|
22 JULI 2017 |
Met: The Psychedelic Love Orchestra, Pete Brown (+ The Norman Beaker Band), Sonja Kristina (+ The Norman Beaker Band), Doors Alive, Hake, The Crazy World of Arthur Brown, Georgie Fame & The Blue Flames, Hawkwind.
In 1966 vond op de renbaan van Windsor het zesde “National Jazz and Blues Festival” plaats en vorig jaar vierde concertorganisator Robin Bextor de vijftigste verjaardag met zijn “On Track For Summer 1966”-festival op dezelfde plek. Hij strikte een reeks artiesten die er in 1966 ook al bij waren of in de belangstelling stonden, zoals Donovan, P.P. Arnold, Paul Jones, Mike d’Abo en Chris Farlowe. Dit jaar overbrugde ”On Track” de periode 1967-2017, maar artiesten van toen vinden viel minder goed mee. Hoe dan ook: Arthur Brown en Georgie Fame gaven present. Cream is al lang niet meer, maar Pete Brown speelde voor stand-in.
De toon werd gezet, vrij letterlijk, door een compromis: The Psychedelic Love Orchestra, een heus poporkest uit Brighton, speelde enkele nummers uit “Pet Sounds” van The Beach Boys, gevolgd door de volledige, ja, de volledige uitvoering van “Sgt. Pepper’s”. Daarmee werd ietwat ironisch bewezen dat het zg. artistieke werk van The Beatles wel degelijk live kan worden gebracht. Beaker, Brown & Kristina Daarna kon het echte sixties-werk beginnen met The Norman Beaker Band als begeleiders van Sonja Kristina en Pete Brown. Norman Beaker werd eerder dit jaar als “Legendary Artist” opgenomen in de Blues Hall Of Fame. Hij is bekend met het werk van Cream en was dikke maatjes met wijlen Jack Bruce. De groep bij uitstek dus ter begeleiding van Pete Brown, de man die de teksten leverde voor de grootste hits van Cream en occasioneel zelf die nummers live vertolkt. Het werd een intens, heel bluesy en voor mij een bijzonder verrassend half uur. Daarna volgde Sonja Kristina, bekend van Curved Air. Die groep startte pas in 1970, maar Kristina speelde in de Londense versie van “Hair” in 1968 en was daarvoor actief in het folkcircuit. Ze bracht een ingetogen set, deels zichzelf begeleidend op akoestische gitaar. The Crazy World of Arthur Brown zorgde voor de eerste echte en eigenlijk de enige authentieke psychedelische inbreng – 1967 is toch ook de Summer of Love. De Meester verkeert nog altijd in perfecte vorm. Volledig geschminkt, danst, draait, krijst, zingt en bezweert hij, tussendoor het orgel afbrekend! Voor elk nummer verdwijnt hij achter de coulissen om een nieuwe outfit aan te trekken. The God Of Hellfire wordt begeleid door een stel jonge, even zotte veulens en één veulin. Met nummers als “Time Captives”, “I Put A Spell On You”, “Devil’s Grip” en, uiteraard, “Fire”, kreeg hij het publiek moeiteloos mee, net als een halve eeuw terug. Grandioos. Yeh, Georgie Fame Georgie Fame was de tweede artiest die hier vijftig jaar terug ook op het podium stond en er ons aan dat in 1967 vele soorten muziek werd uitgebracht, waaronder zijn heerlijke jazzblues. Fame nam ons mee op een soort reis doorheen zijn lievelingsmuziek en dito componisten, zoals Floyd Dixon, Ray Charles, Paul Robeson, Coltrane, zelfs Willie Nelson. De enige toegeving, ‘Yeh, Yeh’, was er eigenlijk geen, want Fame legde de roots van het nummer bloot en bracht een versie die flink afweek van zijn hit. Fame heeft zich bij mijn weten nooit politiek geuit, maar haalde nu middels “Everything Is Broken” van Dylan scherp uit naar de Britse politiek en wat er in ’s mans ogen zo allemaal fout loopt in deze wereld. Topper van dit festival luisterde naar de naam Hawkwind. Vreemd, want die groep zag pas in 1969 het levenslicht en hun “space rock” houdt niet echt verband met het gevierde jaar. |
Afijn, het had de godganse dag geregend, ik was nu echt drijfnat en pakte mijn biezen. Geen Hawkwind gezien, dus geen commentaar.
Tussendoor hadden we nog recht op de covergroep Doors Alive, die mij niet echt kon bekoren, en de jonge snaken van Hake, die best een aardige new psych set neerpootten. Helaas wilde het weer niet mee. De regen hield maar niet op en daar was het festival niet op berekend. Modder, vocht en kilte verijdelden welke Summer of Love-poging dan ook. Het publiek, vooral 65-plussers, trok zich terug in de weinige tenten – van waaruit je het podium amper kon zien – of zocht beschutting onder plastic regenjassen en een paraplu. Maar Bextor is van geen kleintje vervaard en volgend jaar komt er dus wéér een festival. English Summary Last year, concert promoter Robin Brextor revived the “National Jazz and Blues Festival” held in the very same grounds half a century earlier, thus celebrating the music of the Summer of 1966. He succeeded in recruiting several artists that also played Windsor that year or were related to them, like Donovan, P.P. Arnold and Chris Farlowe. This year, he focused on the 1967 edition of the Windsor Jazz and Blues Fest. Acts that appeared there and then fifty years ago seem to have been more difficult to find or to book, but Georgie Fame and Arthur Brown were on board and Pete Brown sort of stood in for Cream, the band he wrote many hit lyrics for. The Summer of 1967 being the Summer of Love, the fest was duly opened by The Psychedelic Love Orchestra who played excerpts from The Beach Boys’ “Pet Sounds”, followed by the entire (yes, the entire) “Sgt. Pepper’s” album! I’m not into tribute bands, but this was impressively faultless and one wonders why The Beatles never played “Pepper” live themselves. Next were Pete Brown and Sonja Kristina, both backed by the wonderful Norman Beaker Band (Beaker was inducted in the Blues Hall Of Fame earlier this year!). Cream (in fact, they were billedas Eric Clapton, Jack Bruce and Ginger Baker) played at the 1967 Windsor fest and their famous lyricist Pete Brown symbolically depped for them. And how! He sang all those Cream hits he co-wrote in a rough, bluesy way – which suited the Norman Beaker Band just fine. Sonja Kristina sang lead with Curved Air, whose first album wasn’t released till 1970, but she was also part of the London cast of “Hair” in 1968 and did the folk circuit before that. Accompanying herself on guitar, her intense set suited this 1967 tribute just fine. The Crazy World of Arthur Brown is still as crazy as ever and the Master himself proved to be in true form, jumping, singing, screaming, turning and swerving like a dervish and wearing a different outfit for each song! He embodied the first authentic return to 1967 and the audience got on its feet at last. Truly astonishing, go and see him when you can. Oh, and he played Windsor fifty years ago! So did Georgie Fame, proving that 1967 was home to many different genres. Fame and his current Blue Flames took us on a trip around the world of his favourite songs and composers, from Floyd Dixon and John Coltrane to Willie Nelson. Like Arthur Brown, Fame was in true form and played Bob Dylan’s “Everything Is Broken” to ventilate his disgust for current British politics and more. Wonderful. It rained all day. I eventually gave up and didn’t get to see Hawkwind. They topped the bill, probably because of their “space rock”, but to me they are a seventies band. Anyway, the bill also featured Doors tribute act Doors Alive- who failed to thrill me. Surprise act was Hake, a band of young musicians who did an amicable neo-psych set and looked surprised they met with applause by all these senior citizens who were reminiscing pleasures of past times. |
A WOODLAND HILLCREST PROMOTION PRODUCTION I KEYS AND CHORDS 2001 - 2024