|
‘Doe Maar overtuigde maar gedeeltelijk, de hits maken het goed’Als onderdeel van de ’32 jaar later’-toer concerteerde de succesvolle Nederlandse formatie Doe Maar vrijdagavond in de Lotto Arena te Antwerpen. Het concert duurde meer dan twee en een half uur. Het geluid kletterde en botste alle kanten op. Nochtans moet het mogelijk zijn om ook in deze galm-bak een goed geluid te produceren. De band kwam een beetje traag op gang, maar in de tweede helft van de show volgde de ene hit de andere op en steeg het enthousiasme en bezieling van muzikanten en publiek. |
Nog voor de band de eerste tonen produceert zegt frontman en bassist Hennie Vrienten: “We hebben nogal wat liedjes die we in het verleden niet konden spelen, wegens tijdsgebrek. Maar we spelen nu veel beter dan vroeger. Dus we gaan er een extra lange avond van maken”. En dat werd het ook met meer dan 2,5 uur muziek. Maar of dat nu zo een goede zet was is nog maar de vraag. De eerste helft kwamen de heren nogal mak en verveeld over. Maar ook de nummers die ze brachten leken nogal op elkaar en waren voor het publiek, dat uiteraard hoofdzakelijk voor hun hits kwam, niet altijd duidelijk herkenbaar en werden zodoende minder gesmaakt en bleef de reactie in het begin eerder lauw.
Doe Maar is zeker een betere band als in hun beginjaren, betere muzikanten zijn het geworden. Met zeven stonden ze op het podium. De vier leden van de band aangevuld met drie schitterende blazers, die enkele keren verbaasden door virtuoze solo’s te geven. Ze gaven de band en het concert een extra sterk punt. Hennie Vrienten, Ernst Jansz, Jan Hendriks en Jan Pijnenburg openden pas na half negen hun concert met ‘Okee’ en ‘Watje’. En ook al speelden ze daarna schitterende reggae en ska-popliedjes zoals ‘Doe Maar Net Alsof (Je Neus Bloedt)’, ‘Macho’, ‘Nachtzuster’ en ‘Is Dit Alles?’, duurde het toch tot bij ‘ het vijftiende lied, eer de band loskwam, enthousiaster ging spelen en kon overtuigen. Voor dat vijftiende nummer hadden ze voormalig lid, kabouter Plop lookalike en zanger Joost Belinfante uitgenodigd om ons een les in het telen van ‘Nederwiet’ te geven en de voordelen en pleziertjes van de Canabisplant te bewieroken. Roken mag tegenwoordig niet meer in concertzalen, maar de wietluchten omwalmden vanaf dan het publiek en dat op vele plekken van de arena. Het publiek en blijkbaar ook de band worden wakker en het enthousiasme en het daarbij gepaard gaande geluidsvolume steeg. Toen werd het een erg leuke avond! Boven het podium hingen twee enorm grote videoschermen die de beelden van op het podium uitvergrootte. Ook achter de band waren op een scherm allerlei videoprojecties te zien. Zo kon je bij ‘Nachtzuster’ de injectienaalden van de zuster zien en bij het prachtige instrumentale ska-nummer ‘Winnetoe’, tijdens de Indianengeluiden, zag je een Western-strip zien voorbij komen. Na de cameo van Joost Belinfante was het de beurt aan de veel jongere gast Kenny B. Hij bracht uiteraard zijn nieuwe single (opgenomen met Doe Maar), ’54-46 is mijn nummer’, een cover van Toots & The Maytals. |
Daarna mocht hij zijn nieuwe single ‘Parijs’ zingen met Doe Maar als begeleidingsband. Een mooie samenwerking van de twee en zeker een aangename afwisseling. Dat vond het publiek ook want het hek was toen van de dam. Uitzinnig schreeuwden ze, overal werd er gedanst en elke letter werd meegezongen.
Ik moest toen even van plaats veranderen. Ten eerste om te horen of het geluid overal zo slecht was, maar ook omdat er mensen 50 euro of meer betalen om dan de hele avond luid staan te zeveren en te zagen. Waarom gaan die mensen eigenlijk naar een concert? Maar goed, het feest was toen pas begonnen, maar jammer genoeg liep de set nu naar zijn einde. We kregen nog een chill-down- versie van ‘Sinds Een Dag Of Twee (32 jaar)’ waarbij man en vrouw de longen uit hun lijf brulden, het overbekende en zo herkenbare ‘Pa’, een swingende versie van ‘Alles Gaat Voorbij’, de trage (we zagen een traag kruipende rups op het projectiescherm) reggae ‘Tijd Genoeg’ met een formidabele trompetsolo, het klagende ‘Eén nacht alleen’ en het hilarische ‘Doris Day’. De show werd afgesloten met het vlotte en maatschappijkritische ‘De Bom’. Het publiek werd uitzinnig en schreeuwde, riep, krijste, huilde om meer. Ja, echt waar, ik zag een vrouw huilen omdat het gedaan was. De eerste toegift kwam de band dan ook snel en vurig spelen. Ze kozen voor het brave ‘Belle Hélène’ en een snelle versie van ‘Smoorverliefd’. Het was gedaan, ze waren klaar. Maar dat vond het publiek niet zo’n goed idee en ze bleven schreeuwen, fluiten en klappen. Het werkte en Doe Maar kwam voor een tweede bisronde het podium op. Een beetje vreemde keuzes zullen er veel gedacht hebben, want eerst kregen we het instrumentale ‘De Vrolijke Padvinder’ en dan als allerlaatste song van het een meer dan 2,5 uur durend concert kozen ze voor het snelle ska-nummer ‘Dansen Met Alice’. Een beetje een vreemde keuze, al is het zeker geen slecht nummer. Maar misschien hadden ze de set toch beter ietsje korter gehouden en zich geconcentreerd op ‘de hits’, al is het wel begrijpelijk dat elke muzikant eens een keertje wat andere liedjes wil spelen. Eén ding is zeker. Bijna 7500 mensen hadden een mooie, warme en nostalgische avond. Met dank aan Livenation |
SETLIST
|
A WOODLAND HILLCREST PROMOTION PRODUCTION I KEYS AND CHORDS 2001 - 2024