|
29 april 2017 |
PROGMETAL IN AL ZIJN FACETTEN |
Toen Aristoteles zei dat het geheel groter is dan de som van de delen, had hij het duidelijk niet over de muziekwereld. Deze drie groepen gingen samen op toer en dachten daarmee meer publiek te bereiken, maar dat lukte deze avond niet echt. Zelfs gratis toegang met een ticket voor Riverside bracht niet veel zoden aan de dijk. Het citaat ging echter wel op voor de muzikale beleving van de avond, want die werd er alleen maar intenser door. De acts hadden blijkbaar besloten om elk exact één uur te spelen, om zo geen echte hoofd-act te hoeven selecteren. Oddland uit Finland mocht de spits afbijten. In reviews wordt de zang niet echt opgehemeld en hopelijk kwam daar vanavond klaarheid over, maar dat oordeel moet nog even wachten. Sakari Ojanen was namelijk verkouden en dat kon je tijdens zijn aankondigingen ook duidelijk horen. Ik geef hem dus voorlopig nog het voordeel van de twijfel. Die twijfel bestaat helemaal niet over de muzikanten die allemaal de knepen van het vak perfect kennen. Oddland is een progmetalgroep, maar dat daar ook nog onderverdelingen in bestaan, was vanavond duidelijk hoorbaar. Oddland is de hevigste van de drie, vooral de harde gitaarklank en de syncopatische ritme-sectie geven de groep een gans ander, apart geluid. Nummers zoals ‘Thanatos’ en ‘Penumbra’ uit het recentste album konden mij het meest bekoren, maar ook oudere nummers zoals ‘Above And Beyond’ werden door het publiek aardig gesmaakt. Until Rain uit Griekenland kwam als tweede aan de beurt. Het werd al vlug duidelijk dat deze progmetal veel dynamischer overkwam. Vooral de keyboards, die bij Oddland niet aanwezig zijn, waren daar voor een deel de oorzaak van. Niet alleen de muziek is dynamisch, maar vooral bassist Bill Gkagkavouzis beweegt als een duivel in een wijwatervat. |
Hij voert allerhande danspassen uit, streelt en omarmt zijn basgitaar alsof het zijn geliefde is en speelt nota bene met wollen handschoenen waarin een plectrum verwerkt zit. Hoewel de meeste ogen naar Bill gericht waren, legde ook zanger Yannis Papodopoulos een glansprestatie neer. Hij neemt zowel de ‘cleane’ zang als de grunts voor zijn rekening. Zijn stem lijkt, bij momenten, enorm goed op die van Daniël Gildenlow van Pain of Salvation. Je zou zowaar vergeten dat er nog muzikanten op het podium stonden, die allen virtuozen zijn op hun instrumenten. Vooral de nieuwste cd ‘Inure’, die de dag van het concert verscheen, wordt veel aangesproken. Nummers zoals ‘Progressus In Idem’, ‘New World Fiction’ en ‘Because Something Might Happen’ blijven mij het best bij. Een memorabel optreden. Na een iets langere pauze mocht het Zweedse Wolverine de avond afsluiten. Wolverine is zeker geen onbekende meer in Nederland, want ze stonden al 6 keer op de affiche van Progpower. De eerste maal was dat in 1999. Oorspronkelijk startte de groep met Death Metal maar na de debuut EP, was daar op het eerste volledige album ‘The Window Purpose’, naast een occasionele grunt, niet veel meer van te merken. De muziek werd zachter, maar toch hard genoeg om interessant te blijven. Zanger Stefan Zell wist het publiek goed te entertainen. Zijn stem lijkt op die van Geoff Tate van Queensrÿche en dat is op zich al een compliment. De setlist was mooi verdeeld tussen de drie laatste albums, die dan ook best hun huidige stijl etaleren. Het, in mijn opinie, beste nummer ‘Taste Of Sand’ kwam zelfs uit ‘Still’, een album uit 2006. Dit was een avond, die voor iedereen, die voeling heeft met progmetal, wat in petto had. Voor mij was Until Rain de beste groep met Wolverine als ‘close second’, maar anderen zullen wellicht een andere mening toegedaan zijn. |