interview piet goddaer
BRUSSEL - Piet Goddaer maakt al bijna 30 jaar muziek, waarvan 18 jaar als 'Ozark Henry'. Na het eclatante succes in binnen- en vooral buitenland van zijn zevende studioplaat 'Stay Gold', brengt de getalenteerde musicus heden 'Live 2014: The Journey Is Everything' uit. Dankzij Sony kreeg Keys and Chords het voorrecht om 49 minuten in het gezelschap van de warme, gulle Goddaer te spenderen. Hoera! |
Julian: "Ik kan me voorstellen dat het niet makkelijk is om te kiezen uit de meer dan 70 nummers die je hebt gemaakt."
Piet: "Dat is een understatement. Minstens 300 op cd, en in het totaal wellicht 700 uitgebracht."
Julian: "700? Wacht, hoe verkeerd tel ik? U hebt zeven studio-albums, vermenigvuldigd met een gemiddelde van 12 songs is ..."
Piet: "En alle soundtracks die ik heb gemaakt."
Julian: "Natuurlijk, maar ik had het puur over de studio-albums van Ozark Henry. Mijn excuses. Maar dus: het lijkt me heel moeilijk om daar dan een beperkt aantal te kiezen. Hoe doe je dat?"
Piet: "Dat is altijd moeilijk, en het is altijd kill your darlings. Ik vind dat een goede, intense, gefocuste show niet te lang mag duren. Tien jaar geleden speelde ik minstens 2,5 uur, omdat ik niet kon kiezen. Maar dat is te lang, en te veel voor wat ik doe. Voor andere genres kan dat best, maar voor mij is het teveel van het goede. Een liveplaat samenstellen is een momentopname."
Julian: "Vandaag zou je een volledig andere liveplaat samenstellen?"
Piet: "Ja, tuurlijk. Uiteraard. Een liveplaat vat vooral de tijdsgeest, het waar en het waarom samen. Het is niet de bedoeling dat je daarmee bewijst of je wel of niet live kunt spelen. De liveplaat is heel trouw aan wat mijn liveshow is. Ik zit achteraf niet te knoeien aan de opnames."
Julian: "Geen overdubs?"
Piet: "Nee, natuurlijk niet! Dat gebeurt zo vaak, dat ik me afvraag wat de meerwaarde is."
Julian: "Net daarom. Het gebeurt geregeld."
Piet: "Wat is daar dan de bedoeling van? Als een artiest mij raakt, en hij zingt live altijd vals, dan wil ik dat terughoren op de plaat. Joy Division? Ik ben een grote fan, maar enkel een onnozelaar gaat de stem van Ian Curtis tunen. De mensen die zeggen: "Het is een slechte liveplaat, want hij zingt vals en de leden spelen slordig", tja, die moeten besluiten dat het gewoon hun genre niet is. Dan hebben ze er ook niets van begrepen. Dan onderlijn je vooral hoe weinig je weet, en je gebrek aan verstand. Iedereen heeft iets dat hem of haar typeert. Dat moet je niet proberen te camoufleren. Wie een portret van zichzelf maakt, moet dat niet beginnen Photoshoppen. Als je afgerekend wordt op rimpels, moet je ze dan verwijderen? Een liveplaat maak je voor je fans, en de muziek moet herkenbaar zijn voor zij die je graag horen. Daarom komen ze ook naar je optredens."
Julian: "Wat vindt u van een livegroep die exact klinkt zoals op plaat? Denk maar aan de perfecte jukebox genaamd Eagles?"
Piet: "Ik speel live totaal andere versies dan op plaat. In de huidige show zijn de meeste nummers compleet herwerkt. Wie naar de show komt kijken, snapt ook dat het bijna een filmscore bij de visuals is. En toch speel ik opeens bijvoorbeeld 'These Days' exact zoals het op de single stond. Dat heb ik nog nooit gedaan in mijn carrière. Daarom past het ook, zoals een gimmick in een film. Maar alles heeft zijn reden van bestaan. Ik kan heel blij zijn wanneer ik exact kan beleven waarvoor een groep staat. Bij anderen ben ik klaar voor het experiment, wil ik verrast worden, wil ik het herwerkt zien."
Julian: "Op jouw laatste studioplaat stond de prachtzin: "Went from Bonnie and Clyde, to Jekyll and Hyde" Hoe ben je daar opgekomen?"
Piet: "In een popsong moet je zoveel mogelijk verhaal vertellen met zo weinig mogelijk woorden."
Julian: "Maar de meeste popsongs hebben niet zo'n ingenieuze frases. Meestal is het "I love you and I feel blue", jij maakt er iets helemaal anders van."
Piet: "Euh, ja, dat is altijd mijn betrachting."
Julian: "Had je nog alternatieven?"
Piet: "Hier ging het nummer over mensen die twee handen op een buik waren, en die plots tegengestelden worden op een extreme manier. De tekst is voor mij erg belangrijk, en ik probeer hem altijd te doen aansluiten bij de sfeer van de song. Je hoopt op beelden die inslaan."
Julian: "Ik vind het jammer dat jouw discografie zo ondervertegenwoordigd is op vinyl. En als je iets vindt, is het onbetaalbaar."
Piet: "Ik heb thuis nog enkele exemplaren van mijn eerste twee albums. Bij de release hebben ze niet zo goed verkocht. Vinyl zat toen nog in een verdomhoekje. Voor een vinyl van 'Birthmarks' heb ik niemand kunnen motiveren. Nu is er een vinylhype, dus ja, misschien is het een idee om ..."
Julian: "Een Ozark Henry boxset op vinyl zou mooi zijn."
Piet: "Dat zou inderdaad tof zijn."
Julian: "Uw werk zou zeker tot zijn recht komen op vinyl. Voor een plaat ga je nog steeds zitten."
Piet: "Ik zet maar drie nummers op een kant, dus ik heb steeds dubbele platen. Dat is beter voor de geluidskwaliteit. Ik beperk me tot een kwartier per kant. De volgorde van de plaat wordt ook anders, want je kiest dan in functie van de kant en hoe de nummers erop passen. Als je luistert, neem je ook de tijd. Je laat de naald vallen, je bekijkt de hoes, de teksten zijn makkelijker leesbaar ..."
Julian: "Het is een ritueel, hé? Ik zal een plaat nooit opzetten als achtergrond. Je bekijkt de lyrics, het artwork."
Piet: "Jazeker, zo doe ik het ook. Vinyl maakt van het luisteren een belevenis."
Piet: "Dat is een understatement. Minstens 300 op cd, en in het totaal wellicht 700 uitgebracht."
Julian: "700? Wacht, hoe verkeerd tel ik? U hebt zeven studio-albums, vermenigvuldigd met een gemiddelde van 12 songs is ..."
Piet: "En alle soundtracks die ik heb gemaakt."
Julian: "Natuurlijk, maar ik had het puur over de studio-albums van Ozark Henry. Mijn excuses. Maar dus: het lijkt me heel moeilijk om daar dan een beperkt aantal te kiezen. Hoe doe je dat?"
Piet: "Dat is altijd moeilijk, en het is altijd kill your darlings. Ik vind dat een goede, intense, gefocuste show niet te lang mag duren. Tien jaar geleden speelde ik minstens 2,5 uur, omdat ik niet kon kiezen. Maar dat is te lang, en te veel voor wat ik doe. Voor andere genres kan dat best, maar voor mij is het teveel van het goede. Een liveplaat samenstellen is een momentopname."
Julian: "Vandaag zou je een volledig andere liveplaat samenstellen?"
Piet: "Ja, tuurlijk. Uiteraard. Een liveplaat vat vooral de tijdsgeest, het waar en het waarom samen. Het is niet de bedoeling dat je daarmee bewijst of je wel of niet live kunt spelen. De liveplaat is heel trouw aan wat mijn liveshow is. Ik zit achteraf niet te knoeien aan de opnames."
Julian: "Geen overdubs?"
Piet: "Nee, natuurlijk niet! Dat gebeurt zo vaak, dat ik me afvraag wat de meerwaarde is."
Julian: "Net daarom. Het gebeurt geregeld."
Piet: "Wat is daar dan de bedoeling van? Als een artiest mij raakt, en hij zingt live altijd vals, dan wil ik dat terughoren op de plaat. Joy Division? Ik ben een grote fan, maar enkel een onnozelaar gaat de stem van Ian Curtis tunen. De mensen die zeggen: "Het is een slechte liveplaat, want hij zingt vals en de leden spelen slordig", tja, die moeten besluiten dat het gewoon hun genre niet is. Dan hebben ze er ook niets van begrepen. Dan onderlijn je vooral hoe weinig je weet, en je gebrek aan verstand. Iedereen heeft iets dat hem of haar typeert. Dat moet je niet proberen te camoufleren. Wie een portret van zichzelf maakt, moet dat niet beginnen Photoshoppen. Als je afgerekend wordt op rimpels, moet je ze dan verwijderen? Een liveplaat maak je voor je fans, en de muziek moet herkenbaar zijn voor zij die je graag horen. Daarom komen ze ook naar je optredens."
Julian: "Wat vindt u van een livegroep die exact klinkt zoals op plaat? Denk maar aan de perfecte jukebox genaamd Eagles?"
Piet: "Ik speel live totaal andere versies dan op plaat. In de huidige show zijn de meeste nummers compleet herwerkt. Wie naar de show komt kijken, snapt ook dat het bijna een filmscore bij de visuals is. En toch speel ik opeens bijvoorbeeld 'These Days' exact zoals het op de single stond. Dat heb ik nog nooit gedaan in mijn carrière. Daarom past het ook, zoals een gimmick in een film. Maar alles heeft zijn reden van bestaan. Ik kan heel blij zijn wanneer ik exact kan beleven waarvoor een groep staat. Bij anderen ben ik klaar voor het experiment, wil ik verrast worden, wil ik het herwerkt zien."
Julian: "Op jouw laatste studioplaat stond de prachtzin: "Went from Bonnie and Clyde, to Jekyll and Hyde" Hoe ben je daar opgekomen?"
Piet: "In een popsong moet je zoveel mogelijk verhaal vertellen met zo weinig mogelijk woorden."
Julian: "Maar de meeste popsongs hebben niet zo'n ingenieuze frases. Meestal is het "I love you and I feel blue", jij maakt er iets helemaal anders van."
Piet: "Euh, ja, dat is altijd mijn betrachting."
Julian: "Had je nog alternatieven?"
Piet: "Hier ging het nummer over mensen die twee handen op een buik waren, en die plots tegengestelden worden op een extreme manier. De tekst is voor mij erg belangrijk, en ik probeer hem altijd te doen aansluiten bij de sfeer van de song. Je hoopt op beelden die inslaan."
Julian: "Ik vind het jammer dat jouw discografie zo ondervertegenwoordigd is op vinyl. En als je iets vindt, is het onbetaalbaar."
Piet: "Ik heb thuis nog enkele exemplaren van mijn eerste twee albums. Bij de release hebben ze niet zo goed verkocht. Vinyl zat toen nog in een verdomhoekje. Voor een vinyl van 'Birthmarks' heb ik niemand kunnen motiveren. Nu is er een vinylhype, dus ja, misschien is het een idee om ..."
Julian: "Een Ozark Henry boxset op vinyl zou mooi zijn."
Piet: "Dat zou inderdaad tof zijn."
Julian: "Uw werk zou zeker tot zijn recht komen op vinyl. Voor een plaat ga je nog steeds zitten."
Piet: "Ik zet maar drie nummers op een kant, dus ik heb steeds dubbele platen. Dat is beter voor de geluidskwaliteit. Ik beperk me tot een kwartier per kant. De volgorde van de plaat wordt ook anders, want je kiest dan in functie van de kant en hoe de nummers erop passen. Als je luistert, neem je ook de tijd. Je laat de naald vallen, je bekijkt de hoes, de teksten zijn makkelijker leesbaar ..."
Julian: "Het is een ritueel, hé? Ik zal een plaat nooit opzetten als achtergrond. Je bekijkt de lyrics, het artwork."
Piet: "Jazeker, zo doe ik het ook. Vinyl maakt van het luisteren een belevenis."
Julian: "Ik hoop dat je dadelijk aan Sony vraagt of er een mooie Ozark Henry-vinylbox kan verschijnen."
Piet: "Ja, het is een idee. Want drie van de zeven studioplaten zijn nooit uitgekomen." Julian: "En de anderen zijn onvindbaar, of peperduur." Piet: "Op mijn optredens verkoop ik nog wel vinyl. Ook de oudere, als er vraag naar is." Julian: "Ik heb een exemplaar bij van TEEK, het helaas reeds verdwenen magazine, uit januari 1999. In een artikel genaamd 'Nieuw Bloed' staat u, samen met o.a. atlete Kim Gevaert en regisseur Vincent Bal. In het stuk wordt u 'geluidsillusionist' genoemd. 'Muzikant' is, volgens de redactie, een misleidende omschrijving. Wat denk je nu, als je zo'n stukje herleest?" Piet: "Mja, dat geeft de tijdsgeest weer. Toen maakte ik muziek, wars van wat toen heersend was. Mijn eerste plaat heb ik op een vier sporen Tascam gemaakt. Ik pingpongde van de ene Tascam naar de andere. Ik scratchte ermee. Het ritme dat ik had, was het ritme van de band dat ik manipuleerde. De eerste keer in de studio met mijn materiaal, stond iedereen te kijken. "Wat is dàt?" was hun reactie. Tot mijn verbazing, want ik dacht dat ik goed bezig was. Niemand maakte blijkbaar op die manier, met die technieken, een plaat. Ik deed het om tot een bepaalde sound te komen. Het was mijn manier van 'producen'. Ik werkte met de middelen die ik had. Het viel op, dus werd ik een soort Tita Tovenaar." Julian: "Uw commerciële doorbraak liet toen nog even op zich wachten. Ik vermoed dat men u toen ook nog niet in een vakje kon stoppen." Piet: "Het etiket 'geluidsillusionist' hebben ze snel laten vallen, eens ik succes kreeg (lachje)." Julian: "Gek hé? Eens je de mainstream hebt bereikt." Piet: "Terwijl er muzikaal niets veranderd is. Wat me wel plezier deed: destijds heb ik met moeite 2000 exemplaren verkocht van mijn tweede plaat. Na het grote succes van 'Birthmarks' heb ik vlot 30 à 35.000 stuks kunnen slijten van 'This Last Warm Solitude'." Julian: "Dan is er opeens een honger naar ouder werk. Blijkbaar was jij volgens TEEK in 1999 ook nog maar 23." Piet: "Ik was toen 29." |
Julian: "Vreemde fout. Waar en wanneer kreeg je het compliment van David Bowie te horen? Hij noemde jouw plaat "een van de beste debuten ooit". Dat moet je toch plezier hebben gedaan?"
Piet: "Dat deed me heel veel plezier. Ik heb Bowie in de zomer van 2001 ontmoet, net voor de release van 'Birthmarks'. De cd was geperst, en ik had een exemplaar. Bowie had me al eens uitgenodigd op een vorige tournee. Ik zat toen zelf in het buitenland en vond het verschrikkelijk dat ik niet op zijn uitnodiging kon ingaan. Je moet het maar meemaken."
Julian: "Zeg eens 'nee' tegen Bowie."
Piet: "Zo iemand die je uitnodigt, ja. Maar ik kon écht niet. In 2001 speelde hij in Oostende, en hij had mij opnieuw uitgenodigd. Dus ik ging, met een zekere spanning. Het verhaal "Bowie vindt Ozark Henry goed" was inmiddels zijn eigen leven gaan leiden. Het circuleerde althans sinds 1998, dat hij 'I'm Seeking Something That Has Already Found Me' in een lijstje van "beste platen van 1996" had gezet. Maar omdat het vervolgens zo lang duurt voor je hem ontmoet, begin je te vermoeden dat het verhaal opgeklopt is. Ik was bijzonder nerveus. Ik had verwacht te arriveren en een Bowie te treffen die "Who the fuck is Ozark Henry?" zegt.
Enfin, ik arriveer met mijn plaat. Kevin Major van Studio Brussel en iemand van de Waalse pers zijn aanwezig en nemen foto's. Maar ik sta niet met foto's op mijn eerste twee platen. Dus hij merkt me op, en zegt: "Kom binnen, kom binnen. Sta je op mij te wachten?". Ik antwoord: "Ja, u hebt me uitgenodigd." Ondertussen wordt hij wat afgeleid door andere mensen, dus ik duw 'Birthmarks' in zijn handen. "Ah, cool! De vorige 'Ozark Henry'-platen doen me denken aan hoe ik zelf muziek maak, en wat ik zelf belangrijk vind als ik een plaat opneem. Ben jij van het label?" vraagt hij me. "Nee, ik ben de man van Ozark Henry", stamel ik. Toen was de kop eraf, en het is helemaal geen ontgoocheling geworden. Daar ben ik bijzonder blij om."
Julian: "Ja, het cliché is vaak: "Ontmoet je helden niet" ..."
Piet: "Hij was fantastisch!"
Julian: "Was je Bowie-fan voor het compliment?"
Piet: "Ja, absoluut. En zelfs al was ik geen fan: het is altijd fijn om een compliment te krijgen, ook van mensen wiens werk je niets zegt. Ik vond hem echter heel ontwapenend. Hij zag er geweldig uit."
Julian: "Het is nog steeds een zeer mooie man."
Piet: "Ongelofelijk! En hij zorgde voor een aangename babbelsfeer. Hij is een voorbeeld. Hij bewijst dat het altijd loont om jezelf te blijven."
Julian: "Het siert hem ook dat hij jonge artiesten een duwtje geeft, ook omdat hij weet dat zijn naam deuren opent. Hij noemde jou in de Britse pers "The Belgian with the funny name". Nadat hij Werchter afsloot, zei hij ook: "Ga maar snel kijken naar de geweldige Prodigy op het andere podium!". The Prodigy waren toen ook al enkele jaren bezig, maar betekenden weinig tot niets in vergelijking met een man van zijn standing."
Piet: "Natuurlijk! Absoluut. Dat heeft hij altijd gedaan."
Julian: "Momenteel heb je bijzonder veel succes in Italië, vertellen andere media mij. Italië heeft lang de reputatie gehad muzikaal beschermend te zijn voor zijn eigen artiesten. Zo heb je het San Remo Festival, dat voor de Italianen van staatsbelang is. Merk je iets van hun muzikale isolement? Of ben je daar met open armen ontvangen?
Piet: "Sinds 'Birthmarks' in 2001 wordt mijn muziek daar gedraaid op de radio. 'Sweet Instigator' en 'Word Up' waren er goed ontvangen. Maar ik ben er nooit zelf geweest. Het is inderdaad een conservatieve markt. Mijn laatste plaat 'Stay Gold' heb ik zelf verspreid naar het buitenland toe. Ik heb per land partners gezocht, en dacht: "Ik ga eens kijken in Italië, want daar kennen ze me een beetje". Ik moest er echter nooit gaan spelen, dus ik vermoedde dat mijn muziek er bekender was dan mijn persoon - zoals in Zwitserland. In Italië vond ik meteen een heel enthousiaste man, die 'Stay Gold' naar de radio wilde brengen. Geen idee hoe of waarom, maar dat was er meteen 'boenk' op. Veel sneller dan hier in België, tot mijn verbazing. De videoclip was er zes weken lang de meest gedraaide clip op televisie, naast Miley Cyrus en Katy Perry. In Italië ben je een heel grote nationale ster, of een zeer beroemde internationale ster. Voor muzikanten tussenin, is er geen plaats. Vergeet het maar. Misschien kan je er iets kleins doen, of word je eens op de radio gedraaid, maar je telt niet mee. Maar dan staat de videoclip van 'I'm Your Sacrifice' wekenlang in de top-5 en maanden in de airplay top-10. Het recept van een grote hit. Italianen herkennen me op straat, ik word gevraagd voor televisieshows en optredens ... en plots omarmen ze je. Dan sta je tussen de grote Italiaanse artiesten. Deze zomer stond ik op het Piazza del Popolo in Rome, in Sicilië, Sardinië, Bari, op de MTV-awards als enige buitenlander etcetera. Sindsdien heeft Francesco Rossi een eigen versie van 'Godspeed' gemaakt. Dat paste eigenlijk niet in mijn schema, maar hij wilde het absoluut doen en het werd een dikke hit. Nu staan we al weken in de top-30 met 'We Are Incurable Romantics', opgenomen met Elisa Toffoli. Een zeer grote, geliefde ster in Italië.
Ik kan het niet uitleggen, maar ik vind het wel geweldig. Plots ben ik een van hen. Ik speelde in Sicilië, en tijdens de soundcheck hoorde ik mensen uit het publiek iets zingen. Ik verstond het niet goed. Ik versta behoorlijk wat Italiaans, omdat ik goed Frans spreek. Ik ken voldoende volzinnen om bindteksten te maken, om mij voor te stellen en om te antwoorden. Maar nu verstond ik hen echt niet. Tot het opeens daagde: "Uno di noi! Uno di noi!" (lacht minzaam) ..."
Julian: "Een van ons."
Piet: "Tja, dan weet je het wel."
Piet: "Dat deed me heel veel plezier. Ik heb Bowie in de zomer van 2001 ontmoet, net voor de release van 'Birthmarks'. De cd was geperst, en ik had een exemplaar. Bowie had me al eens uitgenodigd op een vorige tournee. Ik zat toen zelf in het buitenland en vond het verschrikkelijk dat ik niet op zijn uitnodiging kon ingaan. Je moet het maar meemaken."
Julian: "Zeg eens 'nee' tegen Bowie."
Piet: "Zo iemand die je uitnodigt, ja. Maar ik kon écht niet. In 2001 speelde hij in Oostende, en hij had mij opnieuw uitgenodigd. Dus ik ging, met een zekere spanning. Het verhaal "Bowie vindt Ozark Henry goed" was inmiddels zijn eigen leven gaan leiden. Het circuleerde althans sinds 1998, dat hij 'I'm Seeking Something That Has Already Found Me' in een lijstje van "beste platen van 1996" had gezet. Maar omdat het vervolgens zo lang duurt voor je hem ontmoet, begin je te vermoeden dat het verhaal opgeklopt is. Ik was bijzonder nerveus. Ik had verwacht te arriveren en een Bowie te treffen die "Who the fuck is Ozark Henry?" zegt.
Enfin, ik arriveer met mijn plaat. Kevin Major van Studio Brussel en iemand van de Waalse pers zijn aanwezig en nemen foto's. Maar ik sta niet met foto's op mijn eerste twee platen. Dus hij merkt me op, en zegt: "Kom binnen, kom binnen. Sta je op mij te wachten?". Ik antwoord: "Ja, u hebt me uitgenodigd." Ondertussen wordt hij wat afgeleid door andere mensen, dus ik duw 'Birthmarks' in zijn handen. "Ah, cool! De vorige 'Ozark Henry'-platen doen me denken aan hoe ik zelf muziek maak, en wat ik zelf belangrijk vind als ik een plaat opneem. Ben jij van het label?" vraagt hij me. "Nee, ik ben de man van Ozark Henry", stamel ik. Toen was de kop eraf, en het is helemaal geen ontgoocheling geworden. Daar ben ik bijzonder blij om."
Julian: "Ja, het cliché is vaak: "Ontmoet je helden niet" ..."
Piet: "Hij was fantastisch!"
Julian: "Was je Bowie-fan voor het compliment?"
Piet: "Ja, absoluut. En zelfs al was ik geen fan: het is altijd fijn om een compliment te krijgen, ook van mensen wiens werk je niets zegt. Ik vond hem echter heel ontwapenend. Hij zag er geweldig uit."
Julian: "Het is nog steeds een zeer mooie man."
Piet: "Ongelofelijk! En hij zorgde voor een aangename babbelsfeer. Hij is een voorbeeld. Hij bewijst dat het altijd loont om jezelf te blijven."
Julian: "Het siert hem ook dat hij jonge artiesten een duwtje geeft, ook omdat hij weet dat zijn naam deuren opent. Hij noemde jou in de Britse pers "The Belgian with the funny name". Nadat hij Werchter afsloot, zei hij ook: "Ga maar snel kijken naar de geweldige Prodigy op het andere podium!". The Prodigy waren toen ook al enkele jaren bezig, maar betekenden weinig tot niets in vergelijking met een man van zijn standing."
Piet: "Natuurlijk! Absoluut. Dat heeft hij altijd gedaan."
Julian: "Momenteel heb je bijzonder veel succes in Italië, vertellen andere media mij. Italië heeft lang de reputatie gehad muzikaal beschermend te zijn voor zijn eigen artiesten. Zo heb je het San Remo Festival, dat voor de Italianen van staatsbelang is. Merk je iets van hun muzikale isolement? Of ben je daar met open armen ontvangen?
Piet: "Sinds 'Birthmarks' in 2001 wordt mijn muziek daar gedraaid op de radio. 'Sweet Instigator' en 'Word Up' waren er goed ontvangen. Maar ik ben er nooit zelf geweest. Het is inderdaad een conservatieve markt. Mijn laatste plaat 'Stay Gold' heb ik zelf verspreid naar het buitenland toe. Ik heb per land partners gezocht, en dacht: "Ik ga eens kijken in Italië, want daar kennen ze me een beetje". Ik moest er echter nooit gaan spelen, dus ik vermoedde dat mijn muziek er bekender was dan mijn persoon - zoals in Zwitserland. In Italië vond ik meteen een heel enthousiaste man, die 'Stay Gold' naar de radio wilde brengen. Geen idee hoe of waarom, maar dat was er meteen 'boenk' op. Veel sneller dan hier in België, tot mijn verbazing. De videoclip was er zes weken lang de meest gedraaide clip op televisie, naast Miley Cyrus en Katy Perry. In Italië ben je een heel grote nationale ster, of een zeer beroemde internationale ster. Voor muzikanten tussenin, is er geen plaats. Vergeet het maar. Misschien kan je er iets kleins doen, of word je eens op de radio gedraaid, maar je telt niet mee. Maar dan staat de videoclip van 'I'm Your Sacrifice' wekenlang in de top-5 en maanden in de airplay top-10. Het recept van een grote hit. Italianen herkennen me op straat, ik word gevraagd voor televisieshows en optredens ... en plots omarmen ze je. Dan sta je tussen de grote Italiaanse artiesten. Deze zomer stond ik op het Piazza del Popolo in Rome, in Sicilië, Sardinië, Bari, op de MTV-awards als enige buitenlander etcetera. Sindsdien heeft Francesco Rossi een eigen versie van 'Godspeed' gemaakt. Dat paste eigenlijk niet in mijn schema, maar hij wilde het absoluut doen en het werd een dikke hit. Nu staan we al weken in de top-30 met 'We Are Incurable Romantics', opgenomen met Elisa Toffoli. Een zeer grote, geliefde ster in Italië.
Ik kan het niet uitleggen, maar ik vind het wel geweldig. Plots ben ik een van hen. Ik speelde in Sicilië, en tijdens de soundcheck hoorde ik mensen uit het publiek iets zingen. Ik verstond het niet goed. Ik versta behoorlijk wat Italiaans, omdat ik goed Frans spreek. Ik ken voldoende volzinnen om bindteksten te maken, om mij voor te stellen en om te antwoorden. Maar nu verstond ik hen echt niet. Tot het opeens daagde: "Uno di noi! Uno di noi!" (lacht minzaam) ..."
Julian: "Een van ons."
Piet: "Tja, dan weet je het wel."
Julian: "Prachtig."
Piet: "Tuurlijk. Ongelofelijk, toch?" Julian: "Het lijkt me ook goed dat je dat op dit moment in je carrière meemaakt. Als je 23 zou zijn, zou het verlammend kunnen werken om met een hit in Italië door te breken. Nu kan je al bogen op een hele carrière." Piet: "Ja, maar het is tweeërlei. Enerzijds hang je niet vast aan dat ene nummer. Je hebt geen stress, genre: "Hoe moet ik dit opvolgen? Ik besta maar uit een nummer." Bewijs: we scoren nu met een derde single in Italië, en het ziet ernaar uit dat ie het nog beter gaat doen dan de twee vorige. Anderzijds heb je geen stress, omdat je nog werk hebt buiten Italië. Het is niet mijn enige houvast." Julian: "Bruce Springsteen was bijzonder blij dat zijn million seller 'Born in the U.S.A.' met zeven hitsingles al zijn zevende album was. Het succes was hem mogelijk naar het hoofd gestegen mocht het zijn debuut zijn geweest. Misschien was hij dan, zoals velen, ten onder gegaan aan drank en drugs." Piet: "Dat denk ik ook. Dat speelt eveneens mee. Ik vind het geweldig wat er nu gebeurt, maar mijn hoofd draait van niets meer zot." Julian: "U kan het nuchter benaderen." Piet: "Ik ga naar Italië en denk: "Wow, tof". Wat er ook gebeurt, overstijgt al mijn verwachtingen. Het succes daar heb ik nog nooit gekend in België - en ik wil zeker niet zeggen dat ik onvoldoende succes heb ervaren in België." Julian: "Jouw teksten zijn fijnzinnig en mooi. Verstaan de Italianen ze ook?" Piet: "We laten ze vertalen. Net zoals de Fransen zijn ze daar gevoelig voor, ze willen het echt snappen. Voor Canada hebben we ook een versie die 60% in het Frans is. De zinnen die in de taal van Verlaine nog meer kunnen snijden, zijn nu in het Frans." Julian: "Op de Romereis in Italië vond ik in een tankstation een boekje met alle teksten van Eagles. Links Engels, rechts Italiaans." Piet: "Ja! Absoluut, daar is het de gewoonte om in de magazines songteksten af te drukken. Of in de krant, die krijgt dan de primeur. Toen 'Incurable Romantics' uitkwam, is de tekst meteen geplaatst, vertaald én geanalyseerd." |
Julian: "Hoe heet 'Incurable Romantics' in het Italiaans?"
Piet: "De titel blijft, maar de volledige tekst wordt vertaald met duiding en uitleg. Hier moet ik nooit uitleggen waarover mijn teksten gaan. In Italië willen ze weten of het romantisch is, of donker ..."
Julian: "Het blijft natuurlijk het land van Dante. Ze weten als geen ander hoe de liefde te analyseren."
Piet: "Zeker, en het is ook tof hoe het leeft. Je weet nooit voor welk publiek je daar gaat spelen, en of ze wel zullen meegaan in het verhaal. Zij willen heel duidelijk weten wat de artiest bedoelt met zijn werk. Ik speelde met de bekerfinale in het Olympisch stadion in Rome, toen Napels tegen Fiorentina uitkwam. Dan zingt heel het stadion mee. Onverwacht, toch? Ik zie het hier niet gebeuren."
Julian: "Nee, hier zou het maximum 'We Are The Champions' of 'Seven Nation Army' zijn."
Piet: "Ja, zeer speciaal."
Julian: "Laatste vraag: 'Rosamund is Dead' blijft een van mijn favorieten van jouw oeuvre, waarvoor dank."
Piet: "Van mij ook!"
Julian: "Kan je iets meer vertellen over de opnames? Het lijkt me een nummer dat door heel wat fases is gegaan voor de definitieve versie op plaat stond."
Piet: "Wel, eigenlijk niet. De rare, dwingende percussieloop van 'Rosamund is Dead', die het nummer stuwt, is opgenomen door te pingpongen van de ene bandopnemer naar de andere. Je kan echter nooit terug. Het is zoals een foto van een foto van een foto nemen, maar altijd met hetzelfde toestel. De vorige foto ben je dan kwijt. Het nummer lijkt een kakofonie. Hoe kom ik tot zoiets? Zoals een schilder. Op het juiste moment laat je het los, en het bestaat. Of ik ga er te ver in, en er schiet niets van over. Maar aan 'Rosamund' heb ik geen halve dag gewerkt."
Julian: "Het lijkt alsof je er maanden aan hebt liggen schaven."
Piet: "Natuurlijk ben ik heel lang bezig geweest met die techniek van het pingpongen. Ik heb moeten leren om het niet te verknoeien."
Julian: "Is het al gebeurd dat je te ver bent gegaan? Dat een nummer onherroepelijk verknoeid was?"
Piet: "Ja, tuurlijk."
Julian: "Heb je een voorbeeld? Een nummer dat beter was in een eerdere versie?"
Piet: "Ah, nee, want dan staat het niet op de plaat."
Julian: "Dan laat je het los?"
Piet: "Dan smijt ik het in de vuilbak. Of dan blijft het een demo. Dan beluister ik af en toe die demo en denk ik: "Jammer dat ik het zo verknoeid heb!" ..."
Julian: "Heb jij heel veel restjes in de kluis liggen?"
Piet: "Ja. Belachelijk veel."
Julian: "Interessant voor een 'Lost Ozark Henry Tapes'-project."
Piet: "Tja, het zijn er echt veel te veel. Ik denk dat ik zelfs geen tijd zou hebben om er naar te luisteren. Het is wel boeiend. Soms kom je iets tegen, en dan beluister je dat opnieuw. Als ik door de tijd ga, en ik zie bijvoorbeeld wanneer welk nummer op een plaat is beland, dan merk ik dat sommige nummers ouder zijn dan andere. Tijdens een opnameproces kan je plots het gevoel hebben dat je nog een bepaald nummer mist. Dan schrijf ik dat snel, en neem ik het de volgende dag op. Verser kan het niet zijn. Geschreven tijdens de opnames, in plaats van in de aanloop naar. En soms zit je je demo-archief uit te pluizen, hoor je iets interessant en denk je: "Pfoe, wanneer heb ik dat bedacht? Klinkt goed, dat moet ik eens uitwerken!" Voorbeeldje? 'Incurable Romantics' is van 2008 en is, net zoals veel van mijn singles, ouder dan het vorige album. Inderdaad: nummers van 'The Soft Machine' uit 2006 kunnen ouder zijn dan 'The Sailer Not The Sea' uit 2004."
Julian: "Wat ik soms jammer vind, is de focus op de singlecultuur. Bepaalde nummers krijgen daardoor minder waardering. Veel mooie dingen verdwijnen meedogenloos tussen de plooien van de tijd. Denk maar aan nummers als 'Tattoo' (van 'Birthmarks') of 'Jailbird' (van 'The Soft Machine'), die je zelden of nooit op de radio hoort. Zou je die vandaag nog zo maken? Zitten die zo in je hoofd?"
Piet: "Ja, die zitten zo in mijn hoofd. Ik vind ze op de plaat ook op hun mooist. Ik snap niet waarom ze niet op de radio gedraaid worden. Mijn gezonde naïviteit zegt me dat zowel 'Tattoo' als 'Jailbird' singles hadden kunnen zijn. Je zet nummers op een plaat omdat het eindproduct een bepaalde balans nodig heeft. Je wilt niet alles op een lijn hebben. Je moet een dal hebben om te kunnen aangeven waar de top is. Een plaat heeft dat nodig. Uiteraard geeft de single, de "trekker" van het geheel, soms een heel raar beeld van wat de plaat is. Dat vind ik soms lastig. Moest 'A Night Sea Journey' van 'Hvelreki' de eerste single zijn geweest, en niet 'This One's For You', dan was de plaat meer beoordeeld geweest zijn op wat ze is. 'This One's For You' heeft wel zijn functie op de plaat, maar eenmaal uitgelicht én succesvol ... tja, dan verandert de perceptie van wat het album is. Dat nummer gaat dan veel te zwaar wegen op de rest."
Julian: "'The World Is Mine' was de trekker van Hooverphonics 'Jackie Cane'. Een pracht van een conceptplaat, maar een zeer foute singlekeuze die niet klopt als losstaand nummer. Nadien zegt Alex Callier dan: "Er had meer in de plaat gezeten". Waarom heeft de platenfirma ze niet beter in de markt geplaatst?"
Piet: "Dat is waar. Soms zijn de omstandigheden er ook niet naar."
Julian: "Kent u 'Rock 'n Roll Show' van Stash? Met daarop hun doorbraakhit 'Sadness'? De plaat begint met 'All That I Want', een meesterwerk. Dat had een single moeten zijn!"
Piet: "Tja. Voor mij staan de singles op mijn plaat, omdat ze ervoor zorgen dat het album verkoopt. Ik zie me nog altijd als een albumartiest. Als je ergens speelt en het publiek kent enkel de singles, dan los je soms hun verwachtingen niet in. Wie voor de twee nummers van de radio komt, mag zich voorbereiden op - om het zacht uit te drukken - "een belevenis" (lacht). Wanneer 'Indian Summer' na 'Rosamund is Dead' komt, is het evenwicht heel mooi. Net daarom!"
Julian: "Ondanks het verschil van 8 jaar tussen de twee nummers."
Piet: "Ja! Ook hoe dat ene nummer zich onderscheidt van het andere, zorgt ervoor dat beide nummers volledig zichzelf kunnen zijn. 'Rosamund' krijgt dan een volledige impact. De intensiteit is onaangeroerd."
Julian: "Het lijkt me bij een artiest als jou ook belangrijk dat je het album als totaalproduct bekijkt. Het is nooit een som van afzonderlijke delen."
Piet: "Natuurlijk. Ik stel het ook samen met de achtergrondkennis: "Nu wil ik iets licht verteerbaars, en daarna ga ik de dieperik in". De luisteraar zal sommige stukken onnodig vinden, maar in het verhaal zijn ze essentieel. Ik maak het liefst langere en intensere songs. Uitgesponnen, zodat er een roes of een trance bijkomt. Speciaal om het onderscheid te maken."
Julian: "Ze doen net teken dat ik moet afronden. Bedankt voor uw tijd."
Piet: "Bedankt!"
© 2014 Julian De Backer
Piet: "De titel blijft, maar de volledige tekst wordt vertaald met duiding en uitleg. Hier moet ik nooit uitleggen waarover mijn teksten gaan. In Italië willen ze weten of het romantisch is, of donker ..."
Julian: "Het blijft natuurlijk het land van Dante. Ze weten als geen ander hoe de liefde te analyseren."
Piet: "Zeker, en het is ook tof hoe het leeft. Je weet nooit voor welk publiek je daar gaat spelen, en of ze wel zullen meegaan in het verhaal. Zij willen heel duidelijk weten wat de artiest bedoelt met zijn werk. Ik speelde met de bekerfinale in het Olympisch stadion in Rome, toen Napels tegen Fiorentina uitkwam. Dan zingt heel het stadion mee. Onverwacht, toch? Ik zie het hier niet gebeuren."
Julian: "Nee, hier zou het maximum 'We Are The Champions' of 'Seven Nation Army' zijn."
Piet: "Ja, zeer speciaal."
Julian: "Laatste vraag: 'Rosamund is Dead' blijft een van mijn favorieten van jouw oeuvre, waarvoor dank."
Piet: "Van mij ook!"
Julian: "Kan je iets meer vertellen over de opnames? Het lijkt me een nummer dat door heel wat fases is gegaan voor de definitieve versie op plaat stond."
Piet: "Wel, eigenlijk niet. De rare, dwingende percussieloop van 'Rosamund is Dead', die het nummer stuwt, is opgenomen door te pingpongen van de ene bandopnemer naar de andere. Je kan echter nooit terug. Het is zoals een foto van een foto van een foto nemen, maar altijd met hetzelfde toestel. De vorige foto ben je dan kwijt. Het nummer lijkt een kakofonie. Hoe kom ik tot zoiets? Zoals een schilder. Op het juiste moment laat je het los, en het bestaat. Of ik ga er te ver in, en er schiet niets van over. Maar aan 'Rosamund' heb ik geen halve dag gewerkt."
Julian: "Het lijkt alsof je er maanden aan hebt liggen schaven."
Piet: "Natuurlijk ben ik heel lang bezig geweest met die techniek van het pingpongen. Ik heb moeten leren om het niet te verknoeien."
Julian: "Is het al gebeurd dat je te ver bent gegaan? Dat een nummer onherroepelijk verknoeid was?"
Piet: "Ja, tuurlijk."
Julian: "Heb je een voorbeeld? Een nummer dat beter was in een eerdere versie?"
Piet: "Ah, nee, want dan staat het niet op de plaat."
Julian: "Dan laat je het los?"
Piet: "Dan smijt ik het in de vuilbak. Of dan blijft het een demo. Dan beluister ik af en toe die demo en denk ik: "Jammer dat ik het zo verknoeid heb!" ..."
Julian: "Heb jij heel veel restjes in de kluis liggen?"
Piet: "Ja. Belachelijk veel."
Julian: "Interessant voor een 'Lost Ozark Henry Tapes'-project."
Piet: "Tja, het zijn er echt veel te veel. Ik denk dat ik zelfs geen tijd zou hebben om er naar te luisteren. Het is wel boeiend. Soms kom je iets tegen, en dan beluister je dat opnieuw. Als ik door de tijd ga, en ik zie bijvoorbeeld wanneer welk nummer op een plaat is beland, dan merk ik dat sommige nummers ouder zijn dan andere. Tijdens een opnameproces kan je plots het gevoel hebben dat je nog een bepaald nummer mist. Dan schrijf ik dat snel, en neem ik het de volgende dag op. Verser kan het niet zijn. Geschreven tijdens de opnames, in plaats van in de aanloop naar. En soms zit je je demo-archief uit te pluizen, hoor je iets interessant en denk je: "Pfoe, wanneer heb ik dat bedacht? Klinkt goed, dat moet ik eens uitwerken!" Voorbeeldje? 'Incurable Romantics' is van 2008 en is, net zoals veel van mijn singles, ouder dan het vorige album. Inderdaad: nummers van 'The Soft Machine' uit 2006 kunnen ouder zijn dan 'The Sailer Not The Sea' uit 2004."
Julian: "Wat ik soms jammer vind, is de focus op de singlecultuur. Bepaalde nummers krijgen daardoor minder waardering. Veel mooie dingen verdwijnen meedogenloos tussen de plooien van de tijd. Denk maar aan nummers als 'Tattoo' (van 'Birthmarks') of 'Jailbird' (van 'The Soft Machine'), die je zelden of nooit op de radio hoort. Zou je die vandaag nog zo maken? Zitten die zo in je hoofd?"
Piet: "Ja, die zitten zo in mijn hoofd. Ik vind ze op de plaat ook op hun mooist. Ik snap niet waarom ze niet op de radio gedraaid worden. Mijn gezonde naïviteit zegt me dat zowel 'Tattoo' als 'Jailbird' singles hadden kunnen zijn. Je zet nummers op een plaat omdat het eindproduct een bepaalde balans nodig heeft. Je wilt niet alles op een lijn hebben. Je moet een dal hebben om te kunnen aangeven waar de top is. Een plaat heeft dat nodig. Uiteraard geeft de single, de "trekker" van het geheel, soms een heel raar beeld van wat de plaat is. Dat vind ik soms lastig. Moest 'A Night Sea Journey' van 'Hvelreki' de eerste single zijn geweest, en niet 'This One's For You', dan was de plaat meer beoordeeld geweest zijn op wat ze is. 'This One's For You' heeft wel zijn functie op de plaat, maar eenmaal uitgelicht én succesvol ... tja, dan verandert de perceptie van wat het album is. Dat nummer gaat dan veel te zwaar wegen op de rest."
Julian: "'The World Is Mine' was de trekker van Hooverphonics 'Jackie Cane'. Een pracht van een conceptplaat, maar een zeer foute singlekeuze die niet klopt als losstaand nummer. Nadien zegt Alex Callier dan: "Er had meer in de plaat gezeten". Waarom heeft de platenfirma ze niet beter in de markt geplaatst?"
Piet: "Dat is waar. Soms zijn de omstandigheden er ook niet naar."
Julian: "Kent u 'Rock 'n Roll Show' van Stash? Met daarop hun doorbraakhit 'Sadness'? De plaat begint met 'All That I Want', een meesterwerk. Dat had een single moeten zijn!"
Piet: "Tja. Voor mij staan de singles op mijn plaat, omdat ze ervoor zorgen dat het album verkoopt. Ik zie me nog altijd als een albumartiest. Als je ergens speelt en het publiek kent enkel de singles, dan los je soms hun verwachtingen niet in. Wie voor de twee nummers van de radio komt, mag zich voorbereiden op - om het zacht uit te drukken - "een belevenis" (lacht). Wanneer 'Indian Summer' na 'Rosamund is Dead' komt, is het evenwicht heel mooi. Net daarom!"
Julian: "Ondanks het verschil van 8 jaar tussen de twee nummers."
Piet: "Ja! Ook hoe dat ene nummer zich onderscheidt van het andere, zorgt ervoor dat beide nummers volledig zichzelf kunnen zijn. 'Rosamund' krijgt dan een volledige impact. De intensiteit is onaangeroerd."
Julian: "Het lijkt me bij een artiest als jou ook belangrijk dat je het album als totaalproduct bekijkt. Het is nooit een som van afzonderlijke delen."
Piet: "Natuurlijk. Ik stel het ook samen met de achtergrondkennis: "Nu wil ik iets licht verteerbaars, en daarna ga ik de dieperik in". De luisteraar zal sommige stukken onnodig vinden, maar in het verhaal zijn ze essentieel. Ik maak het liefst langere en intensere songs. Uitgesponnen, zodat er een roes of een trance bijkomt. Speciaal om het onderscheid te maken."
Julian: "Ze doen net teken dat ik moet afronden. Bedankt voor uw tijd."
Piet: "Bedankt!"
© 2014 Julian De Backer
Met dank aan Sony Music (en foto's). 'Live 2014: The Journey Is Everything' is sinds 26 september verkrijgbaar bij de betere platenboer, en via iTunes.
A WOODLAND HILLCREST PROMOTION PRODUCTION I KEYS AND CHORDS 2001 - 2024