Aan mooie liedjes komt een eind en dan bedoelen we de weersomstandigheden want die waren op zondag helemaal anders dan de voorbije twee dagen en we vielen dan ook wat dat betreft ‘van de hemel in de hel’. Dat de hemelsluizen al vroeg op de middag open gingen zorgde uiteraard voor wat onrust bij de muziekliefhebbers zodat de traditionele bluesdag met de nodige onzekerheid werd aangevat. Maar gelukkig bleef de schade beperkt en konden we vanaf de vooravond nog zo goed als regenvrij genieten van de optredens. De twee Italiaanse heren van Superdownhome hadden de ondankbare taak om in slechte weersomstandigehden de bluesdag op gang te trekken. Maar Beppe Facchetti en Enrico Sauda trokken zich flink uit de slag met hun zelfgebouwde instrumenten naar het grote voorbeeld van onder andere Seastick Steve. In ’t Hofke luisterden de eerste bezoekers met de nodige aandacht naar hun eigen repertoire en dat was live wel een beleving. Het rauw pompende gitaarwerk gekoppeld aan het zwaar beukende drumwerk in combinatie met een benevelend stemgeluid. Met een pleiade van verschillende stijlen zoals rock-’n-roll, countryblues, folk, bluesrock en zowaar punk. Kortom: garageblues op z’n best. Voor hen die er niet bij waren: hun album ‘No Balls, No Blues Chips’ kan soelaas brengen. Ondertussen bleef de regen neergutsen en dat was ook jammer voor de jonge Alex Evans, afkomstig uit de streek rond Bordeaux en eigenaar van een warme soulstem. Maar hij is ook gitarist en een songwriter, die al op 15-jarige leeftijd actief met muziek bezig is met een eerste bandje om een aantal jaren later op 18-jairge leeftijd het ‘Alexis Evans Trio’ op te richten. Dit Franse wonderkind speelt overigens met een verbazingwekkende volwassenheid en boekte ondertussen jaren later met zijn eigen composities successen, die vaak gaan over de liefde en de vrouwen. Dat bracht hem tot nu toe twee albums op, zijnde ‘Girl Bait’ (2016) en ‘I’ve Come A Long Way’ (2019, naar een nummer van Wilson Pickett). Ook in’t Hofke zorgde hij met zijn band voor een aantal aangename ogenblikken met zijn (old school)soul, funk en aanverwante rhythm & blues, begeleid door blazers en een aantal vrouwelijke backing vocals. Hij nam de toeschouwers mee naar een muzikale vintagereis en dat werd gesmaakt door het publiek.
Eerbetoon aan Tiny Legs Tim
Ondertussen stonden in de Swamp Stage een aantal muzikanten klaar ter vervanging van de Steven Troch Band, die jammer genoeg moesten afhaken wegens de afscheidsplechtigheid van hun trouwe makker Tiny Legs Tim. We zagen op het podium Big Dave (harp-zang) , Jan jaspers (gitaar-zang), Renaud Lesire (gitaar-zang) bijgestaan door een drummer wiens naam me ontsnapt.
Pakkend moment was het openingsnummer ‘Raining In My Heart’ (Slim Harpo) gebracht door Dave Reniers ter nagedachtenis aan het overlijden van Tim De Graeve aka Tiny Legs Tim. Ook ‘Boogiebeast’ Jan Jaspers heeft een mooie zangstem wat tot uiting kwam in het prachtige ‘Sadie’ (van Hound Dog Taylor), wat mij betreft ook een kippenvelmoment. Zij speelden tussen de optredens door met een mix van bekende covers van grootmeesters uit het bluesgenre zoals onder meer Muddy Waters en Little Walter. Dat leverde het nodige succes op in de sfeervolle Swamp Stage gedurende het ganse festival. Met dank aan de muzikanten die als vervangingsact fungeerden voor Steven Troch Band. De Goezotorganisatie laste ook een bezinningsmoment in toen een grote foto van Tiny Legs Tim werd geplaatst op het podium. Presentator Peter vroeg om een applaus ter nagedachtenis van het onverwachte overlijden van Tim De Graeve wat ook gebeurde. Een gevoel van dankbaarheid en een pakkend eerbetoon aan deze Belgische grootmeester van de blues, die we erg zullen missen.
Maar het leven gaat verder en op de Main Stage stonden The Steepwater Band klaar uit de buurt van Chicago exsclusief voor België en de hemelsluizen leken met mondjesmaat stilaan dicht te gaan. Deze viermansformatie deed ons bij de eerste noten denken aan Robert Jon & The Wreck en er zijn inderdaad wel gelijkenissen. RJ&TW hadden ook baarden en zij haalden de mosterd ook bij de oude (Southern) rock, country en hier en daar wat psychidelische klanken, met andere woorden ‘good old stuff’. Muziek van dit viertal die ons doet mijmeren naar de sixties. Met twee topgitaristen in de rangen die ook goed bij stem zijn. Je merkt duidelijk dat deze band ervaring heeft en uiterst aangenaam en dankbaar communiceert met het publiek. Ze timmeren immers al sinds 1998 aan de weg. Voor mij een aangename kennismaking met deze band.
Dat is niet het geval met Sue Foley, de Canadese zangeres-gitariste die we al een aantal malen konden bekijken in het verleden. Dat de 53-jarige dame als prille twintiger in de buurt van Austin woont is te merken, ook aan haar muziekstijl. Ze heeft er overigens met onder meer Jimmy Vaughan en Billy Gibbons van ZZ Top aardig volk ontmoet en dat opent altijd deuren. Deze dame heeft een uitgebreid repertoire want zij kan putten uit niet minder dan 14 albums. Op de wei speelt ze vooral ouder werk maar uiteraard ook songs uit haar twee meest recente albums ‘The Ice Queen’ (2018) en Pinky’s Blues (2021), waarmee ze driemaal genomineerd werd. Er passeren tijdens de set ook een aantal covers zoals onder meer het heupwiegende ‘Messing With The Kid’ (origineel van Junior Wells maar bekend van Rory Gallagher). Een vrij recente song die het ook goed doet is ‘Huricane Girl’ uit haar laatste album. Sue Foley mag dan soms zanggewijs bij momenten iets te braaf zingen, gitaarspelen kan ze als de beste met haar snedige en rauwe stijl. Het publiek was daar getuige van.
Ook B-kantje van ‘I’m Going Home’ werd een hit De Goezotorganisatie haalde in de volgende set met Ten Years After (TYA) een flinke brok geschiedenis binnen. De legendarische frontman Alvin Lee (wereldberoemd geworden met de iconische song I’m Going Home’ in Woodstock 1969) mag dan al even naar de eeuwige jachtvelden zijn vertrokken (2013), maar binnen de huidige formatie zitten nog een aantal oude krijgers. Welgeteld drie met de gezegende leeftijd van 76 lentes! Dat zijn orgelist Chick Churchill en de nog kwiek ogende drummer Ric(hard) Lee, de enige originele leden. Leeftijdsgenoot en bassist Colin Hodgkinson is er bijgekomen in 2014 samen met veel jongere frontman Marcus Bonfanti, die overigens bijzonder goed overweg kan met de gitaar. Een aantal jaren geleden waren ze nog te gast op Wespelaar Swing en zagen we dat ze behoorlijk op dreef waren. Openen deed TYA met ‘Hear Me Calling’, een eigen nummer en B-kant van ‘I’m Going Home’ maar ik associeerde die song altijd met Slade, die er een megahit mee hadden in de seventies. Ook een andere hit ‘Love Like A Man’ mocht uiteraard niet ontbreken op de setlist en vooral de oudere garde kende onmiddellijk het nummer bij de intro. Tussendoor mocht Ric Lee nog een tiental minuten zijn drumstel teisteren in de vorm van een drumsolo. Na ‘Goodmorning Little Schoolgirl’ en een resem gitaarsolo’s gekoppeld aan een rock’-n-rollmedley kon uiteindelijk de legendarische Woodstockhit van stal gehaald worden in de vorm van een bisnummer en kon het headbangen beginnen.
Veni, vidi, vici. Afsluiter Mike Zito kwam, zag en overwon. Dat was de conclusie van een 105 minuten durend concert dat wellicht de annalen haalt bij de Goezotfamilie. We leerden deze Amerikaanse gitarist kennen op een zondagnamiddag ergens in 2011 op Molse bodem in ’t Gompelhof, destijds één van de beste blueskroegen in de Kempen. Mij staat voor dat er niet meer dan 20 toeschouwers waren maar de man gaf er in een driemansformatie een schitterend concert weg. Het was de periode van het prijzenwinnende album ‘Pearl River’(2009) van deze Amerikaanse gitarist-zanger-producer én songwriter. We waren benieuwd hoe hij het stelde, maar ook nu pakte hij het publiek in met zijn uitstekende gitaarspel gekoppeld aan een aantal stevige portie Texasblues. We denken aan ‘Second Chance’, waarin hij een uitstekende slidetechniek etaleert. Maar uiteraard kwamen er ook songs van zijn meest recente album ‘Resurrection’ 2021) zoals het funky, ritmische ‘Don’t Bring Me Down’ en de rustigere nummers zoals ‘Running Man’ en ‘In My Blood’. Maar er werd terug geschakeld naar het wat steviger werk en dat was best naar de zin van het publiek en dat zorgde voor een toegift. Dat was zeer naar de zin van Mike die er een nog een miniconcertje van maakte als toegift, tot grote vreugde van een enthousiast publiek. Vooral de jonge garde ging fors uit de bol op de tonen van CCR en ‘Johnny Be Good’, waarbij Mike op het podium assistentie kreeg van een lieftallige jonge dame. Als apotheose was er met ‘Rockin’ In The Free World’ (Neil Young) nog een echte actuele afsluiter.
Tot daar de 18de uitgave van dit festival dat er nog staat als een huis. We deden er andermaal heel wat ontdekkingen dit weekend. Met dank aan de alweer puike organisatie van het Goezotteam op hun nieuwe terrein, bijgestaan door de vele vrijwilligers. Een speciaal woordje van dank gaat uit naar programmator Marc Dams, die ons elk jaar weet te verrassen met zijn keuze van de groepen.