‘Kunst is het raadsel vergroten.’
In 2014 mochten we Tom Van Laere (Admiral Freebee) aan de tand voelen over zijn plaat ‘The Great Scam’, en in 2016 bespraken we de opvolger ‘Wake Up and Dream’. Vandaag gaat de nieuwe EP ‘Don’t Follow Me, I’m Lost’ over de tongen: vijf nagelnieuwe nummers die stuk voor stuk vertrouwd en toch anders klinken. Vooral ‘The Wonder of Life’ nestelde zich meteen als een favoriet in onze playlist. Met de nodige anderhalve meter afstand nemen Van Laere en ondergetekende plaats op een dakterras op de Antwerpse Ankerrui. Het mooie overzicht over de stad is een onverwachte bonus.
Julian De Backer: ‘Het concept van de EP doet me denken aan de maxisingles uit de jaren negentientachtig, toen artiesten extra songs tussen albums wilden uitbrengen die te goed waren om verloren te laten gaan. Was dat ook jouw redenering? Of vanwaar komt jouw idee voor een EP?’
Tom Van Laere: ‘Ik had nog meer nummers, ik had zelfs een volledig album kunnen uitbrengen, maar een album is vandaag vooral een promotiemiddel voor concerten. Vermits er geen concerten zijn door de coronapandemie, had het net iets minder zin om een plaat uit te brengen. Maar thematisch en vooral muzikaal horen deze vijf nummers heel erg bij elkaar, dus ik wilde ze zeker nu releasen. Ik heb minstens vijftien nummers klaar, dus dat volledige album komt er nog wel. Hopelijk is de situatie volgend jaar een beetje genormaliseerd.’ Julian: ‘Ik vermoed dat 'This Dream of You' qua beat ook het meest eighties elektropopnummer is dat je al hebt geschreven.’ Tom: ‘Ik zou het niet eighties noemen, maar het is inderdaad wel heel dansbaar. Dat was heel bewust. Een donkere tekst, met een luchtige beat. Het publiek op het verkeerde been zetten.’ Julian: ‘In 'The Wonder of Life' zing je 'my losing streak is done'. Zelf vind jij constant zelfvertrouwen erg gevaarlijk. Kan een losing streak dan ooit achter de rug zijn? Of is het de voorbode van nieuwe losses en nieuwe streaks?’ Tom: ‘Het nummer gaat over een vriend van mij. Die reeg de ongelukjes en de pechmomenten aan elkaar. Toen hij iets ging drinken, liet een ober iets op zijn schouder vallen, bijvoorbeeld. Met zelfvertrouwen heeft het hier niets te maken.’ Julian: 'On a Day Like This' heeft een interessante coda, een soort twang of wah-wah-wah. Wat horen we daar juist qua instrument?’ Tom: ‘De laatste vijf seconden, bedoel je? Dat zijn keyboards. Ik heb de plaat geschreven toen ik een tennisarm had. Ik was niet meer in staat om gitaar te spelen, maar ik voelde wel de drang om te schrijven. Keyboardspelen deed geen pijn, dus ik heb een KORG-drumcomputer en een YAMAHA-keyboard gekocht, en ik ben beginnen opnemen. Ik ontdekte toen dat ik steevast trucjes gebruik in mijn gitaarspel. Je speelt in G, en dan ga je snel naar C. Of spelen in E-mineur, want dat is ‘rock’. Typisch gitaar. Ik heb jazzpiano gestudeerd, en ik merkte ineens dat ik totaal andere akkoordenprogressies begon te spelen. Ik kon de handigheidjes die ik op gitaar had geleerd onderdanig maken. Ik ben out of the blue beginnen opnemen en arrangeren. Iets dat ik normaal gezien nooit doe. Mijn werkwijze is op gitaar iets voorspelen voor mijn muzikanten, waarna zij de akkoorden schrijven. Maar met een keyboard gaat alles anders. Ook omdat het digitaal is: ik kon op elk moment de klank nog aanpassen, en het ruwe resultaat klonk ook meteen goed. Een micro voor een gitaar plaatsen geeft niet meteen de beste audioresultaten.’ Julian: ‘Voor jou is dat een heel andere manier van songschrijven.’ Tom: ‘Ja, voor mij wel. Ik neem natuurlijk heel wat bagage mee van de voorbije jaren. De structuur van mijn songs is niet wezenlijk veranderd. Maar in alle nieuwe nummers zitten akkoordenprogressies die ik nog nooit had geschreven.’ Julian: ‘Tof dat je na bijna twintig jaar professioneel muzikant zijn nog zo ingrijpend anders kan werken.’ Tom: ‘Zeker, voor mij is dat ongelofelijk. Daarom heet de EP ook ‘Don’t Follow Me, I’m Lost’. Mijn muzikanten vroegen ook: ‘Jamaar, wat wordt het dan?’ en ik zei: ‘Je moet niet kijken naar Admiral Freebee. Dit zijn de nummers, en ik weet ook niet waar we naartoe gaan’. Ik wilde ook niet dat ze het wisten, ik wilde gewoon zien wat er zou gebeuren wanneer we samen de nummers speelden. Het mocht niet typisch zijn, het mocht geen elementen bevatten waarvan we wisten dat ze zouden werken.’ Julian: ‘Ga je deze manier van werken herhalen?’ Tom: ‘Ik ben momenteel nieuwe songs aan het schrijven en opnemen. Ik ga verder op dit elan, en op mijn oude vertrouwde manier.’ Julian: ‘En dan komt het ooit allemaal samen, in een soort ‘Great American Songbook’.’ Tom: ‘Voilà! Maar ik speel nu live ook de oude nummers, zoals ‘Einstein Brain’ of ‘Nothing Else To Do’, in de nieuwe stijl.’ Julian: ‘Op jouw plaat ‘The Great Scam’ stond het prachtige nummer ‘Poet’s Words’, wat jij in 2014 vergeleek met het werk van Georges Brassens. Die stijl associëren we niet meteen met jouw werk, maar een volledige chansonplaat van jouw hand zou wel mooi zijn.’ Tom: ‘Zeker, ik zie dat wel zitten. Of eens een plaat met veel violen. Classic.’ Julian: ‘Of zoals Metallica: jouw hits symfonisch brengen.’ Tom: ‘Bwa, nee, ik zou het meer doen zoals Raymond van het Groenewoud bijvoorbeeld.’ Julian: ‘Om maar te zeggen: ‘On a Day Like This’ is een erg geslaagd nummer.’ Tom: ‘Het is nog het meest vintage Freebee van de EP. Het zou ook van U2 kunnen zijn.’ Julian: ‘Er zit een interessante muzikale onderstroom in.’ Tom: ‘Zo ben ik met alle nummers begonnen. Ik legde een laagje in een loop, en ik begon te schrijven.’ Julian: ‘Stel dat je één van jouw excellente songs, 'Making Love in 2014', zou updaten naar vandaag, hoe zou het dan klinken?’ Tom: ‘Grappig dat je dat vraagt, want ik heb er nog aan gedacht. Live verander ik mijn tekst effectief naar ‘2020’. De tweede zin is ‘Making the meantime a little less mean’, en dat rijmt uitstekend op ‘2015’ tot en met ‘2019’. Minder op ‘2020’, helaas. Ik ga iets zoeken dat rijmt op ‘twenty’. Of gewoon koppig niét rijmen.’ Julian: ‘Ik las toevallig vandaag nog een artikel over ‘painful rhyme’, en hoe nefast het kan zijn voor een nummer als je dwangmatig per se wilt rijmen.’ Tom: ‘Ik ben soms pro, en soms tegen rijm. Maar als Dylan en Cohen mogen rijmen, dan moet ik niet op zoek gaan naar iets dat niet rijmt. Maar eigenlijk is rijmen bullshit. Het geeft je het gevoel dat alles in orde komt, en daarom werkt het zo goed. Maar niet alles komt in orde. Er is een truc om het minder geforceerd te doen klinken. Stel dat je een zin hebt geschreven: ‘You’re no better than me for what you’ve shown’, en die volg je op met ‘So I’m going home alone’. Ik zeg maar wat. Het is een slechtere zin dan de eerste. Wat je dan moet doen, is die tweede zin eerst zetten. ‘I’m going home alone/Cause you’re no better than me for what you’ve shown’. Het klinkt en werkt veel beter. De gevonden rijmzin moet je altijd eerst zetten.’ Julian: ‘Geweldig. Heb je dat zelf bedacht?’ Tom: ‘Ja, ik heb dat ontdekt. Maar goed, er zullen wel meer songwriters dat ontdekt hebben.’ Julian: ‘In 2014 vertelde ik jou dat ik 'Rags 'N' Run' zo'n mooi nummer vind, met die prachtige mondharmonicasolo op het einde. Jij antwoordde me toen: 'Ik vind het leuk dat je zegt 'prachtige mondharmonicasolo', want ooit heeft Steven De bruyn me gezegd: 'Mijn zoon, die net geboren is, kan even goed spelen, want hij kan ademen.' Begin dit jaar sprak ik Steven De bruyn, en hij zei me 'Het is niet helemaal honderd procent juist. Ik vind 'Rags 'N' Run' trouwens een prachtig nummer. Toen mijn zoon drie jaar was, speelde die al een beetje mondharmonica. Ik werd niet lang daarna geïnterviewd op de radio, en ze vroegen mijn mening over 'Rags 'N' Run'. Ik antwoordde: 'Zo speelt mijn zoon intussen ook'. Waarmee ik helemaal geen afbreuk wou doen aan Tom Van Laere. Iets hoeft niet ingewikkeld te zijn om mooi te zijn.' Tom: ‘Ja, dat is waar. Ik ben het eens. Heel mijn carrière is een teken dat iets niet ingewikkeld hoeft te zijn om mooi te zijn.’ Julian: ‘Nu doe je jezelf oneer aan.’ Tom: ‘Ik heb mooie nummers, maar die zijn daarom niet moeilijk. Senne Guns zei me: ‘Hoe kan dat nu dat jij wééral een nummer met twee akkoorden maakt?’ Maar dat is moeilijk. Het is moeilijk om iets simpels te doen. J.J. Cale is voor mij geniaal, maar zijn nummers zijn heel simpel.’ Julian: ‘AC/DC.’ Tom: ‘Het is veel moeilijker om iets eenvoudigs te doen, want je kan je nergens achter verbergen. Idem met liedjesteksten: het is makkelijk om dure, complexe woorden te gebruiken. Maar met simpele woorden zingen maakt je veel kwetsbaarder.’ Julian: ‘Je maakt platen sinds 2003. Zijn er nummers die je vandaag anders zou opnemen?’ Tom: ‘Een nummer is een momentopname: díe muzikanten op díe dag in díe studio met díe technieker en díe producer. Een drummer zal vandaag op een bepaalde manier klinken, en morgen anders. Mensen horen het resultaat, en denken: ‘Ah, dit is het nummer’. Maar ik speel mijn nummers live anders. Een recensent schreef over mijn optreden in het OLT Rivierenhof in Deurne: ‘‘Einstein Brain’ en ‘Nothing Else to Do’ vind ik normaal écht slechte nummers, en nu vond ik beide nummers heel goed’. Een arrangement kan iemands mening wijzigen. Ik zou een nummer honderd keer opnemen als het kon. Dat doen jazzmusici ook: die nemen ‘Fly Me to The Moon’, beginnen eraan, en morgen klinkt het weer anders. Voor mij is een nummer een combinatie van akkoorden, melodie en tekst. Voor de rest kan alles wijzigen.’ Julian: ‘Zou je de akkoorden nog durven veranderen van een nummer?’ Tom: ‘Ja, als ik solo speel, doe ik dat soms. Maar akkoorden laat ik meestal met rust. Ik zal eerder morrelen aan tempo en toonaard.’ Julian: ‘Wat kan een toonaard aan een nummer veranderen?’ Tom: ‘Heel veel. Zangeres Jewel speelde ooit het voorprogramma van Bob Dylan, en Dylan vroeg haar na haar optreden waarom ze een bepaald nummer niet had gespeeld. ‘Ik heb het gespeeld’, zei ze, ‘maar in een andere toonaard’. ‘Mja’, zei Dylan, ‘dan is het niet hetzelfde’.’ Julian: ‘In het nummer 'Kim Basinger' zing je 'I met a girl who didn't know who The Pixies were'. Is je dat al echt overkomen?’ Tom: ‘Ja, tuurlijk. Ik had dat gezegd tegen mijn broer: ‘De mensen weten niet meer wie The Pixies zijn’, en hij zei: ‘Je moet daar een nummer over schrijven’. Dat zit ook in het nummer, ‘My brother said/Write a song about it’. Normaal gezien bevatten mijn nummers geen details die mij zijn overkomen, maar dat nummer is echt heel letterlijk uit het leven geplukt. Het is erg meta. Heel Herman Brusselsmansachtig.’ Julian: ‘Red Hot Chili Peppers hebben ook een nummer, ‘She’s Only 18’, waarin ze zingen: ‘She’s only 18/Don’t like The Rolling Stones’.’ Tom: ‘Ah, ik dacht dat je ging zeggen dat ze een nummer hebben met de zin: ‘I met a girl who didn’t know who Admiral Freebee was’ (lacht).’ Julian: ‘Ik neem aan dat quasi iedereen wel weet wie The Rolling Stones zijn.’ Tom: ‘Pas op, ik heb eens gehoord dat een meisje rondliep met het bekende tonglogo van de Stones op haar T-shirt, en toen een oudere vrouw haar zei: ‘Hey, cool, The Rolling Stones!’, kon het meisje niet volgen. Rock is verworden tot een fashionstatement. Ik zag in een restaurant foto’s van Bob Marley, Mick Jagger en David Bowie aan de muur, maar op de achtergrond stond heel slechte muziek op. Een serieuze discrepantie.’ Julian: ‘Eén van de nieuwe nummers op de EP heet 'No Ordinary Moments'. David Bowie keek blijkbaar graag met zijn gezin naar televisie, een beeld dat niet meteen overeenkomt met zijn imago van muzikale kameleon/rockheld. Heb jij soms ‘ordinary moments’ die niet passen bij wat mensen van jou denken?’ Tom: ‘Goh, ik weet niet meteen wat mensen van mij of bij mij denken. Misschien past het niet bij mij om iets rocksterachtig te doen? Ik drink geen alcohol, en neem geen drugs. Snap je? Alles wat ik doe, is redelijk niet-rockster. In de jazzstudio vonden ze dat Jeff Buckley met gevoel zong, en Will Tura niet. Dan denk ik: ‘Ze zingen alle twee met gevoel’.’ Julian: ‘Maar het lijkt me wel dat jij misschien niet meteen door trashy televisie of halfzachte films geïnspireerd wordt?’ Tom: ‘Je weet niet door wat je geïnspireerd wordt. Je kan geïnspireerd worden door te spreken met Josse De Pauw – en dat klinkt dan alsof het zo moet – maar je kan ook geïnspireerd worden door het meisje dat The Pixies niet kent. Eigenlijk is alles inspiratie. In een interview met Dimitri Verhulst werd geopperd dat hij toch geen verhaal kon schrijven over mensen die elke avond televisiekijken. Hij antwoordde: ‘Integendeel, prachtig verhaal, elke avond televisiekijken, die leegte, goed idee voor een roman’. Alles is een verhaal.’ Julian: ‘Weet je nog wat de aanleiding was om het met dat meisje over The Pixies te hebben?’ Tom: ‘Nee, nee. Ik weet ook niet of dat echt gebeurd is.’ Julian: ‘Ah. Alwéér The Great Scam.’ Tom: ‘Haha.’ Julian: ‘It never ends.’ Tom: ‘‘The Torture Never Ends’, een nummer van Zappa.’ Julian: ‘Zappa was zéker The Great Scam. Misschien leeft hij stiekem nog.’ Tom: ‘Ik hoop van niet, want het zou zonde zijn dat hij dan geen platen meer maakt.’ Julian: ‘Nog steeds een geweldige titel, trouwens, ‘The Great Scam’.’ Tom: ‘Ja hé? Vind ik ook. Ik zou graag al mijn albums ‘The Great Scam’ noemen, omdat het zo goed past bij wat ik doe en wil overbrengen. Maar het zou verwarrend zijn.’ Julian: ‘De eerste vier platen van Peter Gabriel heten ‘Peter Gabriel’. Hij beschouwde het als magazines met elke keer andere inhoud.’ Tom: ‘Maar dat kan dan weer, omdat het zijn eigen naam is.’ Julian: ‘Hoeveel mensen waren verward door jouw plaattitel 'A duet for one'?’ Tom: ‘Tom Vanstiphout heeft nu een plaat met dezelfde titel. Straf hé? En hij neemt soms met mij op. En we hebben dezelfde mixer.’ Julian: ‘Het nummer 'Not in it 4 Love' van de EP staat niét op Spotify. Is dat bewust? Houd je nog iets verborgen voor de fans?’ Tom: ‘Dat moet nog uitkomen. Het wordt de volgende single. Het gaat over iemand die constant zegt dat hij niet bezig is met de liefde, maar tegen het refrein is hij al verliefd. De beslissing is niet aan hem.’ Julian: ‘Zoals ‘I’m Not in Love’ van 10cc.’ Tom: ‘Ja, maar in mijn nummer wordt het hoofdpersonage nooit écht verliefd. Het blijft heel oppervlakkig. Julian: ‘Ga je de EP ook fysiek uitbrengen?’ Tom: ‘Dat weet ik niet. Misschien een paar vinylexemplaren. Mocht er toch geen fysieke release komen, dan ga ik de vijf nummers zeker op mijn volgende album zetten.’ Julian: ‘Jouw laatste volledige album, ‘Wake Up and Dream’, dateert van 2016. Je hebt natuurlijk geen vier jaar stilgezeten, maar vanwaar de pauze in opgenomen materiaal?’ Tom: ‘Ik breng liever niet te snel en te veel uit.’ Julian: ‘Je had geen writer’s block?’ Tom: ‘Nee, dat bestaat niet. Ik heb er nooit last van gehad. Songschrijven is voor mij zoals verteren of stofwisseling. Heeft een loodgieter soms loodgietersblock? Wat wel bestaat, is de angst om iets slechts te maken. Qualityblock. Je mag gerust slechte songs schrijven, maar die hoef je niet uit te brengen. Ik wil niet de psychiater uithangen, maar ik zeg altijd: een artiest is niet slecht omdat hij iets slechts maakt of uitbrengt, een artiest is slecht als hij bang is om iets slechts te maken of uit te brengen. Maak vier slechte nummers, en daarna één goed. Wie geen slechte songs wil maken, heeft een writer’s block.’ Julian: ‘Jij bent nooit bang om een slecht nummer uit te brengen?’ Tom: ‘Ik breng misschien wel slechte nummers uit? Ik weet dat niet. Ik kan dat nu nog niet zeggen. Ik heb het meer over creëren. Writer’s block is stoppen met maken, terwijl je nog aan het maken bent – omdat je zegt: ‘Oei, het is slecht’. Er zijn periodes dat het minder gaat, maar dat is geen block. Dat is een zoektocht. Ik heb mijn nieuwe stijl ook niet meteen gevonden. Kunst is het raadsel vergroten. Je weet het niet. Je weet niet waar je naartoe gaat. Don’t follow me, I’m lost. Uw onderbewuste maakt het nummer. Wie het bewust wil doen, blokkeert. Enfin, ik ga niet spreken voor anderen.’ Julian: ‘Jij hebt de wijsheid niet in pacht, maar ik ook niet. En dat is prettig.’ Tom: ‘Voilà. Neem nu dat iemand een excuusblock heeft. Iemand komt veel te laat thuis, en denkt: ‘Nu kan ik geen excuses meer verzinnen’. Dat is even idioot. Hij komt binnen, en zegt: ‘Het heeft nog wat langer geduurd op het werk’. Dat is creativiteit, hij heeft het verzonnen. Snap je? Dat is hetzelfde. Wie geen excuses meer kan verzinnen, is bang dat zijn partner gaat weten wat het excuus is. Angst dat het publiek een song niet goed zal vinden, verlamt een songwriter.’ Julian: ‘Hartelijk dank. Hopelijk kan je binnenkort terug normaal opnemen en optreden.’ Tom: ‘Dat hoop ik ook. Deze EP is een goede tussenoplossing.’ Julian: ‘A short burst of excellence.’ Tom: ‘Haha. Bedankt!’ |
Julian De Backer © 2020 for Keys and Chords
A WOODLAND HILLCREST PROMOTION PRODUCTION I KEYS AND CHORDS 2001 - 2024