|
9 januari 2020 |
Tributebands: ze bestaan in alle maten en gewichten en hebben veel gemeen. De meeste bands trachten op de juist mogelijke manier de originele artiest(e)/groep te kopiëren. De Nederlandse Muddy Waters Tribute Band hanteert een andere insteek. “Het gaat vooral om het eigen geluid van onze band en het is meer een ode aan de grootmeester die succes oogstte samen met zijn band in de zeventiger en begin van de tachtiger jaren”, liet frontman Robbert Fossen eerder al optekenen in het Haarlems Dagblad.
Fossen, die al heel wat adelbrieven op zijn palmares heeft, speelde al langer met het idee om een uitgebreide band op poten te zetten en nadat hij als duo en later als trio aan de slag was werd een aantal jaren geleden de stap gezet toen de juiste muzikanten gevonden werden. The Muddy Waters Tribute Band zijn muzikanten die een hechte band vormen. Gitarist-zanger Fossen kan rekenen op de diensten van Thomas Toussaint (mondharmonica), Lothar Wijnvoord (gitarist), Yvan Schilder (keys), Dirk Wagensveld (bass) en last but not least drumtalent Lars Hoogland. Dat resulteerde op korte termijn in het album ‘Electric Man’ en daaraan gekoppeld een uitbebreide tournee, die begon in 2019 naar aanleiding van de 65-jarige verjaardag van de ‘Hoochie Coochie Man’, een song overigens van Willie Dixon, maar een klassieker geworden ook dankzij Muddy Waters. De band startte met het instrumentaaltje ‘Evans Shuffle’, waarna frontman Fossen opkwam en meteen het eigen nummer ‘They Called Him Muddy Waters’ losliet, met aanvankelijk nog even wat aarzelende pianoklanken, maar gaandeweg vloeide het geheel knap in mekaar en werd de juiste groove gevonden. Het uitstekende gitaarwerk van de Lothar speelde daar zeker een rol in. Ook het stevigere ‘Trouble No More’ is een topsong met vooral een hoofdrol voor de bij momenten stevig uithalende harpspeler Thomas. Na het overbekende ‘Kansas City’ ontbrak in die eerste set ook ‘Hoochie Coochie Man’ niet, één van de allereerste nummers van Fossen op een podium, zo liet hij verstaan. De frontman had misschien wat meer medewerking verwacht van het publiek, zo bleek. Maar de modale Belg heeft nu éénmaal vooral een luisterend oor. |
Nog bekend werk kwam er met ‘Everything is Gonna Be Allright’ in een ellenlange versie, maar hier kwam de stem van de frontman sterk naar voren, gedragen door een meeslepende harp. Eén van de hoogtepunten in die eerste passage vond ik ‘She’s Nineteen Years Old’, topsong gedragen door subtiel beginnende piano, gitaar- en harmonicaklanken, die gaandeweg crescendo klonken. Ook stemgewijs legt de frontman vaak andere accenten, al klonk ze bij momenten soms ook wat vlak.
Ook in set twee werd er niet aan kwaliteit ingeboet. Dat was duidelijk met ‘Forty Days, Forty Nights’, ‘Rollin’ and Tumblin’ en een wat uitgesponnen vesie van ‘All Night Long’. Uiteraard passeerde ‘Mannish Boy’ ook de revue gevolgd door het swingende Caldonia. Het goed opgekomen publiek constateerde in de grote zaal dat het goed was en genoot van ‘Got My Mojo Working’ en het pakkende ‘Electric Man’ als laatste song. Het publiek wilde meer en kreeg het ook met de overbekende bluescover ‘Sweet Home Chicago’ met een stem die klonk als die van de te vroeg overleden Luke Walter Junior. Einde van een leuke ontspannende avond gedragen door zes uitstekende muzikanten. Volgende maand (13 februari) is het in de grote zaal uitkijken naar de passage van Duke Robillard met in zijn zog de Wentus Blues Band. |
A WOODLAND HILLCREST PROMOTION PRODUCTION I KEYS AND CHORDS 2001 - 2024