|
13 februari 2020 |
De Move2Blues-organisatie keek vol verwachting uit naar de komst van Duke Robillard want de vorige Hasseltse passage in de MOD was al even geleden zo bleek, al sinds 2006. Er werd de voorbije jaren dan ook veel moeite gedaan om Duke te overhalen voor een concert en eind 2018 leek het ei zo na te lukken. Maar uiteindelijk haakte hij af en vertrok vroeger dan verwacht naar de States, ondanks een getekend contract. Een opdoffer voor Danny Guilliams en Duke had dan ook iets goed te maken op Limburgse bodem.
Duke Robillard is dan ook een grote naam is het bluesgebeuren. Persoonlijk hebben we er best bijzonder fijne herinneringen aan want zijn passage in de Turnhoutse zolder van jeugdclub De Wollewei (ik vermoed ergens half jaren tachtig) was wel spraakmakend, samen met zijn toenmalige Pleasure Kings. Ook Misjel Daniëls haalde hem op het eerste Peerse festival (in 1985, toen nog BRBF). Maar de periode ervoor had gitarist Duke Robillard (samen met pianist Al Copley) al wel geschiedenis geschreven met de oprichting van Roomful of Blues (ROB) in 1967, jaren later ook een vaste klant op het Peerse festival. Hij verliet de band in 1979 (waar Ronnie Earl hem verving) om even met de befaamde Robert Gordon te spelen. Maar in 1981 vormde hij de Duke Robillard Band en jaren later waren er de Pleasure Kings, die ontbonden werden in 1990. Maar Luttele maanden later kwam er een aanbod van The Fabulous Thunderbirds om er zowaar Jimmy Vaughan te vervangen, maar echt lang hield hij het niet uit toen ook de T-Birds er even de riem aflegden. Vanaf toen ging Duke solo en bracht hij samen met allerlei gelegenheidsbands heel wat albums op de markt. De discografie van de 71-jarige Robillard is dan ook indrukwekkend. Nadat hij in de late jaren tachtig de muzikanten van de Wentus Blues Band (WBB) ontmoette ontstond er een langdurige vriendschap met deze erg populaire Finse band, die ook al een vijftiental albums wist te verwezenlijken. De vriendschap tussen Duke en de band mondde recentelijk uit in het vorig jaar in september opgenomen album ‘Too Much Mustard’ in een studio in de Amerikaanse staat Rhode Island en dat werd uiteraard een hele belevenis voor deze Finse band. De recensies voor dit album bleken overigens vrij lovend te zijn. Ook hun Europese tour, die begon in hun thuisland scoorde erg goed, zodat het reikhalzend uitkijken was naar hun passage in de goed gevulde grote zaal van de Muziekodroom. Duke Robillard is in feite een jazzgitarist, maar hij is een beetje van alle markten thuis en kan zowat alle genres aan in de blues: van rock tot jump en swing. Geen vingervlugge toestanden, maar hij doet dat telkens goed overwogen met de nodige creativiteit. In de eerst set hanteert hij een Guttlin (Jester) gitaar van de hand van gitaarbouwer en man uit de streek Karel Phlix. De band start sterk met een eigen ouder nummer ‘Stop Breaking Down’ en het recent uitgebrachte swingende ‘You Got My Love’ en het klinkt vrij fraai. De synergie tussen de muzikanten is vanaf de eerste noten haast feilloos en je merkt al meteen dat er een stelletje routiniers aan het werk zijn. |
Er is ook plaats voor goed gekozen covers : zo is er ‘Judgement Day’ van Robert Johnson met een speciale insteek en dat kan ook gezegd worden van het kalm gestarte ‘Hard Working Woman’ (Carey Bell), met tussendoor een geweldig hoogtepunt met twee uitstekende gitaren, want tweede gitarist Niko Rïppa staat zeker ook zijn mannetje. Tussendoor brengt Duke ook een ode aan de grote BB King met ‘I’m Gonna Get You Told’ en dat wordt best gesmaakt door een enthousiast publiek. Robillard is geen topzanger, maar dat stoort niet echt omdat het publiek zijn snarenspel wel erg bewondert. Dat komt ook tot uiting in het oudere nummer ‘She Made My Mind’ uit het succesvolle album ‘Too Hot To Handle (’85). Tussendoor zorgt het door bassist Robban Hagnäs geschreven nummer ‘She’s A Killer Hot Blonde (and she loves the blues)’ voor de nodige ambiance. Een stevig swingende rocksong song met een insteek richting Fab.Thunderbirds .
De eerste set eindigt met twee songs van Eddie Kirkland, die de groep vaak begeleidde. Zanger van dienst bij de WBB is Juho Kinaret en die heeft best wel een goede stem wat voluit tot uiting komt in het stevig rockende ‘I Must Have Done Somebody Wrong’ en het emotioneel gebrachte ‘Rainbow’, mooi gedragen door prachtige orgelklanken. Maar ook de ritmeklanken van bas en drum zijn onontbeerlijk bij de WBB in deze eerste best erg genietbare set. Na een pauze wisselden de covers en eigen werk mekaar af. Maar dat hoeft niet te storen, want een cover een eigen twist geven kan soms verrassende resultaten geven. Dat was te horen in ‘2:19’ (Tom Waits) met mooi solowerk van Duke en het prachtige ‘First We Take Manhattan’ (Cohen). Beide nummers staan overigens op het recente album. Van een heel andere orde was de grappige meezinger ‘Moonshine’, blijkbaar een al dan niet legaal gestookt pittig drankje uit Finland. De keuze van de nummers blijft afwisselend want een intiem moment is er met ‘My Tears’, topsong van Duke Robillard, die zijn gitaar weer met de nodige precisie laat spreken met een uitstekende solo. De WBB heeft ook goede herinneringen aan de optredens met Lousiana Red en dat kwam tot uiting met ’30 Dirty Women’, een song die niet mocht gezongen worden in het bijzijn van Lousiana’s vrouw… Het was rocken geblazen met ‘Feels So Bad’, prachtig gebrachte song van Chuck Willis. Wat we nog onthouden hebben is ‘Stayed At The Party’ en slotsong het bij momenten wat psychedelisch klinkende ‘Passionate Kiss’ met de hemelse stem van zanger Juho Kinaret, een beetje een lookalike van Jeff Jensen. Mooie afsluiter van een avondje kwaliteitsvolle bluesmuziek. Jammer dat er na het optreden onmiddellijk muziek uit de boxen klonk, zodat er van een bisnummer geen sprake kon zijn. Volgende afspraak is op 12 maart met de komst van de 75-jarige John Primer, award-winnende zanger-gitarist in de beste Chicagobluestraditie. Hij wordt begeleid door zijn eigen Amerikaanse band The Real Deal Blues Band. |
A WOODLAND HILLCREST PROMOTION PRODUCTION I KEYS AND CHORDS 2001 - 2024