|
17 AUGUSTUS 2018 |
Big Bill, Roland, André Brasseur, Maxwell Street en Boogie Boy waren onder meer de eerste muzikale gasten op het eerste Swingfestival. We schrijven 1988. Ondertussen heeft het bluesminnend volkje al meer drie decennia de weg naar Wespelaar gevonden. Op de teller staat inmiddels 31 jaar en nog steeds is Swing Wespelaar een gratis festival, dankzij de onbezoldigde inzet van heel wat buurtbewoners en medewerkers allerhande. Blues for the People.
Aan deze staat van verdienste hangt een indrukwekkend archief van optredende artiesten, opgetekend in het programmaboekje. Zowel internationale bluesgrootheden als Belgisch en Nederlands talent delen jaarlijks het podium. We zijn dan ook jarenlang trouw op post om deze driedaagse volkse Brabantse blueshoogmis bij te wonen. En we zijn heus niet alleen, dat merkten we vrijdag op toen we rond zeven uur arriveerden op het gezellige dorpsplein. We wilden er zeker bij zijn op dag één, temeer om er Chicagoblueslegende Jimmy Johnson (89 ondertussen) nog eens live aan het werk te zien. Maar wegens gezondheidsredenen moest de sympathieke gitarist maanden geleden afhaken. Jammer dus, maar met zangeres-gitariste Melody Angel werd gezorgd voor vervanging. De aftrap werd gegeven door de Belgische band Black Cat Biscuit, een vijftal uit Limburg, dat sinds 2015 aan de weg timmert met dit project. Maar je merkt al snel dat de muzikanten geen groentjes zijn en al kunnen terugblikken op heel wat ervaring uit hun muzikale verleden. Het klinkt zoals het hoort te klinken, fris van de lever gebrachte eigen nummers. En dat leverde hen de voorbije periode geen windeieren op nadat ze een behoorlijke indruk nalieten op de recente Belgian Blues Challenge, waar ze de publieksprijs in de wacht sleepten. Ook in Wespelaar konden de jongensrekenen op bijval, onder meer met een aantal beklijvende songs zoals ‘What I Really Need Is You’ met schitterende zangpartijen in combinatie met fraaie soleerwerk op gitaar van frontman Bart Arnauts en dito scheurend harpwerk van Mark Sepanski. Maar er is vaak ook mooi soleerwerk weggelegd voor Stanley Patty, de andere gitarist. ‘Parrot Woman’ is ook een nummer dat indruk maakte. Maar ook de ritmesectie liet een mooi visitekaartje achter want Jeff Gijbels en Patrick Indestege leverden een fraai onderling soloduel op drum en bas. Zondermeer een degelijke opener op vrijdag van Black Cat Biscuit,die begin volgend jaar een eerste album op de markt brengen. We kijken er reikhalzend naar uit. Dan was het vooral uitkijken naar de 28-jarige Melody Angel, die in beperkte bezetting (bas en drum) haar ding mocht doen, maar ook haar ma stond een beetje heupwiegend mee op het podium om haar dochter bij te staan bij haar debuut op een Belgisch podium. Melody Angel heeft naar eigen zeggen veel te danken aan haar moeder, die haar constant bijstaat tijdens het toeren. Ze liet zich inspireren door artiesten als Prince, Hendrix, Michael Jackson en ontdekte de rock & roll waarna de bal aan het rollen ging. Ze bracht tot nu toe 2 EP’s en één volwaardig album uit met ‘A Woman’s Blues’ als haar meest recente werk. De zangeres-gitariste uit de buurt van Chicago schiet stevig uit de startblokken met het krachtige ‘I’m a Rebel’ en het meeslepende ‘The Trouble With Money’, songs met een missie dat mag duidelijk zijn. Melody schreeuwt haar frustratie uit over onder meer rassenhaat zoals in ‘In the Fire’. Maatschappijkritische songs brengt ze met passie en dat is te horen in ‘Is This America’. Het mag duidelijk zijn dat de dame een kwestie eigenares is van een erg degelijke stem, begeleid door een ronkende beat van bas en drum. Het geluid is vrij hard en nogal wat mensen uit het publiek houden schoorvoetend afstand van de te veel geproduceerde decibels. Maar mits gehoorbescherming lukt het. |
Het zijn
vaak eigen geschreven nummers, maar af en toe wordt er een cover gespeeld zoals
‘Doubble Trouble’, een prachtig nummer en een eerbetoon aan Otis Rush en dat
blijkt een ver familielid te zijn. Het optreden kampt op een gegeven moment met
een gebrek aan variatie en sleept zich naar het einde. Ritmisch zit het snor,
maar de drive lijkt er wat uit te zijn, ook omdat het wat allemaal hetzelfde
lijkt. Melody Angel was alvast een opgemerkte gaste in Wespelaar, waar ze
afsloot met een korte versie van ‘Hey Joe’.
Melody Angel kende goede, maar ook mindere momenten. Haar mooie stem is
zeker een troef, maar we moeten de nog jonge dame in kwestie zeker nog kansen
geven want ze kan nog heel wat progressie maken. Zeker iemand om te volgen de
komende jaren.
We maakten ons dan op om uit te kijken naar headliner Ten Years After (TYA), de legendarische Britse band die in augustus 1969 een legendarisch optreden neerzette op het Woodstockfestival in Bethel. Dat was zoals verwacht te merken aan de publieke belangstelling want het dorpsplein liep helemaal vol. Vooraf hadden we wel wat twijfels over na hun - wat mij betreft - onopgemerkte passage in Peer in 2012 in hun vorige bezetting. Maar in Wespelaar speelden de Britten in hun recente bezetting want in 2013 waren er wel wat groepswissels want Jo Cooch en Leo Lyans verlieten de groep. Nu werden de originele leden drummer Ric Lee en toetsenist Chick Chirchill bijgestaan door bascioon Colin Hodgkinson en zanger-gitarist Marcus Bonfanti als vervanger voor de legendarische Alvin Lee. Vorige maand nog hoorden we alvast positieve geluiden na hun recente passage in het Waalse Lessines. Hoewel het stemgeluid van Alvin Lee haast niet te evenaren is, blijkt deze formatie toch de band die de ware Ten Years After-spirit kunnen uitdragen. Marcus Bonfanti geeft alvast een gedreven indruk, die goed bij stem is en ook fraai dingen liet zien op gitaar. Het publiek genoot met volle teugen van vooral hun bekend werk zoals ‘I’m Coming On’, ‘Sugar Road’, ‘One Of These Days’,.. Stevige oerdegelijk gespeelde gitaarrock en dat vroeg om een rustpunt en dat kwam er ook met drie rustigere oude songs in een akoestische driemansbezetting, zijnde ‘Portable People’, ‘Don’t Want You Woman’ en ‘Losing The Dogs’. Vermelden we nog dat nadien de party doorging met onder meer de mooie song ‘The Hobbit’, waarin bassist Colin Hodgkingson helemaal solo zijn ding mocht doen op het podium. Maar ook drummer Ric Lee kende ‘un moment suprême’. Uiteraard passeerde ook het bekende ‘Love Like a Man’ de revue, gevolgd door de megahit ‘I’m Going Home’, gebracht voor een uitzinnige menigte. Als toetje kregen we met ‘Choo Choo Mama’ nog een heerlijke song om met een goed gevoel de nacht in te gaan. Heerlijke afsluiter voor deze openingsdag. We hadden nog even willen doorgaan maar toen klonk ‘All I Have To Do Is Dream(dream dream)’uit de plaatselijke boxen om uit te kijken naar nog meer mooi volk de komende dagen. |
A WOODLAND HILLCREST PROMOTION PRODUCTION I KEYS AND CHORDS 2001 - 2024