Met: Lance Canales & The Flood, Paris Slim & Big Pete, Fred Eaglesmith, Woody Pines, Grunting Pigs, Shakedown Tim & The Rhythm Revue, Blues Caravan, Lurrie Bell & His Chicago Blues Band, Davy Knowles, Southern Avenue, Kirk Fletcher Band, Doyle Bramhall II, Blues Harp Explosion
|
‘Sterk begin, enkele tegenvallers en té veel licht en volume |
6 mei 2017 |
Vertical Divider
Dag twee begint uitstekend met een paar geweldige bands en artiesten. Maar de man achter de knoppen vindt het nodig om het geluid in de loop van de dag op te trekken tot een niveau zodat zelfs mensen achter in de tent hun oren dicht moeten houden. Zelfs met oorpluggen is het soms niet te harden. De lichtshow is evenwel grandioos, voor een kermis of een attractiepark alleszins. Ik stel voor om volgend jaar bij de kaartverkoop ook meteen earplugs en zonnebrillen aan te bieden. Om twaalf uur trapt Shakedown Tim & The Rhythm Revue de tweede festivaldag af. Ze behoren tot de top van de Belgische bluesscene en spelen blues, rhythm ‘n’ blues, swing, calypso en boogie alsof het ze met de paplepel is ingegeven. We onthouden vooral ‘Hard To Catch’, de titeltrack van hun nieuwe cd, opgedragen aan alle vissers en ‘Wild Calypso Night’. Daarover zegt Tim: “Ik vroeg me af hoe het zou geklonken hebben als T-Bone Walker zou zijn gaan jammen in Tobego”. Het optreden is een feest! In het Bluescafé staat Lance Canales & The Flood op het duistere podium. Hij speelt blues, country, folk en singer-songwriter materiaal. Zijn muziek gaat diep en heeft eigenlijk aandacht en stilte nodig, maar hij verzuipt bijna in het geroezemoes. Toch maakt hij met zijn sobere begeleiding en zijn rauwe donkere stem indruk op de eerste rijen, met songs als ‘Hoodo Man’, ‘The Farmer’ en het schitterende ‘Death Got No Mercy’. Daarna kondigt hij emotioneel ‘Deportee (Plain Wreck At Los Gatos)’ van Woodie Guthrie aan, dat hij opdraagt aan Jimmy Lafave. “My friend, hij gaat door een moeilijke periode in zijn leven”, met een brok in de keel zegt hij: “He might not be alive when I get home”. IJzingwekkend goed, deze Lance Canales! De verrassing is er al af, maar Ruf Records weet met zijn steeds wisselende Blues Caravan toch vaak te imponeren. Ditmaal zijn de performers in de ‘revue’ de Londense zanger Si Cranstoun, uit Philadephia de saxofoniste en zangeres Vanessa Collier en de storyteller van de zuidelijke staten, Big Daddy Wilson. Si komt als eerste aan de beurt en verschroeit het publiek met versies van Little Milton’s ‘All Around The World (Grits Ain’t Groceries)’, een ruige maar zwakke versie van Magic Sams ‘All Your Love’ en een schitterende Sam Cooke-achtige ‘I’m running’. Daarna is het de beurt aan altsaxofoniste Vanessa die start met een funky song ‘Tongue Tied’. Ook met de ballade ‘Keep It Saxy’, van haar debuutalbum ‘Heart Soul & Saxophone’ overtuigt ze. Haar stem mag wat meer power krijgen, maar haar saxofoonspel is uitstekend. Ze is goed, jong en knap en het publiek laat van zich horen. Met het opzwepende ‘Two Parts Sugar And One Part Lime’ zit haar cameo erop en is het de beurt aan de man met de warme donkerbruine stem Big Daddy Wilson. Hij pakt iedereen in met zijn conga’s en songs als ‘Neckbone Stew’ en “a song for all the ladies”, ‘Country Boy’. Als finale zingen ze om de beurt stukjes van Solomon Burkes ‘Cryin’’, Stevie Wonders ‘Signed ,Sealed and Delivered’, ‘Stand By Me’, ‘Dock Of The Bay’, ‘Sad Song (fafafa)’ en een prachtige versie van ‘Bring It On Home’. Voor het eerst in het weekend houden veel mensen eindelijk op met praten, want ze zingen mee! Terecht mag deze caravaan bissen. En dat doen ze met Sam Cookes ‘Twisting The Night Away’. Formidabel goed. In het Blues Café is het dan de beurt aan Paris Slim & Big Pete. Qua kleding en haardracht is de man blijven steken in 1973 en lijkt hij uit een aflevering van Kojak te komen. Zijn gitaargeluid is een ramp, zingen kan hij niet en een glimlach kan er niet af. Ik weet van opnames dat hij wel degelijk kan gitaarspelen, maar dit optreden is echt ondermaats. Big Pete zingt en blaast Slim letterlijk van het podium. Terug spurten naar de grote tent is er niet meer bij, want de zon schijnt heerlijk en de weide raakt bijna vol. Toch haal ik het begin van Lurrie Bell & His Chicago Blues band. Na een funky opener zegt Lurrie: “We gaan wat Chicago Blues spelen. Is that alright?’ En het publiek reageert, luidkeels en hartverwarmend. Wat is het toch mooi als een muzikant de appreciatie krijgt die hij verdient. Lurrie Bell is gefocust en speelt geen noot te weinig of te veel. Hij speelt relaxt en zijn stringbending klinkt soms als de vroege BB King. Wat is het toch verademend om Chicagoblues op de juiste manier te horen. Hij speelt o.a. ‘Everyday I Have The Blues’, ‘Wine Headed Woman’, ‘Blues In My Soul’, ‘Let’s Talk About Love’ en ‘Mojo Working’. Het publiek schreeuwt om meer en hij zingt met schuurpapieren stem nog een prachtige versie van ‘Hoochie Coochie Man’. Meer van dat graag! De andere kant gaat het uit met de dertig jarige (blues)rocker Davy Knowles. Spek voor de bek van de Nederlands Limburgse bluesrockers. Davy heeft een krachtige soulvolle stem en zijn Telecaster klinkt snoeihard. Hij snijdt bijna door het podium heen. Zijn bassist denkt dat hij een gitarist is en zijn drummer geeft de meest rommelige drumsolo ooit. Het publiek is mateloos enthousiast en wil hem het liefst van al mee naar huis nemen. Als bisnummer speelt hij een heavy rock-versie van ‘Almost Cut My Hair’. Ik zag de schrijver David Crosby drie keer live aan het werk en ik kan alleen maar zeggen dat Knowles de ziel uit het nummer rukt. Zonde! Een verrassing en ontdekking, voor mij althans is de Canadees met Friese roots, singer-songwriter Fred Eaglesmith. (Frederick John Elgersma). Hij maakt minder conventionele muziek, dat is wat je op zijn minst kan zeggen. Fred heeft een rauwe stem die past bij zijn folk en country(rock). |
Vertical Divider
En als drumster Tif Ginn, die niet qua schoonheid, maar wel qua spel gelijkenis vertoont met de Muppet-drummer Animal, de tweede stem voor haar rekening neemt, dan klinkt het hemels. Soms klinkt het rommelig en jammen ze meer dan nodig, maar meestal is er schoonheid in de eenvoud, soms ook in de puinhoop. Sterk! De grootste teleurstelling van de dag komt van Southern Avenue. Na het zien van de officiële clipjes van de band en het beluisteren van hun debuut op Stax Records, heb ik en zeker veel andere toeschouwers hoge verwachtingen van deze band met de twee zusjes. Maar het volume gaat enorm de hoogte in en overschrijdt meerder malen de pijngrens. De geluidsbalans is totaal zoek en alles klinkt als slechte rockmuziek met een in de hoge regionen schreeuwend would-be wulps zangeresje dat als Beyonce wil klinken. Ik ga niet eens schrijven welke songs ze spelen, want naast slechte uitvoeringen van hun eigen werk spelen ze een aantal miserabele versies van soulklassiekers. Ik krijg er als soulliefhebber nog altijd pijn van in de borststreek. Gelukkig hebben we dan Woody Pines in de kleine tent om de smarten te verzachten. Met songs van Mississippi John Hurt, de New Orleans jazz klassieker ‘Weed Smoker’s Dream’, ragtime songs als ‘Anything For Love’ weet Woody te entertainen. Hij speelt vrij lichtvoetig met de bedoeling om zijn publiek te amuseren. Jammer genoeg wordt zijn set totaal in de soep gemixt. Zijn stem klinkt alsof hij door een vijf meter lange regenpijp zingt. Doodzonde. Terug voor het hoofdpodium proberen we te luisteren naar Kirk Fletcher, iets dat door het geluidsvolume haast onmogelijk is. Ondanks het feit dat het donker wordt buiten en dus ook in de tent, zetten steeds meer mensen hun zonnebril weer op, want de ronddraaiende side- en backlights verblinden de toeschouwers. Fotografen hebben moeite om hun werk te doen. Om een epileptische aanval te voorkomen verkas ik naar achter in de tent. Fletcher’s gitaarspel in de periode van The Fabulous Thunderbirds had wat van Albert King. Nu speelt hij bluesrock. Hij speelt rockversies van Elmore James en Jesse Davis. Alles klinkt euh…hetzelfde. Alleen ‘Fire On The Bayou’ met een leuke Hammondsolo zet je aan het dansen. Het laatste duo dat geprogrammeerd staat in het Bluescafé zijn The Grunting Pigs. Dat zijn gitarist/zanger Ferenc Szász en zanger/mondharmonicspeler Mátyás Pribojszki die we in maart nog aan het werk zagen met zijn band op de Southern Bluesnight in Heerlen. Met twee knorrende speelgoedvarkentjes maken ze hun entree. Ze leggen uit waar hun naam vandaan komt: “omdat we veel eten en drinken”. Qua entertainment kan dat wel tellen. Maar ze spelen echte blues en dat doen ze behoorlijk goed. Mátyás is een soulvolle zanger en zijn mondharmonicaspel is fenomenaal. Met enkele boogies, blues songs als ‘Tigerman’ en een prachtige gevoelige versie van ‘Ain’t Nobody’s Business’ zetten ze twee onderhoudende en geslaagde sets neer. Het mooiste is als ze tweestemmig zingen. Straffe gasten! Rock op Moulin Blues, het moet kunnen. Doyle Bramhall II zorgt voor de harde en ruige noot op deze tweede dag. Met een volume dat de tent bijna doet scheuren brengt hij soulvol gezongen eigenzinnige rock. Een goede gitarist is hij zeker, al blijven de rommelige stukjes feedback en gefriemel tussen de songs mij een raadsel. Maar de meerstemmig gezongen stukken als ‘Keep You Dreamin’ en Johnny ‘Guitar’ Watsons ‘Loving You’ blijven zeker hangen. Met de harde rocker ‘Green Light’ sluit hij af. Het publiek blijft een beetje verdwaasd en verdeeld achter… De hoofdact, de apotheose van Moulin Blues 2017, komt van The Blues Explosion. The Giles Robson band met drie mondharmonicaspelers moet voor het laatste vuurwerk zorgen, maar alleen bij Giles Robson gebeurt dat. Hij is de enige die het vuur in de set kan leggen. Giles blaast de longen uit zijn lijf. Dan is het de beurt aan Magic Dick die we allemaal kennen van The J Geilsband en Bluestime. Hij speelt twee Sonny Boy Williamson songs, en helemaal alleen het grappige ‘Peachy Tree’. Het oude ‘Homework’ en uiteraard zijn beroemde ‘Whammer Jammer’ volgen. Magic Dick is een knappe harpspeler, maar echt geen zanger. Zingen doet James Harman veel beter, maar hij heeft er duidelijk geen zin in deze avond. Hij grommelt de hele tijd, niets is goed en geeft zich geen enkele keer. Zelfs als Big Pete nog een nummertje of twee komt meeblazen en het enthousiasme van het publiek voor het eerst tijdens het hele concert stijgt, laat Harman het aan de anderen over. Een tegenvallende afsluiter kan men wel zeggen. Al bij al was het een geslaagde editie van Moulin Blues, zeker op vrijdag was het genieten. Je kan nooit iedereen tevreden stellen, maar aan te veel volume en teveel of te weinig licht kan je wel iets doen. Gewoon het knopje omdraaien. Een kind kan de was doen! |
A WOODLAND HILLCREST PROMOTION PRODUCTION I KEYS AND CHORDS 2001 - 2024