john mayall
John Mayall • 25 november 2014 • Ronnie Scott’s, Londen
Eerste en tweede show
Toen de eerste show was afgelopen, vroeg ik aan de balie of er nog plaatsen te koop waren voor de tweede show. Uitverkocht. Ik weet het. Een kruk aan de bar OK? Een kruk aan de bar OK!
Nog voor het eerste nummer, was duidelijk dat de 80-jarige John Mayall in vorm verkeerde. Hij kwam nonchalant wat aansluitingen checken, liep kwik en monter het podium op, nam met genoegen plaats achter zijn orgel. Staand. Kleurig hemd, hippiekralen, het haar in een staartje. Ik had lang getwijfeld, want in mei maakte ik Johnny Winter mee. Wat een tristesse overviel mij toen. Welk een blijdschap overviel me nu bij Mayall!
Mayall had zich uitstekend omringd met een wonderlijk trio: bassist Greg Rzab (Jeff Beck, Buddy Guy, en zo), drummer Jay Davenport en gitarist Rocky Athas. Drie heren van muzikale stand met elk een indrukwekkend palmares, stonden ten dienste van één van de weinige Britten die de blues zelf vorm gaf in plaats van ze te kopiëren en tot op vandaag creatief is gebleven. We kregen precies wat hij beloofde: een reis door de tijd en alle subgenres van de blues, te beginnen met ‘The Sum Of Something’ uit ‘Rough’ (2009) met Mayall op orgel en harmonica, daarna ‘Long Gone Midnight’ uit het mythische ‘Blues From Laurel Canyon’ (1968), een funky ‘Do I Please You’ (1977) met Mayall op gitaar, covers van klassiekers uit zijn recente album (‘Flooding in California’ van Albert King, ‘That’s Alright’ van Jimmy Rogers), en ga zo maar door. Moeiteloos alles aan elkaar rijgend, meestal flink uptempo, strak en superprofessioneel. Het was een uurtje genieten met een Mayall die nog vrij goed bij stem is en zijn kleine mankementen weg grapt. Hoed af voor elk van de begeleiders. Een speciale vermelding voor Rocky Athas, die ik voor een simpele bluesrocker hield, maar hier alle subtiliteit van een groot gitarist tentoonspreidt.
Halverwege kondigt Mayall zonder verpinken aan dat de tweede show van de avond uit allemaal andere nummers zal bestaan, net als de twee shows van de daaropvolgende dag. Tijdens de pauze bevestigt drummer Davenport met een simpel ‘No repeats!’. Dat is vakmanschap en respect voor de fans. Die kans mocht ik niet missen en hoewel de twee avonden officieel uitverkocht waren, toverde de caissière alsnog een vrije barkruk uit haar hoed voor show twee, een tweede reis door Mayalls gevarieerde discografie. Ik vermeld Lionel Hampton (‘Ridin’ on the L and N’), Louis Jordan, Eddie Taylor en de onvermijdelijke Sonny Boy Williamson. Mayall is nog beter bij stem, gaat in gitaarduel met en geamuseerde Rocky Athas, laat op tijd en stond ook bassist Rzab en drummer Davenport aan het woord en slaagt er in om het publiek totaal stil te krijgen met een beklijvend getuigenis over zijn deelname aan de Koreaanse oorlog (‘One Life To Live’) en een kippenvelversie van het romantische ‘Broken Wings’ uit ‘The Blues Alone’ (1967), één van de weinige slepers van de avond. Na een daverend ‘Congo Square’, neemt het publiek geen genoegen met de afkondiging en Mayall geeft na een kort verblijf achter de coulissen toe: een laatste nummer dat hij “een beetje zal rekken”. Dat wordt tot ieders vreugd een spetterend ‘Hideaway’ van het legendarische ‘Beano’-album met Eric Clapton.
Line-up:
Helaas mochten er tijdens de show géén foto’s gomemaakt worden, daarom enkele van zijn passage op het Blues festival van Peer 2009.
Report: Eddy Bonte – Photo’s: Eddy Bonte (Ronnie Scott) & Alfons Maes (Blues Peer) ©
Eerste en tweede show
Toen de eerste show was afgelopen, vroeg ik aan de balie of er nog plaatsen te koop waren voor de tweede show. Uitverkocht. Ik weet het. Een kruk aan de bar OK? Een kruk aan de bar OK!
Nog voor het eerste nummer, was duidelijk dat de 80-jarige John Mayall in vorm verkeerde. Hij kwam nonchalant wat aansluitingen checken, liep kwik en monter het podium op, nam met genoegen plaats achter zijn orgel. Staand. Kleurig hemd, hippiekralen, het haar in een staartje. Ik had lang getwijfeld, want in mei maakte ik Johnny Winter mee. Wat een tristesse overviel mij toen. Welk een blijdschap overviel me nu bij Mayall!
Mayall had zich uitstekend omringd met een wonderlijk trio: bassist Greg Rzab (Jeff Beck, Buddy Guy, en zo), drummer Jay Davenport en gitarist Rocky Athas. Drie heren van muzikale stand met elk een indrukwekkend palmares, stonden ten dienste van één van de weinige Britten die de blues zelf vorm gaf in plaats van ze te kopiëren en tot op vandaag creatief is gebleven. We kregen precies wat hij beloofde: een reis door de tijd en alle subgenres van de blues, te beginnen met ‘The Sum Of Something’ uit ‘Rough’ (2009) met Mayall op orgel en harmonica, daarna ‘Long Gone Midnight’ uit het mythische ‘Blues From Laurel Canyon’ (1968), een funky ‘Do I Please You’ (1977) met Mayall op gitaar, covers van klassiekers uit zijn recente album (‘Flooding in California’ van Albert King, ‘That’s Alright’ van Jimmy Rogers), en ga zo maar door. Moeiteloos alles aan elkaar rijgend, meestal flink uptempo, strak en superprofessioneel. Het was een uurtje genieten met een Mayall die nog vrij goed bij stem is en zijn kleine mankementen weg grapt. Hoed af voor elk van de begeleiders. Een speciale vermelding voor Rocky Athas, die ik voor een simpele bluesrocker hield, maar hier alle subtiliteit van een groot gitarist tentoonspreidt.
Halverwege kondigt Mayall zonder verpinken aan dat de tweede show van de avond uit allemaal andere nummers zal bestaan, net als de twee shows van de daaropvolgende dag. Tijdens de pauze bevestigt drummer Davenport met een simpel ‘No repeats!’. Dat is vakmanschap en respect voor de fans. Die kans mocht ik niet missen en hoewel de twee avonden officieel uitverkocht waren, toverde de caissière alsnog een vrije barkruk uit haar hoed voor show twee, een tweede reis door Mayalls gevarieerde discografie. Ik vermeld Lionel Hampton (‘Ridin’ on the L and N’), Louis Jordan, Eddie Taylor en de onvermijdelijke Sonny Boy Williamson. Mayall is nog beter bij stem, gaat in gitaarduel met en geamuseerde Rocky Athas, laat op tijd en stond ook bassist Rzab en drummer Davenport aan het woord en slaagt er in om het publiek totaal stil te krijgen met een beklijvend getuigenis over zijn deelname aan de Koreaanse oorlog (‘One Life To Live’) en een kippenvelversie van het romantische ‘Broken Wings’ uit ‘The Blues Alone’ (1967), één van de weinige slepers van de avond. Na een daverend ‘Congo Square’, neemt het publiek geen genoegen met de afkondiging en Mayall geeft na een kort verblijf achter de coulissen toe: een laatste nummer dat hij “een beetje zal rekken”. Dat wordt tot ieders vreugd een spetterend ‘Hideaway’ van het legendarische ‘Beano’-album met Eric Clapton.
Line-up:
- John Mayall (orgel, harmonica, vocals, gitaar)
- Rocky Athas (leadgitaar)
- Greg Rzab (basgitaar)
- Jay Davenport (drums)
Helaas mochten er tijdens de show géén foto’s gomemaakt worden, daarom enkele van zijn passage op het Blues festival van Peer 2009.
Report: Eddy Bonte – Photo’s: Eddy Bonte (Ronnie Scott) & Alfons Maes (Blues Peer) ©
A WOODLAND HILLCREST PROMOTION PRODUCTION I KEYS AND CHORDS 2001 - 2024