Support: Irish Coffee • 28 februari 2016 • CC René Magritte, Lessines
|
Wij schrijven zondag 28 februari 2016. De Krakelingenstoet in Geraardsbergen is nog maar net gepasseerd en E.H. Deken heeft net 10.000 krakelingen in de kapel van de Oudenberg gezet die hierna aan de menigte zal worden toegeworpen. |
Nou ja, winter. Toch begeven wij, ondanks deze historische en fantastische feestelijkheden, ons richting Lesinnes voor alweer een legendarisch concert. Daar dwaalt in het cc René Magritte nog steeds ergens de geest van Ten Years After rond of de organisatie had met Manfred Mann’s Earth Band alweer een nieuwe topact weten te strikken.
Maar voor het zover was kregen we eerst de legendarische Belgische Irish Coffee. Dit, nu als powertrio, kreeg van de organisatoren bijna een uur om hun set af te werken. Vijfenveertig jaar geleden bliezen ze een nieuwe rockwind door de Vlaamse straten. De band werd opgericht in 1970 en kwam hoofdzakelijk voort uit de groep The VooDoo. In ‘72 werd het zelftitelend album ‘Irish Coffee’ meteen een bescheiden succes. Net zoals de singles ‘Masterpiece’ en ‘Carry On‘. Deze lp, dito singles, zijn trouwens heuse collectors items nu waar men véél harde valuta voor neertelt. In 1975 ging de band uit elkaar, maar leadzanger/gitarist William Souffreau bleef enorm actief in de muziekscène. Nu heeft deze centrale figuur met stand-in bassist Dieter De Mits en Kris Van Der Cammen op drums de ideale muzikale kompanen naast zich. Heel wat nummers kwamen dan ook uit het project ‘Revisited’, dat dateert uit 2013 en het vorig jaar geregistreerde album ’When The Owl Cries’. De songs hebben gelukkig ook allen dat tijdloos karakter behouden. Of wat dacht wat nummers als ‘Bad Boys’, ‘The Fountain’ en vooral ‘Gimme A Sign’ teweegbrachten in Lessen. Net zoals hun ode aan The Kinks met ‘I Gotta Move On’. Het nummer ‘I Hate War’ is zelfs een quote van President Franklin D. Roosevelt. Al vonden wij persoonlijk het wel heel funky gespeelde ‘Mister Taximan’ en de hoogoplopende blues rocker ‘No Good For Nothing’ knappe hoogtepunten. Na de single ‘Masterpiece’ kwam het onvoorwaardelijk in high speed gespeelde ‘Helter Skelter’ door de luidsprekers gedonderd. Trots toont Souffreau ons zijn Beatles T-shirt en verdwijnt met een coole ’thank you’ van het podium. Een groot spraakwater zal Souffreau wel nooit worden, maar eenvoud siert een mens. Niet? Het zal je dan ook niet zo verwonderen dat deze Vlaamse rockpioniers op heel wat meeval konden rekenen van een volgelopen concertzaal. Al misten wij misschien toch vooral die karakteriserende orgelsound van weleer. Keyboardvirtuoos Manfred Mann werd op 21 oktober 1940 geboren als Manfred Mike Lubowitz in Johannesburg, Zuid Afrika. Hij stichtte samen met Mike Hugg in 1962 een eerste bandje The Mann Hugg Brothers op. Het duo versierde via hun manager een contract bij het platenlabel Decca. Helaas was deze samenwerking van heel korte duur. Mann en Hugg probeerde het dan samen met zanger Paul Jones bij het label EMI. De single ‘5-4-3-2-1’ betekende meteen ook de grote doorbraak. |
De band had ook een aantal nr.1 hits waaronder het zeer populaire ‘Do Wah Diddy Diddy’, een cover van The Exiters en met de popsong ‘Pretty Flamingo’. Toen Jones de band verliet in 1966 werd Mike D’Abo de nieuwe vocalist. Maar na het uiteenvallen van de groep formeerde Manfred Mann meteen het succesverhaal Manfred Mann’s Earth Band.
In een haast volgelopen cultuurcentrum René Magritte vindt Manfred Mann de ideale soulmates in gitarist Mick Rodgers, zanger Robert Hart (Bad Company), Steve Kinch (bas) en drummer Jimmy Copley. De band opent zoals vaak met ‘Spirit Of The Night’ een cover van Bruce Springsteen. Maar gelukkig is Manfred Mann een toparrangeur die al die songs naar zijn hand weet te zetten. Dit was meteen een eerste referentie naar de progressieve rock uit midden jaren ‘70. Na het opwindende ‘Captain Bobby Stout’ komt Manfred een eerste keer in de spotlight met zijn keyboard in ‘Martha’s Madman’. Tijd voor een eerste ballade met ‘You Angel You’, origineel van Bob Dylan. Van de met knappe gitaarriffs ingekleurde song ‘Stronger Than Me’ (Melissa Etheridge) gaat het genadeloos naar de T-Rex klassieker ‘Get It On’. Manfred omschoudert zijn draagbare Roland keyboard en steelt als het ware de show met zijn typerende danspasjes. Tijdens het intieme ‘Father Of Day, Father Of Night’ is een glansrol weggelegd voor Mick Rodgers. En Rodgers blijft nog even aan boord om te schitteren in het nummer ‘Cannon Ball Rag’ van Merle Travis. Voor deze instrumentale soloact blijft hij alleen op het podium en gaat gezwind over blues, rock en jazzy arrangementen. Wat een aangenaam contrast met de heavy en luidkeels meegebrulde ballade ‘For You’. Naadloos gaat het naar ‘Don’t Kill It Carol’ waar Manfred Mann een eerste keer een couplet vocaal mag vertolken. Na een lange en zeer uitgesponnen synthesizer intro kwam uiteindelijk ‘Blinded By The Light’ ons verblijden. Om meteen ook een eind te maken aan hun show met die andere tijdloze klassieker ‘Davy’s On The Road Again’. Manfred Mann komt nog eens opdraven met zijn draagbare zebragetinte keyboard, omhelst zijn vocalist Robert Hart en verdwijnt achter de coulissen. Voor het eerste bisnummer tekenen enkel drummer Copley en gitarist Rodgers paraat. Het duo serveert ons een eigentijdse jazzy interpretatie van het nummer ‘Do Wah Diddy Diddy’. Met een wel zeer funky intro voor ‘Quinn The Eskimo (The Mighty Quinn) werd het tijd om ook onze biezen te pakken. Al hielden we toch nog even halt bij organisator Fredje Marechal voor een heerlijke burger met zelfgemaakte ketchup. Met dank aan cc René Magritte |
A WOODLAND HILLCREST PROMOTION PRODUCTION I KEYS AND CHORDS 2001 - 2024