|
17 november 2016 |
“Vijftien songs in vijftien minuten" |
Vertical Divider
Twee jaar was het geleden dat de blues en soulzanger Caron Nimoy Rayford, beter bekend als Sugaray Rayford op het podium stond van de Muziekodroom te Hasselt. Hij maakte toen indruk en dat doet hij nog altijd. Met een band om jaloers op te zijn, weet hij zijn publiek met virtuositeit, vakmanschap en vooral veel plezier en entertainment een geweldige avond te bezorgen. “Let me tell you ‘bout my baby” zingt hij helemaal alleen en onverwachts door de microfoon, de band geeft breakaccenten keer op keer als hij de zin herhaald. Het publiek is wakker geschud, de aandacht is naar het podium gericht en het feestje kan beginnen. De band vliegt er meteen in. “Short skirts are back in style again” zingt Sugaray. Wat een stem, wat een power, zelfs zonder microfoon of versterking komt zijn volume boven de rest uit! Zijn musical director en bassist Ralph Carter dirigeert de band. Daarin zitten alleen maar virtuozen die ons de hele avond trakteren op grandioze solo’s. Zo zetten de ex werknemers van Amy Winehouse, trompettist Giles Straw en saxofonist Aaron Lillard hun beste beentje al voor in het openingsnummer. De band, opgezweept door Sugaray zelf, gaat volluit. Wat een spelvreugde, wat een power, wat een dynamiek, alles zit goed bij deze mannen! Een zeer sterke en funky versie van Albert Kings ‘Born Under A Bad Sign’ volgt. Keyboardspeler Drake ‘Munkihaid’ Shining, die ooit op een blauwe maandag nog bij Deep Purple zou gespeeld hebben geeft een groovy orgelsolo weg. “Het volgende nummer gaat over een big booty evil woman” zegt Sugaray en ze spelen het zeer funky ‘Blind Alley’ van zijn debuut cd. Het zaaltje begint op te warmen en het publiek begint te bewegen. Lavelle Jones zit letterlijk te swingen achter zijn drumstel en stuwt de band vooruit. En het gaat vooruit! Gitarist Gino Matteo speelt een wervelende gitaarsolo. Met een formidabele versie van ‘I’ll Play The Blues For You’ nemen ze wat gas terug. Onmiddellijk daarna volgt een zeer snelle versie van Little Miltons ‘Grits ain’t Groceries (all around the world)’. Hij zal zeker goedkeurend geknikt hebben van daarboven! De slowblues ‘Why I Sing The Blues’ laat het publiek wat op adem komen en een beetje afkoelen zover dat mogelijk is met zo’n stomende band. Gino Matteo geeft een verschroeiende solo en Sugaray laat horen hoeveel power hij heeft wanneer hij een strofe of twee zonder microfoon zingt. Aan het eind laat hij Ralph en Drake, die de backingvocals voor hun rekening nemen samen met het publiek het zinnetje “OhOhOh, baby that’s the way I feel” meezingen. De sfeer zit er helemaal in, de avond kan niet meer stuk. Ondertussen is het hemd en het gilet van Rayford van kleur veranderd. “Man it’s hot, It’s like the Caribbean here”, schertst Sugaray. Een kilo of twee lichter volgens mij, sluit hij de eerste set af met het door Al Kooper gecomponeerde ‘Nothing I Wouldn’t Do (for a woman like you)’. |
Vertical Divider
Twintig minuten later staat Sugaray al op het podium, maar zijn band blijft achter. Hij roept en stuurt de roadmanager om ze te halen, maar niemand komt. Dan maar wat gospel zingen zal hij gedacht hebben en helemaal alleen zingt hij een prachtig stukje ‘Jesus On The Main Line’. Het publiek is in de wolken. Na ongeveer tien minuten staan alle muzikanten weer op de planken en zetten ze het pompende ‘Stuck For A Buck’ in. Gino Matteo mag een lekker scheurende solo geven. Het publiek beloont deze prestatie met een luid applaus en warm gejoel. Het enthousiasme gaat nog omhoog door een stomende versie van ‘Bricks In My Pillow’. Bassist Ralph en gitarist Gino doen een gezamenlijk snel loopje dat de opwinding nog verhoogt. “We hebben niet zo veel tijd meer en we willen nog zoveel mogelijk songs voor jullie spelen”, zegt Rayford, “Hoeveel tijd hebben we nog?” “vijftien minuten antwoordt”, gitarist Gino. “Ok, let’s do 15 songs in 15 minutes”, grapt Sugaray. En hij maakt het bijna waar. De band kort de songs wat in en er ontstaan enkele al dan niet vooraf geplande medley’s. Daaraan zie je dat deze band op elkaar ingespeeld is, en dat ze zonder problemen deze aanpassingen aankunnen. Het hek is nu helemaal van de dam met een rockende versie van James Browns ‘Cold Sweat’ waarin een stukje ‘Shake, Rattle and Roll’ verborgen zit. Echte authentiek blues krijgen we met ‘Death Letter Blues’ van Son House. Sugaray gaat diep, heel diep, hij legt er zijn hele ziel in en het publiek wordt er stil van. Aan het eind hoor ik “wauw”, “prachtig”, “ongelooflijk” om me heen. De mensen genieten en dat is waar het om draait. De stemming wordt omgegooid als Sugaray het laatste nummer aankondigt. “Dit is voor alle jonge mannen. Jullie snappen niets van vrouwen en weten nog minder over seks. Vrouwen zijn ons altijd jaren voor en dat blijft zo ons hele leven. Maar rond ons vijftigste kunnen we ze min of meer bijbenen”, zegt hij. Hilariteit alom! Het prachtige soulnummer, in Hi-records stijl, ‘If I Live To Love Again’, volgt. Maar het publiek wil meer en daarom plakken ze er onmiddellijk twee bisnummers achteraan. Dat wordt ‘All I Think About’, een funky soulshuffle. De avond wordt afgesloten met ‘Reconsider Baby’ van Lowell Fulsom, dat een heel jazzy aanpak meekrijgt. Drake geeft nog een fantastische pianosolo en Aaron geeft een zacht fluwelen saxofoonsolo. Het nummer evolueert langzaam naar echte swingjazz waarin John Lee Hookers ‘One Scotch, One Bourbon, One Beer’ verwerkt zit. Het publiek zingt mee en de band maakt er een fade out van. De muziek zinkt weg terwijl het publiek nog wat doorzingt. Het was een zeer geslaagde avond die naar meer vraagt. Hopelijk krijgt deze man de kans om zich voor te stellen aan het grote publiek in Peer, dat zou helemaal mooi zijn! Bedankt Danny en de medewerkers van Move2blues. Chapeau! |
A WOODLAND HILLCREST PROMOTION PRODUCTION I KEYS AND CHORDS 2001 - 2024