mondharmonicasolo', want ooit heeft Steven De bruyn me gezegd: 'Mijn zoon, die net geboren is, kan even goed spelen, want hij kan ademen.' Klopt die anekdote?' Steven (lacht smakelijk): 'Het is niet helemaal honderd procent juist. Ik vind 'Rags 'N' Run' trouwens een prachtig nummer. Toen mijn zoon drie jaar was, speelde die al een beetje mondharmonica. Ik werd niet lang daarna geïnterviewd op de radio, en ze vroegen mijn mening over 'Rags 'N' Run'. Ik antwoordde: 'Zo speelt mijn zoon intussen ook'. Waarmee ik helemaal geen afbreuk wou doen aan Tom Van Laere. Iets hoeft niet ingewikkeld te zijn om mooi te zijn. Leuke anekdote hierbij: mijn zoon, Jaco Sette, volgde jaren geleden gitaarles, en vroeg telkens vijf euro aan mij om de les te betalen. Na een paar weken vroeg hij ineens geen vijf euro meer, maar hij ging nog steeds naar de les. Ik liet hem even begaan, maar vroeg nadien toch om verduidelijking. 'Ik speel nu mondharmonica', zei hij, 'en de leerkracht heeft gezegd dat ik dan gratis mag komen, want hij vindt dat leuk'. Nadien kwam ik die leerkracht tegen, een hele goede gitarist, en die zei me: 'Uw zoon heeft talent, echt fantastisch. Ik vind het zo tof als hij komt.' Een halfjaar later stopte mijn zoon met die lessen, en speelde hij ook geen mondharmonica meer. 'Waarom ben je gestopt?' vroeg ik hem. 'Ja, ik wil u niet belachelijk maken, papa.' Die was toen twaalf jaar! Ik vond dat supergrappig!' Julian: 'Wow. Dan moet hij wel uitstekend zijn.' Steven: 'Hij is goed in alles wat hij doet. Hij schrijft teksten, hij maakt rapmuziek, ik vind hem even goed als Zwangere Guy. Alleen heeft hij minder geldingsdrang. Momenteel ligt zijn focus op zijn tekenwerk. Hij kan absoluut iets, hij doet alles in fasen. Dan gaat hij bijvoorbeeld draaien op een feestje, met alle muziek op zijn telefoon. 'Waar is uw gerief?' vraag ik dan. 'Alles staat op mijn telefoon'. Ik vroeg hem hoeveel procent batterij hij nog had. 'Zevenentwintig procent', dat vond hij meer dan genoeg. Nieuwe generatie, nieuwe benadering. Heel los. Heel verfrissend. Heel goed.' Julian: 'Hij heet 'Jaco', naar Giacomo?' Steven: 'Ja, en naar Jaco Van Dormael en Jaco Pastorius.' Julian: 'Goed gekozen. Hij is onder een goed naamgesternte geboren.' Steven: 'Al twee journalisten hebben een fout gemaakt: ze kijken naar de credits, en ze schrijven: 'Dries De bruyn, de zoon van Steven'. Maar Dries is mijn broer, en Jaco is mijn zoon. Het moet juist zijn.' Julian: 'Grappig dat uw zoon zo'n aangeboren mondharmonicatalent heeft. Absoluut geen evident instrument.' Steven: 'Hij heeft een goed muzikaal gevoel. Ondertussen is hij negentien, dus hij zou wel opnieuw moeten beginnen oefenen als hij er iets mee wilt doen. Als ik twee weken niet speel, voel ik dat. Mijn skills gaan meteen achteruit. Je moet ermee bezig blijven. Aan de andere kant wilde hij heel hard niét in de voetsporen van zijn pa blijven lopen, hij wilde zijn eigen ding doen.' Julian: 'Heb je toevallig 'Creed' gezien, de uitstekende spin-off van de Rockyfilms?' Steven: 'Nee.' Julian: 'Ik moest eraan denken bij jouw verhaal over optreden met een smartphone. In 'Creed' traint Rocky (Sylvester Stallone) Adonis (Michael B. Jordan), de zoon van zijn vroegere rivaal, Apollo Creed. Dat is natuurlijk een jonge kerel, nieuwe generatie, heel vertrouwd met spitstechnologie. Rocky tekent een heel boksregime voor hem uit op papier, Adonis neemt snel een foto met zijn smartphone, en loopt weg. 'What if you lose it?' roept Rocky hem achterna. 'It's already in the cloud!' antwoordt Adonis. Waarna Rocky naar omhoog kijkt, richting hemel, en zich afvraagt: 'What cloud?'' Steven: 'Haha! Alles gaat vooruit, we hebben nu gigantisch veel mogelijkheden. Het is een fijne tijd om in te leven. We hebben veel hulpmiddelen. Mijn enige vraag is: zijn we niet enorm afgeleid? Ik probeer die afleiding te minimaliseren. Ik kom niet tot spelen als ik afgeleid ben. Mijn lichaam en mijn geest moeten getraind worden, en ik haal veel voldoening uit muziek maken. Dat is voor mij oneindig belangrijker dan twee uur op Facebook zitten. Het helpt om uw prioriteiten te stellen. Mijn zonen zijn erg aan het zoeken. De oudste heeft zijn smartphone weggedaan, en bezigt terug een Nokia-baksteentje.' Julian: 'Idem, ik heb ook een Nokia. Ik wil niet altijd online zijn. Het is een verslaving.' Steven: 'Absoluut. Het is een drug.' Julian: 'Het doet me plezier te horen dat jouw nog jeugdige zoon dat ook beseft. Je hebt nu een mooi album uit, wat is de logische volgende stap? Zit je nog in die flow? Ga je nog een tweede plaat op hetzelfde elan maken? Of ga je terug rocken met The Rhythm Junks?' Steven: 'Ik heb mijn volgende stap bewust nog niet gepland. Als je constant 'het volgende ding' op het schap hebt liggen, dan kan je niet ten volle doorgaan in het hier en nu. We hebben een mooie tournee in België in het verschiet, de Nederlandse booker legt zijn puzzel samen en ook in Duitsland zijn er gesprekken. Het verhaal van de plaat begint dus nog maar net. Als je dan al weet dat je in het najaar het volgende project moet klaar hebben, dan loopt het fout af. Ik maak wel altijd notities van observaties, en er zijn nieuwe nummers in de maak. Solo of met band? We'll see. Live overstijgen we na amper zeven concerten de plaat misschien al.' Julian: 'Leuke oefening: een live-opname van de plaat nu, en zien hoe anders het resultaat is op zo'n korte tijd. Vroeger was dat duur en moeilijk, nu kan je alles makkelijk opnemen.' Steven: 'Dat is een goed idee.' Julian: 'En dan als download voor de fans. Vijf euro.' Steven: 'Wie weet.' Julian: 'Wat die afleiding betreft, waarover je sprak: toen ik hem interviewde voor mijn boek 'Songwriters', zei Frank Vander linden me ook dat hij blij was dat er nog verveling was toen hij leerde gitaarspelen. Dat hij allicht nooit had leren spelen als hij, zoals de jeugd vandaag, toegang had tot eindeloze websites, apps, spelletjes, en filmpjes.' Steven: 'Verveling is de motor tot creativiteit. Leegmaken. In het Boeddhisme zeggen ze dat uw kom moet leeg zijn. Als uw kom niet leeg is, heeft die geen functie. Een kom met soep, is een soepkom.' Julian: 'Ik was ook nooit creatiever dan tijdens de examens. Alles was goed om niét te studeren.' Steven: 'Veel nummers, of zaadjes voor nummers, komen onverwachts. 'Ik moet binnen een kwartier vertrekken, maar ik ben al klaar. Dus ik heb nog een kwartier.' En dan pak ik mijn gitaar vast, er komt iets, ik neem dat snel op, en het resultaat is vaak beter dan na een ganse dag gepland nummers componeren. Heel raar!' Julian: 'Als een impressario jou nu zou zeggen: 'Je hebt een uur om een nummer te schrijven', zou dat beklemmend of bevrijdend zijn?' Steven: 'Ik heb ooit getwijfeld over mijn capaciteiten als songwriter na een speciale ervaring. We moesten, samen met Frank Vander linden en Patrick De Witte, een antwoordnummer op 'Lonely Boy' van The Black Keys componeren voor Radio 1. We waren er met wat flarden van ideeën aan begonnen. 'Eindelijk alleen' was de slagzin. Patrick wilde gaan roken, en hij stelde een pauze voor. Frank zei toen: 'Mannen, laat mij maar even'. Een kwartier later was die songtekst klaar! Dat had ik nog nooit meegemaakt, en dat is mij nog nooit zo snel gelukt.’ Julian: 'En allicht was het resultaat ook goed.' Steven: 'En het was nog goed ook! Patrick kwam binnen, en die schudde ook nog twee aanvullende ongelofelijke regels uit zijn mouw. Hij was taalkundig heel sterk. Taal is voor mij ploeteren. Ik denk veel meer in kleuren en klanken, daarin kan ik me helemaal verliezen. Taal blijft een worsteling, en zal dat altijd blijven.' Julian: 'Iedereen heeft zijn sterktes.' Steven: 'Desondanks geef ik niet op, want ik ben graag bezig met taal. Maar toen heb ik even een meester aan het werk gezien.' Julian: 'Ik wist zelfs niet dat Patrick De Witte (RIP) talent als liedjessmid had.' Steven: 'Zeer zeker, hij was een goede schrijver.' Julian: 'Jouw vrouw is een Italiaanse. Heb je ooit al een Italiaans nummer geschreven?' Steven: 'Mijn tweede zoon heet Rocco, en die is op zijn negen spontaan Italiaans beginnen leren. Ik ben blij dat hij met die taal bezig is, maar hij durft ze soms niet hardop spreken. Ik kan redelijk goed Italiaans verstaan, omdat ik destijds ook Latijn heb gestudeerd. Het is een prachtige muzikale taal. Mijn vrouw zet soms een playlist met enkel Italiaanse songs op.' Julian: ''Gente di mare', top. Of 'Ti sento', één van mijn favorieten.' Steven: 'Marino e marini, prachtige muziek. Maar ik zou te hard door de mand vallen met mijn accent. Zelfs met mijn Engels val ik al op (lacht). Maar: wat niet is, kan nog komen. Maar het zal dan toch een nummer met heel weinig woorden zijn.' Julian: 'Bedankt voor uw tijd.' Steven: 'Jij bedankt. Graag gedaan.' |
Julian De Backer © 2020 for Keys and Chords
A WOODLAND HILLCREST PROMOTION PRODUCTION I KEYS AND CHORDS 2001 - 2024