|
swing 2017 (day1) 18, 19, 20 augustus 2017 |
Met: D-Tale, Jimmy Burns, Popa Chubby
Het sympathieke festival Swing Wespelaar mag dertig kaarsjes uitblazen. Voorzitter Filip Le Roy viert samen met een zeer uitgebreide cast van vrijwilligers hun ‘Parel’ jubileum. Swing Wespelaar is al jarenlang een gevestigde waarde binnen de blues scéne. Het behoort met zijn programmatie al jaren tot de top in Europa. Ook anno 2017 prijkt op de affiche een fijn uitgekiend amalgama van gerenommeerde blues bands. Na een korte bui net voor openingsact
D-Tale klaarde de hemel zowaar openen. Was Filip dan toch niet vergeten om wat eieren naar de Arme Klaren te brengen? Of zat de fipronil crisis hier voor iets tussen… we zullen het helaas nooit weten. Dit allemaal ter zijde, maar we moeten toch ergens beginnen. Gelukkig waren we wel ruim op tijd voor D-Tale. De Antwerpse Kroaat Mario Pesic (zang/gitaar), Hammond-virtuoos Patrick Cuyvers, drummer Steve Wouters en de Nederlandse bassist Eric Wels zijn oude rotten die elders hun strepen hebben verdiend. Twee jaar geleden werden hun aspiraties vastgelegd op de debuutrelease ‘Come Out And Play’. Patrick werpt zich opnieuw op tot een muzikaal leider, en Mario stak zoals steeds boven de middelmaat uit met zijn fijn gespeelde gitaarriffs. Hij houdt van lange gitaarsolo’s en bij dit toch wel lauw regenzonnetje zorgde dit vrijwel meteen voor heel wat interacties. Voor de gruizige mondharmonicatune in 'Gun In My Pocket' kwam Big Dave, net zoals op de recentste plaat ‘Breath In’, de boel wat verder opwakkeren. Pesic overgiet dan het nummer ‘Midnight Train’ met heel wat overweldigende gitaarriffs, net zoals bij de uitgesponnen blues ballade ‘Feels Like Rain’. Patrick Cuyvers laat hier nog eens zien dat hij wellicht de beste Hammond speler in de Lage Landen is. In de rocker ‘It Seems Like Yesterday’ neemt hij dan ook meteen het heft in handen op zijn klavier. Het nummer heeft een lekker ritme en een catchy refrein en Pesic volle stembanden hebben hier de nodige power. Culminatiepunten genoeg dus! En was er in de verte geen verrassende ‘Papa Was A Rolling Stone’ van The Temptations in verweven. Knappe opener! De 74-jarige Jimmy Burns werd geboren in het hart van de Mississippi Delta op de Hilliard katoen plantage in Dublin. Daar leerde hij spelen op een one-string en 12-snaren gitaar. Hij was de jongste van een kroost met liefste elf kinderen. Als jonge knaap zong hij in het plaatselijk kerkkoor. Maar Jimmy absorbeerde de blues muziek die op straat werd gespeelt. Op zijn twaalfde verhuisde hij samen met het gezin naar Chicago. Vier jaar later belande hij op de North Side en zong in enkele gospelbands. In de late jaren ‘60 vormde hij dan zijn eigen band, Jimmy Burns and The Gas Company. Gedurende enkele decennia bleef hij actief in het plaatselijke clubcircuit. Tot hij in het midden van de jaren ‘90 op regelmatige basis begon te spelen in de befaamde blues club Smoke Daddy. Daar werd hij ontdekt door Delmark labelbaas Bob Koester. Zijn debuutalbum ‘Leaving Here Walking’ was meteen een schot in de roos en was goed voor enkele Awards. Jimmy Burns promoot sinds vorig jaar zijn vijfde studio album ‘It Ain’t Right’. Voor zijn Europese luik doet hij al een tijdje beroep op drummer Fabrice Bessouat, Xavier Pillac (gitaar) en bassist Antoine Escalier. Een goed geluimde Burns kwam al snel op de proppen met het swingende ‘Leavin’ Here Walking’. Jimmy wil meteen enkele schoonheden op de eerste rijen jatmouzen en schudt dan maar gezwind enkele knappe Chicago blues shuffles uit zijn snaren. Pillac had blijkbaar wat problemen met zijn versterker maar Burns liet het niet meteen aan zijn hart komen. Shit happens en hij speelde dan maar zijn vest uit. |
De soulvolle Chicago R&B poëem ‘Miss Annie Lou’, uit zijn album ‘Leaving Here Walking’ was een volgend moment suprême. Net zoals het nummer ‘Can’t Hold Out Much Longer’, waarin Jimmy veel ruimte liet voor een excellent sollerende Xavier Pillac. Tijdens ‘My Heart Ain’t Heavy’ waren Chris Cain en Luca Giordano opmerkelijke gasten in de frontstage. Niet alleen dit duo was getuige van een schitterende Jimmy Burns. In het slotakkoord van ‘Feels Like Rain’, origineel van Buddy Guy, komt Burns schreiende jeugd zelfs in het daglicht. En als hij ‘Stand By Me’ aanzet weten we uit ervaring dat het inmiddels tijd is om afscheid te nemen.
Afsluiter op vrijdag was New York blues guy Popa Chubby. En daar zijn we van dag een eigenlijk al diehard fan van. Enkele jaren geleden botste ik letterlijk en figuurlijk op Ted ‘Popa Chubby’ Horowitz op een hoek in ‘down town’ New York City. Popa ging net een Franse bakkerij binnen maar maakte voor ons gelukkig wat tijd vrij. Sindsdien onderhouden wij regelmatig contact. De multi-getatoeëerde Popa Chubby is een imposante figuur met een charisma zoals wij nog zelden zien in het blues rock wereldje. Twee jaar geleden had ik interview-gewijs een uitgebreide babbel met Popa. Op mijn laatste vraagstelling wat zijn plannen waren voor de toekomst, antwoorde hij laconiek…..’Well, watch out Popa Chubby is a catfish!’. Wist ik toen veel dat hij mij de titel van zijn laatste album ‘The Catfish’ had toevertrouwd. Hij werd geboren als zoon van een snoepwinkel eigenaar in The Bronx en op zijn dertiende begon hij met drummen. Maar niet veel later ontdekte hij de sound van The Rolling Stones. Dit was klaarblijkelijk de inspiratiebron om ook gitaar te leren spelen. Ted werd dus vooral geïnspireerd door artiesten uit de jaren ’60, Hendrix en de Engelse bluesboom. Tijd dus voor wat postmoderne New City blues op Swing Wespelaar! En Chubby opende vrijwel meteen in stijl met een zwaarbeladen instrumentale. Al vrij snel kreeg hij vaart in zijn set met een uitgesponnen Hendrixianse versie van ‘Hey Joe’, origineel van The Leaves. Complexloze akkoorden zoals in het lekker funky spijkerende ‘Stoop Down Baby’, ‘I Don’t Want Nobody’ en ‘The Catfish’ brachten ons meermaals in verroering. Bij Robert Johnson leende hij het snoeihard gespeelde ‘C’Mon In My Kitchen’, en voor de recente aanslagen haalde hij ‘Blues For Charlie’ van onder het stof. Je weet wel, een nummer over de terroristische aanslag op het hoofdkantoor van het satirische weekblad Charlie Hebdo, in zijn geliefde stad Parijs. Met een nieuwe snaar op zijn afgeblakerde Fender gitaar was ‘Rock Me Baby’ een knaller van een blues rocksong. En ging het haast naadloos over naar ‘Sympathy For The Devil’ en de melodische instrumentale ‘Somewhere Over The Rainbow’. Hell Yeah! See you soon Popa…! And check out Popa Chubby’s website.. In oktober komt er een nieuwe studioalbum, met elf originele nummers en twee coverversies waaronder Leonard Cohen’s ‘Hallelujah’. |
A WOODLAND HILLCREST PROMOTION PRODUCTION I KEYS AND CHORDS 2001 - 2025