|
28 februari 2020 |
In een mum van tijd verkoopt de tweevoudige Grammy Award bekroond Gregory Porter met haast alle gemak de auditoria uit waar hij performt. En dat was in Brussel niet anders. Porter werd geboren in Sacramento en groeide op in een éénoudergezin in Bakersfield, Californië., waar zijn moeder Ruth dominee was. Hij had een sportbeurs aan de San Diego State University, maar een ernstige schouderblessure knalde zijn droom aan diggelen. Op zijn 21ste verloor hij ook zijn moeder aan kanker en op haar sterfbed smeekte ze hem toe; sing, baby, sing!’
Porter ging zich vocaal vermaken in lokale jazzclubs en ontmoette Kamau Kenyatta. Dat alles zou voorgoed zijn leven veranderen. Hij trok naar New York en werkte gestaag aan zijn muzikale carrière. Hij werd genotuleerd in de Broadway musical ‘It Ain’t Nothin’ But The Blues’ en stelde in 2010 zijn debuutplaat ‘Water’ voor. Vier jaar later won Porter een Grammy Award met de release ‘Liquid Spirit’ als ‘Best Jazz Vocal Album’ en in 2017 met ‘Take Me To The Alley’. Nu stond hij voor de vierde keer – sinds 2014- in de AB en promoot zijn nieuwe en zesde studio plaat ‘All Rise’ op het label Blue Note Records. Gregory Porter wandelde het podium op, strak in het maatpak en met zijn typerende zwarte pet, een Kangol Summer Spitfire-pet. Zijn onafscheidelijk hoofddeksel waar nooit iets over verteld wordt. Voorafgaande aan een interview wordt steeds medegedeeld door de perschef dat iedere vraag hierover ‘einde interview’ betekend. De AB werd gevuld met de warme bariton stem van Porter. In zijn kielzog, een vijfkoppige ritmesectie, die vrijelijk de ruimte kreeg tot enig soleer en improvisatiewerk. Porter heeft lak een genres. Een dosis gezonde jazzvibe, soul, gospel, funky tunes en bijwijlen wat pop én bluesy leaders zijn hem dus niet vreemd. Porter opende enigszins verrassend met het soulnummer ‘If Love Is Overrated’, een nieuw nummers uit zijn nog te verschijnen release ‘All Rise’. Haast naadloos komt het autobiografische en funky ‘On My Way To Harlem’, uit zijn tweede plaat ‘Be Good’ uit 2012 door de woofer geknald. De eerste ballade ‘Don’t Lose Your Steam’ deed haast menig traantjes wegpinken. En dan zijn we al een half uur ver in de setlist. Als bescheiden frontman zette hij met ‘Take Me To The Alley’ de weg verder in. In het wondermooi opbouwende ‘Liquid Spirit’, met zijn diepe gospel intro, kreeg Porter ritmisch handgeklap van een dolgedraaide AB. |
Aaron James’ diepe baslijnen, met flarden van ‘The Pink Panter Theme’ en andere ‘Smoke On The Water’s’ leidde ons naar ‘Papa Was A Rolling Stone’, origineel van The Temptations.
Niet alleen in New Orleans is het Mardi Grass, ook in de AB zat er een swampy ritmiek en het losgeslagen ‘Musical Genocide’ wentelde zich rond ‘What The World Needs Now Is Love…’ Tijdens het jazz en soul begeesterde ‘In Fashion’, met een schitterende Chip Crawford op klavier, gaat Porter met die typerende geïmproviseerde scatzang als grille verteller haast een sprookje verkondigen. De eerste single uit zijn nieuwe worp 'Revival', begon met dat kenmerkende gospel en handgeklap én heeft die métier van een wereldhit. Tijdens de intro van de R&B songs ‘No Love Dying’, werd het plots akelig stil in de AB. Als soulvolle crooner liet Porter zich aanvankelijk enkele accompagneren door Crawford’s pianoarrangementen. Tot de ritmesectie het duo kwam vervoegen en het nummer heel wat meer dieptegang meekreeg. Tenslotte was het funky ‘Free’ de ideale uitsmijter, met een uitgesponnen outro van drummer Emanuel Harrold. Thank you for let me be myself, zei Gregory Porter! Met expressieve uitdrukkingen, heel wat charisma, bescheidenheid en zelfverzekerd brengt hij zijn verhaal. De muziek van Porter is een van hoop en liefde. Hij zingt vanuit het hart, vanuit zijn ziel. Zijn soul! Gregory Porter was een unieke belevenis. |