|
27 januari 2018 |
Het gratis, jawel gratis!.... Patersdreef Indoor Festival in de Europahal in Tielt was op zaterdag 27 januari aan zijn elfde editie toe. Met klikkende namen als Chris Jagger en vooral publiekslieveling Steve Harley & Cockney Rebel werd het Indoor gebeuren een succesverhaal. Vorige zomer vond de 25ste zomereditie van het festival voor de allerlaatste keer plaats. Gelukkig vind de winterse happening wel nog zijn plek op de festivalkalender.
De plaatselijk en talentrijke Flo Delameilleure mocht het festival openen. Flo komt uit het West-Vlaamse Schuiferskapelle, een deelgemeente van de stad Tielt. Haar muziek houdt echt moeiteloos onze aandacht. Zwevend tussen een jonge Joni Mitchell en Joan Baez lezen op de website. En ze hebben verdorie gelijk…Wij waren dan ook verbijsterd door Flo’s hemelse stem die ze moeiteloos laat begeleiden door haar akoestische gitaartunes. Met nummers als ‘Lonely Boy’, een akoestische coverversie van The Black Keys, het tijdens haar examens geschreven en geïnspireerde ‘Green’ en het knappe drieluik ‘Two Bottles’, het Indie folk begeesterde ‘Changed My Mind’ en het emotionele ‘Sinking/Swimming’ was Flo meteen een leuke binnenkomer. Tijd om wat rocktunes op het publiek los te laten met de Tieltse The Heavenly Kings. Christ Dinneweth (vocals, sax), drummer Marc Hellebuyck, bassist Peter Maes en gitarist Rik Michels verdienden hun strepen in heel wat andere bands. En ook Humo’s Rock Rally is hier alvast niet vreemd aan. De band The Heavenly Kings ontstonden ergens in de zomer van 2012. Heel wat songs werden ingekleurd door Dinneweth sax arrangementen. Maar zijn stem past bij het ene nummer net iets beter dan bij het andere. Maar niet getreurd want we onthouden vooral hun leuke binnenkomer ‘Something Deep Inside Me’ en het met heavy baslijnen geënthousiasmeerde ‘On May Way’. Het wah wah pedaal prevalerende ‘Old Man’ en de uitgesponnen versie van een stemming wisselend maar rockgevoelige ‘Life Is A Mystery’ kon ons ook wel bekoren. Irish Cofee werd ooit officieus uitgeroepen tot beste Belgische rockband. Oprichter William Souffreau werd in de jaren ’70 zelfs geëxclameerd tot een van de beste Belgische zangers. In 2012 stichtte zanger/gitarist William Souffreau een nieuwe bezetting als 3-piece band en bracht met ‘Revisited’ een nieuw album uit. Drie jaar later werd dan ‘When The Owl Cries’ boven de doopvond gehouden. Hun sound is nog steeds een kruising tussen blues en rock. De single ‘Masterpiece’ werd een zowaar een hit, is nu een heus collectors item en staat nog steeds op de playlist. Soufken, zoals ze in zijn geboortestad Aalst wel eens durven te plegen, weet als geen ander hoe een publiek te bespelen. Met het ongepolijste ‘Tobacco Field’, het deugddoende ‘El Gringo’, de rockende ‘Bad Boy’ en ‘Got Some Love’ kreeg hij de Europahal naar zijn hand. Met ’Helter Skelter’ en Led Zepplin’s ‘Whole Lotta Love’ kregen wij zelfs heimwee naar de vroege jaren ’70. Frontman William Souffreau is een ‘Natural Born Boogie’. De Vlaamse rockpioneer is alive and kickin’! De 70-jarige Chris Jagger is het broertje van.. maar wat een cliché is dit dan wel weer niet? In de schaduw schreef en werkte Chris mee aan Stones albums zoals ‘Dirty Work’ en ‘Steel Wheels’, en werkte onder andere samen met grootheden als David Gilmour, Bob Dylan, Eric Clapton en natuurlijk Rolling Stone-broer Mick Jagger. Chris’ solowerk is geworteld in diverse muziekstijlen zoals rock-‘n-roll, blues, folk en uiteraard knappe cajun en zydeco. Voor deze laatste Creools ritmes zorgt vooral violiste Elliet Mackrell. Verder vind Chris met His Rocking Kronies en drummer Steve Laffy, bassist David Hatfield en gitarist Kit Morgan de ideale soulmates. De openers ‘My Little Roadrunner’, uit zijn album ‘Concertina Jack’, was net zoals ‘Down South In New Orleans’ knappe en aanporrende cajun songs. ‘Cajun Moon’ haalde voor de gelegenheid bij J.J. Cale en hij speelt hier zelfs een aardig mondje bluesharp. Met nummers als ‘Blow The Zydeco’ gingen we nog even naar het diepe zuiden en Lafayette. Dichter bij The Stones dan met het nummer ‘Like A Dog’ kunnen we helaas niet komen. Toen Jimi Hendrix’ ‘Little Wing’ ons overdonderen, net zoals ‘Memphis Blues Again’ van Bob Dylan en het overheerlijk geperformde ‘In My Younger Days’ van Junior Wells en Buddy Guy hadden we meteen ook een hoofdstukje blues achter de kiezen. Elliet Mackrell’s overheerlijke viooltunes blijven ook nog een tijdje rondwarrelen in het meeslepende ‘On The Road’, geïnspireerd op Jack Kerouac. Met ‘Got Me’ (Where You Want Me) moest Chris Jagger haast van het podium worden gehaald. De man had er duidelijk zin in, net zoals wij! |
Steve Harley & Cockney Rebel is een Britse popgroep onder aanvoering van zanger Steve Harley. De band werd bekend in de vroege jaren ’70 met hits als ‘Sebastian’, ‘Judy Teen’ en ‘Make Me Smile’ (Come Up And See Me). En jawel, ook deze wereldhits staan nog steeds op hun playlist, al moet je hiervoor wel wachten tot aan het slotakkoord.
Harley had al enige tijd samengewerkt met John Crocker als straatmuzikant voor het duo in 1972 de band Cockney Rebel oprichtten. Als drummer werd Stuart Elliott aangetrokken, als bassist Paul Jeffreys en als toetsenist Milton Reame-James. Al na vijf optredens kwam de band onder contract bij EMI, en met het nummer ‘Sebastian’ scoorde ze een grote hit. Een jaar na het debuutalbum ‘The Human Menagerie’ werd de band in 1974 verkozen tot ‘Most Outstanding New Act’. Maar aan het einde van een succesrijke toer in dat jaar namen alle bandleden op Elliott na ontslag. Harley zou vervolgens werken als sessiemuzikant voor populaire popprogramma’s als Top of The Pops. Vanaf dat moment zou de band alleen in naam bestaan, en betrof het een solo-project van Steve Harley. Het album ‘The Best Years of Our Lives’ uit 1974 werd geproduceerd door Alan Parsons, waarvan de hitsingle ‘Make Me Smile’. Zijn huidige tourband noemt hij eigenlijk Cockney Rebel Mark III, maar afgezien van drummer Stuart Elliott zitten daar geen originele bandleden in. Zijn lange blonde haren is hij al lang kwijt, maar zijn Glamrock staat gelukkig wel nog stevig overeind. Na heel wat technische problemen opende Steve enigszins verrassend met een akoestische ‘Here Comes The Sun’ van The Beatles en zijn hit ‘Judy Teen’. Vijventwintig jaar gelden was ik het gewoon afgebold, veinst een goed gemutste en bijzonder goed bij stem zijnde Harley, (doelde op de technische problemen), maar nu laat ik alles gewoonweg op mij afkomen. De appreciatie groeide zindrogen bij een volgepakte Europahal. What the fuck!, dolde hij nog een laatste keer en zette de song ‘Journey’s End’ in dat hij ooit bij elkaar schreef voor zijn zoon die nu aan de universiteit studeert. Eens het progressieve folk nummer ‘The Psychomodo’ is gepenetreerd weten we met onze affectie geen blijf. Snel nog wat gerstenat, want ja, we hebben vandaag onze BOB voor de gelegenheid meegebracht. En uiteraard ook om organisator en verjaardag varken Franky Craeymeersch te vieren. Maar ook het stevige en bombastische ‘Sling It’ en de akoestische en doorleefde ballade ‘A Friend For Life’ waren hoogtepunten. Shame Rod Steward to completely destroyed my song, gaf Harley nog snel een sneer mee en zette met ‘All In A Life’s Work’ een volgend meesterwerk neer. Dat Steve Harley een Bowie fan is maakte hij hard met een schitterend en luid meegezongen ‘Absolute Beginners’. Na het folk en rock getinte ‘Audience With The Man’ kwam dan de epische driedelige finale met ‘The Best Years Of Our Lives’, het Gotische 'Sebastian', dat ook live nog steeds schittert als een georkestreerde popsong, en met het fris kinkende 'Make Me Smile' (Come Up And See Me) ging het dak er finaal dan toch af. “To come up and see me, make me smile…..I'll do what you want, just running wild…." Wat een legendarisch concert van Steve Harley & Cockney Rebel. En wat een leuk verjaardagsfeestje….Happy Birthday Franky…! |
A WOODLAND HILLCREST PROMOTION PRODUCTION I KEYS AND CHORDS 2001 - 2025